Paragrafen

Paragraaf 1: Lokale heffingen

Paragraaf 1: Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf 1: Lokale heffingen

De paragraaf over de lokale heffingen bevat op basis van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten ten minste:

de geraamde inkomsten
het beleid ten aanzien van de lokale heffingen
een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen
een aanduiding van de lokale lastendruk
een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.

 

De geraamde inkomsten

Lokale heffingen vormen na de algemene uitkering de belangrijkste inkomstenbron van de gemeente. Deze heffingen kunnen verdeeld worden in:

heffingen die dienen als algemeen dekkingsmiddel van de gemeentelijke uitgaven (belastingen).
heffingen waar een aanwijsbare gemeentelijke prestatie tegenover staat (retributies).

In onderstaand overzicht geven we aan welke heffingen binnen onze gemeente van toepassing zijn, inclusief de bijbehorende opbrengsten.

(bedragen in duizenden) Rekening 2020 Begroting 2021 Rekening 2021
Onroerende zaakbelasting (OZB) € 5.439 € 5.557 € 5.555
Afvalstoffenheffing € 2.745 € 3.031 € 3.016
Rioolheffing € 3.269 € 3.346 € 3.411
Hondenbelasting € 159 € 183 € 181
Toeristenbelasting € 402 € 538 € 652
Forensenbelasting € 94 € 140 € 149
Totaal € 12.108 € 12.795 € 12.964
Terug naar navigatie - Beleid ten aanzien van lokale heffingen

Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen

Alle heffingen zijn gebaseerd op door de raad vastgestelde verordeningen, met daarbij behorende tarieventabellen. Als uitgangspunt voor de jaarlijkse aanpassing van de tarieven hanteren we in principe het inflatiepercentage. De tarieven van retributies komen tot stand op basis van het principe van kostendekking.

Een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen

Terug naar navigatie - Onroerende Zaakbelastingen
Naam Onroerende zaakbelasting (OZB)
Doel van de belasting/heffing De opbrengst van deze belastingen dient als algemeen dekkingsmiddel. Tegenover de belastingopbrengsten staan geen specifieke uitgaven.
Wie is belastingplichtig? De OZB wordt geheven van:
·         de eigenaren van alle woningen;
·         de eigenaren en gebruikers van alle bedrijfspanden, overige gebouwen en bouwgrond binnen de gemeentegrenzen.
Grondslag van de heffing De grondslag voor de heffing is de WOZ waarde (waarde volgens de Wet Onroerende Zaken). De tarieven voor de OZB zijn mede afhankelijk van de op grond van de WOZ getaxeerde waarden.
Tarieven Voor de OZB worden verschillende tarieven gehanteerd voor woningen en niet-woningen. De onroerende zaakbelastingen worden berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak. De tarieven zijn opgenomen in de volgende tabel.
Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing
Naam Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
Doel van de belasting/heffing De opbrengsten van deze belasting worden specifiek benut ter dekking van de uitgaven voor het verwijderen van huishoudelijke afvalstoffen.
Wie is belastingplichtig? De gebruiker van een perceel waar huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan is belastingplichtig. Dit kan een woning zijn, maar ook bijvoorbeeld een vakantiehuis naast een woonhuis.
Grondslag van de heffing Voor de afvalstoffenheffing gelden twee grondslagen. In de eerste plaats is er een prijs per kilo aangeboden afval. Daarnaast wordt er een vastrecht gehanteerd, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen één- en meerpersoonshuishoudens.
Tarieven Uitgangspunt is kostendekkende tarieven. Om schommelingen in de tariefstelling te voorkomen is een voorziening ingesteld. De tarieven zijn opgenomen in onderstaande tabel.
Terug naar navigatie - Tarieven afvalstoffenheffing
Afvalstoffenheffing Rekening 2020 Begroting 2021 Rekening 2021
Vastrecht per jaar 1 persoonshuishouden € 125,00 € 130,00 € 130,00
Vastrecht per jaar meerpersoonshuishouden € 167,50 € 175,00 € 175,00
Prijs per lediging :
·         40 liter € 0,65 € 0,75 € 0,75
·         140 liter € 2,00 € 2,10 € 2,10
·         240 liter € 2,65 € 2,75 € 2,75
Prijs per kilo :
·         GFT 0-tarief 0-tarief 0-tarief
·         Restafval € 0,25 € 0,26 € 0,26

Kostendekkendheid afval

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid afval
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
Jaarrekening 2021
Lasten taakvelden (incl. (omslag)rente)
2.1 Verkeer en vervoer 390.584
7.3 Afval 3.686.027
-/- Correctie BTW-compensatiefonds -523.808
-/- Mutatie voorziening -96.171
7.4 Milieubeheer 6.291
Totale lasten 3.462.923
Baten taakvelden (excl. Heffingen)
2.1 Verkeer en vervoer -29.605
7.3 Afval -3.860.955
-/- Correctie reinigingsrechten 3.067.033
Totale baten -823.527
Netto kosten 2.639.396
Overig toe te rekenen kosten
Overhead 0
BTW-compensatiefonds 523.808
A. Totale kosten 3.163.204
Opbrengst heffingen
Reinigingsrechten 3.067.033
B. Totale opbrengsten 3.067.033
C. Mutatie voorziening 96.171
Dekkingspercentage (= B / A * 100%) 97%
Terug naar navigatie - Rioolheffing
Naam Rioolheffing
Doel van de belasting/heffing De opbrengsten van deze heffing worden specifiek benut ter dekking van de uitgaven voor het in standhouden van de riolering.
Wie is belastingplichtig? Belastingplichtig is de eigenaar van een rioolaansluiting die via deze aansluiting afvalwater loost op de gemeentelijke riolering.
Grondslag van de heffing Per aansluiting wordt er een aanslag opgelegd.
Tarieven Uitgangspunt is een kostendekkend tarief. Om schommelingen in de tariefstelling te voorkomen is een voorziening ingesteld. De tarieven zijn opgenomen in onderstaande tabel.
Terug naar navigatie - Tarieven rioolheffing
Rioolheffing Rekening 2020 Begroting 2021 Rekening 2021
Vast bedrag per woning/eigendom € 270,00 € 280,00 € 280,00
Vast bedrag per niet-woning/eigendom € 270,00 € 280,00 € 280,00
Vast bedrag per gebruik > 300m3 € 125,00 € 125,00 € 125,00
Terug naar navigatie - Kostendekkendheid rioolheffing
Rioolheffing
Jaarrekening 2021
Lasten taakvelden (incl. (omslag)rente)
5.7 Openbaar groen en (openlucht) recreatie 77.052
7.2 Riolering 3.402.741
-/- Correctie BTW-compensatiefonds -426.422
Totale lasten 3.053.371
Baten taakvelden (excl. Heffingen en mutatie voorziening)
7.2 Riolering -3.479.793
-/- Correctie rioolheffing 3.421.158
-/- Mutatie voorziening 58.635
Totale baten 0
Netto kosten 3.053.371
Overig toe te rekenen kosten
Overhead 0
BTW-compensatiefonds 426.422
A. Totale kosten 3.479.793
Opbrengst heffingen
Rioolheffing 3.421.158
B. Totale opbrengsten 3.421.158
C. Mutatie voorziening (= A -/- B) -58.635
Dekkingspercentage (= B / A * 100%) 98%
Terug naar navigatie - Hondenbelasting
Naam Hondenbelasting
Doel van de belasting/heffing Deze belasting valt onder de categorie algemeen dekkingsmiddel.
Wie is belastingplichtig? Deze belasting wordt geheven van de binnen de gemeentegrenzen wonende houder van één of meerdere honden.
Grondslag van de heffing De heffing is gebaseerd op het aantal honden dat door een belastingplichtige wordt gehouden.
Tarieven De tarieven zijn opgenomen in onderstaande tabel.
Terug naar navigatie - Tarieven hondenbelasting
Hondenbelasting Rekening 2020 Begroting 2021 Rekening 2021
1e hond € 70 € 80 € 80
2e hond € 75 € 85 € 85
3e en volgende hond € 80 € 90 € 90
Kennel € 600 € 600 € 600
Terug naar navigatie - Toeristenbelasting
Naam (Water)toeristenbelasting
Doel van de belasting/heffing De opbrengst van deze belasting dient als algemeen dekkingsmiddel. Daarnaast wordt een deel van de opbrengst aangewend voor de revitalisering van het toerisme en de recreatie in onze gemeente.
Wie is belastingplichtig? Belastingplichtige is die persoon die verblijft (overnacht) in de gemeente Eijsden-Margraten zonder in het bevolkingsregister van deze gemeente te zijn opgenomen.
Grondslag van de heffing Op grond van de verordening is per persoon per overnachting een bedrag verschuldigd.
Tarieven Het tarief is opgenomen in onderstaande tabel.
Terug naar navigatie - Tarieven toeristenbelasting
Toeristenbelasting Rekening 2020 Begroting 2021 Rekening 2021
Bedrag per persoon per overnachting (camping/kampeerboerderij) € 1,35 € 1,70 € 1,70
Bedrag per persoon per overnachting (overige verblijven) € 1,35 € 1,70 € 1,70
Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

Een aanduiding van de lokale lastendruk

Hieronder is de gecombineerde aanslag voor 2021 voor een gezin met 2 kinderen in een woning met een gemiddelde WOZ waarde van € 297.000 en bij een afval aanbod van 200 kg rest afval en 22 ledigingen.

kostendekkendheid leges

Terug naar navigatie - kostendekkendheid leges
Onderbouwing kostendekkendheid leges
Titel 1 en 3 Jaarrekening 2021
Lasten taakvelden 692.825
Overhead 14% 96.995
Totale lasten 789.820
Baten taakvelden 396.036
Totale baten 396.036
Dekkingspercentage 50%
Titel 2 Jaarrekening 2021
Lasten taakvelden 1.274.034
Overhead 14% 178.365
Totale lasten 1.452.399
Baten taakvelden 1.035.961
Totale baten 1.035.961
Dekkingspercentage 71%
Gemiddeld dekkingspercentage Titel 1,2 en 3 61%
Terug naar navigatie - Kwijtschelding

Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid

In onze gemeente wordt de zogenaamde 100% norm voor de kwijtschelding van gemeentelijke heffingen gehanteerd. Of een belastingplichtige in aanmerking komt voor kwijtschelding wordt beoordeeld aan de hand van een inkomens- en/of vermogenstoets. Daarbij maken we gebruik van de Leidraad Invorderingswet 1990.

 

Kaderstellende documenten           

Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting Eijsden-Margraten 2021.
Verordening forensenbelasting Eijsden-Margraten 2021.
Legesverordening en tarieventabel Eijsden-Margraten 2021.
 Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting Eijsden-Margraten 2021.
Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Eijsden- Margraten en bijbehorende tarieventabel 2021.
Verordening wet Onroerende Zaakbelasting Eijsden-Margraten 2021.
Verordening op de heffing en invordering rioolrechten Eijsden-Margraten 2021.
Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten Eijsden-Margraten 2015 en bijbehorende tarieventabel.
Verordening rechten voor van gemeentewege verleende diensten onder, in of op de openbare weg Eijsden-Margraten 2020 en bijbehorende tarieventabel.

Paragraaf 2: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Paragraaf 2: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf 2: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

In artikel 11 van het BBV staat dat het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen:

  • De weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken;
  • Alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.

Verder bepaalt dit artikel dat de paragraaf ten minste bevat:

  • Een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
  • Een inventarisatie van de risico’s;
  • Het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s.

 

Inventarisatie van de weerstandscapaciteit

Het BBV omschrijft de weerstandscapaciteit als zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken. Bij de bepaling van de weerstandscapaciteit betrekken we:

  • de algemene reserves;
  • de stille reserves;
  • de post onvoorziene uitgaven;
  • de onbenutte belastingcapaciteit.

 

We maken onderscheid tussen de incidentele weerstandscapaciteit en de structurele weerstandscapaciteit. Incidentele weerstandscapaciteit staat voor het vermogen calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van de taken op het gewenste niveau. Hiertoe kunnen in zijn algemeenheid de reserves worden gerekend. Met de structurele weerstandcapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. Tot de structurele weerstandscapaciteit behoren de onbenutte belastingcapaciteit en de post onvoorziene uitgaven. Hoewel onderstaand een toelichting wordt gegeven, is van belang te constateren dat de weerstandscapaciteit in 2021 toereikend was om risico’s op te vangen.

 

De algemene reserve

De algemene reserve vertoont het volgende beeld:

Voor nadere toelichting verloop zie verloopoverzicht reserves en voorzieningen.

Jaar

Stand per 1 januari (* 1 mln)

Stand per 31 december (* 1 mln)

2021

€ 7.826

€ 7.445

 

De bestemmingsreserves

Een bestemmingsreserve is een afgezonderd vermogensbestanddeel waaraan uw gemeenteraad een specifieke bestemming voor bepaalde doeleinden heeft gegeven. Dit betekent dat een groot gedeelte van de bestemmingsreserve niet zondermeer vrij inzetbaar is. Uiteraard kunt u altijd een bestemming c.q. het te bereiken doel door de inzet van een reserve wijzigen. Het totaal van de bestemmingsreserves in 2021 is als volgt:

Jaar

Stand per 1 januari (* 1 mln)

Stand per 31 december(* 1 mln)

2021

€ 11.892

€ 10.553

 

Totaal overzicht reserves

Voor nadere toelichting verloop zie verloopoverzicht reserves voorzieningen.

Jaar

Stand per 1 januari (* 1 mln)

Stand per 31 december(* 1 mln)

2021

€ 19.718

€ 18.286

 

Onvoorziene uitgaven

In de begroting 2021 heeft u een post onvoorziene uitgaven opgenomen van € 26.200. De aanwending van de post onvoorzien in 2021 is weergegeven in het hoofdstuk ‘Onvoorziene uitgaven en incidentele baten en lasten’.

De onbenutte belastingcapaciteit

De onbenutte belastingcapaciteit is de ruimte die de gemeente heeft om nog extra eigen inkomsten via belastingen en heffingen te genereren. De onbenutte belastingcapaciteit kan bepaald worden aan de hand van de norm die het rijk hanteert voor het bepalen van de artikel 12-status Financiële verhoudingen wet. Volgens deze norm zijn de eigen ozb inkomsten op peil als het rekentarief 0,083763% voor de eigenaren van woningen bedraagt (bron: meicirculaire gemeentefonds 2021). De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt derhalve voor het jaar 2021 € 1.387.329.  In 2021 hoefde deze onbenutte belastingcapaciteit niet ingezet te worden om onverwachte tegenvallers op te vangen. De afvalstoffenheffing en het rioolrecht zijn in principe kostendekkend en worden dus bij het bepalen van de onbenutte belastingcapaciteit buiten beschouwing gelaten.

 

Een inventarisatie van de risico's

Reguliere risico’s – risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn – maken geen deel uit van de risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen immers verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd. Risico’s die in het kader van de weerstandsvermogen wel relevant zijn kunnen – volgens het BBV – onderverdeeld worden in:

  • financiële risico’s ;
  • risico’s op eigendommen en
  • risico’s die samenhangen met de interne organisatie.

Financiële risico’s

Garantieverplichtingen

Onder een garantieverplichting wordt verstaan het borg staan door de gemeente voor een door een stichting of vereniging aangegane geldlening. Door de borgstelling door de gemeente kan de stichting of vereniging gunstigere voorwaarden bedingen. Verdere uitwerking zie toelichting op de balans, niet in de balans opgenomen verplichtingen. Per 31 december 2021 staan we garant voor:

  • Woonpunt : een 7-jarige geldlening van € 17.000.000 bestemd voor de financiering van woongelegenheden. Aflossing vindt geheel plaats aan het einde van de looptijd in 2028. Voor de onderliggende woongelegenheden geldt dat ze volledig eigendom zijn van Woonpunt en dat de gemeente het eerste recht van hypotheek heeft.
  • Woonpunt : een 10-jarige geldlening van € 9.500.000 bestemd voor de financiering van woongelegenheden. Aflossing vindt plaats aan het einde van de looptijd in 2024. Voor de onderliggende woongelegenheden geldt dat ze volledig eigendom zijn van Woonpunt en dat de gemeente het eerste recht van hypotheek heeft.
  • Lening Dorpshuis: In 2017 is een lening van € 208.600 verstrekt in het kader van de publieke taak aan het Dorpshuis te Mheer. De gemeente heeft als onderpand het recht van eerste hypotheek. Per 31-12-2021 bedraagt het openstaand saldo van deze lening € 177.890.
  • Lening Stichting Cultureel Centrum Eijsden: In 2018 is een lening van € 400.000 verstrekt in het kader van de publiek aan de Stichting Cultureel Centrum Eijsden. De gemeente heeft als onderpand het pand gelegen aan de Breusterstraat 21-23 te Eijsden. Per 31 december 2021 bedraagt het openstaande saldo van deze lening € 365.556.
  • Lening KOH Eijsden: In 2019 is een lening van € 185.000 verstrekt in het kader van de publiek taak aan de KOH Eijsden. De gemeente heeft als onderpand het pand gelegen aan de Prins Bernhardstraat 4 te Eijsden. Per 31 december 2021 bedraagt het openstaande saldo van deze lening € 170.097.
  • Lening Stichting Sociaal Centrum Eijsden: In 2019 is een lening van € 433.300 verstrekt in het kader van de publieke taak aan de Stichting Sociaal Centrum Eijsden. De gemeente heeft als onderpand het pand gelegen aan de Prins Hendrikstraat 21 te Eijsden. Per 31 december 2021 bedraagt het openstaande saldo van deze lening € 402.114.
  • Lening Stichting Gemeenschapshuis Cadier & Keer: In 2021 is een lening van € 250.000 verstrekt in het kader van de publieke taak aan de Stichting Gemeenschapshuis Cadier & Keer. De gemeente heeft als onderpand het pand gelegen aan de Limburgerstraat 78 te Cadier & Keer. Per 31 december 2021 bedraagt het openstaande saldo van deze lening € 250.000.
  • Lening Stichting Ir. D.C. Van Schaik: In 2021 is een lening van € 134.050 verstrekt aan de Stichting Ir. D.C. Van Schaik in het kader van het project “Realisatie infocentrum archeologie en kwaliteitsimpuls vuursteenmijn Savelsbos”. Per 31 december 2021 bedraagt het openstaande saldo van deze lening € 134.050.
  • Oos Heim : een garantstelling van € 250.000 inzake een uitgegeven obligatielening van 1.000 obligaties met een nominale waarde van € 250 per stuk. Per 1-6-2016 zijn alle obligaties uitgeven. Per 31-12-2021 is € 42.500 (170 obligaties) afgelost, waarna resteert € 207.500. De gemeente heeft als onderpand een hypothecair  recht op de opstallen (gemeenschapshuis) verkregen ad €  250.000.
  • Servatius / WSW : eind jaren 80 zijn de risico’s van hypothecaire geldleningen met gemeentegarantie ondergebracht bij het Waarborgfonds Sociale woningbouw (WSW) tegen een eenmalige betaling. Per 31-12-2021 staan we garant voor € 569.281.

 

Algemene uitkering 
De algemene uitkering vormt een belangrijke risicofactor binnen de rekening. Bij het gemeentefonds is de normeringsystematiek van toepassing. Dit betekent dat de groei van het gemeentefonds is gekoppeld aan de ontwikkeling van de gecorrigeerde netto rijksuitgaven. Dalen de rijksuitgaven dan daalt ook het volume van de gemeentefondsuitkering en andersom. Aangezien de definitieve vaststelling van de netto rijksuitgaven achteraf plaatsvindt bestaat de mogelijkheid dat een gedeeltelijke verrekening van de algemene uitkering, in zowel positieve als negatieve zin, kan plaatsvinden.

Open einde regelingen
Een open einde regeling is een regeling waarbij gerechtigden geld toekomt, zonder dat van te voren te overzien is wie van deze regeling in welke mate gebruik zullen gaan maken. In de begroting zijn hiervoor bedragen geraamd conform de opgaven van de instanties die belast zijn met de uitvoering van de regelingen. Enkele relevante open einde regelingen zijn:
•    Participatiewet
•    Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)
•    GGD Zuid-Limburg
•    Brandweer-GHOR Zuid-Limburg
•    Leerlingenvervoer.
•    MTB

Ministeriele regelingen
Wet Hof
Nederland is verplicht Europese afspraken omtrent de begrotingsdiscipline te verankeren in een wet. Afspraken hieromtrent zijn vastgelegd in het wetsvoorstel de Wet Hof (Wet houdbare overheidsfinanciën). Dit  wetsvoorstel verplicht de gemeenten onder meer om de begroting binnen de EMU-norm te houden. Terwijl gemeenten hun begroting volgens het stelsel van baten en lasten opstellen en op basis daarvan ook wordt bepaald of de begroting in evenwicht is, komt er zo een tweede norm voor de begroting die gebaseerd is op een ander stelsel, het kasstelsel. Het EMU-saldo van de totale collectieve sector in Nederland, waartoe ook de gemeenten behoren, is bepalend voor het oordeel of Nederland voldoet aan de euronorm. Deze euronorm en de Europese afspraak om het EMU-saldo tussen de + 0,5% en – 0,5% van het BBP te houden worden nu in de Wet Hof vastgelegd.
Het voorstel hiertoe houdt voor gemeenten onder meer in dat:

•    De minister van Financiën jaarlijks na bestuurlijke overleg de EMU-norm voor elke afzonderlijk gemeente bepaalt;
•    Overschrijding van die EMU-norm door de gemeente tot een boete, een korting op de algemene uitkering en onder preventief toezicht stellen door de Provincie kan leiden.

Verplicht schatkistbankieren
In het begrotingsakkoord 2013 van het rijk is afgesproken dat decentrale overheden in 2013 gaan schatkistbankieren zonder leenfaciliteit.  Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. Wel is sprake van een bepaalde drempel. De hoogte van de drempel is afhankelijk van de financiële omvang van een decentrale overheid. De drempel is vastgesteld op 2% van het jaarlijkse begrotingstotaal, met een minimum van € 1.000.000. Dit betekent voor de gemeente Eijsden-Margraten dat € 1.199.760 (2% van € 59.988.000) buiten de schatkist mag worden gehouden. Per balansdatum 31-12-2021 bedroeg het saldo van de rekening courant rekening schatkistbankieren € 1.332.384.

Risico’s op eigendommen
Bouwgrondexploitatie
Ervaringen die in 2016 zijn opgedaan met oneigenlijk grondgebruik binnen de kernen doen ons overwegen om het project dat zich nu alleen richt op de 2 meter stroken in het buitengebied te verbreden naar het onrechtmatig gebruik binnen de bebouwde kom. Dit om de eigendomsrechten ook daar veilig te stellen. Een projectvoorstel wordt nader uitgewerkt. Op voorhand kan gesteld worden dat dit niet binnen de beschikbare capaciteit mogelijk is en aanvullende middelen noodzakelijk zijn. Ervaringen elders leren namelijk dat de eerste stap de aanschrijving redelijk eenvoudig is, maar dat het oppakken van de reacties die daarop volgen arbeidsintensief is. Het zal dan ook een project zijn dat meerdere jaren duurt.
Voor een uitvoerige financiële analyse verwijzen we naar de paragraaf grondbeleid.

