Paragrafen

Paragraaf 1: Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Inleiding

De lokale heffingen vormen na de algemene uitkering de belangrijkste inkomstenbron van de gemeente. Deze heffingen kunnen worden gesplitst in:

  • heffingen die dienen als algemeen dekkingsmiddel van de gemeentelijke uitgaven;
  • heffingen waartegenover een aanwijsbare prestatie staat die door de gemeente ten dienste van de inwoner wordt uitgevoerd.

Alle heffingen zijn gebaseerd op door de raad vastgestelde verordeningen, met de daarbij behorende tarieventabellen. Met betrekking tot het tarievenbeleid zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • De gemeentelijke belastingen stijgen niet hoger dan de inflatie.
  • Een kostendekkende afvalstoffenheffing en rioolheffing.
  • We gaan uit van het profijtbeginsel: diegene die van een gemeentelijke dienst of voorziening gebruik maakt, betaalt voor de daarmee gemoeide kosten.
  • Over de hoogte van het tarief van de toeristenbelasting vindt zoveel als mogelijk afstemming plaats met de Lijn 50 gemeenten.

Onderstaand treft u een overzicht aan van de heffingen die door onze gemeente worden opgelegd en de bijbehorende opbrengsten.

Terug naar navigatie - Totaaloverzicht
(bedragen in duizenden) Rekening 2022 Begroting 2023 Rekening 2023
Onroerende zaakbelasting (OZB) € 5.625 € 5.915 € 5.891
Afvalstoffenheffing € 2.852 € 2.982 € 3.018
Rioolheffing € 3.474 € 3.516 € 3.521
Hondenbelasting € 178 € 178 € 168
Toeristenbelasting € 771 € 879 € 943
Forensenbelasting € 82 € 107 € 104
Totaal € 12.982 € 13.577 € 13.645

Paragraaf 1: Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf 1: Lokale heffingen

Onroerende zaakbelastingen

Doel van de belasting/heffing
De opbrengst van deze belastingen dient als algemeen dekkingsmiddel. Tegenover de belastingopbrengsten staan
geen specifieke uitgaven.

Wie is belastingplichtig?
De Ozb wordt geheven van:
• de eigenaren van alle woningen en
• de eigenaren en gebruikers van alle bedrijfspanden, overige gebouwen en bouwgrond binnen de gemeentegrenzen.

Grondslag van de heffing
De grondslag voor de heffing is de WOZ-waarde (waarde volgens de Wet Onroerende Zaken). De tarieven voor de Ozb zijn mede afhankelijk van de op grond van de WOZ getaxeerde waarden.

Tarieven
Voor de Ozb worden verschillende tarieven gehanteerd voor woningen en niet-woning. De tarieven zijn opgenomen in onderstaande tabel.

Onroerende zaakbelasting (ozb) Rekening 2022 Begroting 2023 Rekening 2023
Eigenaren woning   0,1260% 0,1095% 0,1095%
Eigenaren niet-woning 0,1668% 0,1752% 0,1752%
Gebruikers niet-woning 0,1437% 0,1505% 0,1505%

 

Rioolheffing

Doel van de belasting/heffing
De opbrengsten van deze belasting worden specifiek benut ter dekking van de uitgaven voor het in standhouden van de riolering.

Wie is belastingplichtig?
Belastingplichtig zijn:

a) de eigenaar van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering (eigenarendeel) en
b) de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd (gebruikersdeel), zie ook grondslag van de heffing.

Grondslag van de heffing
Het eigenarendeel wordt geheven naar een vast bedrag per perceel en het gebruikersdeel wordt geheven naar een vast bedrag per perceel voor zover het aantal kubieke meters water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd uitgaat boven 300 m³.

 

Rioolheffing Rekening  2022  Begroting 2023 Rekening 2023

Vast bedrag per woning/eigendom

€ 280     € 285 € 285

Vast bedrag per niet-woning/eigendom

€ 280 € 285 € 285

Vast bedrag per gebruik > 300m³

€ 125 € 127 € 127


 

Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten

Doel van de belasting/heffing
De opbrengsten van deze belasting worden specifiek benut ter dekking van de uitgaven voor het verwijderen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen.

Wie is belastingplichtig?
De gebruiker van een perceel waar huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan is belastingplichtig. Dit kan een woning zijn, maar ook bijvoorbeeld een vakantiehuis naast een woonhuis.

Grondslag van de heffing
Voor de afvalstoffenheffing gelden twee grondslagen.
Op de eerste plaats wordt er een vastrecht gehanteerd.
Daarnaast is er een prijs per kilo aangeboden afval.

Tarieven
Uitgangspunt bij de bepaling van de tariefstelling is kostendekkendheid. Om schommelingen in de tariefstelling te voorkomen is een voorziening ingesteld.

 

Afvalstoffenheffing Rekening 2022 Begroting 2023  Rekening 2023
Vast recht per jaar 1-persoonshuishouden € 133,50 € 141,00 € 141,00
Vast recht per jaar meerpersoonshuishouden € 180,00 € 188,50 € 188,50
Prijs per lediging restafval & GFT :      
• 40 liter € 0,75 € 0,90 € 0,90
• 140 liter € 2,10 € 2,25 € 2,25
• 240 liter € 2,75 € 2,90 € 2,90
Prijs per kilo :      
• GFT € 0,00 € 0,00 € 0,00
• Restafval € 0,27 € 0,33 € 0,33
Ondergrondse straatvoorziening restafval :      
• Restafval per lediging (50 liter) € 1,60 € 2,05 € 2,05
       

   

                 

(Water)toeristenbelasting

Doel van de belasting/heffing
De opbrengst van deze belasting dient als algemeen dekkingsmiddel. Daarnaast wordt een deel van de opbrengst aangewend voor de revitalisering van het (water)toerisme en de recreatie in onze gemeente.

Wie is belastingplichtig?
Belastingplichtige is die persoon die verblijft (overnacht) in de gemeente zonder in het bevolkingsregister van de gemeente te zijn opgenomen.

Grondslag van de heffing
Op grond van de verordening is per persoon per overnachting een bedrag verschuldigd.

Tarieven
In de tariefstelling is een differentiatie aangebracht. De tarieven zijn opgenomen in onderstaande tabel.

(Water)toeristenbelasting Rekening 2022 Begroting 2023 Rekening 2023
Watertoeristenbelasting: bedrag per persoon per etmaal. € 1,70 € 2,20 € 2,20
Toeristenbelasting: bedrag per persoon per overnachting op camping of kampeerboerderij. € 1,70 € 2,20 € 2,20
Toeristenbelasting: bedrag per persoon per overnachting op overige verblijfsaccommodaties. € 1,70 € 2,20 € 2,20

 

In 2023 wordt voorgesteld de toeristenbelasting te verhogen tot € 2,20. Vanaf 2023 zal € 100.000 van de meeropbrengst worden ingezet t.b.v. landschapsfonds/natuurontwikkeling.

Hondenbelasting

Doel van de belasting/heffing
De opbrengst van deze belasting dient als algemeen dekkingsmiddel. Tegenover de belastingopbrengsten staan geen specifieke uitgaven.

Wie is belastingplichtig?
Deze belasting wordt geheven van de binnen de gemeentegrenzen wonende houder van één of meerdere honden.


Grondslag van de heffing
De heffing heeft een fiscaal karakter en is gebaseerd op het aantal honden dat door een belastingplichtige wordt gehouden.

Tarieven
De tarieven zijn opgenomen in onderstaande tabel.

Overige informatie

De aanslag hondenbelasting wordt tegelijkertijd met de onroerende zaakbelastingen en rioolheffing opgelegd.

 

Hondenbelasting Rekening 2022 Begroting 2023 Rekening 2023                                
1ste hond € 80,00 € 80,00 € 80,00
2de hond € 85,00 € 85,00 € 85,00
3de en volgende hond € 90,00 € 90,00 € 90,00
Kennel € 600,00 € 600,00 € 600,00

 

Forensenbelasting

Doel van de belasting/heffing
De opbrengst van deze belasting dient als algemeen dekkingsmiddel. Tegenover de belastingopbrengsten staan geen specifieke uitgaven.

Wie is belastingplichtig?
Deze belasting wordt geheven van personen die niet binnen onze gemeente wonen, maar wel een gemeubileerde woning voor zichzelf of hun gezin ter beschikking houden gedurende meer dan 90 dagen van het belastingjaar.