Beheers- c.q. onderhoudsplannen
Om de risico’s op het gebied van onderhoud en beheer zoveel mogelijk in te perken is het noodzakelijk dat de gemeente beschikt over beheers- en onderhoudsplannen. Kortheidshalve wordt voor het inhoudelijke hieromtrent verwezen naar de paragraaf kapitaalgoederen.

Bodemverontreiniging
In onze gemeente is dit een risico, dat niet geheel inzichtelijk is. De financiële gevolgen van bodemverontreiniging zijn niet in kaart te brengen en zullen als het zich voordoet van geval tot geval bekeken dienen te worden.
 
Risico’s die samenhangen met de interne organisatie
Bij de bedrijfsvoering loopt onze gemeente diverse risico’s, hierbij denken wij aan de administratieve organisatie, automatisering (o.a. uitval van de computer), informatievoorziening, de interne controle en het personeelsbeleid. Te late of verkeerde informatieverstrekking, onvolkomenheden in zowel de administratieve organisatie als in de interne controle kunnen financiële consequenties hebben. Bij uitval (door ziekte of andere oorzaken) van personeel is onze gemeente kwetsbaar. Vervanging is meestal, gelet op de vakkennis op bepaalde taakgebieden, niet adequaat mogelijk. De gemeente is tevens leverancier van heel veel informatie. Indien deze informatie onjuist is, is het risico aanwezig dat wij daarvoor aansprakelijk worden gesteld. 

Planschadevergoedingen
Een planschadevergoeding is een vergoeding van de gemeente aan een derde voor schade geleden als gevolg van een planologische maatregel. De planschadevergoeding is, voor zover deze te verwachten was, opgenomen in de exploitatieopzet van betreffende uitbreidingslocatie dan wel bestemmingsplan.
 
Aansprakelijkheidsstellingen
De landelijke tendens is dat het aantal schadeclaims toeneemt. Als oorzaken kunnen worden genoemd het Nieuwe Burgerlijk Wetboek (invoering risico aansprakelijkheid), de Algemene Wet Bestuursrecht (aanzienlijke versterking van de positie van de burger ten opzichte van de overheid) en de toenemende mondigheid van de burgers. De risico’s op het gebied van aansprakelijkheidsstelling kunnen aanzienlijk zijn, zodat het van groot belang is om schadepreventief te werken. Een goed en regelmatig onderhoud van wegen, speeltoestellen etc. (de gemeente beschikt over beheers- c.q. onderhoudsprogramma’s), een klachtenlijn, het nauwkeurig naleven van procedures, adequate behandeling van ingediende bezwaarschriften etc. behoren in het kader van preventief werken tot de aandachtspunten. De gemeente is voor de wettelijke aansprakelijkheid en de bestuurdersaansprakelijkheid verzekerd. Wij kunnen echter niet uitsluiten dat, buiten het al bestaande eigen risico, de gemeente met claims krijgt te maken welke niet via de verzekering zijn afgedekt.

Risico’s die samenhangen met gemeenschappelijk regelingen
 
Veiligheidsregio ZL 
De begroting 2021 (voor wijziging en na wijziging) was sluitend. Het resultaat voor de jaarrekening 2021 (van de Veiligheidsregio inclusief GHOR) bedraagt € 120.073 negatief. De oorzaak van dit negatief resultaat ligt vooral bij hogere personeelslasten (vrijwilligers en inhuur personeel als gevolg van hoogwaterrramp) en lagere kosten bij de bedrijfsvoering (overhead).


Gemeenschappelijk Gezondheidsdienst Zuid Limburg (GGD) 

Het weerstandsvermogen van de GGD is in 2021 ongewijzigd ten opzichte van 2020 en als ruim onvoldoende te classificeren. De algemene reserve van de GGD dient volgens de gemeenschappelijke regeling minimaal 6 % van de exploitatielasten van enig jaar te zijn. Een aantal van de gekwantificeerde risico’s heeft een structureel karakter, terwijl een belangrijk deel van de weerstandscapaciteit een incidenteel karakter heeft (75% van de weerstandscapaciteit). JGZ heeft geen weerstandscapaciteit (negatieve algemene reserve, voornamelijk ontstaan door frictiekosten). Hierdoor is met de bestaande risico’s binnen JGZ het weerstandsvermogen als ruim onvoldoende te classificeren. Veilig Thuis heeft geen weerstandscapaciteit (negatieve algemene reserve). Hierdoor is met de bestaande risico’s binnen VT het weerstandsvermogen als ruim onvoldoende te classificeren. Het weerstandsvermogen van de Acute Zorg is als voldoende tot ruim voldoende te waarderen.
De algemene reserve van de GGD, JGZ, de Acute Zorg en Veilig Thuis zijn strikt gescheiden waardoor het niet reëel is om het weerstandsvermogen als geheel te waarderen.
De algemene reserve GGD bedraagt 31 december 20210 € 165.941. Dit  is ruim onvoldoende om risico’s en tegenvallers op te vangen en betekent een extra risico voor de deelnemende gemeenten.
De gemeente Eijsden-Margraten neemt 2,6% van de totale bijdrage van de 16 deelnemende gemeenten voor haar rekening

Het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's
In 2013 heeft u de beleidsnota voor risicomanagement en weerstandsvermogen vastgesteld, waarin het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s is beschreven.
De benodigde weerstandscapaciteit kan bepaald worden op basis van de risico inventarisatie in relatie tot de in de beleidsnota vastgestelde gevolgmatrix en tolerantiematrix.

Hierbij is voorgesteld aan de tolerantiematrix onderstaand procentueel financieel risico te hangen:

 

Punten

Percentage

Risico

0

tot en met

4 punten

0%

financieel risico

5

tot en met

9 punten

25%

financieel risico

10

tot en met

25 punten

100%

financieel risico

 

Rekening houdend met dit beleid en de vorenstaande geschetste risico’s kan het navolgende overzicht worden opgesteld.
 

                                           

 

Terug naar navigatie - Risico's
Risico's Bruto bedrag per 31-12-2021 Bedrag risico per 31-12-2021 Klasse kans % Gevolg Tolerantie Financieel risico per 31-12-2021
Garantieverplichtingen, gemeente staat borg voor een door een stichting of vereniging aangegane geldlening
1 15 -Jarige geldlening € 17.000.000 Woonpunt looptijd tot 2021, onder vesting van hypothecaire lening. € 17.000.000 € 0 1 1 1 € 0
2 Lening Woonpunt € 9.500.000 € 9.500.000 € 0 1 1 1 € 0
3 Garantstelling obligatielening St. gemeenschapshuis Oos Heim tbv nieuwbouw € 207.500 € 62.250 2 2 4 € 0
4 Risico's hypothecaire geldleningen met gemeentegarantie ondergebracht bij Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) ultimo 2017. € 569.281 € 0 1 1 1 € 0
Leningen verstrekt in het kader van de publieke taak
5 Lening Cultureel Centrum Eijsden € 365.556 € 0 1 1 1 € 0
6 Lening zaal KOH Eijsden € 170.097 € 0 1 1 1 € 0
7 Lening Dorpshuis Mheer € 177.889 € 0 1 1 1 € 0
8 Lening Stichting Sociaal Centrum Eijsden € 402.113 € 0 1 1 1 € 0
9 Lening Stichting Gemeenschapshuis Cadier & Keer € 250.000 € 0 1 1 1 € 0
Overige leningen
10 Lening Stichting Ir. D.C. Van Schaik € 134.050 € 134.050 3 2 6 € 33.513
Algemene uitkering
11 Algemene uitkering, de algemene uitkering vormt momenteel een belangrijke risicofactor binnen onze meerjarenbegroting. € 37.358.999 € 508.700 3 4 12 € 508.700
Beleggingen
12 Inconveniëntentoeslag € 61.534 € 61.534 2 2 4 € 0
13 Enexis € 369.765 € 369.765 3 3 9 € 92.441
14 BNG € 94.944 € 94.944 2 2 4 € 0
Open einde regelingen
15 SZMH en SEM, meer aanvragen 7,5% eigen risico gebundelde uitkering € 3.443.343 € 258.251 3 3 9 € 64.563
16 Participatiebudget € 256.562 € 38.484 1 1 1 € 0
17 Bijzondere bijstand en minimabeleid € 523.767 € 78.565 3 2 6 € 19.641
18 GGD (open eind financiering 15% totale budget) € 835.850 € 125.378 2 2 4 € 0
19 Brandweer-GHOR Zuid Limburg (open eind financiering, 15%) € 1.624.618 € 243.693 3 3 9 € 60.923
20 Gem. regeling Leerlingenvervoer (meer aanvragen dan begroot, 15%) € 180.253 € 27.038 1 1 1 € 0
Ontwikkelingen sociale zekerheid
21 Jeugdzorg € 7.888.000 € 1.183.200 5 5 25 € 1.183.200
22 WMO € 5.172.000 € 775.800 4 4 16 € 775.800
23 MTB, niet begrote ontwikkeling aantal cliënten (15%) € 2.302.037 € 230.204 3 3 9 € 57.551
24 Omnibuzz (15% van budget) € 486.563 € 72.984 2 2 4 € 0
Risico's op eigendommen gemeentelijke organisatie
25 Planschade € 14.994 € 14.994 1 1 1 € 0
26 Aansprakelijkheidsstellingen € 8.096 € 8.096 1 1 1 € 0
Totaal
€ 2.796.332

Toelichting volgnummers tabel

Terug naar navigatie - Toelichting volgnummers tabel
Toelichting
1 en 2     Het risicobedrag is 0 omdat de gemeente het recht van eerste hypotheek heeft op alle binnen de gemeente gelegen onroerend goed in eigendom van Woonpunt (WOZ-waarde van circa € 82 miljoen, getaxeerde waarde 2018 / 2019 € 63 miljoen).
3    Het risicobedrag bedraagt 30% van het openstaand saldo van de gegarandeerde obligatielening.
4    Het risicobedrag is op nul ingeschat aangezien:
a.    WSW zelf circa € 274 miljoen borgstellingsreserve heeft om de aanspraak te voldoen;
b.    WSW zal obligo innen bij de corporaties vóórdat het WSW bij de gemeenten en het rijk zal aankloppen;
c.    WSW kan bij in dit geval Servatius onderpand opeisen en te gelde maken; 
d.    pas in 4e instantie zal WSW een renteloze lening afsluiten en deze lening verdelen over rijksoverheid (50%) en alle WSW-gemeenten (samen 50%); dit betekent dat een solidariteitsprincipe tussen rijk en alle aan WSW deelnemende gemeenten van toepassing is.
5 t/m 9 Het risicobedrag is het bedrag van de verstrekte lening minus 70% van de marktwaarde (= executiewaarde) van het onderpand (recht van 1e hypotheek) met een minimum van € 0.
10    Het risicobedrag is gelijk aan het bedrag van de verstrekte lening.
11    Het risicobedrag is gebaseerd op 25 procent punten, waarbij één procentpunt overeenkomt met € 20.348. Met andere woorden als de uitkeringsfactor met 1 procentpunt verandert, heeft dit een financiële consequentie van € 20.348.
12 t/m 14 Opbrengsten beleggingen zijn meerjarig geraamd.
15     Het risicobedrag is gebaseerd op 7,5% eigen risico.
16 t/m 24 Het risicobedrag is gebaseerd op 15% eigen risico
25 en 26 Dit betrof op begrotingsbasis een schattingspost op basis van ervaring.
 
Het weerstandsvermogen wordt bepaald door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de benodigde weerstandscapaciteit.
De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt € 8.832.169 en is de som van:
•    de stand van de algemene reserve per 31-12-2021 ad € 7.444.840;
•    de onbenutte belastingcapaciteit 2021 ad € 1.387.329.
 
De benodigde weerstandscapaciteit bedraagt € 2.796.332 zoals blijkt uit bovenstaande tabel.
 
Weerstandsvermogen is: beschikbare weerstandscapaciteit
  benodigde weerstandscapaciteit
   
In cijfers 3,16 is: € 8.832.169
  € 2.796.332
 
 
   
 

Op basis van de door uw raad vastgestelde weerstandsvermogenmatrix, kan worden geconcludeerd dat de ratio uitstekend is (zie onderstaande tabel).
 

 

Score

Ratio weerstandvermogen

Oordeel

A

 

 

 

2,0

Uitstekend

B

1,4

X

2,0

Ruim voldoende

C

1,0

X

1,4

Voldoende

D

0,8

X

1,0

Matig

E

0,6

X

0,8

Onvoldoende

F

 

 

 

0,6

Ruim onvoldoende

 

Toelichting op kolommen klasse kans %, gevolg en tolerantie in tabel

Risico’s beoordelen
De analyse bestaat uit een inschatting van de kans dat een gebeurtenis optreedt, en wat daarvan de gevolgen kunnen zijn. Met behulp van beoordelingstechnieken kan worden afgewogen hoe groot het risico is. Ieder individueel risico wordt bepaald als: kans x gevolg. Doel is om de hoge risico’s te identificeren. Het waarderen van risico’s behoort zoals gezegd tot de normale managementverantwoordelijkheid. In zijn aard is het een proces van taxeren en inschatten, en heeft daarmee altijd in bepaalde mate een subjectief karakter. Deze subjectiviteit beperken we zoveel mogelijk, door enerzijds ervoor te zorgen dat er altijd meerdere personen bij het proces betrokken zijn, en anderzijds waar mogelijk met onze accountant van gedachten te wisselen over risicoprofielen binnen de overheid. Voor elk risico wordt een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet.


Daarbij wordt gebruik gemaakt van de volgende indeling:

 

Kansmatrix
Klasse

Referentiebeelden

Kans

1

Onwaarschijnlijk (eens in de dertig jaar)

3%

2

Zelden (eens in de tien jaar)

10%

3

Mogelijk (eens in de vijf jaar)

20%

4

Zo goed als zeker (eens per jaar)

90%

5

Zeker (vaker dan eens per jaar)

100%

 

De inschatting van de kans kan voor verschillende risico’s plaatsvinden op basis van eigen historische gegevens. Ook hier kan een beroep worden gedaan op de expertise van de accountant bij het inschatten van risico’s.
Om tot een waardering van een risico te komen moeten ook de financiële gevolgen van een risico worden ingeschat. Vaak is niet exact aan te geven wat de omvang van een risico in financiële zin zal zijn. Daarom wordt bij het bepalen van de gevolgen gebruik gemaakt van een indeling in klassen:

 

Gevolgmatrix
Klasse
Bandbreedte in €

1

50.000

 

 

2

 

50.000

-

200.000

3

 

200.000

-

500.000

4

 

500.000

-

1.000.000

5

1.000.000

 

 

 

 

Met behulp van de kansmatrix en de gevolgmatrix worden individuele risico’s uniform gewaardeerd. Om vervolgens de risico’s uit te drukken in een getalswaarde als uitkomst van kans x gevolg, stellen we een tolerantiematrix op.

 

Voor de waarden 1 tot en met 4 uit de tolerantiematrix geldt een risicopercentage van 0%.

Voor de waarden 5 tot en met 9 uit de tolerantiematrix geldt een risicopercentage van 25%.

Voor de waarden 10 tot en met 25 uit de tolerantiematrix geldt een risicopercentage van 100%.

 

 

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing worden, met ingang van deze Programmabegroting, ingevolge artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), een aantal kengetallen opgenomen. De kengetallen maken het de leden van de gemeenteraad gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van hun provincie of gemeente. De wijze waarop de kengetallen meewegen in de uiteindelijke beoordeling van de financiële positie van de mede-overheid is voorbehouden aan het horizontale controle- en verantwoordingsproces. Het kan wel behulpzaam zijn dat daarbij de kengetallen worden gerelateerd aan bijvoorbeeld de signaleringswaarden zoals die bij stresstesten worden gehanteerd.

Terug naar navigatie - Tabel kengetallen
KENGETALLEN
Kengetallen Jaarstukken 2020 Programma-begroting 2021 Jaarstukken 2021
1. Netto schuldquote 118% 159% 117%
2. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 106% 149% 105%
3. Solvabiliteitsratio 18% 17% 15%
4. Structurele exploitatieruimte 1% 1% 1%
5. Grondexploitatie 1% 1% 1%
6. Belastingcapaciteit 125% 120% 122%
1. Netto schuldquote ( = (A+B+C-D-E-F-G)/H * 100% )
Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H * 100% ) Jaarstukken 2020 Programma-begroting 2021 Jaarstukken 2021
A. Een raming van het totaal van de vaste schulden € 69.662.689 € 64.169.000 € 65.963.536
B./C. Een raming van het totaal van de netto vlottende schulden en overlopende passiva € 15.563.602 € 28.950.000 € 28.687.237
D. Een raming van het totaal van de volgende financiële vaste activa: uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd langer dan één jaar, uitzettingen in NL schuldpapier met een rentetypische looptijd langer dan één jaar, overige uitzettingen met een rentetypische looptijd langer dan één jaar € 0 € 0 € 0
E./F./G. Een raming van het totaal van de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar, liquide middelen en overlopende activa € 10.861.434 € 0 € 17.033.031
H. Het geraamde totaal saldo van de baten, bedoeld in artikel 17 onderdeel c BBV, exclusief de mutaties reserves € 63.011.055 € 58.550.000 € 66.307.065
2. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen ( = (A+B+C-D-E-F-G)/H * 100% )
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen = (A+B+C-D-E-F-G)/H * 100% Jaarstukken 2020 Programma-begroting 2021 Jaarstukken 2021
A. Een raming van het totaal van de vaste schulden € 69.662.689 € 64.169.000 € 65.963.536
B./C. Een raming van het totaal van de netto vlottende schulden en overlopende passiva € 15.563.602 € 28.950.000 € 28.687.237
D. Een raming van het totaal van alle financiële vaste activa met uitzondering van kapitaalverstrekkingen € 7.568.645 € 5.816.000 € 8.039.772
E./F./G. Een raming van het totaal van de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar, liquide middelen en overlopende activa € 10.861.434 € 0 € 17.033.031
H. Het geraamde totaal saldo van de baten, bedoeld in artikel 17 onderdeel c BBV, exclusief de mutaties reserves € 63.011.055 € 58.550.000 € 66.307.065
3. Solvabiliteitsratio ( = (A/B) * 100% )
Solvabiliteitsratio = (A/B * 100%) Jaarstukken 2020 Programma-begroting 2021 Jaarstukken 2021
A. Een raming van het totale eigen vermogen € 19.718.003 € 17.423.000 € 18.285.631
B. Een raming van het totaal van de passiva € 108.802.009 € 101.863.000 € 119.074.637
4. Structurele exploitatieruimte ( = (((B-A)+(D-C)) / E )* 100% )
Structurele exploitatieruimte = (((B-A)+(D-C)) / E )* 100% ) Jaarstukken 2020 Programma-begroting 2021 Jaarstukken 2021
A. Structurele lasten (= geraamde totaal van de lasten bedoeld in artikel 17 onderdeel c BBV, minus het geraamde totaal van de incidentele lasten per programma bedoeld in artikel 19 onderdeel c BBV) € 65.315.423 € 59.241.000 € 71.251.550
B. Structurele baten (= geraamde totaal van de baten bedoeld in artikel 17 onderdeel c BBV, minus het geraamde totaal van de incidentele baten per programma bedoeld in artikel 19 onderdeel c BBV) € 65.707.153 € 59.717.000 € 71.994.343
C. Het beoogde totaal van de structurele toevoegingen aan de reserves bedoeld in artikel 19 onderdeel d BBV € 230.000 € 230.000 € 230.000
D. Het totaal van de structurele onttrekkingen aan de reserves bedoeld in artikel 19 onderdeel d BBV € 468.357 € 611.000 € 470.857
E. Het geraamde totaal saldo van de baten, bedoeld in artikel 17 onderdeel c BBV, exclusief de mutaties reserves € 63.011.055 € 58.550.000 € 66.307.065
5. Grondexploitatie ( = (A+B) / C * 100% )
Grondexploitatie = (A+B) / C * 100%) Jaarstukken 2020 Programma-begroting 2021 Jaarstukken 2021
A. Een raming van het totaal van de activa van de "niet in exploitatie genomen bouwgronden" € 0 € 0 € 0
B. Een raming van het totaal van de "bouwgronden in exploitatie" € 371.845 € 682.000 € 779.972
C. Het geraamde totaal saldo van de baten, bedoeld in artikel 17 onderdeel c BBV, exclusief de mutaties reserves € 63.011.055 € 58.550.000 € 66.307.065
6. Belastingcapaciteit ( = E / F * 100% )
Belastingcapaciteit = (E / F *100%) Jaarstukken 2020 Programma-begroting 2021 Jaarstukken 2021
A. OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde € 391 € 371 € 393
B. Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde € 270 € 280 € 280
C. Afvalstoffenheffing voor een gezin € 261 € 273 € 270
D. Eventuele heffingskorting voor een gezin € 0 € 0 € 0
E. Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde (A+B+C-D) € 922 € 924 € 943
F. Woonlasten landelijk gemiddelde voor gezin in het voorafgaande begrotingsjaar € 739 € 773 € 773

Toelichting kengetallen

Terug naar navigatie - Toelichting kengetallen
Jaarlijks neemt de gemeente de landelijk voorgeschreven financiële kengetallen in de begroting en in de jaarrekening op. Door de wijziging in het BBV is in de begroting een geprognosticeerde balans opgenomen. Deze balans is extracomptabel tot stand gekomen. De in deze paragraaf opgenomen kengetallen zijn gebaseerd op de balans. De combinatie van de kengetallen en de balans zijn een indicatie voor de financiële positie van de gemeente per balansdatum 31-12-2021.
 
1 Netto schuldquote
De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie en zegt het meest over de financiële vermogenspositie van een gemeente. De netto schuldquote geeft aan of een gemeente investeringsruimte heeft of juist op haar tellen moet passen.
Daarnaast zegt het kengetal ook wat over de flexibiliteit van de begroting. Hoe hoger de schuld is, hoe meer kapitaallasten er zijn (rente en aflossing) waardoor een begroting minder flexibel wordt.
 
2 Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Om een goed beeld te krijgen van de verstrekte leningen aan derden dient de netto schuldquote hiervoor te worden gecorrigeerd. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die gelden vervolgens worden doorgeleend aan bijvoorbeeld woningbouwcorporaties die op hun beurt weer jaarlijks aflossen.
 
3 Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft de mate aan waarmee de gemeentelijke bezittingen zijn betaald met eigen middelen. Anders gezegd: het aandeel van het eigen vermogen in het totaal vermogen. Hoe hoger de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen hoe gezonder de gemeente.
 
4 Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Bij incidentele lasten of baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Voorbeelden van structurele baten zijn de algemene uitkering en eigen belastinginkomsten. Bij structurele lasten zijn dat bijvoorbeeld de personeelslasten, kapitaallasten en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn. Het kengetal geeft hiermee aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de vastgestelde begroting is. Daarnaast geeft dit kengetal ook aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid.
 
5 Grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van gemeentes. De boekwaarde van de voorraad gronden is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Het kengetal geeft aan hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten van de gemeente als geheel. Hiermee wordt het belang van de grondexploitatie op de financiële positie van de gemeente inzichtelijk.
 
6 Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De ruimte die een gemeente heeft om haar belastingen te verhogen om bijvoorbeeld opgetreden risico’s op te vangen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ waarde in de gemeente.
 

Beoordeling onderlinge verhouding tussen de kengetallen

Het is niet mogelijk een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen zullen altijd in samenhang moeten worden bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven van de financiële positie van een gemeente. Daarom dienen ze te worden voorzien van een adequate toelichting. De waarden van de kengetallen kunnen worden ingedeeld in drie categorieën: categorie A is het minst risicovol, categorie C het meest, en categorie B is neutraal.

Op basis van onderstaand overzicht en op basis van het weerstandsvermogen kan worden geconcludeerd dat de gemeente Eijsden-Margraten een stabiele financiële positie heeft. 2 van de 6 onderdelen bevinden zich in categorie B (neutraal), 2 onderdelen in de categorie A (minst risicovol) en 2 onderdelen in de categorie C (risicovol). Voor het weerstandsvermogen geldt de status uitstekend.

 
Terug naar navigatie - Positie kengetallen
Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C Eijsden-Margraten 2021
1 Netto schuldquote < 90% 90 - 130% > 130% 117% B
2 Netto schuldquote gecorrigeerd < 90% 90 - 130% > 130% 105% B
3 Solvabiliteitsratio > 50% 20 - 50% < 20% 15% C
4 Structurele exploitatieruimte begroting > 0% 0 < 0% 1% A
5 Grondexploitatie < 20% 20 - 35% > 35% 1% A
6 Belastingscapaciteit < 95% 90 - 105% > 105% 122% C

Paragraaf 3: Kapitaalgoederen

Paragraaf 3: Kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Paragraaf 3: Kapitaalgoederen

Inleiding

In het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) staat dat de paragraaf over het onderhoud van kapitaalgoederen ten minste de volgende kapitaalgoederen bevat:

  1. wegen;
  2. openbare verlichting;
  3. riolering;
  4. groen;
  5. gebouwen.

Van deze kapitaalgoederen wordt aangegeven:

  1. het beleidskader;
  2. de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties;
  3. de vertaling van de financiële consequenties.

Het beleid met betrekking tot het onderhoud van de kapitaalgoederen van Eijsden-Margraten is voor 2021 vastgelegd in een aantal vigerende beleidsnota’s:

  • Wegenbeleidsplan Eijsden-Margraten 2017-2020
  • Verkeersveiligheidsplan Eijsden-Margraten 2013
  • Beleidsplan Openbare Verlichting Eijsden-Margraten 2019-2026
  • Verbreed GRP Eijsden-Margraten 2018-2021
  • LandschapsOntwikkelingsPlan (LOP) Buitengewoon Eijsden 2013
  • LandschapsOntwikkelingsPlan (LOP) Buitengewoon Margraten 2009
  • Groenstructuurplan binnen de bebouwde kom Eijsden 2004
  • Bomenbeleid Eijsden–Margraten 2015
  • Bermenbeleid 2016-2026 Maaien wat moet, bloei waar mogelijk
  • Landschapsontwikkelingsplannen (LOP)
  • Kadernota accommodatiebeleid 2017 (Sociaal Domein)
  • Groenbeleidsplan 2020

Financiële recapitulatie beheers- en onderhoudsplannen 2021 begroting na wijziging 2021 rekening
Wegen
Regulier onderhoud 987.802 976.986
Levensduurverlengend groot onderhoud (25 jaar) 500.000 500.000
Rehabilitaties (50 jaar) : totaal budget in 2021 = restant voorgaande jaren + 2021 6.976.445 3.153.281
Openbare verlichting
Projectmatige vervanging 146.154 143.582
Beheer en onderhoud 184.925 186.209
Riolen (GRP)
Exploitatie 895.150 863.900
Investering cf GRP : totaal budget in 2021 = restant voorgaande jaren + 2021 3.610.809 1.542.283
Groen / Landschap
Groen 639.566 665.907
Landschap 93.774 72.055
Gebouwen
Saldo voorziening onderhoud gemeentegebouwen 01-01 14.410 372.195
Dotaties 525.000 525.000
Onttrekkingen -471.819 -334.314
Saldo voorziening onderhoud gemeentegebouwen 31-12 67.591 562.881
Terug naar navigatie - Toelichting

3.1      Wegen

Het wegenbeleidsplan Eijsden-Margraten 2017-2020 is op 7 februari 2017 door de gemeenteraad vastgesteld. In de beleidsperiode is een gestaffelde verhoging van het onderhoudsbudget voor wegen en vervangingen wegen in de begroting opgenomen. Met deze verhoging wordt de opgelopen achterstand op onderhoud op termijn ingelopen. In het najaar 2021 is een nieuwe visuele inspectie uitgevoerd. Deze inspectie geeft aan dat de huidige kwaliteit van de verhardingen sinds 2019 gelukkig weer een opwaartse trend laat zien. In 2021 hebben we een nieuw wegenbeleidsplan voorbereid dat in 2021 door het college is vastgesteld en in februari 2022 door de gemeenteraad is goedgekeurd inclusief de bijbehorende budgetten.

Terug naar navigatie - Tabel onderhoudstoestand

Vergelijk onderhoudstoestand na inspectie
beeldkwaliteit 2010 2016 2018 2019 2021 planjaren
voldoende A en A+ 91% 75% 68% 72% 89% geen maatregel nodig
matig B 7% 8% 10% 4% maatregelen plannen binnen 3 tot 5 jaar
onvoldoende C 4% 5% 5% 12% 4% maatregelen plannen binnen 1 tot 2 jaar
achterstand D 5% 13% 19% 6% 4% onderhoudsmaatregelen nodig
Terug naar navigatie - Toelichting

Uit efficiency-oogpunt wordt er naar gestreefd om werkzaamheden parallel te laten lopen met de uitvoering van het rioolbeheerprogramma. Om dit te bewerkstelligen wordt ieder jaar het onderhoudsprogramma geactualiseerd.

In 2021 is een nieuwe gemeentelijk Beleidsplan Verkeer en Vervoer opgesteld en in december 2021 door de gemeenteraad vastgesteld. Maatregelen die hieruit voortkomen, zijn opgenomen in de onderhouds- en investeringsprogramma’s (MOP en MIP).

De investeringsprojecten bestaan uit fases, namelijk:

  1. Planvoorbereiding
  2. Uitvoering
  3. Nazorg
  4. Oplevering

Door de fasering worden de kosten in meer jaarschijven geboekt. Dit heeft invloed op de kasstromen. De planvoorbereiding neemt vaak gelet op de burgerparticipatie en de nodige onderzoeken die moeten plaatsvinden veel tijd in beslag en kost relatief weinig geld ongeveer 8-12% van het projectbudget. Terwijl de daadwerkelijke werkzaamheden vaak tussen de 3-4 maanden betreffen en ongeveer 80-90% van de projectkosten bedragen. De kasstromen van de projecten zijn geoptimaliseerd en worden middels een liquiditeitenplanning bewaakt.

Naast het investeringswerk aan wegen, vindt er groot asfaltonderhoud plaats. Op basis van 2 jaarlijkse inspecties. Daarnaast worden de wegen periodiek geveegd, wordt onkruid op verhardingen bestreden en jaarlijks voor het winterseizoen de wegmarkeringen hernieuwd op basis van een tweejaarlijkse inspectie.

3.2      Openbare verlichting

De beleidsperiode van het vigerende beleidsplan OVL 2013 t/m 2017 is verlopen. De vastgestelde beleidskaders zijn echter nog steeds actueel en er is geen aanleiding deze te wijzigen. De raad is in 2018 geïnformeerd dat geen nieuw beleidsplan wordt voorgelegd en dat het college de vastgestelde beleidskaders hanteert om de openbare verlichting te onderhouden.

Op 28 mei 2018 heeft het college het Uitvoeringsplan Openbare verlichting Eijsden-Margraten 2019-2026 vastgesteld.

In het gemeentelijk milieubeleidsplan zijn de klimaatdoelstellingen uit het Energieakkoord opgenomen. Met deze doelstellingen wordt rekening gehouden bij de jaarlijkse planmatige vervanging van de lichtmasten en armaturen. Zo wordt er Led toegepast en waar mogelijk dimbare armaturen geplaatst.

Om deze doelstelling te halen is in 2017 het contract met onderhoudsaannemer vernieuwd met toevoeging van een financieel plan. Op basis van deze overeenkomst: L.A.A.S, is een berekening gemaakt van de benodigde budgetten tijdens de contractduur. Deze budgetten maken onderdeel uit van de begroting.

Conform het nieuwe bestuursakkoord wordt op geschikte locaties gekeken naar vernieuwende oplossingen met bijvoorbeeld sensoren om het energieverbruik en onnodig licht verder terug te dringen.

Er is geen sprake meer van achterstallig onderhoud.

3.3      Riolering

Op 24 oktober 2017 is het verbreed GRP gemeente Eijsden-Margraten 2018-2022 vastgesteld in de raad. Daarnaast heeft uw raad op 24 oktober 2017 het gezamenlijk afvalwaterplan Maas & Mergelland vastgesteld en heeft Eijsden-Margraten een lichte gemeenschappelijk regeling afgesloten met de omliggende gemeenten teneinde samen te werken aan een verbeterde gezamenlijke afvoer van het afvalwater.

Uit efficiency -oogpunt streven we ernaar om de uitvoering van rioleringswerkzaamheden parallel te laten verlopen met het wegenwerkzaamheden. In 2021 is gewerkt aan de planvorming dan wel uitvoering voor o.a. de projecten “Buurtgerichte aanpak Cadier en Keer”, “Keerberg Cadier en Keer rioolverbinding”, “De Koningswinkel Margraten”, “Stationsstraat-oost Gronsveld”, “Hoogstraat en St. Jozefstraat Oost-Maarland” en “Prins Hendrikstraat Eijsden”

Voorjaar 2021 heeft de raad de stimuleringsregeling afkoppelen hemelwater en de stimuleringsregeling vergroenen tuinen vastgesteld. Deze zijn bekend gemaakt via de gemeentelijke informatie kanalen en hier is door burgers en bedrijven regelmatig gebruik van gemaakt. Kengetalen treft u in de rekening aan. Tevens hebben we in 2021 een regentonactie uitgevoerd waar 378 inwoners van gebruik hebben gemaakt.

Daarnaast zijn in 2021 de volgende onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd dan wel voorbereid:

•           Reiniging en inspecties van ongeveer 25 km riolen per jaar

•           Onderhoudsbestek pompinstallaties

•           Reiniging van 6200 kolken en 200 zandvangers

•           Renovatie pompinstallaties

•           Voorbereiding, uitvoering van het reparatiebestek 2021

•           Renovatie van 17 IBA installaties

Het onderhoud voldoet aan het noodzakelijke niveau.

 

3.4      Groen

Voor het openbaar groen binnen de bebouwde kom zijn de volgende beleidsplannen actueel:

•           Groenbeleidsplan 2020.

•           Bomenbeleid gemeente Eijsden-Margraten 2015.

•           Groenstructuurplan binnen de bebouwde kom Eijsden 2004.

 

Het groenbeleidsplan is in 2020 vastgesteld door de gemeenteraad. Dit beschrijft op welke wijze de gemeente haar openbaar groen wilt ontwikkelen. Het vormt de basis voor het actualiseren van het groenbeheerplan.

We onderhouden 15 ha plantsoen, scheren 65 km hagen, onderhouden ruim 14.000 bomen en maaien 33 ha gazons.

Voor het landschap zijn de volgende beleidsplannen actueel:

  • Bomenbeleid gemeente Eijsden-Margraten 2015.
  • Bermenbeleid 2016-2026 Maaien wat moet, bloei waar mogelijk
  • Landschapsontwikkelingsplannen (LOP) Buitengewoon Margraten en Buitengewoon Eijsden
  • Gemeentelijk Kwaliteitsmenu Eijsden-Margraten 2013
  • manifest buitengewoon buitengebied.

Op 5 februari 2013 heeft de raad het landschapsontwikkelingsplan Buitengewoon Eijsden vastgesteld. We beschikken nu over een landschappelijke visie voor het gehele buitengebied van de gemeente Eijsden-Margraten.

3.5      Gebouwen

De gemeente heeft 45 gebouwen in eigendom, waarvan ze ook het beheer uitvoert. Te denken valt hierbij aan schoolgebouwen, sportaccommodaties zowel buiten als binnen, gebouwen tbv de gemeentelijk bedrijfsvoering, voor huisvestiging van statushouders, en enkele overige vaak sociaal maatschappelijke doeleinden. In de vastgestelde kadernotitie accommodatiebeleid 2017 is bepaald dat vitale verenigingen een essentiële rol spelen in de leefbaarheid van en sociale cohesie in de kernen en de huisvestiging hiervan gefaciliteerd dient te worden.

Het doel van het accommodatiebeleid is een op vraag en aanbod afgestemd voorzieningenniveau waarbij met toekomstige ontwikkelingen (o.a. krimp, vergrijzing, verduurzaming en decentralisaties) rekening wordt gehouden.

Gemeentelijke basis voorzieningen maken het aantrekkelijk om in deze gemeente te leven en te wonen. Wij beschikken daarom over kwalitatief goede, levensvatbare en bereikbare voorzieningen, en  dragen hiermee op een verantwoorde en veilige wijze zorg voor de instandhouding van gemeentelijke basis voorzieningen.

Het benodigde onderhoud aan gemeentelijke gebouwen ligt vast in een meerjarig onderhoudsplan. Dit vormt de onderlegger van het werkplan dat jaarlijks ten uitvoering wordt gebracht. Onderhoud plegen heeft hoofdzakelijk als doel om gemeentelijke gebouwen voor bepaalde doelgroepen op een afdoende kwalitatief niveau in stand te houden voor het gebruiksdoel waarvoor deze voorzieningen gerealiseerd zijn.

Middels inspecties en voortschrijdend inzicht wordt het meerjarig onderhoudsplan jaarlijks bijgesteld aan de hand van de meest actuele situatie. In een werk(plan) is bepaald welke werkzaamheden daadwerkelijk tot uitvoering worden gebracht in enig jaar.

Van dit werkplan maken de volgende onderdelen (onder andere) deel uit:

  • het benodigde jaarlijkse reguliere service-onderhoud,
  • het (niet)planbare correctieve onderhoud zoals;
  • buitenschilderwerk,
  • noodzakelijke reparaties aan deuren en kozijnen, dakbedekkingen en technische installaties, maar vooral het (groot) vervangingsonderhoud aan dakbedekkingen, gevels, technische installaties en (sport)vloerafwerkingen.

Deels vinden aan deze gebouwen ook kleine aanpassingen plaats als de wetgever hier uit veiligheidsoverwegingen aanvullend om vraagt.

Voor de instandhouding van gemeentelijke gebouwen is de voorziening “onderhoud gemeente gebouwen” gevormd. Benodigde onderhoudsuitgaven worden jaarlijks aan de voorziening “onderhoud gemeente gebouwen” onttrokken.

Terug naar navigatie - Tekst MIP

Hierna volgt een overzicht van de stand van zaken van de MIP-projecten per 31/12/2021. In het overzicht worden de planning, de operationele stand van zaken en de financiële stand van zaken per project weergegeven. Het betreft hier ook de projecten die voor 2021 zijn opgestart.

De reconstructie van een weg met riool (combiproject) bestaat in grote lijnen uit twee fases:

  1. De planvoorbereiding : deze fase bestaat uit het verzamelen en inwinnen van gegevens zoals bodem/fundering/constructie ed., het opstellen van ontwerpen, bestekken, het houden van inwonersavonden en het houden van de aanbestedingsprocedure. Deze fase heeft een lange doorlooptijd en kost relatief weinig geld in verhouding tot het beschikbare budget.
  2.  De uitvoeringsfase: hierin voert de aannemer de werkzaamheden uit. Deze fase kost meestal relatief minder tijd maar brengt wel het grootste deel van de kosten met zich mee.
Terug naar navigatie - Realisatie MIP
Bijdrage rotonde Hoogcruts
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning P P P U U U U U U U
Stand van zaken P P P P P P P P/U P/U U U O
Begroot 2021: € 200.000 Realisatie: € 0 Restant: € 200.000
Financieel 0%
0% 50% 100%
Terhorst
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning P U U U O O F
Stand van zaken P U U U U O O F
Begroot 2021: € 562.000 Realisatie: € 582.749 Restant: € -20.749
Financieel 104%
0% 50% 100%
Realisatie basisinspanning St-Geertruid
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning O F
Stand van zaken O O F
Begroot 2021: € 1.198.500 Realisatie: € 1.164.219 Restant: € 34.281
Financieel 97%
0% 50% 100%
Herinrichting Diepstraat Eijsden
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning O F
Stand van zaken O F
Begroot 2021: € 1.909.000 Realisatie: € 1.604.386 Restant: € 304.614
Financieel 84%
0% 50% 100%
Groot Welsden en Mergeldelsweg
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning O F
Stand van zaken O O F
u u
Begroot 2021: € 1.044.000 Realisatie: € 966.220 Restant: € 77.780
Financieel 93%
0% 50% 100%
Termaar, Bauwerkoul en Gen Hof
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning F
Stand van zaken U O F
Begroot 2021: € 730.000 Realisatie: € 748.871 Restant: -€ 18.871
Financieel 103%
0% 50% 100%
Kapittelheren-, Krieken-, Irene-, en Margrietstraat Eijsden
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning F
Stand van zaken O O F
Begroot 2021: € 845.000 Realisatie: € 855.106 Restant: -€ 10.106
Financieel 101%
0% 50% 100%
Keerberg Cadier en Keer, rioolverbinding
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning P U U O O F
Stand van zaken P P P U U O O O F
Begroot 2021: € 507.000 Realisatie: € 337.598 Restant: € 169.403
Financieel 67%
0% 50% 100%
Relining veldje en vervanging veldjesstraat Eijsden
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning F
Stand van zaken O O F
Begroot 2021: € 350.000 Realisatie: € 348.242 Restant: € 1.758
Financieel 99%
0% 50% 100%
Bijdrage reconstructie De Hut - De Planck (riool)
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning P P P U U U U U U U O F
Stand van zaken P P P P P/U P/U U U U U U O
Begroot 2021: € 200.000 Realisatie: € 0 Restant: € 200.000
Financieel 0%
0% 50% 100%
Buurtgerichte aanpak Cadier en Keer
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning V V V V P P P P U U U U
Stand van zaken V V V P P P P P U U U U
Begroot 2021: € 1.220.000 Realisatie: € 72.855 Restant: € 1.147.145
Financieel 6%
0% 50% 100%
De Koningswinkel Margraten
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning O F
Stand van zaken O F
Begroot 2021: € 280.000 Realisatie: € 285.058 Restant: -€ 5.058
Financieel 102%
0% 50% 100%
Fietspad Bukel
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning U U O O O F
Stand van zaken U U O O O F U O O F
Begroot 2021: € 3.300.000 Realisatie: € 2.549.476 Restant: € 750.524
Financieel 77%
0% 50% 100%
Hoogstraat en St. Jozefstraat Oost-Maarland
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning P U U O O F
Stand van zaken U U O O F
Begroot 2021: € 762.500 Realisatie: € 735.376 Restant: € 27.124
Financieel 96%
0% 50% 100%
Parkeerplaats de Stiegel
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning O O F
Stand van zaken O O O O O O F
Begroot 2021: € 465.417 Realisatie: € 381.725 Restant: € 83.692
Financieel 82%
0% 50% 100%
Gerendalsweg Scheulder (LDV)
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning P U U O O F
Stand van zaken P U U O O F
Begroot 2021: € 250.000 Realisatie: € 145.596 Restant: € 104.404
Financieel 58%
0% 50% 100%
IJzerenweg Margraten (LDV)
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning O F
Stand van zaken O O F
Begroot 2021: € 160.000 Realisatie: € 161.606 Restant: -€ 1.606
Financieel 101%
0% 50% 100%
Dorpsstraat St-Geertruid (LDV)
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning P P U U O O F
Stand van zaken P P U U U U/O O O O F
Begroot 2021: € 930.000 Realisatie: € 658.514 Restant: € 271.486
Financieel 71%
0% 50% 100%
Kampweg Gronsveld
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning P P P P/U P/U P/U P/U P/U P/U P/U P/U P/U
Stand van zaken P P P P P P/U P/U P/U P/U P/U P/U P/U
Begroot 2021: € 465.000 Realisatie: € 0 Restant: € 465.000
Financieel 0%
0% 50% 100%
Boomkensstraat Eijsden
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning O F
Stand van zaken O O F
Begroot 2021: € 57.500 Realisatie: € 46.159 Restant: € 11.341
Financieel 80%
0% 50% 100%
Parkeerterrein Veilingweg Gronsveld
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning P afhankelijk van medewerking Maastricht
Stand van zaken P P P P P
Begroot 2021: € 100.000 Realisatie: € 5.711 Restant: € 94.289
Financieel 6%
0% 50% 100%
Stationsstraat-Oost Gronsveld
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning P U U O O F
Stand van zaken P U U O O F
Begroot 2021: € 668.000 Realisatie: € 412.439 Restant: € 255.561
Financieel 62%
0% 50% 100%
Prins Hendrikstraat Eijsden
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning P P U U O O F
Stand van zaken P P P P P P P U O O F
Begroot 2021: € 695.176 Realisatie: € 18.166 Restant: € 677.010
Financieel 3%
0% 50% 100%
Rotonde Groenstraat Eijsden
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning V U O O F
Stand van zaken V U O O F
Begroot 2021: € 180.000 Realisatie: € 155.608 Restant: € 24.392
Financieel 86%
0% 50% 100%
Maatregelen Köbbesweg Gronsveld
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning
Stand van zaken
Begroot 2021: € 47.000 Realisatie: € 45.000 € 2.000
Financieel 96%
0% 50% 100%
Aan de Fremme rotonde 47 Margraten
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning V P P U O O F
Stand van zaken V P P P U O O F
Begroot 2021: € 30.000 Realisatie: € 7.075 Restant: € 22.925
Financieel 24%
0% 50% 100%
Roskuil Herkenrade
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning V V P P P U U O O F
Stand van zaken V V P P P P P P P U U O
Begroot 2021: € 30.000 Realisatie: € 17.010 Restant: € 12.990
Financieel 57%
0% 50% 100%
Trichterweg-Hoenderstraat (bibeko) Margraten
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning V V P P U U O O
Stand van zaken V V P P U U O O
Begroot 2021: € 30.000 Realisatie: € 0 Restant: € 30.000
Financieel 0%
0% 50% 100%
Trichterweg (bubeko) Margraten
2021 2022 2023
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Planning P P U U U U O O F
Stand van zaken P P P U U O O F
Begroot 2021: € 920.000 Realisatie: € 529.500 Restant: € 390.500
Financieel 58%
0% 50% 100%

Paragraaf 4: Financiering

Paragraaf 4: Financiering

Terug naar navigatie - Paragraaf 4: Financiering

In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten staat dat de paragraaf over de financiering in ieder geval het beleid ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille bevat.
 