Grondslag van de heffing
Als maatstaf voor de heffing geldt de waarde van de onroerende zaak zoals deze op grond van de Wet Waardering Onroerende Zaken is vastgesteld.


Tarieven
De tarieven zijn opgenomen in onderstaande tabel.


Overige informatie

De aanslag forensenbelasting wordt achteraf per jaar opgelegd.

Forensenbelasting Rekening 2022 Begroting 2023 Rekening 2023
Vast bedrag per woning € 533,00 € 533,00 € 533,00
Percentage van de WOZ waarde 1,07% 0,89% 0,89%

Lokale lastendruk
Hieronder is de gecombineerde aanslag voor 2023 voor een gezin met 2 kinderen in een woning met een WOZ waarde van € 319.000 en bij een afvalaanbod van 200 kg restafval en 22 ledigingen.

 

Belastingsoort Aanslag 2023
Ozb eigenaar woning €    414
Rioolheffing €    285
Afvalstoffenheffing €    304
Totaal € 1.003

 

Kwijtschelding
Wij hanteren de zogenaamde 100% norm voor de kwijtschelding van gemeentelijke heffingen. Of een belastingplichtige in aanmerking komt voor kwijtschelding wordt beoordeeld aan de hand van een inkomens- en/of vermogenstoets. Bij deze toets worden de kosten van bestaan conform de bijstandsnorm voor 100% meegenomen. Kwijtschelding kan alleen worden verleend voor het vastrecht gedeelte van een aanslag afvalstoffenheffing.

Beleidslijnen van termijnen en invordering
Met ingang van 2015 zijn de heffingen en invorderingen van belastingen overgedragen aan de BsGW. De heffing en invordering verloopt dan ook via de BsGW. De termijnen van heffing zijn vastgesteld in de betreffende belastingverordeningen.

 Kaderstellende documenten
Verordening wet Onroerende Zaakbelastingen Eijsden-Margraten 2023.
Verordening rioolheffing Eijsden-Margraten 2023. 
Verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Eijsden-Margraten 2023
Verordening toeristenbelasting Eijsden-Margraten 2023.
Verordening hondenbelasting Eijsden-Margraten 2022.
Verordening forensenbelasting Eijsden-Margraten 2023.
Legesverordening en tarieventabel Eijsden-Margraten 2023.

 

Paragraaf 2: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Paragraaf 2: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Paragraaf 2: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

In artikel 11 van het BBV staat dat het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen:

De weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken;
Alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.

Verder bepaalt dit artikel dat de paragraaf ten minste bevat:

Een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
Een inventarisatie van de risico’s;
Het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s.


Inventarisatie van de weerstandscapaciteit

Het BBV omschrijft de weerstandscapaciteit als zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken. Bij de bepaling van de weerstandscapaciteit betrekken we:

de algemene reserves;
de stille reserves;
de post onvoorziene uitgaven;
de onbenutte belastingcapaciteit.


We maken onderscheid tussen de incidentele weerstandscapaciteit en de structurele weerstandscapaciteit. Incidentele weerstandscapaciteit staat voor het vermogen calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van de taken op het gewenste niveau. Hiertoe kunnen in zijn algemeenheid de reserves worden gerekend. Met de structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. Tot de structurele weerstandscapaciteit behoren de onbenutte belastingcapaciteit en de post onvoorziene uitgaven. Hoewel onderstaand een toelichting wordt gegeven, is van belang te constateren dat de weerstandscapaciteit in 2023 toereikend was om risico’s op te vangen.

De algemene reserve 

Jaar stand per 1 januari (* 1mln) stand per 31 december (* 1mln)
2023 € 7.918 € 10.925


De bestemmingsreserves
Een bestemmingsreserve is een afgezonderd vermogensbestanddeel waaraan uw gemeenteraad een specifieke bestemming voor bepaalde doeleinden heeft gegeven. Dit betekent dat een groot gedeelte van de bestemmingsreserve niet zondermeer vrij inzetbaar is. Uiteraard kunt u altijd een bestemming c.q. het te bereiken doel door de inzet van een reserve wijzigen. Het totaal van de bestemmingsreserves in 2023 is als volgt:

Jaar stand per 1 januari (* 1mln) stand per 31 december (* 1mln)
2023 € 9.908 € 9.789


Totaal overzicht reserves
Voor nadere toelichting verloop zie verloopoverzicht reserves voorzieningen.

Jaar stand per 1 januari (* 1mln) stand per 31 december (* 1mln)
2023 € 17.826 € 20.714


Onvoorziene uitgaven
In de begroting 2023 heeft u een post onvoorziene uitgaven opgenomen van € 26.200. De aanwending van de post onvoorzien in 2023 is weergegeven in het hoofdstuk ‘Onvoorziene uitgaven en incidentele baten en lasten’.

De onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit is de ruimte die de gemeente heeft om nog extra eigen inkomsten via belastingen en heffingen te genereren. De onbenutte belastingcapaciteit kan bepaald worden aan de hand van de norm die het rijk hanteert voor het bepalen van de artikel 12-status Financiële verhoudingen wet. Volgens deze norm zijn de eigen ozb inkomsten op peil als het rekentarief 0,0890% voor de eigenaren van woningen bedraagt (bron: meicirculaire gemeentefonds 2023). De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt derhalve voor het jaar 2023 € 1.716.178.  In 2023 hoefde deze onbenutte belastingcapaciteit niet ingezet te worden om onverwachte tegenvallers op te vangen. De afvalstoffenheffing en het rioolrecht zijn in principe kostendekkend en worden dus bij het bepalen van de onbenutte belastingcapaciteit buiten beschouwing gelaten.

Een inventarisatie van de risico’s
Reguliere risico’s – risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn – maken geen deel uit van de risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen immers verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd. Risico’s die in het kader van de weerstandsvermogen wel relevant zijn kunnen – volgens het BBV – onderverdeeld worden in:
A.    financiële risico’s;
B.    risico’s op eigendommen;
C.    risico’s die samenhangen met de interne organisatie.

A. Financiële risico’s
Structurele risico’s zijn financieel vertaald en in de meerjarenbegroting verwerkt. Ons weerstandsvermogen is ten opzichte van eerdere begrotingen afgenomen maar is nog steeds gezond te noemen. Door de stagnerende economie en door de voornemens van de regering zullen de risico’s voor de gemeente sterk toenemen. De rijksoverheid is niet langer de voorspelbare partner. Wet- en regelgeving veranderen in een hoog tempo zonder dat duidelijkheid bestaat over de beleidsvrijheid en de financiële gevolgen ervan voor ons. Dit is een handicap gebleken bij het opstellen van deze begroting.

Garantieverplichtingen
Bij een garantieverplichting staan we borg voor een door een stichting of vereniging aangegane geldlening. Door deze borgstelling kan de stichting of vereniging in het algemeen gunstigere voorwaarden bedingen. Per 1 januari 2023 staan we voor Woonpunt garant voor 2 leningen:

  • een 7-jarige geldlening ter grootte van € 17.000.000 aan Woonpunt bestemd voor de financiering van woongelegenheden. Aflossing vindt geheel plaats aan het einde van de looptijd in 2028. Voor de onderliggende woongelegenheden geldt dat ze volledig eigendom zijn van Woonpunt en dat de gemeente het eerste recht van hypotheek gevestigd heeft.
  • een 10-jarige geldlening ter grootte van € 9.500.000 aan Woonpunt bestemd voor de financiering van woongelegenheden. Aflossing vindt plaats aan het einde van de looptijd in 2024. Voor de onderliggende woongelegenheden geldt dat ze volledig eigendom zijn van Woonpunt en dat de gemeente het eerste recht van hypotheek gevestigd heeft.

De WOZ-waarde van de onderliggende panden van beide leningen bedraagt € 65.000.000.
 
De overige garantstellingen per 31 december 2023 betreffen:

  • een resterende garantstelling ter grootte van € 190.750 inzake het restant van een door Stichting gemeenschapshuis  “Oos Heim” uitgegeven obligatielening ter grootte van € 250.000. De gemeente heeft als onderpand een hypothecair recht op de opstallen (gemeenschapshuis) verkregen ad € 250.000.
  • eind jaren 80 zijn de risico’s van hypothecaire geldleningen met gemeentegarantie ondergebracht bij het Waarborgfonds Sociale woningbouw (WSW) tegen een eenmalige betaling. Per 31 december 2023 staan we garant voor € 519.291.
    Leningen verstrekt aan derde partij in het kader van de publieke taak:
  • In het kader van de publieke taak heeft de gemeente een lening verstrekt aan de Koninklijke Oude Harmonie te Eijsden ad. € 185.000. De lening bedraagt per 31-12-2023 € 157.764. Als onderpand is het recht van eerste hypotheek gevestigd op het pand. De executiewaarde na verbouwing is € 365.000.
  • In het kader van de publieke taak heeft de gemeente in 2018 een lening van € 400.000 verstrekt aan het Cultureel Centrum te Eijsden. De lening bedraagt per 31-12-2023 € 365.556. Als onderpand is het recht van eerste hypotheek gevestigd op het pand. De marktwaarde bedraagt € 629.000 en de executiewaarde van de marktwaarde bedraagt € 440.300.
  • In het kader van de publieke taak heeft de gemeente in 2017 een lening ad € 208.600 verstrekt aan het Dorpshuis te Mheer. De lening bedraagt per 31-12-2023 € 170.936. Als onderpand is het recht van eerste hypotheek gevestigd op het pand. Conform het taxatierapport bedraagt de marktwaarde in verhuurde staat € 298.000. De executiewaarde is 70%, zijnde € 208.600.
  • Lening Stichting Sociaal Centrum Eijsden: In 2019 is een lening van € 433.300 verstrekt in het kader van de publieke taak aan de Stichting Sociaal Centrum Eijsden. De gemeente heeft  als onderpand het pand gelegen aan de Prins Hendrikstraat 21 te Eijsden. Per 31-12-2023 bedraagt het openstaande saldo van deze lening € 373.420.
  • Lening Stichting Gemeenschapshuis Cadier & Keer: In 2021 is een lening van € 250.000 verstrekt in het kader van de publieke taak aan de Stichting Gemeenschapshuis Cadier & Keer. De gemeente heeft  als onderpand het pand gelegen aan de Limburgerstraat 78 te Cadier en Keer. Conform het taxatierapport bedraagt de marktwaarde € 620.000. De executiewaarde  is 70%, zijnde € 434.000. Per 31-12-2023 bedraagt het openstaande saldo van deze lening € 250.000. De eerste aflossingen zijn i.v.m Corona uitgesteld. De  looptijd van de lening wordt hierdoor verlengd.
  • In het kader van de publieke taak Lening is per 30 november 2020 een lening van € 1.871.465 verstrekt aan Enexis. De lening dient ter financiering van extra investeringen in het kader van de verduurzaming van de energievoorziening. De lening is in de vorm van een converteerbare hybride aandeelhouderslening op verzoek van Enexis aan de aandeelhouders. De aflossing van de lening kan eenzijdig door Enexis plaatsvinden, voor het eerst na 10 jaar (per 30-11-2030) en vervolgens jaarlijks.

Overige leningen

In 2021 is een lening van € 134.050 verstrekt aan de Stichting Ir. D.C. Van Schaik in het kader van het project “Realisatie infocentrum archeologie en kwaliteitsimpuls vuursteenmijn Savelsbos”. Per 31 december 2023 bedraagt het openstaande saldo van deze lening € 0. De lening is gedurende 2023 volledig terugbetaald.

Algemene uitkering

De algemene uitkering vormt een belangrijke risicofactor binnen de begroting. Bij het gemeentefonds is de normeringsystematiek van toepassing. Dit betekent dat de groei van het gemeentefonds is gekoppeld aan de ontwikkeling van de gecorrigeerde netto rijksuitgaven. Dalen de rijksuitgaven dan daalt ook het volume van de gemeentefondsuitkering en andersom. Aangezien de definitieve vaststelling van de netto rijksuitgaven achteraf plaatsvindt, bestaat de mogelijkheid dat een gedeeltelijke verrekening van de algemene uitkering, in zowel positieve als negatieve zin, kan plaatsvinden.

Sociaal Domein
Het sociaal domein omvat een breed scala aan diensten en voorzieningen die essentieel zijn voor het welzijn van onze inwoners. De gemeente is nu ruim acht jaar verantwoordelijk voor de Jeugdwet, nieuwe taken binnen de Wmo en de Participatiewet. De uitdagingen zijn echter nog steeds groot. Per 01-07-2021 voeren we hierbij ook zelf de Participatiewet uit. Hierdoor is steeds beter zicht op welke zorginhoudelijke en financiële risico’s er zijn en hoe groot de kans is dat deze zich voordoen. We monitoren maandelijks middels dashboards en acteren zoveel als mogelijk n.a.v. de geconstateerde bevindingen. Bij het beheren van deze complexe portefeuille worden diverse risico's onderkend die van invloed kunnen zijn op de financiële situatie van onze gemeente.

Toenemende zorgvraag en kostenstijging:
De vraag naar zorg en ondersteuning binnen het sociaal domein blijft groeien, onder meer als gevolg van vergrijzing, complexere zorgvragen en maatschappelijke ontwikkelingen. Deze stijgende zorgvraag kan leiden tot een druk op de beschikbare budgetten en het risico van overschrijdingen binnen specifieke budgetposten.

Kwetsbaarheid van samenwerkingsverbanden:
De gemeente werkt vaak samen met andere organisaties binnen het sociaal domein, zoals zorginstellingen of welzijnsorganisaties. Deze samenwerkingsverbanden brengen risico's met zich mee, zoals afhankelijkheid van de prestaties van partners, financiële risico's van partners of verstoringen in de samenwerking.

Onzekerheden door externe factoren:
Externe factoren zoals economische ontwikkelingen, maatschappelijke trends of geopolitieke gebeurtenissen kunnen een onvoorspelbare impact hebben op het sociaal domein. Het is belangrijk om deze externe risico's te monitoren en waar mogelijk te mitigeren.

Financiële onzekerheden door veranderingen in wet- en regelgeving:
Het sociaal domein wordt sterk beïnvloed door veranderingen in landelijke wet- en regelgeving. De continue aanpassingen in bijvoorbeeld de financieringssystematiek, zoals de invoering van nieuwe verdeelsleutels of bezuinigingen, kunnen leiden tot onzekerheid over de beschikbare middelen en de financiële positie van de gemeente. Daarnaast zijn ook de voorgenomen bezuinigingen door het rijk in 2025-2028 sterk van invloed op de financiële gezondheid van onze gemeente.

Daarnaast vloeit nog een financieel risico voort uit de Hervormingsagenda Jeugd. De Hervormingsagenda Jeugd is opgelegd vanuit een samenwerking tussen het Rijk en de VNG naar aanleiding van bestuurlijke afspraken en heeft 2 doelen. Deze zijn nadrukkelijk aan elkaar gekoppeld: Betere en tijdige zorg en ondersteuning, op de juiste plek en wanneer dit nodig is en een beheersbaar en daarmee duurzaam financieel houdbaar stelsel. Uit deze doelen is een taakstelling naar voren gekomen samen met extra middelen voor de gemeenten. Aangezien deze nog niet definitief zijn vastgesteld kan hier nog een bijstelling op plaatsvinden, zowel negatief als positief. De verwachte extra inkomsten zijn wel reeds opgenomen in de begroting cf de instructies van Rijk en Provincie. 

In de begroting 2024 is er zowel op Jeugd als WMO een kostenbeheersingsmaatregel ingezet, hiervoor wordt voor zowel Jeugd als Wmo een actieplan ontwikkeld. In eerste denklijnen wordt er met name ingezet op preventie, verzakelijking en een verdere efficiency-slag. Hierbij dient wel op gemerkt te worden dat autonome factoren zoals wachtlijsten, demografische ontwikkelingen zoals vergrijzing en wijzigende wet en regelgeving sterk van invloed kunnen zijn op de resultaten van deze inspanningen.

In de maandelijkse monitoring wordt ook dit effect nauwlettend in de gaten gehouden. In de begroting is de meest realistische inschatting van de uitgaven aan Wmo en Jeugdzorg verwerkt. De situatie en met name de ontwikkeling van de kosten wordt steeds beter gemonitord onder andere door middel van ontwikkelde dashboards, die naast inzicht in de financiën ook informatie verschaffen over inhoudelijke kwesties zoals aantallen, gemiddeld verbruik per cliënt, regievoering, etc.