Treasuryfunctie
De gemeentelijke treasury-functie heeft als doel het financieren van het gemeentelijk beleid (zorgen voor tijdige beschikbaarheid van voldoende geldmiddelen) en het uitzetten van de overtollige geldmiddelen. De risico’s en kosten worden daarbij geminimaliseerd en het renteresultaat geoptimaliseerd. De functie wordt uitgevoerd binnen de normen van de Wet FIDO, de ministeriële regeling Ruddo en het Treasurystatuut 2017 Eijsden-Margraten.
 
Financieringsbeleid
De gemeente zet de overtollige geldmiddelen uit bij de Nederlandse Staat (schatkistbankieren). Om het renteresultaat te optimaliseren wordt financiering met externe middelen beperkt door eerst de eigen liquide financieringsmiddelen te gebruiken. Als deze laatste ontoereikend zijn kunnen er externe middelen worden aangetrokken.

Algemene interne en externe ontwikkelingen
Algemene rente ontwikkelingen
Onze gemeente heeft per 31 december 2021 in totaal 10 langlopende leningen met een openstaand saldo van € 65,96 miljoen. Het gewogen gemiddelde rentepercentage van de leningenportefeuille bedraagt 1,09%. Hiervan zijn 2 leningen aangetrokken ten behoeve van Woonpunt met een totaal openstaand saldo per 31 december 2021 van € 818.754

 

Algemene

Gemiddeld 2017

Gemiddeld 2018

Gemiddeld 2019

Gemiddeld 2020

Gemiddeld 2021

renteontwikkelingen

Kasgeld

-/-0,38%

-/-0,38%

-/-0,37%

-/- 0,33%

-/- 0,44%

Rekening-courant (debet)

2,45%

2,45%

2,45%

2,45%

2,45%

Lang geld (lineair 25 jaar)

1,60%

1,59%

0,91%

0,49%

0,62%

Gemiddeld rentepercentage Eijsden-Margraten

1,49%

1,49%

1,14%

1,14%

1,09%

(bron BNG)

 

 

 

 

 

                


De plannen van het beleid voor het risicobeheer
Om het renterisico op de vlottende schuld te beperken, hanteren we een kasgeldlimiet. Als grondslag van de wettelijk toegestane omvang van de kasgeldlimiet houden we de omvang van de jaarbegroting per 1 januari voor het gehele begrotingsjaar aan, vermenigvuldigd met het percentage dat bij ministeriële regeling is vastgesteld. Dit betekent dat de korte schuld maximaal 8,5% van het begrotingstotaal mag bedragen. De korte schuld bestaat uit de opgenomen gelden met een oorspronkelijke rente-typische looptijd korter dan één jaar plus de schuld in rekening-courant en is bedoeld voor het financieren van lopende uitgaven.


Om de renterisico’s op de vaste schuld te beheersen, dienen de gemeenten te voldoen aan de renterisiconorm. Hiervoor moeten we het renterisico dat we op de vaste schuld lopen berekenen. De definitie van het renterisico op de vaste schuld is: de mate waarin het saldo van rentelasten en rentebaten van een gemeente verandert door wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rente-typische looptijd van één jaar of langer.


De uitkomst van de berekening van het renterisico op de vaste schuld dient getoetst te worden aan de renterisiconorm. De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Concreet houdt dit in dat de gemeente ervoor moet zorgen dat in enig jaar niet meer dan 20% van de begrotingsomvang moet worden geherfinancierd. De norm is ingesteld om door een spreiding in looptijden van leningen een stabiele rentelast te bewerkstelligen.


Uit onderstaand overzicht kan worden afgeleid dat zowel in 2020 als in 2021 sprake was van ruimte onder de renterisiconorm.

Terug naar navigatie - Renterisiconorm

Renterisiconorm

werkelijk 2020

prim.begroot 2021

werkelijk 2021

 

 

 

 

Omvang begroting/rekeningtotaal

€ 66.009

€ 59.988

€ 71.973

Renterisiconorm (20% van omvang begrotingstotaal)

€ 13.202

€ 11.998

€ 14.395

Renteherziening opgenomen leningen

€ 657

€ 0

€ 0

 

 

 

 

Renteherziening uitgezette leningen

€ 657

€ 0

€ 0

Aflossingen

€ 3.488

€ 3.699

€ 3.699

Ruimte onder de renterisiconorm

€ 9.714

€ 8.299

€ 10.696

Overschrijding van de renterisiconorm

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Terug naar navigatie - Liquiditeiten
Liquiditeiten

Liquiditeitenplanning

Het liquiditeitsrisico wordt door de gemeente Eijsden-Margraten beperkt door een stringente korte termijn liquiditeitenplanning.

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet
Omschrijving (bedragen x € 1.000) Begroot 2021 Werkelijk 2021
Totaal jaarbegroting / jaarrekening € 57.841 € 71.973
(lasten)
Toegestane kasgeldlimiet
in procenten van de grondslag 8,5% 8,5%
in een bedrag € 4.916 € 6.118
Totaal netto vlottende schuld
(vlottende schuld -/- € 8.060 € 22.262
vlottende middelen)
Overschrijding kasgeldlimiet € 3.144 € 16.144
Ruimte t.o.v. kasgeldlimiet

Paragraaf 5: Bedrijfsvoering

Paragraaf 5: Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf 5: Bedrijfsvoering

Om de ambities van het gemeentebestuur te realiseren investeren we in mensen en middelen. De paragraaf bedrijfsvoering schetst de manier waarop de organisatie hier invulling aan heeft gegeven en welke instrumenten hiervoor zijn ingezet. Richtsnoer bij het inrichten, ontwikkelen en onderhouden van de organisatie is de missie van de gemeente Eijsden-Margraten: Dichtbij het leven - Het leven van onze inwoners is de leidraad.

De bedrijfsvoering van de organisatie is het domein en de verantwoordelijkheid van het college. Het college informeert de raad hierover via de paragraaf Bedrijfsvoering in de begroting en de jaarrekening. Deze paragraaf beschrijft op hoofdlijnen de ontwikkelingen in de bedrijfsvoering die er  in 2021 zijn geweest.

 

5.1 Organisatie ontwikkeling

Het jaar 2021 was ook het jaar van grote mobiliteit van personeel. Invulling van ontstane vacatures ging trager dan in voorgaande jaren. Daar zijn 2 redenen voor aan te voeren. Sinds de Wnra hebben ambtenaren net zoals andere werknemers nog maar 1 maand opzegtermijn, maar invulling kost al snel 3-4 maanden. Daarnaast hadden (en hebben) ook wij te maken met een krappe arbeidsmarkt, die maakt dat verschillende functies steeds lastiger zijn in te vullen. 
In 2021 stond de ambtelijke organisatie voor een grote uitdaging: de start van onze eigen sociale dienst: SEM genaamd (Sociale Zaken Eijsden-Margraten). Ondanks de korte voorbereidingstijd is het gelukt om per 1 juli de bijstandsuitkeringen te betalen vanuit Eijsden-Margraten.  Gelet op de ambitieuze deadline van dit project is in de invoeringsfase met ingehuurde krachten gewerkt. Inmiddels zijn zij grotendeels vervangen door vast personeel. 
Dit zijn de belangrijkste redenen dat in 2021 meer inhuur heeft plaatsgevonden dan gepland.

Onderstaand een overzicht van de kosten van inhuur. Hieruit valt op te maken dat de inhuur is overschreden met € 453.000. Deze overschrijding hebben we kunnen opvangen binnen de onderuitputting van de salarislasten.

Personeel 2021 (bedrag x 1.000) Begroting 2021 na wijziging Realisatie 2021 Verschil
Salarislasten personeel  € 11.391 € 10.968 € 423
Inhuur € 2.658 € 3.111 -€ 453
Totaal € 14.049 € 14.079 -€ 30

 

 

Mobiliteit Eijsden-Margraten

2021

Instroom

20 personen

Doorstroom

5 personen

Uitstroom

16 personen

Jarenlang had de ambtelijke organisatie van Eijsden-Margraten te kampen met een hoog ziekteverzuim, vooral in de categorie langdurig verzuim. Uit gericht onderzoek bleek dat eenpitters kwetsbaar zijn: het gevoel er alleen voor te staan geeft aanleiding om  over de eigen grenzen van belastbaarheid te gaan, omdat men vanuit betrokkenheid "niet mag uitvallen".  Als het dan niet meer lukt, is verzuim onherroepelijk en re-integratie een lang traject.
Het ingezette preventief en curatief beleid gericht op het terugdringen van ziekteverzuim werpt vruchten af: van 9% in 2019, naar 7% in 2020 lag het verzuim eind 2021 op 5,6%
Eén van de onderdelen die hebben geprofiteerd van het terugdringen van het ziekteverzuim zijn de vergunningaanvragen en principeverzoeken voor bouwprojecten. Echter, het volume aan aanvragen nam in 2021 met 40% toe. De beoogde inhaalslag  in combinatie met de arbeidskrapte is daarmee slechts ten dele  gerealiseerd.

Ziekteverzuim          Eijsden-Margraten

Doelstelling

Realisatie

2021

2021

Verzuimpercentage

6%

5,6%

Meldingsfrequentie

< 1

0,51

Terug naar navigatie - Omschrijving

In 2021 is het management gestart met een traject om de organisatie toekomstbestendiger te maken. We hebben dit traject TOEM genoemd: Toekomstbestendige Organisatie Eijsden-Margraten.  We realiseren ons dat de wereld om ons heen steeds dynamischer, vluchtiger, complexer en onzekerder is geworden, terwijl het takenpakket van de lokale overheid juist is toegenomen, ook in 2021. In het voorwoord staat al beschreven welke ongeplande ontwikkelingen het dagelijks werk hebben beïnvloed (corona, IKL-crisis, watersnood).
binnen het TOEM-traject hebben we een begin gemaakt met het stimuleren van opgavegericht werken en teamsamenwerking, om zo de kwetsbaarheid van eenpitters te doorbreken en de dienstverlening  te verbeteren.
We hebben 4 organisatieprincipes benoemd: resultaatgerichtheid, veerkracht, wendbaarheid, vitaliteit. 
In 2021 is gestart met het concretiseren van deze uitgangspunten en zijn medewerkers intensief betrokken bij de beweging naar toekomstbestendigheid  vanuit de missie

Dicht bij het leven. 
Eind 2021 is de aanbestedingsprocedure voor het trainen van medewerkers in hun adviesvaardigheid en resultaatgericht opereren in een politiek-bestuurlijke context  gestart. In 2022 wordt deze uitgevoerd.

5.2 Overhead

Overheadkosten zijn alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Om te kunnen vaststellen welke kosten verband houden met de sturing en ondersteuning van het primaire proces en zodoende gerekend kunnen worden tot de overhead wordt bovenstaande definitie geïntroduceerd. De definitie omvat naast alle loonkosten van de met name eerder genoemde PIOFACH-functies, ook de ICT kosten van alle PIOFACH-systemen, alle huisvestingskosten, de uitbestedingskosten bedrijfsvoering en naar rato de rentekosten die niet zijn toe te delen aan de taakvelden in het primaire proces.
In programma 5, beleidsveld 5.5 Personeel is de overhead cijfermatig toegelicht.

5.3      I&A (informatie & automatisering)
De digitale transformatie binnen onze maatschappij heeft een steeds grotere invloed op de werk- en dienstverleningsprocessen van onze gemeente. De omvang en complexiteit van onze informatievoorziening neemt dan ook toe, mede ingegeven door nieuwe wet- en regelgeving, digitalisering van dienstverlenings- en bedrijfsprocessen en een brede behoefte aan actuele en toegankelijke informatie. Voor de ontwikkeling van onze informatievoorziening zijn enerzijds onze lokale beleidsuitgangspunten gevolgd, anderzijds de landelijke agenda van VNG-realisatie, met aandacht voor een innovatief dienstverleningsconcept, regievoering en ketensamenwerking, datagestuurd werken en de doorontwikkeling van de gemeentelijke bedrijfsvoering.

In 2021 zijn de onderstaande ontwikkelingen gerealiseerd:

  1.  Voorbereiding op Omgevingswet. De Omgevingswet leunt op drie pijlers: nieuwe wetgeving, anders werken en digitalisering. Een moderne digitale informatievoorziening, die aansluit op het landelijke Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) is hierbij onontbeerlijk. In 2021 is hiervoor vanuit een samenwerking op Limburgse schaal een nieuwe informatievoorziening ingevoerd. Deze vernieuwing fungeert als basis voor de verdere aansluiting op het landelijke DSO. 
  2.  Vernieuwing informatievoorziening sociaal domein. In het verlengde van de invoering van een eigen uitvoeringsorganisatie voor de Participatiewet, heeft een vernieuwing plaatsgevonden van de informatievoorziening van het sociaal domein. Naast een optimale ondersteuning van onze participatieprocessen, heeft deze voorziening een aanzet gemaakt voor een betere ontsluiting van stuurinformatie en continuïteitsborging van de informatievoorziening. 
  3. Kwaliteitsverbetering digitaal informatiebeheer. Op basis van de aanbevelingen uit het toezichtsrapport informatiebeheer van onze gemeente-archivaris is de kwaliteit van ons digitaal informatiebeheer verder verbeterd. Bovendien zijn verdere voorbereidingen gedaan voor toekomstige ontwikkelingen rondom duurzame conservatie van digitale informatie. Een belangrijke drijfveer hiervoor is de Wet Open Overheid die per 1 mei 2022 is ingegaan. De wet geeft regels over het actief openbaar en toegankelijkheid maken van overheidsinformatie en moet ervoor zorgen dat deze beter vindbaar, uitwisselbaar, eenvoudig te ontsluiten en goed te archiveren is. 
  4.  Lean, digitaal en datagestuurd werken. Het lopende beleid om onze dienstverlenings- en bedrijfsprocessen lean te verbeteren en te digitaliseren, is in 2021 gecontinueerd. Het datagestuurd werken is verder ontwikkeld door de ontsluiting van nieuwe informatiebronnen. Een belangrijk speerpunt vormde het vanuit data-analyses ondersteunen van het OOV-domein en de inzet van de BOA's.

Informatiebeveiliging.
Gemeenten zijn net als andere organisaties uitermate kwetsbaar als het gaat om hun (digitale) dienstverlening. Deze kwetsbaarheid wordt versterkt doordat gemeenten bronhouder en bewerker zijn van veel privacygevoelige informatie. Het is dus van belang om privacybescherming en informatiebeveiliging goed op orde te hebben. De informatiebeveiliging binnen onze gemeente wordt vanaf 2020 geborgd vanuit de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). Vanuit het principe van continue verbetering zijn in 2021 diverse verbetermaatregelen doorgevoerd. 

In het verlengde van de BIO dient het college jaarlijks via de ENSIA-methode verantwoording af te leggen richting de gemeenteraad en het Ministerie van BZK. Ons informatiebeveiligingsbeleid en de hiervan afgeleide maatregelen zijn voor de geselecteerde normen (voor DigiD en Suwinet) in opzet en bestaan gecontroleerd door een onafhankelijk lT-auditor. Daarnaast is volgens de ENSlA-systematiek een zelfevaluatie uitgevoerd. Op basis van deze evaluaties kan worden gesteld dat binnen onze gemeente op 31 december 2021 de beoogde en ingerichte beheersingsmaatregelen voldoen aan de voor ENSlA geselecteerde normen. 

 

Rechtmatigheidsverklaring.

De verwachting was dat vanaf 2021 het college een rechtmatigheidsverklaring diende op te nemen in de jaarrekening. In deze verklaring moet het college zich richting de raad verantwoorden over het feit of zij rechtmatig heeft gehandeld.  Dit is echter uitgesteld tot minimaal het jaar 2022, waarbij er op dit moment nog steeds geen duidelijkheid is dit voor 2022 gaat gelden.

Dit laat onverlet dat wij onlangs gestart zijn met het project verbeteren bedrijfsvoering, waar binnen we de processen een voor een onder de loep gaan leggen. Wij starten hierbij met de processen inkoop- en aanbesteding en subsidies en later volgen de overige processen. 

 

Kaderstellende documenten

Budgethoudersregeling 2020.
Privacybeleid 2021.
Visie op Informatiemanagement.
Plan van aanpak informatiemanagement.
Informatiebeveiligingsplan.
Algemene Verordening Gegevensbescherming.
Mandaat en machtigingsregeling tweede wijziging Eijsden-Margraten 2017.
Verordening op de elektronische bekendmaking en kennisgeving Eijsden-Margraten.
Communicatiebeleid 2012-2016.
Aanbestedingsbeleid 2016.

Paragraaf 6: Verbonden partijen

Paragraaf 6: Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen

De gemeente Eijsden-Margraten heeft bestuurlijke en/of financiële belangen in een aantal verbonden partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen.

Een verbonden partij is een derde rechtspersoon, waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur van een verbonden partij of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de betreffende rechtspersoon en/of als de gemeente aangesproken kan worden door derden ingeval van financiële problemen bij de verbonden partij.

Deze verbonden partijen voeren beleid uit voor de gemeente. Uiteraard behoudt de gemeente Eijsden-Margraten beleidsmatige en financiële verantwoordelijkheden ten aanzien van deze partijen.

In de Nota Verbonden Partijen wordt het door de gemeente Eijsden-Margraten gevoerde beleid inzichtelijk gemaakt. Ook wordt ingegaan op de begrippen en juridische kaders waaraan verbonden partijen moeten voldoen.

De uitgangspunten voor deelname in een verbonden partij zijn uitvoerig vastgelegd in de Nota Verbonden Partijen. Belangrijke uitgangspunten zijn:

  • De gemeente participeert alleen in derde partij (verbonden partij) indien daarmee publiek belang gediend wordt.
  • De financiële gevolgen en mogelijke risico’s van deelname in een verbonden partij dienen inzichtelijk te worden gemaakt.

Voor meer inhoudelijke informatie wordt verwezen naar deze nota.

 

De gemeente kent de volgende verbonden partijen:

 

Programma 1 Mens & Samenleving

  • Sociale Zaken Maastricht en Heuvelland (tot 1-7-2021)
  • Centrumregeling inkoop Jeugd.
  • Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zuid-Limburg (GGD Zuid Limburg).
  • Omnibuzz.
  • MTB Regio Maastricht NV.
  • Stichting Podium24.
  • Annex BV / Stichting Re-integratie Inbesteding Maastricht en Mergelland (SRIMM).
  • Anti Discriminatie Voorziening Limburg.
  • Regionale samenwerking leerplicht RMC.
  • Regionale samenwerking leerlingenvervoer. 

Programma 3 Klimaat & Energie

  • Gemeenschappelijke regeling sanering afvalwaterlozingen buitengebied.
  • Reinigingsdiensten RD4 (GR en NV).
  • Regionale uitvoeringsdienst Zuid-Limburg.
  • Bodemzorg Limburg BV.

Programma 5 Bestuur & Bedrijfsvoering

  • Veiligheidsregio Zuid-Limburg.
  • N.V. Bank Nederlandse Gemeenten.
  • Waterleiding Maatschappij Limburg NV.
  • Enexis Holding NV.
  • Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV.
  • CSV Amsterdam BV.
  • Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW).
  • GR Gegevenshuis.

Hierna volgt per programma een gedetailleerd overzicht van de verbonden partijen:

Terug naar navigatie - Tabellen programma 1

Programma 1 Mens & Samenleving

Sociale Zaken Maastricht Heuvelland

Soort

Overige verbonden partijen / centrumregeling (lichte gemeenschappelijke regeling)

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen

De gemeenten Eijsden-Margraten (tot 1-7-2021), Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul.

Openbaar belang

Uitvoering gezamenlijke sociale dienst voor de zes Maastricht-Heuvellandgemeenten.

Visie

Sociale Zaken Maastricht Heuvelland wil alle burgers die een beroep doen op ondersteuning bij werk en inkomen perspectief bieden. Het belangrijkste doel van de landelijke wetgeving alsook het (regionaal) gemeentelijk beleid is immers economische zelfstandigheid. SZMH wil inwoners de mogelijkheid geven om in hun eigen levensonderhoud te voorzien d.m.v. het verrichten van regulier werk en wanneer dat (nog) niet lukt, om naar vermogen mee te doen in de samenleving en daarmee het beste te halen uit zichzelf. De individuele situatie van de burger en diens mogelijkheden staan daarbij altijd voorop.

Beleidsvoornemens

De dienstverlening van SZMH richt zich op het faciliteren en/of tijdelijk ondersteunen van burgers, van 18 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd. Kern van de dienstverlening is het voorkomen van (langdurige) werkloosheid en de risico’s die hiermee verbonden zijn, zoals het vergroten van de problematiek door het opbouwen van schulden, mogelijke uithuisuitzetting etc. De burger blijft daarbij primair zelf verantwoordelijk. SZMH richt zich vooral op verbetering van diens arbeidsmarktpositie en, in samenwerking met Podium24, op directe plaatsing in een reguliere baan of een (tijdelijk) gesubsidieerde baan, om die risico’s te minimaliseren en daarmee de kans te vergroten dat mensen binnen afzienbare tijd weer geheel of gedeeltelijk economisch zelfredzaam zijn. Toeleiding naar (zo) regulier (mogelijk) werk staat daarbij altijd voorop. Daarnaast is soms (tijdelijke) financiële ondersteuning nodig. Ook dat wordt geregeld door de uitvoeringsorganisatie, zonder de verantwoordelijkheid over te nemen. In 2021 is de gemeente uitgetreden uit de samenwerking. Per 1-7-2021 is de uitvoering van de participatiewet niet meer ondergebracht bij SZMH, maar voert de gemeente deze taken zelf uit.

Financieel belang

Bijdrage in de apparaatskosten (personele kosten, materiële lasten, kapitaallasten en overheadkosten): realisatie voor 2021 bedraagt € 591.766.