De gemeente streeft ernaar om deze risico's zorgvuldig te managen en te beheersen door middel van proactief risicomanagement, het monitoren van ontwikkelingen en het treffen van passende maatregelen waar nodig. Desondanks blijft het sociaal domein een dynamisch en complex terrein waarbij voortdurende aandacht voor risico's geboden is.

Sociale werkvoorziening
Als sociaal werkbedrijf in het kader van de Wsw biedt MTB van oudsher een werkplek aan mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking. In verband met de komst van de Participatiewet, is de opdracht aan MTB in 2015 verbreed. Op grond daarvan biedt de organisatie nu voor meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt de mogelijkheid zich voor te bereiden op een reguliere baan. Dit doet MTB vanuit haar leerwerkfunctie voor de brede gemeentelijke doelgroep Participatiewet van alle zes Maastricht-Heuvellandgemeenten en als één van de partners in de uitvoeringsketen re-integratie: Podium24, Annex en MTB. De Rijkssubsidie voor de Sociale Werkvoorziening loopt jaarlijks terug, maar de MTB genereert zelf meer en meer inkomsten via werk en dochterondernemingen. De gemeente Eijsden-Margraten heeft jaarlijks een aandeel 11% in het tekort van de MTB. Op basis hiervan is een aanvullende bijdrage aan MTB opgenomen in de begroting van afgerond € 450.000.

Jeugd
Systeemproblemen in de jeugdzorg
De gemeenten in de Limburgse jeugdregio’s zien zich door de problemen bij XONAR, Mutsaersstichting en mogelijk ook Pactum geconfronteerd met een systeemprobleem dat de problemen bij individuele jeugdzorgaanbieders overstijgt en daarmee ook de aanpak volgens het draaiboek continuïteit jeugdhulp. Dit richt zich immers op de oplossing van knelpunten bij individuele zorgaanbieders. De gemeenten maken zich daarom grote zorgen over de consequenties voor de inrichting van het zorg-landschap. In de specifieke context van grote delen van Limburg speelt daarnaast dat er nauwelijks of geen uitwisseling van zorg is met de aangrenzende regio’s in België en Duitsland.
Ook zijn jeugdzorgaanbieders onafhankelijk en hebben zij vrijheid in het nemen van bedrijfsmatige beslissingen. Als deze beslissingen mede leiden tot de continuïteitsproblemen die wij zien bij XONAR en Mutsaersstichting, worden de jeugdregio’s gevraagd financieel bij te springen als het gaat om een aanbieder die cruciale jeugdhulp biedt. Zeker voor de jeugdregio’s in Limburg geldt dat door de geografische ligging de mogelijkheid van het inzetten van andere aanbieders, op korte termijn, beperkt is. Er is daardoor een ongelijk speelveld tussen aanbieders en jeugdregio’s.

De gezamenlijke Limburgse jeugdregio’s zijn op provinciaal niveau op zoek naar een oplossing voor het systeemprobleem in het zorglandschap waarmee ze worden geconfronteerd. Daarvoor moet een visie met een helder perspectief worden uitgewerkt.
Op het niveau van de individuele jeugdregio’s speelt de vraag hoe binnen deze visie tot een concrete oplossing kan worden gekomen indien de zorg bij de betrokken zorgaanbieders op korte tot middellange termijn in het gedrang komt. Concreet gaat het daarbij om de treden 4 en 5 (opknippen en herverdelen zorg) of zelfs 6 (faillissement) van het draaiboek continuïteit jeugdhulp. Voor Mutsaersstichting is een aanvraag om op te schalen naar trede 4 onderhanden.
Het probleem is te groot voor de jeugdregio’s om zonder hulp van het ministerie, VNG, jeugdautoriteit en inspectie op te lossen. Tijdens het overleg is toegezegd dat deze partijen gezamenlijk met de jeugd-regio’s gaan werken aan een visie die ook uitvoerbaar is. Het ministerie heeft hierover een brief toegezegd. Zodra de brief beschikbaar is wordt deze met u gedeeld.
De gemeenteraden in Zuid-Limburg hebben enkele maanden geleden € 8 mln. financiële steun moeten verlenen aan XONAR. Van de gemeenteraden kan niet worden verwacht dat iedere keer als een zorgaanbieder in de problemen komt publieke middelen worden ingezet voor de financiering van een herstelplan. Wij hebben het ministerie daarom tijdens het bestuurlijk overleg laten weten dat de Zuid-Limburgse gemeenten niet (nogmaals) aangeslagen willen worden voor financiële steun aan een zorgaanbieder, in dit geval Mutsaersstichting. Tegelijkertijd is het ook niet reëel dat de lasten daardoor volledig verschuiven naar de gemeenten in Noord- en Midden Limburg. Daarom is het ministerie verzocht de gemeenten in de jeugdregio Zuid-Limburg te ontheffen van financiële steun in het herstelplan voor Mutsaersstichting en een voorziening te treffen zodat de gemeenten in Noord- en Midden Limburg niet worden aangeslagen voor dit aandeel én de tekorten die hun oorsprong vinden in Brabant. Door dit standpunt lopen de gemeenten in de jeugdregio Zuid-Limburg het risico van een indeplaatsstelling waarbij het ministerie in het budgetrecht van de gemeenteraden treedt en zo alsnog een financiële bijdrage afdwingt.

Financiële positie Xonar:
In 2023 heeft de Jeugdregio Zuid-Limburg een bijdrage van 8 miljoen gedaan aan Xonar. Dit betrof een eenmalige bijdrage van maximaal 8 miljoen. Doel is om de inzet van publieke middelen zo laag mogelijk te houden en dus de bijdrage van maximaal €8 min. zo veel mogelijk te beperken. Gemeenten verwachten daarom van XONAR dat de organisatie naar vermogen zoveel mogelijk zelf de frictie- en reorganisatiekosten van het Herstelplan draagt, onder meer door een deel van de opbrengsten uit de verkoop van vastgoed in te zetten. 

De gemeenten worden middels maandelijkse rapportages op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen.

Financiële positie Mutsaersstichting:
In november 2023 zijn wij geïnformeerd over de financieel zorgelijke situatie bij de Mutsaersstichting. In februari 2024 hebben wij het definitieve Meerjarenherstelplan van de Mutsaersstichting ontvangen.  Mutsaersstichting vraagt in het herstelplan € 10,5 mln. financiële steun plus € 2,5 mln. voor een stroppenpot. Afgerond samen € 13,8 mln. In dit bedrag zijn niet meegenomen de kosten die voortkomen uit nog lopende onderzoeken. Het eindbedrag wordt daardoor mogelijk hoger. De voorlopige verdeling van de kosten van het herstelplan gaat ervan uit dat ongeveer 26,8 % ten laste van de Zuid-Limburgse gemeenten komt plus 300k frictiekosten in verband met het afstoten van Hai-5. Afgerond is het aandeel van de Zuid-Limburgse gemeenten in de financiële steun die wordt gevraagd voor het herstelplan € 3,8 mln.
Het is nog niet duidelijk wel deel van dit bedrag voor rekening van Eijsden-Margraten komt.
In de komende P&C rapportages zullen wij structureel terugkomen op deze financieel risico's.

Inkomsten uit beleggingen
De gemeente heeft een aantal deelnemingen, waarvan de aandelen in de BNG (Bank Nederlandse Gemeenten) en Enexis de belangrijkste deelnemingen met een hoog rendement zijn. De verwachte opbrengsten zijn begroot. 
 
Financiering
Financiering van het financieringstekort vindt plaats binnen de marges van de Wet Fido. Op dit moment is de korte rente hoger dan de lange rente en financieren we het financieringstekort met een mix van lang en kortlopende leningen. In de wet Fido zijn echter restricties opgenomen betreffende het aangaan van kortlopende leningen. In het verleden zijn hierin de volgende risico’s erkent:
De korte rente kan stijgen tot boven het niveau van de gehanteerde begrotingsrente;
De lange rente kan stijgen tot boven het niveau van de gehanteerde begrotingsrente;
De korte rente kan stijgen tot boven het niveau van de lange rente;
Voor zover zich één of meerdere van deze risico’s voor zouden doen, heeft dit een nadelig effect op het begrotingssaldo.