Bijdrage in de uitvoering van de sociale regelingen (re-integratie, inkomen, bijstand voor zelfstandigen, wet kinderopvang en minimaregelingen). Voor 2021 bedroegen deze € 2.170.597. Deels betreft dit doorbetaling van Rijksmiddelen, deels wordt dit bekostigd uit eigen gemeentelijke middelen. Doordat de uitvoering in het 2de half jaar binnen de gemeente zelf was, is er een lagere bijdrage geweest in de samenwerkingen.

Bestuurlijk belang

De portefeuillehouder sociale zekerheid en arbeidsmarkt (wethouder Piatek) had tot 1-7-2021 zitting in het Portefeuillehoudersoverleg Sociale Zaken Maastricht Heuvelland. Dit portefeuillehoudersoverleg ziet toe op de uitvoering van beleid door SZMH als ware het het Dagelijks Bestuur van de uitvoeringsorganisatie.  Vanaf 1-7-2021 heeft de portefeuillehouder geen zitting meer in het portefeuillehoudersoverleg. Wel neemt hij deel aan het overleg Sociaal Domein Maastricht - Heuvelland.

Financiële situatie

Niet van toepassing. De samenwerking met SZMH vond plaats op grond van een zogeheten centrumregeling, gezien het een organisatieonderdeel van de gemeente Maastricht betreft en in die zin dus geen zelfstandige organisatie is, zoals bijvoorbeeld in de zin van de WGR. Zoals vastgelegd in de centrumregeling dragen de deelnemende gemeenten (naast de kosten voor de uitvoering van de sociale regelingen) de kosten voor de bedrijfsvoering van SZMH conform een afgesproken verdeelsleutel. Het aandeel van Eijsden-Margraten daarin bedroeg 4,55%.

Ontwikkelingen

 

Bij de start van 2021 ging het economisch goed. Veel burgers participeerden en hadden een baan, de conjuncturele werkloosheid was historisch laag. Aan de andere kant was er een groeiende groep burgers die moeilijk de aansluiting vond met die arbeidsmarkt (de kwetsbaren).. De pandemie leidde tot een crisis en ongekende overheidsmaatregelen. Het maatschappelijk verkeer werd stil gelegd en er was een economisch hulpplan om zoveel mogelijk banen en bedrijven te redden.

Door de coronacrisis zagen we eerste een lichte stijging van de bijstandspopulatie waargenomen, in het 2de half jaar 2021 is de populatie afgenomen. Met name de burgers met een flexibel contract die hun werk verloren. Het steun- en herstelpakket van de rijksoverheid lijkt een grote invloed te hebben op de situatie. De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) werd onderdeel van het economisch hulpplan van het kabinet en wordt sindsdien uitgevoerd door de gemeenten. De regeling voorziet in een inkomen op minimumniveau en de mogelijkheid van een bedrijfskrediet.

In 2019 is gestart met het onderzoek naar de mogelijke uittreding bij SZMH. Dit heeft in december 2020 geleid tot overeenstemming tussen het bestuur van SZMH en de gemeente Eijsden-Margraten, inhoudende dat onder condities per 1 juli 2021 de gemeente Eijsden-Margraten bij SZMH uittreedt. In het eerste kwartaal van 2021 hebben de colleges van Maastricht en de Heuvelland gemeenten een besluit genomen ten aanzien van het onderhandelingsresultaat. Inmiddels hebben de Colleges inclusief die van de gemeente Eijsden-Margraten, ook ingestemd en heeft de raad van Eijsden-Margraten het uittredingsbesluit op 23 maart 2021 genomen.

Risico’s

Sociale uitkeringen zijn een open einde regeling. Het risico bestaat dat de kosten hoger zijn dan de daarvoor te ontvangen rijksbijdragen. Beide rijksbudgetten (BUIG-budget en Participatiebudget) zijn de afgelopen jaren fors verminderd en staan als gevolg van de decentralisaties en ontschotting met de WSW nog verder onder druk. Teneinde de uitkeringskosten beheersbaar te houden, dient het re-integratiebudget dan ook zo efficiënt en effectief mogelijk te worden ingezet, zo veel mogelijk gericht op regulier werk. Het risico is zeer wel aanwezig dat het re-integratiebudget uit gemeentelijke middelen moet worden opgehoogd om uiteindelijk aan de kant van het inkomensbudget een besparing te kunnen realiseren.

 

 

Centrumregeling inkoop Jeugd

Soort

Overige verbonden partijen

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen               

De gemeenten Eijsden-Margraten, Maastricht, Valkenburg aan de Geul, Gulpen-Wittem, Meerssen en Vaals. Maastricht is centrumgemeente.

Openbaar belang               

Het gezamenlijk uitvoeren van taken op het gebied van jeugdzorg (inkoop en backoffice).

Visie

Profiteren van de al aanwezige administratieve slagkracht en knowhow van Maastricht.

Beleidsvoornemens

Continueren. Uitbreiding met backoffice WMO wordt overwogen.

Financieel belang

Circa € 7 miljoen per jaar.

Bestuurlijk belang

Wethouder Piatek is lid van de stuurgroep Jeugdzorg.

Financiële situatie

Lokale overheid.

Ontwikkelingen  

Niet specifiek, betreft continue functie.

Risico’s

Financieel: beperkt risico faillissement zorgaanbieders. Dit wordt beperkt door monitoring van verstrekte voorschotten door Maastricht en evaluatie prestaties zorgaanbieders door inkoopteam Maastricht.

 

 

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zuid-Limburg (GGD Zuid Limburg)

Soort

Gemeenschappelijke regeling

Vestigingsplaats

Heerlen

Betrokken partijen

Alle 16 gemeenten in Zuid-Limburg.

Openbaar belang               

GGD Zuid Limburg behartigen van de belangen van 16 gemeenten op het terrein van de volksgezondheid en openbare gezondheidszorg ten behoeve van de bevolking van Zuid-Limburg. De GGD ZL draagt binnen Zuid-Limburg zorg voor de uitvoering van alle taken die in wetten op het terrein van de volksgezondheid en de openbare gezondheidszorg en in regelingen die krachtens die wetten zijn getroffen, aan gemeenten zijn opgedragen of aan gezondheidsdiensten zijn of nog zullen worden opgedragen. Voor zover het aan gemeenten opgedragen taken betreft, dragen de gemeentebesturen de uitvoering van die taken over aan het algemeen bestuur van de GGD ZL. De GGD beschermt, bewaakt en bevordert de gezondheid van alle Zuid-Limburgers met speciale aandacht voor mensen in een kwetsbare positie. Daarmee wil de GGD eraan bijdragen dat iedereen, van jong tot oud, actief kan deelnemen aan onze samenleving.

Visie

Bij de GGD Zuid Limburg staat de gezondheid van de Zuid-Limburgers centraal. Dat geldt zowel voor acute situaties (ongevallen en incidenten) als voor de lange termijn waar preventie een rol speelt.

De GGD is hét regionale centrum voor kennis over en onderzoek naar volksgezondheid. Kennis en informatie worden actief beschikbaar gesteld aan professionals én burgers.

De GGD stimuleert en ondersteunt andere partijen om bij te dragen aan een gezonder Zuid-Limburg. De GGD stuurt aan op een gezamenlijke en integrale aanpak door diverse samenwerkingspartners.

Beleidsvoornemens

Uitvoeren van het meerjarenperspectief 2020-2023.

Financieel belang 

De gemeentelijk bijdrage aan de GGD in 2021 bedroeg € 731.771 (inclusief € 227.199 programma Veilig Thuis).

 

x 1.000

1-1-2021

31-12-2021

eigen vermogen

€ 2.201

€ 1.980

te bestemmen resultaat

 

€ 222

vreemd vermogen

€ 49.185

€ 39.032

 

Bestuurlijk belang

In het algemeen bestuur is de gemeente Eijsden-Margraten vertegenwoordigd door  wethouder Piatek.

Financiële situatie

Per 31-12-2021 bedraagt het eigen vermogen € 1.979.577 en het vreemd vermogen € 39.032.001.

Ontwikkelingen  

De GGD heeft zowel te maken met een bezuinigingstaakstelling als met veranderingen in het sociaal domein.

Risico’s

Bij uittreden of opheffing participeert de gemeente in de aanwezige schulden en kosten van liquidatie.

 

 

 

Omnibuzz

Soort

Gemeenschappelijke regeling

Vestigingsplaats

Geleen

Betrokken partijen

Alle gemeenten in Limburg met uitzondering van de gemeente Mook en Middelaar.

Openbaar belang               

Het bevorderen van openbaar vervoer (op maat) ten behoeve van de inwoners van de deelnemende gemeenten in het algemeen, en bewoners met een WMO indicatie in het bijzonder. Zorg dragen voor een goede uitvoering van collectief en individueel vervoer van die reizigers, die aangewezen zijn op één van de door de gemeenten te behartigen vormen van doelgroepenvervoer.  Vooralsnog beperkt dit vervoer zich tot het regiotaxi-vervoer, gebaseerd op de Wet maatschappelijke ondersteuning.

Visie       

Het voorzien in goed, veilig, betrouwbaar en betaalbaar doelgroepenvervoer.

Financieel belang

Bijdrage in de exploitatie  voor 2020 was begroot op € 473.690. De werkelijke bijdrage bedroeg € 474.583.

Bestuurlijk belang

Wethouder Piatek maakt deel uit van het algemeen bestuur.

Financiële situatie

Op 31 december 2020 bedroeg het eigen vermogen € 723.714. Het vreemd vermogen bedroeg € 4.516.798. Het resultaat over 2020 bedroeg € 3.348.245. Dit resultaat is als volgt bestemd: terugbetaling aan de deelnemende gemeenten 5 2.578.009, dotatie aan algemene reserve € 368.000, dotatie aan bestemmingsreserve personeel € 231,236, dotatie aan bestemmingsreserve ICT € 171.000.

Vermogen

x 1.000

1-1-2020

31-12-2020

eigen vermogen

€ 771

€ 724

te bestemmen resultaat

€ 187

€ 3.348

vreemd vermogen

€ 2.480

€ 4.517

 

Risico’s

De regelingen op grond waarvan aanspraak bestaat op doelgroepenvervoer zijn open-eind-regelingen. Daarmee is een overschrijding van de kosten niet uit te sluiten.

 

MTB Regio Maastricht NV

Soort

Naamloze vennootschap

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen

De gemeenten Eijsden-Margraten, Maastricht en Meerssen.

Openbaar belang               

Uitvoering (en afbouw) ‘oude’ Wet Sociale Werkvoorziening voor de drie deelnemende gemeenten alsook diverse buitengemeenten.

Leerwerkbedrijf voor de brede doelgroep Participatiewet van de zes Maastricht-Heuvellandgemeenten.

Uitvoeringsorganisatie arbeidsmatige dagbesteding voor de zes Maastricht-Heuvellandgemeenten. (Primair in het kader van het Maastricht-Heuvelland alternatief beschut werk, maar daarnaast ook vanuit de zorginkoop Wmo.)

Visie

In opdracht van de gemeenten ondersteunt MTB inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt actief bij het vergroten van de kansen op de arbeidsmarkt (arbeidsfit maken). Van oorsprong betreft het een uitvoeringsorganisatie voor de Wet Sociale Werkvoorziening maar inmiddels ook voor de brede doelgroep Participatiewet. Dit gebeurt in hoofdzaak door mensen een leer-werktraject aan te bieden, onder zo regulier mogelijke omstandigheden en zo mogelijk bij reguliere bedrijven (inclusief samenwerkingspartners, eigen joint ventures en dochterondernemingen). Zo kunnen mensen zich ontwikkelen en zelf hun arbeidsmarktkansen vergroten. Voor inwoners die daar blijvend op zijn aangewezen, blijft MTB een beschutte werkomgeving bieden.

Financieel belang

De gemeenten Eijsden-Margraten, Maastricht en Meerssen zijn allen aandeelhouder van MTB. Het belang van Eijsden-Margraten in het geplaatste aandelenkapitaal (99 aandelen) is 11% met een verkrijgingprijs van € 4.950.

Door de gemeente Maastricht is aan de MTB een achtergestelde renteloze lening verstrekt ter grootte van € 12.100.000 (nominale waarde) onder zekerheidstelling van het eerste recht van hypotheek op de panden van de MTB. Het aandeel van de gemeente Eijsden-Margraten in deze gegarandeerde kasgeldlening bedraagt € 1.331.000. Voor deze zekerheidsstelling is een voorziening gevormd voor het gehele bedrag.

Bestuurlijk belang                

De portefeuillehouder financiën (wethouder Custers) en de portefeuillehouder sociale zekerheid en arbeidsmarkt (wethouder Piatek) hebben beide zitting in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders MTB. Alleen de eerste heeft daarbij formeel stemrecht.

Financiële situatie

 

Per 31-12-2021 bedraagt het eigen vermogen € 8,4 miljoen negatief. Het eigen vermogen van -/- € 8,4 miljoen plus de achtergestelde lening € 11,4 miljoen (boekwaarde) brengt garantievermogen op € 3,2 miljoen) en het vreemd vermogen € 7,7 miljoen.
Het resultaat over 2021 bedraagt € 83.727 negatief. 

Ten behoeve van de actuele reorganisatie heeft MTB een voorziening gevormd ter grootte van  € 2.358.086. Het aandeel van onze gemeente hierin bedraagt €  259.390 (maximumbedrag). Deze voorziening bedraagt per ultimo 2021 € 619.015.

Ontwikkelingen  

Vanaf 2017 krijgt niet langer de gemeente waar een Sw'er woont, maar de gemeente waar deze werkt de rijksbijdrage op haar rekening gestort. Onderlinge verrekening met de buitenschappen, is daardoor niet meer nodig (Sw’ers die in gemeente Eijsden-Margraten wonen maar bijvoorbeeld werkzaam zijn voor Sw-bedrijf Wozl) .

Risico’s

De taken die MTB voor de gemeenten uitvoert, zijn onderhevig aan veranderingen als gevolg van gewijzigd rijksbeleid. Een wijziging van taken brengt uiteraard ook gevolgen voor de organisatie en bedrijfsvoering met zich mee. De gemeenten hebben hier lang niet altijd (voldoende) invloed op, terwijl ze uiteindelijk wel financieel verantwoordelijk zijn. Het risico bestaat dan ook dat autonome ontwikkelingen een negatief effect hebben op het resultaat van MTB en daarmee op het kostenaandeel van de gemeenten.

 

 

 

Stichting Podium24

Soort

Stichting

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen                

De gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul.

Openbaar belang               

Uitvoering van de regionale werkgeversdienstverlening, vraaggericht en aanbodgeschikt.

Visie

In opdracht van de gemeenten verbindt Podium24 vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. De organisatie verstevigt de samenwerking tussen het bedrijfsleven en gemeentelijke partijen en fungeert daarbij als centraal aanspreekpunt. Primair staat hierbij de werkgeversvraag centraal, maar ook worden nadrukkelijk werkzoekenden aan het werk geholpen, waardoor voor de gemeenten schadelastbeperking (besparing op de uitkeringen) wordt gerealiseerd. Daarbij heeft Podium24 speciale aandacht voor de (gemeentelijke) doelgroep met een afstand tot de arbeidsmarkt waarmee tevens de werkgever geholpen wordt diens maatschappelijke verantwoordelijkheid in te vullen.

Beleidsvoornemens

Podium24 is hét werkgeversservicepunt voor de regio Maastricht-Heuvelland en daarbij verantwoordelijk voor de plaatsing van inwoners op (zo) regulier (mogelijk) werk. Vanuit het uitgangspunt van een ‘vraaggerichte en aanbodgeschikte dienstverlening’ ligt hier voor Podium24 een belangrijke taak ten aanzien van het aanbodgeschikt maken van de werkgeversvraag. Dit in nauwe samenwerking met SZMH die verantwoordelijk is voor het vraaggeschikt maken van het aanbod (van werkzoekenden).

Financieel belang

Bijdrage in de uitvoering van de arbeidsmarkttoeleiding (groeibanen, loonkosten- en uitstroomsubsidies) inclusief aandeel in de schadelastbeperking bedroeg in 2021  € 220.070  te bekostigen uit het Participatiebudget en het BUIG-budget.

Bestuurlijk belang

De portefeuillehouder sociale zekerheid en arbeidsmarkt (wethouder Piatek) heeft zitting in het bestuur van Stichting Podium24. Dit stichtingsbestuur ziet toe op de uitvoeringsorganisatie als ware het Dagelijks Bestuur.

Financiële situatie

In de komende jaren wordt (vooralsnog) geen tekort verwacht. Dit in verband met het verdienmodel, doorlopende opbrengsten uit de markt en een doorlopend aandeel in de (groeiende) schadelastbeperking voor de gemeenten.

Ontwikkelingen  

Podium24 is gestart per 1 januari 2016. Daarbij is een herverdeling van taken afgesproken met de andere uitvoeringsorganisaties langs de routing die de burger doorloopt; diagnose-plaatsing-ontwikkeling. Aandachtspunten voor de komende periode zijn de doorontwikkeling van de dienstverlening en stroomlijning van de samenwerking met de andere uitvoeringsorganisaties.

Risico’s

Het verdienmodel van Stichting Podium24 bestaat uit opbrengsten uit de markt, het aandeel in Podium24 BV, opbrengsten vanuit de werkzaamheden voor de gemeenten (inclusief een aandeel in de schadelastbeperking) en opbrengsten vanuit detachering van eigen medewerkers naar Podium24 BV en SZMH.

 

 

Het risico bestaat dat opbrengsten (om uiteenlopende redenen) tegenvallen, wat uiteraard gevolgen heeft voor het resultaat van de stichting.

Het wordt weliswaar niet verwacht, maar mocht een exploitatietekort zich in de toekomst onverhoopt voordoen, dan komt dit (conform vastgestelde statuten) allereerst ten laste van de financiële reserves van Stichting Podium24. Indien deze reserves ontoereikend zijn, dan wordt het tekort door de deelnemende gemeenten gedragen volgens de afgesproken verdeelsleutel SZMH. Hierbij moet worden opgemerkt dat aanpassing van die verdeelsleutel SZMH dus ook doorwerkt in geval van een eventueel tekort bij Podium24.

 

 

 

Annex BV / Stichting Re-integratie Inbesteding Maastricht en Mergelland (SRIMM)

Soort

Besloten vennootschap / onderdeel van stichting

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen

De gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul.

Openbaar belang

Uitvoering van praktijk- en aanvullende diagnostiek in het kader van re-integratie voor de zes Maastricht-Heuvellandgemeenten. Dit middels een quasi in house constructie. Het betreft in hoofdzaak het Transferium Werk en Bijstand (TWB), daarnaast andere diagnostische activiteiten en aanvullende testen alsmede de werkleiding van het Buurtteam Eijsden-Margraten.

Visie

Vanuit de ‘work first’ aanpak, die de zes Maastricht-Heuvellandgemeenten voorstaan, wordt iedere burger die een beroep doet op ondersteuning bij werk en inkomen al vanaf het eerste contact geconfronteerd met werk. (Zo) regulier (mogelijk) werk gaat immers boven een uitkering. In dit kader kan ook Annex / het TWB worden ingezet. Hierin komen mensen meteen in een reële werkomgeving (geen simulatie) terecht en kunnen zij hun werknemers- en vakvaardigheden onderhouden en ontwikkelen. Ook wordt aan de hand van het werk in het TWB de diagnose gesteld, op grond waarvan samen met de consulent het verdere re-integratietraject kan worden bepaald.

Beleidsvoornemens

De verdiepende diagnose vindt plaats in een praktijkomgeving, bij voorkeur bij reguliere werkgevers. Als dat geen optie is, wordt het TWB binnen de infrastructuur van MTB georganiseerd, waardoor ook de samenwerkingspartners en joint ventures van MTB kunnen worden ingezet. De medische en arbeidskundige diagnostiek alsmede aanvullende testen worden door Annex uitgevoerd.

Financieel belang

Bijdrage in de uitvoering van de praktijkdiagnostiek in het kader van re-integratie (TWB, diagnostiek en Buurtteam) bedroeg in 2021 € 99.397 te bekostigen uit het Participatiebudget.

Vermogen

De netto vermogenswaarde ultimo 2020 van Annex bedraagt € 616.725. In 2020 heeft B.V. Annex een positief resultaat behaald van € 397.265.

Bestuurlijk belang

De portefeuillehouder sociale zekerheid en arbeidsmarkt (wethouder Piatek) heeft zitting in het bestuur van BV Annex alsook het bestuur van SRIMM. De portefeuillehouder vertegenwoordigt daarbij (vooralsnog) ook de (voormalige Pentasz) gemeenten Gulpen-Wittem, Meerssen en Vaals. Dit bestuur ziet toe op de beheersstichting alsook de uitvoeringsorganisatie als ware het Dagelijks Bestuur.

Financiële situatie

BV Annex heeft 2020 afgesloten met een bedrijfsresultaat van € 397.265 na belastingen.

 

 

Deze winst is, conform bestuursbesluit, voor € 304.072 als dividend uitgekeerd aan MTB en voor € 93.193 toegevoegd aan de overige reserve. Bijgevolg bedraagt het eigen vermogen van BV Annex 1-1-2021 € 616.725.

De financiën gemoeid met de Stichting Re-integratie Inbesteding Maastricht en Mergelland zijn zeer beperkt, gezien het de beheersstichting van BV Annex betreft. De omzet bestaat dan ook uit de vergoeding van de beheerskosten door de BV en de stichting kent geen eigen vermogen.

Ontwikkelingen

Bij het regionaal collegebesluit tot omvorming van MTB en een andere organisatie van de re-integratieactiviteiten in juli 2015 is o.a. besloten om SRIMM en Annex BV op te heffen. Tevens is besloten om de diagnostische functionaliteiten over te brengen van Annex BV naar MTB. Bij de voorbereiding van die opheffing is echter gebleken dat de aanbestedingsregels, in combinatie met de regionale samenwerking op het gebied van werk en inkomen, mogelijk om een andere positionering van de organisatie(activiteiten) vraagt, teneinde de opdrachtverstrekking rechtmatig te houden. Dit wordt momenteel onderzocht. Tot het moment van definitieve duidelijkheid (en besluitvorming) worden uiteraard geen onomkeerbare stappen gezet.

Risico’s

De ontwikkelingen ten aanzien van de positionering van Annex BV hebben mogelijk gevolgen voor het takenpakket en daarmee het exploitatieresultaat van MTB. Daar waar Annex een organisatie van de zes gemeenten in de regio Maastricht-Heuvelland is, is MTB de financiële verantwoordelijkheid van slechts drie van die gemeenten. Het risico bestaat dan ook dat een herpositionering van Annex die door allen gewenst is vanuit regionale samenwerkingsoptiek, mogelijk financiële gevolgen (nadelig dan wel voordelig) met zich mee brengt voor de helft van die gemeenten. Dit wordt uiteraard in beeld gebracht bij de definitieve besluitvorming.

 

 

Anti Discriminatie Voorziening Limburg

Soort

Stichting

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen

De gemeenten Beek, Beekdaelen, Beesel, Bergen, Brunssum, Echt-Susteren, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Leudal, Maasgouw, Maastricht, Meerssen, Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul, Venlo, Voerendaal, Weert.

Openbaar belang

Antidiscriminatievoorziening Limburg heeft de Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) status en is de professionele partner voor 27 Limburgse gemeenten in het handhaven van artikel 1 van de grondwet. Namens die gemeenten voert de Antidiscriminiatievoorziening Limburg sinds 2009 de taken uit de Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen uit.

Visie

ADV Limburg draagt bij aan het voorkómen van discriminatie en ongelijke behandeling, via onder meer voorlichtings- en preventieactiviteiten. Dat doen ze voor én vooral met gemeenten, politie, scholen, bedrijven en instanties in Limburg. Zo willen zij een bijdrage leven aan een veilige, leefbare en aangename Limburgse samenleving, in al haar diversiteit.

Beleidsvoornemens

Mensen en organisaties die willen weten hoe ze moeten omgaan met discriminatie vanuit hun beroep, bedrijf of instelling, kunnen bij ADV Limburg terecht voor informatie en advies. “Antidiscriminatievoorziening Limburg is de vanzelfsprekende plek waar individuen, bedrijven en instellingen terecht kunnen met klachten over discriminatie.

 

 

Maar ook met alle vragen over dit thema. Of voor alleen een luisterend oor. Door het verzamelen en bundelen van alle ervaringen, zetten wij discriminatie op de agenda. Van je werkgever, van je buurman, van de media, van de politiek.”

Financieel belang

De subsidiebaten van ADV Limburg in 2020 betreffen reguliere subsidie gemeente Maastricht, reguliere subsidie gemeente Roermond en subsidie Maastricht VR Project implementatie en bedragen € 422.623.


De gemeente Maastricht vervult voor de gemeenten in Zuid-Limburg hierin de rol van centrumgemeente. De bijdrage van de gemeente Eijsden-Margraten hierin was € 11.280 in 2021.

Vermogen

x 1.000

1-1-2020

31-12-2020

eigen vermogen

€ 215,0

€ 215,0

te bestemmen resultaat

 

€ 28,1

vreemd vermogen

           € 46,7

€ 45,4

Bestuurlijk belang

De wethouder (Piatek) heeft hierin geen formele rol

Financiële situatie

De Stichting bestaat voornamelijk uit de bijdragen van de deelnemende gemeenten. Het resultaat in 2020 bedroeg € 28.195. Het positieve resultaat is toegevoegd aan de balanspost Overige Reserve.

Ontwikkelingen

Aan het Regionaal Discriminatie Overleg (RDO) nemen portefeuillehouders en contactpersonen discriminatie van politie-eenheid Limburg, het Openbaar Ministerie (OM) arrondissementsparket Limburg, gemeenten Roermond en Maastricht en ADV Limburg deel. Het overleg vindt twee maal per jaar plaats en bestaat uit een zaakinhoudelijk deel en een strategisch deel (met ambtelijk vooroverleg). Tijdens het zaakinhoudelijke deel worden de meldingen en aangiften van discriminatie, of met een discriminatieaspect, in Limburg besproken. Doel van dit overleg is het uitwisselen van informatie om een juiste aanpak en afhandeling van de meldingen en aangiften te bespreken.

Door het periodieke contact met de politie is er voldoende vertrouwen ontstaan om vanaf 2018 een slag te maken met het geven van voorlichting aan het korps door ADV Limburg.

Risico’s

ADV Limburg voert voor de gemeente Eijsden-Margraten de taken uit de Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen uit. Financieel dienen de deelnemende gemeente mogelijke tekorten op te vangen echter de algemene reserve bedraagt € 243.186.  Het risico op een extra bijdrage, bovenop de reguliere, is zeer gering.

 

Regionale samenwerking leerplicht en RMC

Soort

Centrumregeling

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen

De gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul.

Openbaar belang

Doel van de leerplichtwet is te waarborgen dat jongeren in de Gemeente Eijsden-Margraten onderwijs volgen en gebruik maken van hun recht op onderwijs. Door regionale samenwerking ontstaat ruimte voor kwaliteitsverbetering, het toezicht op het handhaven van de leerplicht wordt eenduidiger en meer direct en de continuïteit van de uitvoering van de functie is gewaarborgd. Voor scholen en instellingen is er één adres waar gemeld moet worden, ze worden meer betrokken in het verdere proces en zien sneller resultaat van hun melding.

 

 

Financieel belang

Er is sprake van een vergoeding voor de kosten voor het personeel op basis van een vooraf vastgestelde kostprijs en formatieberekening. Besluitvorming betreft een bevoegdheid van de raden van de deelnemende gemeenten, het portefeuillehoudersoverleg adviseert hierin. Begroot in 2021 was een bijdrage van  €  86.000, de werkelijke kosten 2021 bedroegen € 97.404.

Bestuurlijk belang

Geen formele rol (Wethouder Piatek)

Ontwikkelingen

Sluitende aanpak kwetsbare jongeren naar mbo en arbeid. Attitude maatwerk, preventie in de keten. Snelle reparatie op maat, effectieve verbindingen op het snijvlak van voortgezet onderwijs, middelbaar onderwijs, passend onderwijs, Jeugdwet en Participatiewet.

Risico’s

Lichte vorm van een gemeenschappelijke regeling. Beleidsuitgangspunten, begroting en jaarrekening worden in gezamenlijk overleg jaarlijks vastgesteld.

 

Regionale Samenwerking Leerlingenvervoer

Soort

Centrumregeling (lichte gemeenschappelijke regeling)

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen

De gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul.

Openbaar belang

Leerlingenvervoer is bedoeld voor kinderen die niet zelf naar school kunnen. Bijvoorbeeld door een handicap of doordat de school ver weg ligt. Het kan gaan om een leerling van een basisschool, het (voortgezet) speciaal onderwijs of een gehandicapte leerling van een reguliere basisschool of het voortgezet onderwijs. Leerlingen uit de deelnemende gemeenten kunnen gebruik maken het leerlingenvervoer. Samenwerking leidt niet alleen tot kostenbesparing, maar ook tot meerwaarde voor leerlingen. Zo leidt efficiëntie in rijtijden tot minder lange ritten.

Financieel belang

Er is sprake van een vergoeding van de kosten voor het personeel waarbij het aantal afgegeven beschikkingen de maatstaf is en een vergoeding voor de praktische uitvoering van het leerlingenvervoer waarbij het aantal aan een vervoersvoorziening deelnemende leerlingen de maatstaf is. De begrote bijdrage vervoerskosten bedroeg in 2021 € 245.000. De werkelijke kosten bedroegen € 220.000. Voor de financiering van de kantoorkosten was in de begroting 2021 € 33.000 opgenomen, de werkelijke kosten bedroegen € 42.577.

Bestuurlijk belang

Geen formele rol (Wethouder Piatek)

Ontwikkelingen

Onbekend

Risico’s

De bijdrage hangt samen met het gebruik van het leerlingenvervoer. Hierin schuilt een financieel risico.

Terug naar navigatie - Tabellen programma 3

Programma 3 Klimaat & Energie

Centrumregeling sanering afvalwaterlozingen buitengebied

Soort

Centrumregeling

Vestigingsplaats

Roermond

Betrokken partijen

Waterschapsbedrijf Limburg en Limburgse gemeenten.

Openbaar belang               

Doelmatige en duurzame sanering van ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied. Gemeenten hebben zorgplicht voor bewoners in het buitengebied die niet op riolering zijn aangesloten. Ze dienen deze een IBA (individuele behandeling afvalwater) aan te bieden. WBL heeft als zuiveraar taak om beheer en onderhoud van IBA’s te verrichten. 

Visie

De inzameling (en verwerking) van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied dient op duurzame en efficiënte wijze te gebeuren.

Financieel belang

Niet van toepassing.

Bestuurlijk belang

Wethouder Custers maakt deel uit van het algemeen bestuur.

Financiële situatie

Niet van toepassing.

Ontwikkelingen  

In de regio worden momenteel plannen uitgewerkt met als doel samenwerking in de (afval)waterketen. Deze samenwerking wordt van overheidswege gestimuleerd. Samenwerking in de afvalwaterketen is een noodzaak om de drie doelstellingen (3 K’s) kostenvermindering, kwaliteitsverbetering en vermindering kwetsbaarheid te realiseren.

Risico’s

De gemeente is eigenaar van de aangelegde IBA’s en een eventuele vervanging is voor rekening van de gemeente. De kosten worden dan gedekt uit het vGRP. Het onderhoud wordt uitgevoerd door WBL.

 

 

GR Reinigingsdiensten Rd4

Soort

Gemeenschappelijke regeling

Vestigingsplaats

Heerlen

Betrokken partijen

De gemeenten Eijsden-Margraten, Beekdaelen, Brunssum, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Simpelveld, Vaals en Voerendaal.

Openbaar belang               

Het verzorgen van de inzameling en verwerking van afvalstromen voor diverse gemeenten. Het beheren van milieuparken in deelnemende gemeenten, het verzorgen van straatreiniging, transport, kringloopactiviteiten en gladheidbestrijding. Daarnaast het adviseren van gemeenten bij hun afvalbeleid.

Financieel belang

De begrote bijdrage 2021 bedroeg € 1.819.087. De werkelijke bijdrage 2021 bedroeg € 1.835.242.

Bestuurlijk belang

Wethouder Dreessen maakt deel uit van het algemeen bestuur.

Financiële situatie

 

Ultimo 2021 bedraagt het eigen vermogen € 2.837.170 en het vreemd vermogen € 44.716.552. Resultaat van het boekjaar 2020 is  € 1.657.749. De Gemeente Eijsden-Margraten is in 2014 toegetreden tot de GR Reinigingsdiensten Rd4. Als maatschappelijke organisatie is er geen winstdoelstelling. Eventuele overschotten ontvangen de gemeenten jaarlijks retour, waarbij een deel hiervan wordt toegevoegd aan het weerstandsvermogen.

Vermogen

 

x 1.000

1-1-2021

31-12-2021

eigen vermogen

€ 3.267

€ 2.837

te bestemmen resultaat

 

 € 1.658

vreemd vermogen

€ 44.661

€ 44.717

 

Ontwikkelingen  

M.i.v. 1 januari 2014 is de gemeente Eijsden-Margraten toegetreden tot de GR Reinigingsdiensten Rd4. De inwoners van onze gemeente kunnen hun afval kwijt bij twee milieuparken; in Margraten en in Rijckholt. Uitgangspunt is dat in alle Rd4-gemeenten gestart wordt met de invoering van nieuw afvalbeleid. Belangrijk punt blijft het terugdringen van de hoeveelheid restafval per inwoner. Doelstelling is < 100kg afval per persoon per jaar. Dit is in Eijsden-Margraten al, als enige gemeente van de GR, gerealiseerd.

Risico’s

Het financiële risico is beperkt aangezien er weerstandsvermogen is opgebouwd om risico’s te dekken.

NV Reinigingsdiensten Rd4

Soort

Gemeenschappelijke regeling

Vestigingsplaats

Heerlen

Betrokken partijen

De gemeenten Eijsden-Margraten, Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Vaals en Voerendaal.

Openbaar belang               

Het tot stand brengen van doelmatige, milieu-hygiënisch verantwoorde en marktconforme inzameling en verwerking van afvalstoffen, alsmede het adviseren op het gebied van ontwikkeling en implementatie van milieubeleid

Financieel belang

Bij toetreding heeft de gemeente Eijsden-Margraten een kapitaalstorting gedaan van € 46.909. De gemeente heeft 2.478 aandelen in de NV met een nominale waarde van € 4,54 per stuk, bij elkaar € 11.250. Het verschil betreft het aandeel in reeds opgebouwde reserves. De dividend voor onze gemeente over 2021 bedraagt € 30.073.

Bestuurlijk belang

Wethouder Custers maakt deel uit van het dagelijkse bestuur.

Financiële situatie

 

Ultimo 2021 bedraagt het eigen vermogen € 692.764. Resultaat van het boekjaar is € 518.900. Er wordt in totaal een bedrag van € 358.318 uitgekeerd als dividend aan de deelnemende gemeenten. Verder wordt €160.582  toegevoegd aan het weerstandsvermogen.

Vermogen

x 1.000

1-1-2021

31-12-2021

eigen vermogen

€ 642

€ 693

te bestemmen resultaat

€ 242

€ 519

vreemd vermogen

€ 5.843

€ 10.214

 

Ontwikkelingen  

De gemeente Eijsden-Margraten is in 2015 toegetreden tot de N.V. Reinigingsdiensten Rd4.

Risico’s

Het financiële risico is beperkt.

 

 

Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg

Soort

Gemeenschappelijke regeling

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen

De provincie Limburg en 16 andere gemeenten in de regio Zuid-Limburg.

Openbaar belang               

Uitvoering van de gemeentelijke milieutaken voor vergunningverlening, toezicht en handhaving conform het Besluit Omgevingsrecht (BOR).

Visie

De missie en visie van de organisatie zijn recentelijk opnieuw geformuleerd in het Koersdocument dat eind 2017 is vastgesteld door het algemeen bestuur en luiden als volgt:

Missie: “Wij als RUD Zuid-Limburg werken samen met onze partners aan de totstandkoming van een veilige leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit". 

Visie: “Wij zijn voor onze opdrachtgevers de gezaghebbende milieu-autoriteit en wij bieden meerwaarde door bundeling van specialistische kennis, een goede kennis van de lokale situatie, een efficiënte bedrijfsvoering en continuïteit van dienstverlening“. 

In deze missie en visie komen tot uiting dat de RUD Zuid Limburg zich richt op aspecten van veiligheid naast omgevingskwaliteit, daarbij actief samenwerkt met de deelnemers en externe partners, meerwaarde wil bieden door expertise op het gebied van (complexe) milieutaken en met oog voor de lokale problematiek.

De kernwaarden voor de organisatie zijn: flexibel, professioneel, deskundig, dienstverlenend, betrokken en samenwerkingsgericht.

Financieel belang

Bijdrage Eijsden-Margraten in 2021 was begroot op € 133.348. Realisatie bedroeg € 126.594.

Vermogen

x 1.000

1-1-2021

31-12-2021

eigen vermogen

€ 1.499

€ 1.137

te bestemmen resultaat

 

€ 1.081

vreemd vermogen

€ 2.332

€ 2.161

Bestuurlijk belang

Wethouder Dreesen maakt deel uit van het algemeen bestuur.

Financiële situatie

Het jaar 2021 is afgesloten met een positief resultaat van € 1.081.483 voor de RUDZL. Op basis van dit resultaat bedraagt de winst uitkering voor onze gemeente € 10.311.

Ontwikkelingen  

Ontwikkelingen RUD Zuid-Limburg

Op 9 december 2020 is de Toekomstagenda 2021-2025 door het algemeen bestuur vastgesteld. In deze agenda worden strategische doelen en de weg ernaar toe gekoppeld. De thema's en het eigenaarschap hiervoor zijn:

  • Strategische discussie uitvoeringsdienst of omgevingsdienst;(eigenaarschap bestuur)
  • Verkennende pilot verdergaande samenwerking;(eigenaarschap dienst en geïnteresseerde gemeenten, goedkeuring algemeen bestuur)
  • Groeien naar partnerschap;(eigenaarschap dienst)
  • Positionering/zichtbaarheid;(eigenaarschap algemeen bestuur/dienst)
  • Interne ontschotting;(eigenaarschap dienst)
  • RUD Zuid-Limburg als aantrekkelijke werkgever;(eigenaarschap dienst)5
  • RUD Zuid-Limburg als Kenniscentrum.(eigenaarschap dienst, gerelateerd aan de dialoog in het algemeen bestuur)

In 2021 hebben wij het programma 'Groeien naar partnerschap' vastgesteld en in uitvoering gebracht. Ook hebben wij het Uitvoeringsplan interne ontschotting integraal werken vastgesteld en is de implementatiefase gestart. Het meer integraal en projectmatig werken is richting de inwerkingtreding van de Omgevingswet gewenst en noodzakelijk. In 2021 is daarnaast een nieuw Strategisch Personeelsplan vastgesteld. Het voeren van de bestuurlijk discussie over de koers van de RUD Zuid-Limburg, zijnde de genoemde ontwikkeling van uitvoerder naar beleidspartner is vanwege coronabeperkingen begin 2022 verschoven naar de nieuwe raadsperiode.

In afwachting van de uitkomst van de strategische discussie over de koers van de RUD Zuid-Limburg zijn de missie en visie van de dienst nog onveranderd.

Missie :"Wij als RUD Zuid-Limburg werken samen met onze partners aan de totstandkoming van een veilige leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit"

Visie: "Wij zijn voor onze opdrachtgevers de gezaghebbende milieuautoriteit en wij bieden meerwaarde door bundeling van specialistische kennis door een goede kennis van de lokale situatie een efficiënte bedrijfsvoering en continuïteit van dienstverlening".

In 2021 is een implementatieplan naar aanleiding van de aanbevelingen van EY in de onderzoeksrapportage Assessment interne organisatie en beheersinstrumentarium RUD Zuid-Limburg vastgesteld. De planning van de opvolging van de aanbevelingen hebben wij laten aansluiten bij de planning van de Toekomstagenda nu een aantal aanbevelingen in het verlengde liggen van de uit te werken thema's hieruit.

In 2021 zijn 3 risico-brainstormsessies geweest onder begeleiding van EY. Deze sessies hebben geleid tot een geactualiseerde risico-inventarisatie. Met de actualisatie van de productcatalogus ook in relatie tot de Omgevingswet is een start gemaakt. In de tweede helft van 2021 is een benchmark RUD Zuid-Limburg uitgevoerd door Twynstra & Gudde. Het bureau concludeert dat we een efficiënte uitvoeringsdienst zijn. Zowel de gehanteerde kentallen op de producten als de productiviteitsnorm, overhead en het inhuur zijn op zijn minst marktconform en op een aantal punten presteert de RUD Zuid-Limburg aantoonbaar beter dan het gemiddelde. De dienst is financieel in control. Daarnaast hebben wij aanbevelingen van een artikel 217a Provinciewet-rapport “Op afstand maar in verbinding” december 2020 betrokken bij de gefaseerde uitwerking van de thema's uit de Toekomstagenda en aanbevelingen uit het EY-rapport.

Over de voortgang van de uitvoering van de acties uit de 3 genoemde rapporten wordt tweemaal per jaar verslag gedaan aan het algemeen bestuur, via voortgangsnotities onder de naam “De doorontwikkeling". Inhoudelijke actuele onderwerpen worden in de vergaderingen van het algemeen bestuur gepresenteerd, om ons bestuur te betrekken bij de verschillende aspecten van ons werk. In 2021 zijn de volgende onderwerpen aan de orde gekomen: Plastic Soup Foundation, Burgerparticipatie en luchtkwaliteit, Milieunormering en windturbines en de Benchmark RUD Zuid-Limburg.

Personeel

Door de coronacrisis is in 2021 de andere manier van werken, inhoudend dat de medewerkers van de RUD Zuid-Limburg zoveel als mogelijk vanuit thuis werken, voortgezet.

In 2021 is een Strategische Personeelsplan voor de periode 2021 2025 vastgesteld. Centraal in dit plan staat het behouden van gekwalificeerd personeel en daarnaast ook de aandacht die dient uit te blijven gaan naar het kunnen blijven aantrekken van nieuw personeel. Ook in 2021 is gebleken dat vacatures moeilijk ingevuld konden worden, een verschijnsel dat overigens ook voor andere omgevingsdiensten herkenbaar is.

Zeker in de coronaperiode in 2021 was het ook moeilijk om nieuwe projecten in het kader van vitaliteit op te pakken. Vitaliteit en daarmee duurzame inzetbaarheid is ook een thema dat een belangrijk speerpunt is in het vastgestelde Strategisch Personeelsplan 2021-2025.

Ook heeft in 2021 een Risico inventarisatie-en evaluatie (RI&E) 'thuiswerken' plaatsgevonden. Doordat medewerkers hiertoe vragenlijsten hebben ingevuld, is inzichtelijk geworden welke risico's en daarmee kans op ziekteverzuim aanwezig is.

In 2021 is een start gemaakt met de geplande herijking van het functieboek van de RUD Zuid-Limburg.

Het ziekteverzuimpercentage bij de RUD Zuid-Limburg was in 2021 2,4 % (gemeentelijke organisaties 2020 5,5%, Bron A+O fonds gemeenten, gegevens 2021 nog niet bekend).

Per 31 december 2021 had de RUD Zuid-Limburg 120 personen in dienst (110,84 fte). Het aantal productieve normuren per fte bedraagt 1350 uur per jaar. Naast de personeelsleden in dienst werkten er 21 inhuurkrachten per die datum met een omvang van 12,88 fte voor de RUD Zuid-Limburg.

De Omgevingswet

In 2021 is wederom aanzienlijke voortgang geboekt met de implementatie van de Omgevingswet binnen onze organisatie.

Een van deze onderwerpen betreft de actualisatie van het modelmandaatbesluit voor onze opdrachtgevers. In 2021 is het betreffende model met de opdrachtgevers gedeeld.

Een volgend onderwerp betreft de milieuleges. Als gevolg van de Omgevingswet mogen gemeenten en provincies na inwerkingtreding van de wet leges gaan heffen voor de afhandeling van omgevingsvergunningen. In 2021 is de werkwijze hiervoor definitief vastgesteld, waarna enkel nog de daadwerkelijke berekeningen gemaakt dienen te worden.

Het meest besproken implementatieonderwerp betreft nog altijd de implementatie van het nieuwe VTH-pakket, Squit 20/20,waarmee wij aansluiten op het DSO-LV (Digitaal Stelsel Omgevingswet Landelijke Voorziening). In 2021 heeft de livegang plaatsgevonden voor de eerste afdelingen en disciplines, en zijn voorbereidingen getroffen voor het testen van de koppeling tussen Squit 20/20 en het DSO-LV.

In 2021 heeft intensief overleg plaatsgevonden met de deelnemers inzake de plaatselijke omgevingsvisies, omgevingsplannen en de bruidsschat. In 2021 besloten een voorstel te doen voor een nieuwe rol binnen onze organisatie, toegespitst op het toekomstig adviseren over deze kwesties, “de milieucontactpersoon'.

Ook in het afgelopen jaar hebben we geïnvesteerd in het opleiden van onze medewerkers. In 2020 is onze samenwerking gestart met het “Train de trainer” traject. Hierbij is een aantal van onze medewerkers opgeleid tot allround trainers aangaande de Omgevingswet, waarna zij in 2021 verschillende vooraf opgenomen online lessen hebben verzorgd.