Open einde regelingen
Een open einde regeling is een regeling waarbij gerechtigden geld toekomt, zonder dat van te voren te overzien is wie van deze regeling in welke mate gebruik zullen gaan maken. In de begroting zijn hiervoor bedragen geraamd conform de opgaven van de instanties die belast zijn met de uitvoering van de regelingen. Enkele relevante open einde regelingen zijn:
•    Participatiewet;
•    GGD Zuid-Limburg;
•    Veiligheidsregio Zuid-Limburg;
•    Leerlingenvervoer en leerlingenplicht;
•    WMO;
•    Jeugd.
Daarnaast is de gemeente Eijsden-Margraten aangesloten bij nog een aantal Verbonden Partijen, zie paragraaf 6. Hierin is een bepaalde afhankelijkheid ontstaan. Bij stijgende kosten van een Verbonden Partij is er niet altijd de mogelijkheid om direct uit te stappen. De zeggenschap van de gemeente Eijsden-Margraten in de Verbonden Partijen was veelal beperkt.

B. Risico’s op eigendommen
Bouwgrondexploitatie
Voor een uitvoerige financiële analyse verwijzen we naar de paragraaf grondbeleid.
 
Planschadevergoedingen
Een planschadevergoeding is een vergoeding van de gemeente aan een derde voor schade geleden als gevolg van een planologische maatregel. De planschadevergoeding is, voor zover deze te verwachten was, opgenomen in de exploitatieopzet van betreffende uitbreidingslocatie dan wel bestemmingsplan.
 
Aansprakelijkheidsstellingen
De landelijke tendens is dat het aantal schadeclaims toeneemt. Als oorzaken kunnen worden genoemd het Nieuwe Burgerlijk Wetboek (invoering risico aansprakelijkheid), de Algemene Wet Bestuursrecht (aanzienlijke versterking van de positie van de burger ten opzichte van de overheid) en de toenemende mondigheid van de burgers. De risico’s op het gebied van aansprakelijkheidsstelling kunnen aanzienlijk zijn, zodat het van groot belang is om schadepreventief te werken. Een goed en regelmatig onderhoud van wegen, speeltoestellen etc. (de gemeente beschikt over beheers- c.q. onderhoudsprogramma’s), een klachtenlijn, het nauwkeurig naleven van procedures, adequate behandeling van ingediende bezwaarschriften etc. behoren in het kader van preventief werken tot de aandachtspunten. De gemeente is voor de wettelijke aansprakelijkheid en de bestuurdersaansprakelijkheid verzekerd. Wij kunnen echter niet uitsluiten dat, buiten het al bestaande eigen risico, de gemeente met claims krijgt te maken die niet via de verzekering zijn afgedekt.
 
Beheers- c.q. onderhoudsplannen
Om de risico’s op het gebied van onderhoud en beheer zoveel mogelijk in te perken is het noodzakelijk dat de gemeente beschikt over beheers- en onderhoudsplannen. Kortheidshalve wordt voor het inhoudelijke hieromtrent verwezen naar de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen.
 
Bodemverontreiniging
In onze gemeente is dit een risico dat niet geheel inzichtelijk is. De financiële gevolgen van bodemverontreiniging zijn niet in kaart te brengen en zullen als het zich voordoet van geval tot geval bekeken dienen te worden.

Energiekosten
Op dit moment is sprake van een nog zeer onzekere energiemarkt waardoor de energielasten lastig zijn in te schatten. 

C. risico's die samenhangen met de interne organisatie
In de vorm van zorgvuldige toepassing van de in de gemeentelijke organisatie ingebedde bedrijfsvoeringprocessen in zijn algemeenheid, interne controlemaatregelen in het bijzonder en de planning- en control cyclus zijn waarborgen aanwezig om eventuele calamiteiten (tijdig) zichtbaar en beheersbaar te houden. Dit betekent echter niet dat hierin geen risico’s worden gelopen.
Bij de bedrijfsvoering loopt onze gemeente diverse risico’s, hierbij denken wij aan de administratieve organisatie, automatisering (o.a. uitval van de computer), informatievoorziening, de interne controle en het personeelsbeleid. Te late of verkeerde informatieverstrekking, onvolkomenheden in zowel de administratieve organisatie als in de interne controle kunnen financiële consequenties hebben. De gemeente is tevens leverancier van heel veel informatie. Indien deze informatie onjuist is, is het risico aanwezig dat wij daarvoor aansprakelijk worden gesteld.
Het percentage ziekteverzuim 2023 is 6,5%.  Het ziekteverzuim daalt (van 7,3% in 2022 naar 6,5% in 2023).  Helaas zijn wij wederom geconfronteerd met een aantal langdurig zieken en dit veroorzaakt het grootste gedeelte van dit verzuim. Daarnaast zijn wij in 2023 in het begin van het jaar geconfronteerd met hogere cijfers, het vermoeden bestaat dat dit komt doordat medewerkers als gevolg van Corona eerder thuis blijven bij griep of verkoudheid om te voorkomen dat zij collega’s aansteken. Alle langdurig zieken zijn goed in beeld bij de leidinggevenden, het team hrm en de bedrijfsarts en er wordt nadrukkelijk effort gestoken in het terugbrengen van het ziekteverzuim en het goed opvangen van taken die door ziekte niet opgepakt worden. Immers, het risico is dat een toename van het ziekteverzuim leidt tot extra belasting bij zittende medewerkers met als gevolg een verhoogd risico op uitval van deze personen. 
De post ziek/piek/expertise ad. € 625.000 is niet voldoende gebleken en is met € 324.000 overschreden.  De overschrijding is grotendeels gedekt uit de onderuitputting staat B.

3. Het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's
In 2013 heeft de raad de beleidsnota voor risicomanagement en weerstandsvermogen vastgesteld, waarin het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s is beschreven.
De benodigde weerstandscapaciteit kan bepaald worden op basis van de risico inventarisatie in relatie tot de in de beleidsnota vastgestelde gevolgmatrix en tolerantiematrix.
 
Hierbij is voorgesteld aan de tolerantiematrix onderstaand procentueel financieel risico te hangen:

Punten     Percentage Risico
0 tot en met 4 punten 0% financieel risico
5 tot en met

9 punten

25% financieel risico
10 tot en met 25 punten 100% financieel risico

Op basis van deze percentages kan het volgende financieel risico in kaart worden gebracht:

Risico's Bruto bedrag per 31-12-2023 Bedrag risico per 31-12-2023 Klasse kans % Gevolg Tolerantie Financieel risico per 31-12-2023
Garantieverplichtingen, gemeente staat borg voor een door een stichting of vereniging aangegane geldlening
1 Lening € 17.000.000 Woonpunt looptijd tot 2028, onder vesting van hypothecaire lening. € 17.000.000 € 0 1 1 1 € 0
2 Lening Woonpunt € 9.500.000 € 9.500.000 € 0 1 1 1 € 0
3 Garantstelling obligatielening St. gemeenschapshuis Oos Heim tbv nieuwbouw € 190.750 € 57.225 2 2 4 € 0
4 Risico's hypothecaire geldleningen met gemeentegarantie ondergebracht bij Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) ultimo 2017. € 544.367 € 0 1 1 1 € 0
Leningen verstrekt in het kader van de publieke taak
5 Lening Cultureel Centrum Eijsden € 365.556 € 0 1 1 1 € 0
6 Lening zaal KOH Eijsden € 157.764 € 0 1 1 1 € 0
7 Lening Dorpshuis Mheer € 163.983 € 0 1 1 1 € 0
8 Lening Stichting Sociaal Centrum Eijsden € 373.420 € 0 1 1 1 € 0
9 Lening Stichting Gemeenschapshuis Cadier & Keer € 250.000 € 0 1 1 1 € 0
Overige leningen
10 Lening Stichting Ir. D.C. Van Schaik € 0 € 0 3 2 6 € 0
Algemene uitkering
11 Algemene uitkering, de algemene uitkering vormt momenteel een belangrijke risicofactor binnen onze meerjarenbegroting. € 40.460.474 € 735.225 3 4 12 € 735.225
Beleggingen
12 Inconveniëntentoeslag € 62.471 € 62.471 2 2 4 € 0
13 Enexis € 723.318 € 723.318 3 3 9 € 180.830
14 BNG € 155.131 € 155.131 2 2 4 € 0
Open einde regelingen
15 SEM + Podium (alleen LKS), wasin 2022 voor de BUIG € 3.828.931 € 287.170 3 3 9 € 71.792
16 Reïntegratiebudget, gaat om SEM, SZMH, Podium en Annex € 326.868 € 49.030 1 1 1 € 0
17 Bijzondere bijstand en minimabeleid € 932.643 € 139.896 3 2 6 € 34.974
18 GGD (open eind financiering 15% totale budget) € 1.519.769 € 227.965 2 2 4 € 0
19 Brandweer-GHOR Zuid Limburg (open eind financiering, 15%) € 2.029.033 € 304.355 3 3 9 € 76.089
20 Gem. regeling Leerlingenvervoer € 336.545 € 50.482 1 1 1 € 0
Ontwikkelingen sociale zekerheid
21 Jeugdzorg € 5.012.399 € 751.860 5 5 25 € 751.860
22 WMO € 3.202.193 € 480.329 4 4 16 € 480.329
23 Omnibuzz (15% van budget) € 755.481 € 113.322 2 2 4 € 0
24 MTB € 2.341.511 € 234.151 3 3 9 € 58.538
Risico's op eigendommen gemeentelijke organisatie
25 Planschade € 24.034 € 24.034 1 1 1 € 0
26 Aansprakelijkheidsstellingen € 10.795 € 10.795 1 1 1 € 0
Totaal
€ 2.389.636