Tevens zijn we van start gegaan met de pilot 'Van inrichting naar milieubelastende activiteit'. Met de komst van de Omgevingswet dient ons bedrijvenbestand omgezet te worden van inrichtingen naar milieubelastende activiteiten en met behulp van deze pilot hebben onze vergunningverleners en toezichthouders alvast kennis gemaakt met de werkwijze van deze ingewikkelde en tijdrovende verandering.

De actualisatie van werkprocessen betreft een onderwerp dat ieder jaar weer onze aandacht vraagt. In 2021 zijn in het verlengde van deze actualisatie concrete producten ontstaan, zoals een checklist intaketafel voor de provincie, gemeenten en alle ketenpartners. Bovendien hebben omgevingstafel pilots plaatsgevonden georganiseerd door gemeenten, waar werd geoefend met de nieuwe processen. Onderwerpen die in 2021 zijn gestart is de actualisatie van onze productcatalogus en het oprichten van een regionale werkgroep ten behoeve van het doen van een voorstel voor het instellen van onze organisatie als behandeldienst bij onze opdrachtgevers.

Risico’s

Risico’s kunnen worden onderscheiden in reguliere en strategische risico’s: 

Reguliere risico’s doen zich regelmatig voor en zijn over het algemeen goed meet- en beheersbaar. Voorbeelden van beheersmaatregelen zijn het afsluiten van verzekeringen, het vormen van voorzieningen, het creëren van bestemmingsreserves en het adequaat inrichten van de administratieve organisatie en de interne controle. 

Strategische risico’s zijn niet of nauwelijks beïnvloedbaar. De kans dat het risico zich voordoet is vaak klein maar de financiële gevolgen kunnen groot zijn. Dergelijke risico’s kunnen samenhangen met rijksbrede bezuinigingen, onvoorziene kostenstijgingen, productiviteitsverlies en veranderingen in de vraag. 

Op basis van de gemeenschappelijke regeling wordt weerstandsvermogen opgebouwd. De opbouw van weerstandsvermogen is vastgelegd in artikel 30 van de gemeenschappelijke regeling en het beleid aangaande het weerstandsvermogen is bepaald in de beleidsnota Weerstandsvermogen die is vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 8 oktober 2014. Bij de risico inventarisatie is het gewenste weerstandsvermogen berekend op € 562.252. Dit vraagt om een toevoeging aan de reserves van € 2.000. In de jaarrekening 2017 is voorgesteld deze toevoeging aan de reserves uit het batig saldo 2017 te doen. 

Het weerstandsvermogen zegt iets over het vermogen van de  RUD om de gevolgen van niet-begrote strategische risico’s op te vangen zonder ingrijpende maatregelen in de eigen bedrijfsvoering te moeten nemen.

 

 

 

Bodemzorg Limburg BV

Soort

Besloten vennootschap

Vestigingsplaats

Maastricht Airport

Betrokken partijen                

Bodemzorg Limburg bestaat als zelfstandige organisatie met de gemeenten in Limburg als aandeelhouders.

Openbaar belang               

Het vinden van duurzame oplossingen voor gesloten stortplaatsen en andere verontreinigde locaties. Daarbij dient als uitgangspunt dat de nieuwe activiteiten het duurzaamheidsbeleid van de overheid ondersteunen.

Financieel belang

Jaarlijkse solidariteitsafdracht van € 0,25 per inwoner.

Vermogen

x 1.000

1-1-2020

31-12-2020

eigen vermogen

€ 5.493

€ 5.493

te bestemmen resultaat

 

€ 148

vreemd vermogen

 € 28.883

€ 32.285

 

Bestuurlijk belang               

De gemeente Eijsden-Margraten is als aandeelhouder vertegenwoordigd door wethouder Dreessen.

Financiële situatie

Ultimo 2020 bedraagt het eigen vermogen € 5,5 miljoen en het vreemd vermogen € 32 miljoen. Het resultaat ad € 147.618 wordt toegevoegd aan de algemene reserve.

Ontwikkelingen  

De Stichting Mountainbike Ontwikkeling Limburg wil graag een mountainbikeroute ter plekke aanleggen.
De provincie Limburg heeft aangegeven dat een mountainbikeroute ter plekke mogelijk kan worden toegestaan op grond van de Natuurbeschermingswet (mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan). Op grond van het bestemmingsplan zijn er wel nog strijdigheden. 
Mogelijk gaat de Stichting Mountainbike Ontwikkeling Limburg samen met Bodembeheer Limburg een fietsroute realiseren vrij liggend van de wandelpadenstructuur. Deze aanvraag zal dan nader moeten worden bekeken op grond van de Natuurbeschermingswet en het bestemmingsplan.

Risico’s

Het financiële risico is zeer beperkt.

 

Terug naar navigatie - Tabellen programma 5

Programma 5 Bestuur & Bedrijfsvoering

 

Veiligheidsregio Zuid Limburg

Soort

Gemeenschappelijke regeling

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen                

16 Gemeenten in Zuid-Limburg, brandweer en Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR).

Openbaar belang               

Het realiseren van een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening, gemeentelijke bevolkingszorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Visie

“De zorg voor veiligheid binnen de samenleving blijft bij de Veiligheidsregio Zuid-Limburg voorop staan. Daarom richten we ons op het zo goed mogelijk bestrijden van incidenten,

rampen en crises en op het verminderen van risico’s. We leren van incidenten en passen waar nodig de werkwijze aan, zodat we burgers, bedrijven en instellingen in Zuid-Limburg nog beter kunnen (be)dienen.”

Financieel belang

Bijdragen Eijsden-Margraten 2021 aan Veiligheidsregio Zuid Limburg:

 

Begroot

Realisatie

Brandweer

€ 1.695.246

€ 1.707.808

GHOR

€ 45.522

€ 45.961

Veiligheidsbureau

€ 30.000

€ 38.994

Burgernet

€ 2.987

€ 2.822

MCC

RIEC

€ 5.945

€ 12.500

€ 5.495

€ 12.494

Totaal

€ 1.792.200

€ 1.813.574

Bestuurlijk belang

Het algemeen bestuur bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende regiogemeenten.

Financiële situatie

Ultimo 2021 bedraagt het eigen vermogen € 4.761.275. Het vreemd vermogen bedraagt  € 55.556.432. Het resultaat over 2021 bedraagt -/- € 120.073.

 

Vermogen

x 1.000

1-1-2021

31-12-2021

eigen vermogen

€ 6.365

€ 4.761

te bestemmen resultaat

 

-/- € 120

vreemd vermogen

€ 46.940

€ 55.556

 

Risico’s

Bij uittreden of opheffing participeert de gemeente in de aanwezige schulden en kosten van liquidatie.

 

NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG Bank)

Soort

Naamloze vennootschap

Vestigingsplaats

Den Haag

Betrokken partijen

 

Openbaar belang               

Met gespecialiseerde dienstverlening en kredietverlening tegen gunstige voorwaarden bijdragen  aan zo laag mogelijke kosten van gemeenschappelijke voorzieningen voor de burger.Gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen in Nederland.

Financieel belang

 

Een belang van 0,0942% in het geplaatste aandelenkapitaal, zijnde 52.455 aandelen, met een verkrijgingprijs van € 131.137,50.


In 2022 zal een bedrag ad € 119.597,40 aan dividend 2021 worden ontvangen (begroot was € 94.944).

Bestuurlijk belang

De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in de aandeelhoudersvergadering.

Financiële situatie

Ultimo 2021 bedraagt het eigen vermogen € 5.062 miljoen en het vreemd vermogen € 143.988 miljoen. De nettowinst van € 236 miljoen is na belasting beschikbaar voor uitkering aan dividend (60%; € 127 mln. ) en het restant wordt toegevoegd aan de reserves.

Vermogen

x 1.000.000

1-1-2021

31-12-2021

eigen vermogen

€ 5.097

€ 5.062

te bestemmen resultaat

 

€ 236

vreemd vermogen

 € 155.264

€ 143.988

 

Ontwikkelingen  

Hoewel kernklanten terughoudend zijn met nieuwe investeringen, nam de kredietverlening toe. De strategische doelstellingen op het gebied van rendement en marktaandeel zijn gerealiseerd en mede dankzij een toename van de nettowinst en de plaatsing van hybride kapitaal verstevigde het eigen vermogen en de balans van de bank. BNG handhaaft haar missie te allen tijde te voorzien in goedkope financiering van overheden en instellingen van maatschappelijk belang.

Risico’s

Het financiële risico is zeer beperkt.

 

Waterleiding Maatschappij Limburg NV

Soort

Naamloze vennootschap

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen

Limburgse gemeenten en Provincie Limburg.

Openbaar belang               

WML stelt de drinkwatervoorziening in Limburg veilig en doet dit op duurzame wijze. Ook toont WML haar maatschappelijke betrokkenheid in Limburg en daarbuiten.

Financieel belang

Een belang van 1,8% in het geplaatste aandelenkapitaal, zijnde negen aandelen, met een verkrijgingprijs van € 40.842.

In 2020 is geen dividend ontvangen.  De AVA heeft besloten om het positieve resultaat over 2020 toe te voegen aan de algemene reserve van WML.

Bestuurlijk belang

De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in de aandeelhoudersvergadering.

Financiële situatie

Per 31-12-2020 bedraagt het eigen vermogen € 221,3 miljoen en het vreemd vermogen € 397,1 miljoen. De verhouding tussen eigen vermogen en het totale vermogen (solvabiliteit) bedraagt 35,8%.  De Raad van Commissarissen heeft voorgesteld het positieve resultaat van € 6,008 miljoen toe te voegen aan de algemene reserve.

Vermogen

 

1-1-2020

31-12-2020

eigen vermogen

€215.305

€ 215.306

te bestemmen resultaat

 

€ 6.008

vreemd vermogen

 € 395.345

 € 397.127

 

Ontwikkelingen  

WML wil op de lange termijn de kwaliteit van de drinkwaterbronnen veilig stellen en ook is er de ambitie om op termijn klimaatneutraal te worden. Daarnaast zet WML in op een sterker (drink) watermerk: kraanwater is immers een gezond, duurzaam en goedkoop alternatief voor bronwater uit de fles.

Risico’s

Het financiële risico is zeer beperkt.

 

Enexis Holding NV

Soort

Naamloze vennootschap

Vestigingsplaats

‘s-Hertogenbosch

Betrokken partijen

Gemeenten, provincie en andere publiekrechtelijke lichamen in Zuid-Nederland.

Openbaar belang               

Enexis beheert het energienetwerk in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland voor de aansluiting van ongeveer 2,7 miljoen huishoudens, bedrijven en overheden. De netbeheerderstaak is een publiek belang, wettelijk geregeld met o.a. toezicht vanuit de Autoriteit Consument en Markt.

De vennootschap heeft ten doel het realiseren van een duurzame energievoorziening door state of the art dienstverlening en netwerken en door regie te nemen in innovatieve oplossingen. Dit om de energietransitie te versnellen én excellent netbeheer uit te voeren.

Deze doelen worden gerealiseerd op basis van de volgende strategieën:

  • Netwerk en dienstverlening tijdig gereed voor veranderingen in de energiewereld;
  • Betrouwbare energievoorziening;
  • Excellente dienstverlening: hoge klanttevredenheid en verlaging kosten;
  • Samen met lokale partners Nederlandse klimaatdoelen realiseren;
  • Innovatieve, schaalbare oplossingen om de energietransitie te versnellen.

 

De provincie tracht met haar aandeelhouderschap in Enexis de publieke belangen te behartigen. De infrastructuur voor energie is een vitaal onderdeel voor onze economie en voor onze samenleving.

Financieel belang

Een belang van 0,3742% in het geplaatste aandelenkapitaal, zijnde 560.250 aandelen, met een verkrijgingprijs van € 97.876. Bij de verzelfstandiging hebben de aandeelhouders een bruglening van Essent omgezet in aandeelhoudersleningen met verschillende looptijden met een totale waarde van € 1,8 miljard. Met ingang van 2012 is Enexis begonnen met het aflossen en herfinancieren van deze leningen vanuit een programma van beursgenoteerde obligatieleningen. Deze vorderingen van de aandeelhouders op Enexis Holding NV zijn ondergebracht in de entiteit “Vordering op Enexis BV”, volledigheidshalve wordt alhier naar betreffende verbonden partij verwezen. Voor 2021 e.v. heeft Eijsden-Margraten een dividend opbrengst van € 280.125 begroot. Enexis Holding N.V. stelt over 2021 een dividenduitkering voor van € 0,66 per aandeel, hetgeen voor Eijsden-Margraten neerkomt op € 369.765.

Bestuurlijk belang

De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in de aandeelhoudersvergadering.

Financiële situatie

De jaarrekening 2021 laat een eigen vermogen per 31-12-2021 zien van € 4.042 miljoen en een vreemd vermogen van € 3.659 miljoen. Het resultaat bedraagt € 199 miljoen.

Vermogen

 

x 1.000

1-1-2021

31-12-2021

eigen vermogen

€ 4.008

€ 4.042

te bestemmen resultaat

€ 108

€ 199

vreemd vermogen

€ 3.218

€ 3.659

 

Ontwikkelingen  

Enexis is, als één van de ondertekenaars, een belangrijke partner in de Brabantse Energie Alliantie. Ook in het Provinciale energieprogramma zijn verschillende thema’s zoals warmte, energieke landschappen, Nul op de meter, sustainable energy farming en groene mobiliteit waar de rol van Enexis van grote meerwaarde kan zijn.

Enexis, Provincie en deelnemende gemeenten hebben op dit moment al een meerjarige samenwerking voor de ontwikkeling en uitrol van laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer in Brabant. Ook zijn er aanvullende afspraken over samenwerken in Buurkracht en nul op de Meter. In 2018 wordt deze samenwerking, mede op basis van de doelstelling “versnellen van de energietransitie” verdiept en verbreed. De alliantie tussen Enexis en provincie biedt door zowel concrete en strategische samenwerking een belangrijk fundament voor het kunnen behalen van de energiedoelstellingen ten aanzien van CO2 reductie en groene groei in Noord- Brabant.

Risico’s

Enexis is financieel gezond. Enexis heeft de Standard & Poor's (S&P) rating A+ (Stable outlook) en bij Moody's Aa3 (stable outlook).

De aandeelhouders lopen het risico (een deel van) de boekwaarde ad € 6,2 miljoen te moeten afwaarderen. Het risico voor de aandeelhouders is gering omdat Enexis opereert in een gereguleerde (energie)markt, onder toezicht van de Energiekamer. Daarnaast is het risico gering in relatie tot de (intrinsieke) waarde van Enexis Holding N.V.

Wettelijk is minimaal 40% eigen vermogen vereist, Enexis heeft op dit moment meer dan 50% eigen vermogen. Gecombineerd met de achtergestelde status van de ‘Vordering op Enexis vennootschap’ die loopt tot september 2019, levert dit een laag risico op voor de aandeelhouders van Enexis Holding N.V.

 

Een aanvullend risico is het achterblijven van de geraamde dividendinkomsten. Het risico is echter gemitigeerd middels een overeengekomen streefwaarde van € 100 miljoen voor het jaarlijkse dividend.

 

 

 

 

Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV

Soort

Besloten vennootschap

Vestigingsplaats

‘s-Hertogenbosch

Betrokken partijen

Gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen in Zuid-Nederland.

Openbaar belang               

Onderdeel van Essent in 2009 bij de verkoop aan RWE, was het 50% aandeel in NV Elektriciteits Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ), o.a. eigenaar van de kerncentrale in Borssele. Het bedrijf Delta NV, tevens voor 50% eigenaar van EPZ, heeft de verkoop van dit bedrijfsonderdeel van Essent aan RWE in 2009 bij de rechter aangevochten. Als consequentie op deze gerechtelijke procedure is in 2009 het 50% belang van Essent in EPZ tijdelijk ondergebracht bij Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV (“PBE”). In 2010 is op gezamenlijk initiatief van de aandeelhouders van PBE en de provincie Zeeland als belangrijkste aandeelhouder van Delta NV een bemiddelingstraject gestart om het geschil tussen partijen op te lossen. In 2011 is dit bemiddelingstraject succesvol afgerond. Op 30 september 2011 is, twee jaar na de verkoop van de aandelen Essent, het 50% belang in EPZ alsnog geleverd aan RWE. PBE blijft bestaan met een beperkt takenpakket. PBE zal de zaken afwikkelen die uit de verkoop voortkomen. Daarnaast is PBE verplichtingen aangegaan in het kader van het Convenant Borging Publiek Belang Kerncentrale Borssele uit 2009. Hiermee is een termijn van 8 jaar na verkoop gemoeid. Na een statutenwijziging in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 14 december 2011 is de inrichting van PBE aangepast naar de status van een SPV, vergelijkbaar met o.a. Verkoop Vennootschap BV.

Financieel belang

Een belang van 0,3742% in het geplaatste aandelenkapitaal, zijnde 560.250 aandelen, met een verkrijgingsprijs van € 41.045.

Vermogen

x 1.000

1-1-2021

31-12-2021

eigen vermogen

€ 1.569

€ 1.569

te bestemmen resultaat

 

-/- € 37

vreemd vermogen

 € 20

€ 7

 

Bestuurlijk belang

De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in de aandeelhoudersvergadering.

Financiële situatie

Ultimo 2021 bedraagt het eigen vermogen € 1.569.395 en het vreemd vermogen € 6.925. Voorgesteld wordt het negatieve resultaat ad € 37.321 in mindering te brengen op de overige reserves.

Ontwikkelingen  

 

Ondanks dat het General Escrow fonds in juli 2016 is uitbetaald en geliquideerd (Zie Verkoop Vennootschap B.V.) dient de vennootschap nog in stand te worden gehouden. De reden hiervoor is dat de vennootschap partij is in een aantal juridische overeenkomsten (convenanten) die bij de overdracht van EPZ aan RWE cq Delta zijn afgesloten.

Momenteel is Publiek Belang Elektriciteitsproductie nog partij in een (Aanvullend) Convenant met De Staat der Nederlanden, Energy Resources Holding BV (onderdeel van RWE) en Delta Energy BV voor de borging van de publieke belangen in de exploitatie van Kerncentrale Borssele. Deze convenant loopt zolang deze kerncentrale in gebruik is. Publiek Belang Elektriciteitsproductie zal proberen in overleg met aandeelhouders, De Staat en overig betrokken partijen te onderzoeken in hoeverre haar rol in het (Aanvullend) Convenant nog benodigd is en of Publiek Belang Elektriciteitsproductie daarmee voortijdig terug zou kunnen treden uit het (Aanvullend) Convenant.

Risico’s

Het financiële risico is beperkt tot het gemeentelijk aandeel in het eigen vermogen.

 

 

 

 CSV Amsterdam BV

Soort

Besloten vennootschap

Vestigingsplaats

’s-Hertogenbosch

Betrokken partijen

Gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen in Zuid-Nederland.

Openbaar belang               

Op 9 mei 2014 is de naam van Claim Staat Vennootschap BV gewijzigd in CSV Amsterdam BV. De statuten zijn gewijzigd zodat de nieuwe organisatie nu driedoelstellingen vervult:

a. namens de Verkopende Aandeelhouders van Essent een eventuele schadeclaimprocedure voeren tegen de Staat als gevolg van de WON;

b. namens de Verkopende Aandeelhouders eventuele garantieclaim procedures voeren tegen RECYCLECO BV (“Waterland”);

c. het geven van instructies aan de Escrow-agent voor wat betreft het beheer van het bedrag dat op de Escrow-rekening is gestort na de verkoop van Attero.

Financieel belang

Een belang van 0,3742% in het geplaatste aandelenkapitaal met een verkrijgingprijs van € 75. Daarnaast heeft de gemeente een vordering van € 51.000 die geheel is voorzien; dit betreft ons aandeel in de Escrow-rekening naar aanleiding van de verkoop van Attero.

In 2017 heeft een dividenduitkering ad. € 2.229.404 plaatsgevonden. Minus dividendbelasting bedroeg de dividenduitkering voor gemeente Eijsden-Margraten € 7.093.

Vermogen

x 1.000

1-1-2021

31-12-2021

eigen vermogen

€ 393

€ 355

te bestemmen resultaat

 

-/- € 43

vreemd vermogen

€ 27

€ 23

 

Bestuurlijk belang

De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in de aandeelhoudersvergadering.

Financiële situatie

Het eigen vermogen bedraagt eind 2021 € 355.044 en het vreemd vermogen bedraagt € 22.664. Voorgesteld wordt het negatieve resultaat ad € 42.665 in mindering te brengen op de overige reserves van CSV Amsterdam BV.

Ontwikkelingen  

 

Deze vennootschap zal voorlopig nog voortbestaan om op eigen kosten en risico namens Deponie Zuid B.V. (vennootschap onder Attero Holding B.V.), in overleg met de aandeelhoudersommissie, het bezwaar en/of beroep te voeren tegen de Belastingdienst ten aanzien van de Naheffingsaanslag Afvalstoffenbelasting. Op het moment (medio maart 2021) is de vennootschap in afwachting van de reactie van de Belastingdienst op het bezwaar. Afhankelijk van de reactie van de Belastingdienst en de kans van slagen van een gerechtelijke procedure zal in overleg met Aandeelhouderscommissie de procedure al dan niet worden voortgezet. 

Risico’s

Het financiële risico is beperkt tot eventuele claims van Waterland als gevolg van garanties en vrijwaringen die door de Verkopende Aandeelhouders zijn afgegeven en tot het maximale bedrag van € 13,5 miljoen op de escrow-rekening. Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaalbedrag € 20.000), art 2.:81 BW.

 

 

Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW)

Soort

Gemeenschappelijke regeling

Vestigingsplaats

Roermond

Betrokken partijen

28 Limburgse gemeenten en 1 Limburgs waterschap.                                                           

Openbaar belang               

Als uitvoeringsorganisatie van de deelnemende waterschappen en gemeenten de zorg behartigen voor het volledig, tijdig, rechtmatig, juist en doelmatig heffen en innen van de lokale belastingen en de uitvoering van de wet WOZ.

Financieel belang

Bijdrage in de exploitatie voor 2020 bedroeg € 378.000.

Bestuurlijk belang               

De gemeente Eijsden-Margraten is als aandeelhouder vertegenwoordigd door wethouder Custers.

Financiële situatie

Ultimo 2020 bedraagt de algemene reserve € 1.203.000. Het resultaat over 2020 bedraagt  -/-  € 2.092.000. Het eigen vermogen (de som van de algemene reserve en het resultaat over 2020) bedraagt ultimo 2020 -/- € 889.000.

Vermogen

x 1.000

1-1-2020

31-12-2020

eigen vermogen

€ 607

€ 1.203

te bestemmen resultaat

 

-/- € 2.092

vreemd vermogen

 € 9.101

€ 5.775

 

Ontwikkelingen  

Met ingang van 1 januari 2015 is de gemeente Eijsden-Margraten toegetreden tot de gemeenschappelijke regeling BsGW Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen. BsGW zal actief verdere samenwerkingsvormen met andere Limburgse gemeenten initiëren met als doel door schaalvergroting de bijdragen van de deelnemers te verlagen. De kwaliteit van de dienstverlening wil BsGW in stand houden of verbeteren en de digitale dienstverlening vergroten. 

Risico’s

De gemeente is mede verantwoordelijk voor negatieve resultaten. Daarnaast is er het risico op mogelijk onvolledige belastinginning.

 

 

 

 

GR Gegevenshuis

Soort

Gemeenschappelijke regeling

Vestigingsplaats

Landgraaf

Betrokken partijen

De gemeenten Eijsden-Margraten, Beekdaelen, Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf,  Simpelveld, Voerendaal en het Waterschap.

Openbaar belang               

Het Gegevenshuis ontzorgt (lokale) overheden op het gebied van het opzetten en het beheren van object- en ruimte gerelateerde (Basis-)registraties en geometrie, alsmede het daarmee samenhangende beeldmateriaal. Hiermee kunnen (lokale) overheden voldoen aan wettelijke verplichtingen op dit gebied en kunnen dienstverlening en bedrijfsvoering kwalitatief hoogwaardig en kosteneffectief worden uitgevoerd.

Financieel belang

De begrote bijdragen deelnemers (gemeenten en waterschap) in 2021 na bijstelling exclusief ad hoc opdrachten bedragen € 3.925.297. De bijdrage van de gemeente Eijsden-Margraten hierin is € 258.757. Op realisatiebasis bedragen de bijdragen deelnemers exclusief ad hoc opdrachten in 2021 € 3.876.395. De bijdrage op realisatiebasis van de gemeente Eijsden-Margraten hierin is € 258.757.

Bestuurlijk belang

Wethouder Custers maakt deel uit van het algemeen bestuur.

Financiële situatie

 

Ultimo 2021 bedraagt het eigen vermogen € 318.557 en het totale vermogen € 1.397.852. De solvabiliteitsratio bedraagt ultimo 2021 22,79%. Resultaat van het boekjaar 2021 is €  261.542. Besluitvorming over de bestemming van het resultaat dient nog plaats te vinden. Voorstel is het resultaat terug te storten aan de deelnemers naar rato van de feitelijke bijdrage aan Het Gegevenshuis in 2021. Het De terugstorting voor de gemeente Eijsden-Margraten bedraagt € 10.582. 

Vermogen

 

x 1.000

1-1-2021

31-12-2021

eigen vermogen

€ 183

€ 57

te bestemmen resultaat

 

€ 262

vreemd vermogen

€ 2.049

€ 1.079

Ontwikkelingen  

Naast de gemeentelijke basisregistraties adressen en gebouwen (BAG) en grootschalige topografie (BGT), voert het Gegevenshuis het databeheer van groen, wegen en riool uit. In samenwerking met het Gegevenshuis zal de komende jaren verder worden gewerkt aan het ontwikkelen van het data gedreven werken binnen onze organisatie. Gemeentelijke processen worden hierdoor ondersteund met actuele en volledige beheerinformatie. Dit past bij de strategische pijler innovatie uit de missie en visie van het Gegevenshuis. De tweede strategische pijler van het Gegevenshuis heeft betrekking op groei. Bij groei moet gedacht worden aan 3 richtingen: uitbreiding van bestaande diensten ten behoeve van huidige deelnemers, nieuwe diensten ten behoeve van de huidige deelnemers en uitbreiding van deelnemers of afnemers. Groei dient de komende jaren te leiden tot het realiseren van schaalvoordelen.

Risico’s

De kans dat er sprake is van niet begrote, onvoorziene kosten (risico’s) is op basis van de inrichting en werkwijze van Het Gegevenshuis klein. Tegenover alle te leveren producten en diensten staan baten in de zin van bijdragen van de deelnemers. Alle kosten worden toegerekend naar deze producten en diensten via voorcalculatie op basis van ervaringsgegevens. Dus alle afspraken worden aan de voorkant gemaakt.

Op basis van de solvabiliteit kan worden beoordeeld of de organisatie in staat is om op korte en lange termijn te voldoen aan haar betalingsverplichtingen. De solvabiliteitsratio bedraagt in 2021 22,79% (was 8,18% in 2020). De stijging van de solvabiliteitsratio kan worden verklaard door de gedeeltelijke vereffening eind 2021 van de rekening courant met de gemeente Landgraaf..

Een reële weerga van de solvabiliteitsratio wordt verkregen door de rekening courant met de gemeente Landgraaf buiten de berekening te houden. Het Gegevenshuis acht dit verantwoord omdat Het Gegevenshuis over voldoende liquide middelen beschikt om de rekeningcourant vrijwel ineens af te rekenen. Alsdan ziet het als volgt uit:

Solvabiliteitsratio 2021 52,26% (was exclusief rekening courant met de gemeente Landgraaf 50,96% in 2020) en dat is voldoende.

Terug naar navigatie - risico's

Risico’s

Voor zover er, buiten de in deze paragraaf genoemde financiële consequenties, nog substantiële additionele risico’s verbonden zijn aan deelname in gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen dan zijn deze vermeld in de paragraaf weerstandsvermogen.

 

Kaderstellende documenten

  • Nota verbonden partijen 2012.
  • Gemeenschappelijke Regeling Gegevenshuis.
  • Gemeenschappelijke regeling RUD Zuid-Limburg.
  • Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Zuid Limburg.
  • Gemeenschappelijke regeling Omnibuzz.
  • Gemeenschappelijke regeling GGD-Zuid Limburg.
  • Gemeenschappelijke regeling Leerlingenvervoer.
  • Gemeenschappelijke regeling sanering afvalwaterlozingen Buitengebied.
  • Gemeenschappelijke regeling regionale samenwerking leerplicht en RMC Maastricht en Mergelland.
  • Gemeenschappelijke Regeling RD4 voor inzameling huishoudelijke afvalstoffen.
  • Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen.

Paragraaf 7: Grondbeleid

Paragraaf 7: Grondbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf 7: Grondbeleid

In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten staat dat de paragraaf over het grondbeleid ten minste bevat:

a.       Een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma's die zijn opgenomen in de begroting.
b.       Een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert.
c.       Een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie.
d.       Een onderbouwing van de geraamde winstneming.
e.       De beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico's van de grondzaken.

Een visie op het grondbeleid

Eind 2012 stelde de raad de Nota grondbeleid gemeente Eijsden-Margraten 2012 vast. Daarbij werd gekozen voor een vorm van situatief grondbeleid: per situatie beoordelen we of we een actieve grondexploitatie voeren, een faciliterende rol vervullen, dan wel een vorm van publiek-private samenwerking aangaan. Daarbij hanteren we het uitgangspunt van faciliterend grondbeleid, tenzij zich bijzondere omstandigheden (verwachte winst en/of maatschappelijk nut) voordoen waardoor actief grondbeleid meer voor de hand ligt.

Een andere in dit kader relevante ontwikkeling doet zich voor ten aanzien van het gemeentelijk (vastgoed)eigendom. Steeds meer gemeentelijke gebouwen verliezen hun veelal maatschappelijke functie en komen dientengevolge leeg te staan. Indien dergelijke gebouwen geen strategisch nut meer hebben, komen zij voor verkoop in aanmerking. Als een pand te lang leeg staat, al dan niet in leegstandsbeheer, dan is dat nadelig voor de staat van het gebouw en voor de vitaliteit van de leefomgeving (vaak een dorpskern). Aandachtspunt is dan ook om leegstandssituaties te voorkomen, en tijdig over alternatieve bestemmingen na te denken.

Volledigheidshalve wordt in dit kader op deze plaats tevens verwezen naar de paragrafen “Weerstandsvermogen” en “Onderhoud kapitaalgoederen”.

Een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert

In het kader van het dualisme is het college van burgemeester en wethouders bevoegd tot het doen van grondaankopen. Grondtransacties kunnen plaatsvinden op basis van door de raad beschikbaar gestelde middelen. Dit kan via een afzonderlijk werkkrediet bestemd voor aankopen, of via een vastgestelde exploitatieopzet.

Van enkele lopende bestemmingsplannen zijn exploitatieopzetten vastgesteld, dan wel middels separate raadsbesluiten specifieke financiële randkaders vastgesteld. In deze exploitatieopzetten, respectievelijk randkaders, is voorzien in de eventueel noodzakelijke aankoop van gronden, alsook in aanleg van infrastructurele voorzieningen, uitvoering van benodigde onderzoeken (bodem, archeologie, civieltechnisch onderzoek etc.) en eventuele advieskosten.

Bij aankopen c.q. bekostiging van haalbaarheidsonderzoeken inzake locaties waarvoor géén exploitatie- opzetten, dan wel specifieke financiële randkaders zijn vastgesteld, dient door de raad een apart krediet beschikbaar te worden gesteld.

Prognose resultaten / onderbouwing winstneming / Reserves en voorzieningen, risico’s

De opbouw van dit onderdeel is als volgt:
- Doorkijk van de gemeentelijke grondexploitaties.
- Doorkijk van de projecten.
- Financieel kader.

Doorkijk Gemeentelijke grondexploitaties
Onderstaand volgt eerst een verloopoverzicht van de geprognosticeerde boekwaarden van de bestemmingsplannen die in 2021 in exploitatie waren. Tevens is voor de betreffende plannen het te verwachten saldo en het vermoedelijke jaar van realisatie aangegeven.

Terug naar navigatie - Financiële tabel
Prognose boekwaarden (bedragen * € 1.000) 1-1-2021 31-12-2021 31-12-2022 31-12-2023 31-12-2024 Totaal gerealiseerd / te verwachten saldo:
nadelig batig realisatie in
Woningbouw
Actief
Karreweg fase 1 Sint Geertruid -64 0 1.168 2021
12e Septemberlaan Noorbeek -66 0 635 2021
Karreweg fase 2 Sint Geertruid -77 -342 368 348 303 274 2025
Mheerderweg Noord Banholt -63 -367 242 222 156 109 2025
Faciliterend
Heiligerweg -339 -342 -351 -142 -145 46 2025
Totaal woningbouw -609 -1.051 259 428 314 0 2.232
Terug naar navigatie - Financiële tabel 2
Exploitatie (bedragen * € 1.000) Geraamde nog te maken kosten Geraamde nog te realiseren opbrengsten Winstneming tm dienstjaar Gerealiseerd / verwacht totaal saldo (batig)
Woningbouw
Actief
Karreweg fase 1 Sint Geertruid 1.168 1.168
12e Septemberlaan Noorbeek 635 635
Karreweg fase 2 Sint Geertruid -284 894 0 274
Mheerderweg Noord Banholt -295 769 0 109
Faciliterend
Heiligerweg Margraten -25 413 0 46
Totaal woningbouw -604 2.075 1.803 2.232
Terug naar navigatie - Toelichting

Het totaal te verwachten saldo is inclusief de reeds genomen winsten als gevolg van de toegepaste POC-methode (tussentijdse winstneming) voor de jaren 2017 t/m 2021. 

Het meerjarig verloop in boekwaarden is gebaseerd op de feitelijk gerealiseerde boekwaarden per 31 december 2020, de gerealiseerde cijfers voor het boekjaar 2021 aangevuld met de in de voorliggende begroting 2022-2025 geraamde gelden voor de aankoop van gronden, advieskosten, onderzoeken (bodem, archeologie, civieltechnisch onderzoek, etc.) en de aanleg van infrastructurele voorzieningen. 

Hierbij dient in zijn algemeenheid vermeld te worden dat:

  • Indien de betreffende locaties (versneld) tussentijds in exploitatie worden genomen er significante wijzigingen in de boekwaarden op kunnen treden als gevolg van verkooptransacties, kosten verbonden aan uitvoering, en het rente-effect over de aanwezige boekwaarden.
  • Indien de betreffende locaties vertraagd in exploitatie worden genomen – c.q. als “warme grond” worden aangehouden – dienen de kapitaallasten over de boekwaarden van betreffende gronden ten laste van het begrotingssaldo en / of reserves gebracht te worden (in plaats van jaarlijkse bijschrijving op de aanwezige boekwaarden).
  • Indien de betreffende locaties naar verwachting niet meer (of slechts gedeeltelijk) in exploitatie worden genomen, dient op het moment van constatering ter grootte van de op dat moment aanwezige boekwaarde (gedeeltelijk) een voorziening te worden gevormd ten laste van het begrotingssaldo en / of reserves.

Actief Grondbeleid

Sint Geertruid - Karreweg fase 1

In het plan Karreweg fase I zijn  53 wooneenheden gerealiseerd. De raad heeft dit op 19 juni 2012 bij de vaststelling van het woningbouwprogramma 2012-2022 bepaald.

Eind 2021 is de koopovereenkomst getekend voor de laatste kavel en het notarieel transport van deze kavel heeft inmiddels plaatsgevonden. Hiermee is deze exploitatie eind 2021 in z'n geheel afgesloten met een voordelig resultaat van in totaal € 1.167.683. Op grond van de POC-methode hebben er vóór 2021 tussentijdse winstnemingen plaatsgevonden ter waarde van € 1.047.000. In 2021 heeft de laatste winstneming ter waarde van € 120.683 plaatsgevonden. Conform de nota Grondbeleid is dit bedrag - via de reserve bestemmingsplannen / grex - in de algemene reserve gestort.

Noorbeek - 12de Septemberlaan

Begin 2019 is gestart met de uitgifte van de 5 kavels aan de 12e Septemberlaan. In 2020 zijn vier kavels verkocht en geleverd. In 2021 is de laatste kavel verkocht en in eigendom overgedragen. Hiermee is ook deze exploitatie eind 2021 in z'n geheel afgesloten met een voordelig resultaat van in totaal € 635.200. Hiervan is in 2020 € 578.635 ingezet ter dekking van het van het resultaat jaarrekening 2020, conform het Bestuursakkoord 2018-2022. In 2021 heeft de laatste winstneming van € 56.565 plaatsgevonden. Conform de nota Grondbeleid is dit bedrag - via de reserve bestemmingsplannen / grex - in de algemene reserve gestort.

Sint Geertruid - Karreweg fase 2

Op 14 juli 2020 is de grondexploitatie voor het woningbouwplan Karreweg fase II in Sint Geertruid vastgesteld. Dit woningbouwplan voorziet in de bouw van 19 woningen bestaande uit : 2 vrije bouwkavels, 4 levensloopbestendige woningen, 5 woningen in de sociale huursector en 8 starterswoningen.

In 2021 is het plan bouwrijp opgeleverd en is gestart met de uitgifte van de kavels en zijn alle kavels in optie gegeven. In 2021 zijn voor 2 kavels de koopovereenkomsten getekend. Het notarieel transport van deze kavels heeft inmiddels plaatsgevonden.  Naar verwachting worden alle overige kavels eveneens in 2022 verkocht en in eigendom overgedragen.

Banholt – Mheerderweg Noord

Op 6 mei 2020 is de grondexploitatie vastgesteld voor het woningbouwplan Mheerderweg – Noord in Banholt. Dit woningbouwplan voorziet in de bouw van 19 woningen bestaande uit: 3 vrije bouwkavels, 5 levensloopbestendige woningen, 5 woningen in de sociale huursector en 6 starterswoningen.

In 2021 is het plan bouwrijp opgeleverd en is gestart met de uitgifte van alle kavels en zijn alle kavels in optie gegeven. In 2021 zijn voor 10 kavels de koopovereenkomsten getekend. Het notarieel transport van deze kavels heeft inmiddels plaatsgevonden . Naar verwachting worden de resterende kavels eveneens in 2022 verkocht en in eigendom overgedragen. 

Faciliterend Grondbeleid

Margraten – Heiligerweg 
Het bestemmingsplan Heiligerweg is onherroepelijk. Het project vervolgt zijn traject en planning conform de bepalingen in de met Bouwfonds Property Development (BPD) - voorheen Nouville Ontwikkelaars, daarna Bouwfonds - afgesloten realisatie-overeenkomst.


Fase 1 – 75 woningen
De fase van 75 woningen wordt conform exploitatie-overeenkomst afgerond. Voor deelfase 1 en 2 is gewerkt aan de formele oplevering en de juridische overdracht van de openbare ruimte. Voor deelfase 1 heeft de eindopname plaatsgevonden (juridische overdracht Q2 2022) en voor deelfase 2 loopt de onderhoudstermijn (juridische overdracht Q4 2022).


Fase 2 – 40 woningen 

De voorbereidingen voor de volgende fase met 40 woningen zijn in 2021 voortgezet. Naar verwachting wordt in Q3 2022 gestart met de procedure van de bestemmingsplanwijziging die noodzakelijk is om te kunnen starten met de woningbouw van fase 2.  In Q1/Q2 2023 wil BPD starten met de verkoop van de woningen en in Q3  Q4 2023 met de start van de bouw van deze woningen.

Projecten

Veldje

De woningbouw aan het Veldje is in september/oktober 2021 geheel opgeleverd, waarna de afbouw en het woonrijp maken van de openbare ruimte heeft plaatsgevonden. Op dit moment loopt de onderhoudstermijn met de civiele opdrachtnemer en komt het project naar verwachting in de 2e helft van 2022 volledig in beheer en eigendom van de gemeente. 

Poelveld
De laatste 2 uitgeefbare kavels zijn in procedure voor Omgevingsvergunning. Hiermee zijn alle bouwkavels in het plan Nieuw Poelveld ingevuld.
Betreffende de infra, is de ondergrondse structuur volledig gerealiseerd (m.u.v. glasvezel). De afbouw en het woonrijp maken van de openbare ruimte in deze laatste fase aan de noordelijke (Groenstraat) is met uitzondering van de 2 straten Dotterbloem volledig gerealiseerd en in beheer/onderhoud bij de ontwikkelaar. De afbouw van de openbare ruimte in de Dotterbloem volgt de bouwontwikkeling en wordt - mede gezien de aan te brengen waterbergende fundering - opgepakt zodra de vordering van de woningbouw dit toelaat.

 Kampweg

Dit project heeft enige vertraging opgelopen  en de werkzaamheden zoals voorzien voor 2021 zijn in 2022 opgepakt. 

 Randvoorwaarden

Onderstaand volgt een nadere toelichting op: 
-  Aanpassingen verslaggevings- en waarderingssystematiek.
-  Prijsbeleid, indexatie en inflatie.
-  Methodiek winst- en verliesneming.

De financiële voortgang en forecast per afzonderlijke exploitatie is reeds onder “doorkijk gemeentelijke grondexploitaties” beschreven. Voorts is aldaar een doorkijk opgenomen ten aanzien van te verwachten plansaldi. Voor de thans in ontwikkeling zijnde plannen zijn exploitatieopzetten dan wel specifieke financiële randkaders door de raad vastgesteld.

Aanpassingen verslaggevings- en waarderingssystematiek
De commissie BBV heeft de afbakening, definiëring en verslaggevings- en waarderingsregels rondom grondexploitaties kritisch onder de loep genomen. De reden hiervoor is een aantal ontwikkelingen op het gebied van grondexploitaties. Namelijk: de afboekingen van gemeenten op grondposities in de afgelopen jaren, de aanbevelingen uit het rapport Vernieuwing BBV over transparantie en vergelijkbaarheid, en de aankomende Omgevingswet. De afbakening is ook onvermijdelijk in het kader van de vennootschapsbelastingplicht voor gemeenten (Vpb). Het kan namelijk helpen in de fiscale discussie over de afbakening van de ondernemersactiviteit en de toe te rekenen kosten en opbrengsten.

De commissie BBV heeft een aantal voorstellen uitgewerkt die hebben geleid tot wijzigingen in het BBV en de uitwerking hiervan. Bij opstelling van onderhavige begroting is rekening gehouden met betreffende (technische) wijzigingen.

De financiële impact van de vennootschapsbelastingplicht is samen met fiscaal adviseurs opgepakt. De gevolgen hiervan worden meegenomen in de begroting. Uitgangspunt is het creëren van een zo laag mogelijke Vennootschapsbelasting-druk voor de gemeente.

Prijsbeleid, indexatie en inflatie
Voor de eigen gemeentelijke exploitaties wordt een uniform prijsbeleid voorgestaan. Eventuele tekorten binnen de exploitatie van een specifiek bestemmingsplan of uitbreidingslocatie worden in principe, middels de hiertoe gevormde reserves, gedekt uit exploitatie-overschotten binnen andere locaties.

Met ingang van 1 juli 2008 is de Grondexploitatiewet in werking getreden. De Grondexploitatiewet beoogt een eenduidig kader te scheppen waarbinnen de gemeente het kostenverhaal bij gebiedsontwikkeling in rekening dient te brengen. De nu wettelijk vastgelegde berekeningsmethodiek maakte het noodzakelijk om het vigerende uniforme uitgifteprijsbeleid te heroverwegen. Deze heroverweging is meegenomen bij opstelling van de Nota Grondbeleid, die eind 2012 is vastgesteld. Voor de reeds in uitgifte zijnde gemeentelijke bouwkavels wordt hierbij vastgehouden aan de reeds geldende vaste (uniforme) grondprijs, waarbij jaarlijks wordt bezien in hoeverre tot indexering wordt overgegaan.

Voor eventuele toekomstige exploitaties waarbij sprake is van een actief grondbeleid biedt de Nota de mogelijkheid om te differentiëren binnen bandbreedtes.

In zijn algemeenheid dient daarnaast vermeld te worden dat vooralsnog ervan wordt uitgegaan dat alle op dit moment lopende en voorgenomen gemeentelijke exploitaties gecontinueerd worden binnen de door de raad vastgestelde maximale bandbreedtes en hieruit voortvloeiende financiële en planologische randkaders.

Methodiek winst- en verliesneming
Conform hiertoe geldende aanbevelingen en richtlijnen (Commissie BBV) wordt ten aanzien van winstneming de zogenaamde “POC”-methode gevolgd, wat inhoudt dat winstneming jaarlijks tussentijds genomen wordt. Op het moment dat een exploitatietekort wordt verwacht, wordt op grond van het voorzichtigheidsprincipe, het vermoedelijke tekort ten laste van de Reserve Bestemmingsplannen (grondexploitatie) dan wel de Algemene reserve gestort. Hierna vindt afwaardering van de boekwaarde van individuele exploitaties plaats ten laste van genoemde voorziening.

Conclusie bouwgrondexploitatie
Uit bovenstaand verslag blijkt dat de bouwgrondexploitatie op een financieel verantwoorde, in het licht van de huidige economische situatie, realistische en gedegen wijze wordt uitgevoerd.

Kaderstellende documenten

  • Nota grondbeleid 2012.