Toelichting volgnummers tabel

Terug naar navigatie - Toelichting volgnummers tabel

1 t/m 2 Het risicobedrag is het bedrag van de verstrekte garantieverplichting dan wel lening minus 70% van de marktwaarde (= executiewaarde) van het onderpand (recht van 1e hypotheek) met minimum nul.

3    Het risicobedrag bedraagt 30% van het openstaand saldo van de gegarandeerde obligatielening.

4    Het risicobedrag is op nul ingeschat aangezien:

a. WSW zelf circa € 274 miljoen borgstellingsreserve heeft om de aanspraak te voldoen.
b. WSW zal obligo innen bij de corporaties vóórdat het WSW bij de gemeenten en het rijk zal aankloppen.
c. WSW kan bij in dit geval Servatius onderpand opeisen en te gelde maken.
d. pas in 4e instantie zal WSW een renteloze lening afsluiten en deze lening verdelen over rijksoverheid (50%) en alle WSW-gemeenten (samen 50%); dit betekent dat een solidariteitsprincipe tussen rijk en alle aan WSW deelnemende gemeenten van toepassing is.

5 t/m 9  Het risicobedrag is het bedrag van de verstrekte garantieverplichting dan wel lening minus 70% van de marktwaarde (= executiewaarde) van het onderpand (recht van 1e hypotheek) met minimum € 0.

10    Het risicobedrag is gelijk aan het bedrag van de verstrekte lening. Omdat de lening inmiddels is afgelost is er geen risico meer.

11    Het risicobedrag is gebaseerd op 25 procent punten, waarbij één procentpunt overeenkomt met € 29.409. Met andere woorden als de uitkeringsfactor met 1 procentpunt verandert, heeft dit een financiële consequentie van € 29.409.

12 t/m 14 Opbrengsten beleggingen zijn meerjarig geraamd.

15   Het risicobedrag is gebaseerd op 7,5% eigen risico.

16 t/m 23 Het risicobedrag is gebaseerd op 15% eigen risico.

24   Het risicobedrag is gebaseerd op 10% eigen risico.

25 en 26 Dit betreft een schattingspost op basis van ervaring.

Het weerstandsvermogen wordt bepaald door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de benodigde weerstandscapaciteit.

De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt € 12.640.680 en is de som van:                            
• de stand van de algemene reserve per 31-12-2023 ad € 10.924.502;                            
• de onbenutte belastingcapaciteit 2023 ad € 1.716.178    

De benodigde weerstandscapaciteit bedraagt € 2.389.636 zoals blijkt uit bovenstaande tabel. Het weerstandvermogen kan als volgt berekend worden:                            
Weerstandsvermogen= beschikbare weerstandscapaciteit/benodigde weerstandscapaciteit:                            
                            
In cijfers: € 12.640.680 / € 2.389.636 = 5,29    
 
Op basis van de door uw raad vastgestelde weerstandsvermogenmatrix, kan worden geconcludeerd dat de ratio uitstekend is (zie onderstaande tabel).

 

Score

Ratio weerstandvermogen

Oordeel

A

 

 

 

2,0

Uitstekend

B

1,4

X

2,0

Ruim voldoende

C

1,0

X

1,4

Voldoende

D

0,8

X

1,0

Matig

E

0,6

X

0,8

Onvoldoende

F

 

 

 

0,6

Ruim onvoldoende

 

Toelichting op kolommen klasse kans %, gevolg en tolerantie in tabel

Risico’s beoordelen
De analyse bestaat uit een inschatting van de kans dat een gebeurtenis optreedt, en wat daarvan de gevolgen kunnen zijn. Met behulp van beoordelingstechnieken kan worden afgewogen hoe groot het risico is. Ieder individueel risico wordt bepaald als: kans x gevolg. Doel is om de hoge risico’s te identificeren. Het waarderen van risico’s behoort zoals gezegd tot de normale managementverantwoordelijkheid. In zijn aard is het een proces van taxeren en inschatten, en heeft daarmee altijd in bepaalde mate een subjectief karakter. Deze subjectiviteit beperken we zoveel mogelijk, door enerzijds ervoor te zorgen dat er altijd meerdere personen bij het proces betrokken zijn, en anderzijds waar mogelijk met onze accountant van gedachten te wisselen over risicoprofielen binnen de overheid. Voor elk risico wordt een inschatting gemaakt van de kans dat het risico zich voordoet.


Daarbij wordt gebruik gemaakt van de volgende indeling:

Kansmatrix
Klasse

Referentiebeelden

Kans

1

Onwaarschijnlijk (eens in de dertig jaar)

3%

2

Zelden (eens in de tien jaar)

10%

3

Mogelijk (eens in de vijf jaar)

20%

4

Zo goed als zeker (eens per jaar)

90%

5

Zeker (vaker dan eens per jaar)

100%

 

De inschatting van de kans kan voor verschillende risico’s plaatsvinden op basis van eigen historische gegevens. Ook hier kan een beroep worden gedaan op de expertise van de accountant bij het inschatten van risico’s.
Om tot een waardering van een risico te komen moeten ook de financiële gevolgen van een risico worden ingeschat. Vaak is niet exact aan te geven wat de omvang van een risico in financiële zin zal zijn. Daarom wordt bij het bepalen van de gevolgen gebruik gemaakt van een indeling in klassen:

Gevolgmatrix
Klasse
Bandbreedte in €

1

50.000

 

 

2

 

50.000

-

200.000

3

 

200.000

-

500.000

4

 

500.000

-

1.000.000

5

1.000.000

 

 

 

 

Met behulp van de kansmatrix en de gevolgmatrix worden individuele risico’s uniform gewaardeerd. Om vervolgens de risico’s uit te drukken in een getalswaarde als uitkomst van kans x gevolg, stellen we een tolerantiematrix op.

 

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing worden, met ingang van deze Programmabegroting, ingevolge artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV), een aantal kengetallen opgenomen. De kengetallen maken het de leden van de gemeenteraad gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van hun provincie of gemeente. De wijze waarop de kengetallen meewegen in de uiteindelijke beoordeling van de financiële positie van de mede-overheid is voorbehouden aan het horizontale controle- en verantwoordingsproces. Het kan wel behulpzaam zijn dat daarbij de kengetallen worden gerelateerd aan bijvoorbeeld de signaleringswaarden zoals die bij stresstesten worden gehanteerd.
 
Het is niet mogelijk een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie.
De kengetallen zullen altijd in samenhang moeten worden bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven van de financiële positie van een gemeente.
Daarom dienen ze te worden voorzien van een adequate toelichting. De waarden van de kengetallen kunnen worden ingedeeld in drie categorieën:
• categorie A is het minst risicovol, 
• categorie B is neutraal, 
• categorie C het meest risicovol.
 
Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C Eijsden-Margraten 2023
1 Netto schuldquote < 90% 90 - 130% > 130% 109% B
2 Netto schuldquote gecorrigeerd < 90% 90 - 130% > 130% 98% B
3 Solvabiliteitsratio > 50% 20 - 50% < 20% 18% C
4 Structurele exploitatieruimte begroting > 0% 0 < 0% 4% A
5 Grondexploitatie < 20% 20 - 35% > 35% 0% A
6 Belastingscapaciteit < 95% 90 - 105% > 105% 111% C

Tabel kengetallen

Terug naar navigatie - Tabel kengetallen

Op basis van bovenstaand overzicht en op basis van het weerstandsvermogen kan worden geconcludeerd dat de financiële positie van de gemeente Eijsden-Margraten  stabiel is. 2 van de 6 onderdelen bevinden zich in categorie A (minst risicovol), 2 onderdelen in de categorie B (medium risicovol) en 2 onderdelen in de categorie C (risicovol). Het weerstandsvermogen  van de gemeente Eijsden-Margraten is uitstekend.

KENGETALLEN
Kengetallen Jaarstukken 2022 Programma-begroting 2023 Jaarstukken 2023
1. Netto schuldquote 116% 138% 109%
2. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 104% 126% 98%
3. Solvabiliteitsratio 17% 14% 18%
4. Structurele exploitatieruimte 4% 1% 4%
5. Grondexploitatie 0% -1% 0%
6. Belastingcapaciteit 118% 125% 111%
1. Netto schuldquote ( = (A+B+C-D-E-F-G)/H * 100% )
Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H * 100% ) Jaarstukken 2022 Programma-begroting 2023 Jaarstukken 2023
A. Het totaal van de vaste schulden € 82.263.942 € 58.392.000 € 78.397.508
B./C. Het totaal van de netto vlottende schulden en overlopende passiva € 9.411.942 € 33.047.000 € 17.969.567
D. Het totaal van de volgende financiële vaste activa: uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd langer dan één jaar, uitzettingen in NL schuldpapier met een rentetypische looptijd langer dan één jaar, overige uitzettingen met een rentetypische looptijd langer dan één jaar € 13.600 € 0 € 26.338
E./F./G. Het totaal van de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar, liquide middelen en overlopende activa € 14.968.932 € 0 € 16.872.679
H. Het totaal saldo van de baten, bedoeld in artikel 17 onderdeel c BBV, exclusief de mutaties reserves € 65.879.159 € 66.042.000 € 72.821.562
2. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen ( = (A+B+C-D-E-F-G)/H * 100% )
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle leningen = (A+B+C-D-E-F-G)/H * 100% Jaarstukken 2022 Programma-begroting 2023 Jaarstukken 2023
A. Het totaal van de vaste schulden € 82.263.942 € 58.392.000 € 78.397.508
B./C. Het totaal van de netto vlottende schulden en overlopende passiva € 9.411.942 € 33.047.000 € 17.969.567
D. Het totaal van alle financiële vaste activa met uitzondering van kapitaalverstrekkingen € 8.501.554 € 8.015.000 € 8.023.421
E./F./G. Het totaal van de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar, liquide middelen en overlopende activa € 14.968.932 € 0 € 16.872.679
H. Het totaal saldo van de baten, bedoeld in artikel 17 onderdeel c BBV, exclusief de mutaties reserves € 65.879.159 € 66.042.000 € 72.821.562
3. Solvabiliteitsratio ( = (A/B) * 100% )
Solvabiliteitsratio = (A/B * 100%) Jaarstukken 2022 Programma-begroting 2023 Jaarstukken 2023
A. Het totale eigen vermogen € 19.959.496 € 16.179.000 € 22.859.210
B. Het totaal van de passiva € 117.959.754 € 113.272.000 € 125.606.082
4. Structurele exploitatieruimte ( = (((B-A)+(D-C)) / E )* 100% )
Structurele exploitatieruimte = (((B-A)+(D-C)) / E )* 100% ) Jaarstukken 2022 Programma-begroting 2023 Jaarstukken 2023
A. Structurele lasten (= totaal van de lasten bedoeld in artikel 17 onderdeel c BBV, minus het totaal van de incidentele lasten per programma bedoeld in artikel 19 onderdeel c BBV) € 67.322.949 € 66.593.000 € 74.501.251
B. Structurele baten (= totaal van de baten bedoeld in artikel 17 onderdeel c BBV, minus het totaal van de incidentele baten per programma bedoeld in artikel 19 onderdeel c BBV) € 69.758.554 € 66.635.000 € 76.631.982
C. Het totaal van de structurele toevoegingen aan de reserves bedoeld in artikel 19 onderdeel d BBV € 230.000 € 0 € 0
D. Het totaal van de structurele onttrekkingen aan de reserves bedoeld in artikel 19 onderdeel d BBV € 473.989 € 498.000 € 497.728
E. Het totaal saldo van de baten, bedoeld in artikel 17 onderdeel c BBV, exclusief de mutaties reserves € 65.879.159 € 66.042.000 € 72.821.562
5. Grondexploitatie ( = (A+B) / C * 100% )
Grondexploitatie = (A+B) / C * 100%) Jaarstukken 2022 Programma-begroting 2023 Jaarstukken 2023
A. Het totaal van de activa van de "niet in exploitatie genomen bouwgronden" € 0 € 0 € 0
B. Het totaal van de "bouwgronden in exploitatie" -€ 271.119 -€ 471.000 € 52.327
C. Het totaal saldo van de baten, bedoeld in artikel 17 onderdeel c BBV, exclusief de mutaties reserves € 65.879.159 € 66.042.000 € 72.821.562
6. Belastingcapaciteit ( = E / F * 100% )
Belastingcapaciteit = (E / F *100%) Jaarstukken 2022 Programma-begroting 2023 Jaarstukken 2023
A. OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde € 399 € 422 € 414
B. Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde € 280 € 285 € 285
C. Afvalstoffenheffing voor een gezin € 280 € 304 € 304
D. Eventuele heffingskorting voor een gezin € 0 € 0 € 0
E. Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde (A+B+C-D) € 959 € 1.011 € 1.003
F. Woonlasten landelijk gemiddelde voor gezin in het voorafgaande begrotingsjaar € 811 € 810 € 904

Toelichting kengetallen

Terug naar navigatie - Toelichting kengetallen
1 Netto schuldquote
De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie en zegt het meest over de financiële vermogenspositie van een gemeente. De netto schuldquote geeft aan of een gemeente investeringsruimte heeft of juist op haar tellen moet passen. Daarnaast zegt het kengetal ook wat over de flexibiliteit van de begroting. Hoe hoger de schuld is, hoe meer kapitaallasten er zijn (rente en aflossing) waardoor een begroting minder flexibel wordt.
 
2 Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Om een goed beeld te krijgen van de verstrekte leningen aan derden dient de netto schuldquote hiervoor te worden gecorrigeerd. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die gelden vervolgens worden doorgeleend aan bijvoorbeeld woningbouwcorporaties die op hun beurt weer jaarlijks aflossen.
 
3 Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft de mate aan waarmee de gemeentelijke bezittingen zijn betaald met eigen middelen. Anders gezegd: het aandeel van het eigen vermogen in het totaal vermogen. Hoe hoger de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen hoe gezonder de gemeente.
 
4 Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Bij incidentele lasten of baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Voorbeelden van structurele baten zijn de algemene uitkering en eigen belastinginkomsten. Bij structurele lasten zijn dat bijvoorbeeld de personeelslasten, kapitaallasten en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn. Het kengetal geeft hiermee aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de vastgestelde begroting is. Daarnaast geeft dit kengetal ook aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid.
 
5 Grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van gemeentes. De boekwaarde van de voorraad gronden is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Het kengetal geeft aan hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten van de gemeente als geheel. Hiermee wordt het belang van de grondexploitatie op de financiële positie van de gemeente inzichtelijk.
 
6 Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De ruimte die een gemeente heeft om haar belastingen te verhogen om bijvoorbeeld opgetreden risico’s op te vangen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in de gemeente.
 

Paragraaf 3: Kapitaalgoederen

Paragraaf 3: Kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Paragraaf 3: Kapitaalgoederen

Inleiding

In het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) staat dat de paragraaf over het onderhoud van kapitaalgoederen ten minste de volgende kapitaalgoederen bevat:

  1. Wegen.
  2. Verlichting.
  3. Riolering.
  4. Groen.
  5. Gebouwen.

Van deze kapitaalgoederen is aangegeven:

  1. Het beleidskader.
  2. De uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties.
  3. De vertaling van de financiële consequenties.

Het beleid met betrekking tot het onderhoud van de kapitaalgoederen van Eijsden-Margraten is vastgelegd in een aantal vigerende beleidsnota’s:

•    Wegenbeleidsplan Eijsden-Margraten 2021-2024.
•    Gemeentelijke beleidsplan Verkeer en Vervoer 2021.
•    Beleidsplan Openbare Verlichting Eijsden-Margraten 2019-2026.
•    Waterprogramma Eijsden-Margraten 2023-2027.
•    Klimaatadaptatiestrategie Eijsden-Margraten 2023-2027.
•    Waterketenplan Maas en Mergelland 2022.
•    LandschapsOntwikkelingsPlan (LOP) Buitengewoon Eijsden 2013.

•    LandschapsOntwikkelingsPlan (LOP) Buitengewoon Margraten 2009.
•    Groenstructuurplan binnen de bebouwde kom Eijsden 2004.
•    Bomenbeleid Eijsden–Margraten 2015.
•    Bermenbeleid 2016-2026 Maaien wat moet, bloei waar mogelijk.
•    Groenbeleidsplan 2020.
•    Kadernota accommodatiebeleid 2017 (Sociaal Domein).

Financiële recapitulatie beheers- en onderhoudsplannen 2023 begroting na wijziging 2023 rekening
Wegen
Regulier onderhoud 888.500 886.177
Levensduurverlengend groot onderhoud (25 jaar) : totaal budget incl. restant 2022 2.186.283 1.989.803
Rehabilitaties (50 jaar) : totaal budget 2023 incl. restant 2022 9.813.409 3.783.943
Openbare verlichting
Projectmatige vervanging 148.724 19.662
Beheer en onderhoud 186.000 192.558
Riolen (GRP)
Exploitatie 886.650 978.902
Investering cf GRP : totaal budget 2023 incl. restant 2022 5.079.332 1.145.787
Groen / Landschap
Groen 685.066 886.742
Landschap 141.100 125.488
Gebouwen
Saldo voorziening onderhoud gemeentegebouwen 01-01 207.826 843.511
Dotaties 455.000 455.000
Onttrekkingen -505.559 -465.566
Saldo voorziening onderhoud gemeentegebouwen 31-12 157.267 832.945
Terug naar navigatie - Toelichting

Toelichting
De onderhoudstoestand van de wegen is iets afgenomen terwijl het investeringsvolume van zowel wegen als riool nog niet is verbruikt. De oorzaak zit in het grote project van Cadier en Keer Noord. Betreffende wegen lopen mee in de inspecties van de wegen, terwijl deze wegen in de planning zijn voorzien voor rehabilitatie komende jaren. Dit geldt ook financieel. Zowel voor riool als voor wegen is de laatste jaren geld gereserveerd voor rehabilitatie van de wegen en het riool in Cadier en Keer, waar dit voorjaar is gestart met de werkzaamheden en conform planning loopt tot eind 2025. De financiele afrekening loopt daar uiteraard iets op achter.

Terug naar navigatie - Tabel onderhoudstoestand

Vergelijk onderhoudstoestand na inspectie
beeldkwaliteit 2010 2016 2018 2019 2021 2023 planjaren
voldoende A en A+ 91% 75% 68% 72% 89% 72% geen maatregel nodig
matig B 7% 8% 10% 4% 14% maatregelen plannen binnen 3 tot 5 jaar
onvoldoende C 4% 5% 5% 12% 4% 4% maatregelen plannen binnen 1 tot 2 jaar
achterstand D 5% 13% 19% 6% 4% 10% onderhoudsmaatregelen nodig

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

Het wegenbeleidsplan Eijsden-Margraten 2021-2024 is door de raad vastgesteld op 14 februari 2022 aan de hand van de inspectie uit 2019 en de prijsindexcijfers van 2021. In deze beleidsperiode is een verhoging van het onderhoudsbudget voor wegen en voor vervangingen wegen in de begroting opgenomen. Met deze verhoging is de opgelopen achterstand op onderhoud op termijn ingelopen. Het budget van levensduurverlengend onderhoud is verhoogd naar € 1.750.000 en kent een afschrijvingstermijn van 25 jaar. Het investeringsbudget voor rehabilitaties is verhoogd naar € 3.530.000, mede gebaseerd op de areaaluitbreiding van de diverse bestemmingsplannen en kent een afschrijvingstermijn van 50 jaar. 

In 2023 is een nieuwe weginspectie uitgevoerd. Uit efficiency-oogpunt streven wij er naar werkzaamheden parallel te laten lopen met de uitvoering van het rioolbeheerprogramma. Om dit te bewerkstelligen wordt het onderhoudsprogramma ieder jaar geactualiseerd, zo ook in 2023.

Het gemeentelijke beleidsplan Verkeer en Vervoer is in december 2021 door de gemeenteraad vastgesteld. Maatregelen die hieruit voortkomen, zijn opgenomen in de meerjaren onderhouds- en investeringsprogramma’s ( MIP).

In 2023 hebben we onderzoek gedaan naar het parkeren- en circuleren van verkeer in de oude kern van Eijsden. We hebben een enquête gehouden onder de bevolking, we hebben gesprekken gevoerd met enkele groepen belanghebbenden om te polsen of er draagvlak is voor 1 van de 4 scenario's. Dit bleek helaas niet zo te zijn. Een van de partijen werkt op dit moment een alternatief uit. Gelet op de zorgvuldigheid in het proces hebben vanuit de participatiegedachte dit initiatief gestimuleerd.

De investeringsprojecten bestaan uit fases, namelijk:
1. Planvoorbereiding.
2. Uitvoering.
3. Nazorg.
4. Oplevering.

Door de fasering worden de kosten in meerdere opeenvolgende jaren geboekt. Dit heeft invloed op de kasstromen. De planvoorbereiding neemt vaak, gelet op de burgerparticipatie en de nodige onderzoeken die moeten plaatsvinden, veel tijd in beslag en kost relatief weinig geld, ongeveer 8-12% van het projectbudget. Terwijl de daadwerkelijke werkzaamheden vaak tussen de 3-4 maanden duren en ongeveer 80-90% van de projectkosten bedragen. De kasstromen van de projecten worden geoptimaliseerd en middels een liquiditeitenplanning bewaakt.

Voor 2023 zijn de volgende investeringen aan wegen gepland, uitgesplitst naar levensduurverlengend onderhoud met een afschrijvingstermijn van 25 jaar en naar rehabilitatie met een afschrijvingstermijn van 50 jaar: 

Levensduur verlengend (LDV) Rehabilitatie
Verlengde Schoolstraat ? 25-7-2023 opgeleverd Roskuil à25-7-2023 opgeleverd
Parkeerplaats Bakkerbosch (VVKeer) ? 14-11-2023 opgeleverd Bruisterbosch à 29 juni 2023 opgeleverd
Bemelerweg beneden (gedeelte vanaf de golfbaan tot aan Sint Antoniusbank) ? 8 november 2023 opgeleverd Trichterweg / Hoenderstraat à 4 mei 2023 opgeleverd
Weg naar de golfbaan ? 14-11-2023 opgeleverd Keerderweg Gronsveld rond het woonzorgcomplex Gronsveld q3-2023 opgeleverd
Bakkerboschweg C&K ? 8 november 2023 opgeleverd
Prins Hendrikstraat Eijsden ?
Voorbereiding Rehabiliaties
Cadier en Keer Noord start werkzaamheden q1-2024
Industrieweg-Zoerbeemden afkoppelplan gereed.

Toelichting

Terug naar navigatie - Toelichting

Op dit moment vindt de aanleg van het glasvezelnetwerk plaats. De planning van deze werkzaamheden kan invloed hebben op de planning van de LDV-projecten of de rehabilitatie van wegen. We willen voorkomen dat we een weg opknappen die enige tijd later weer opgebroken moet worden om glasvezel aan te brengen.

Naast het investeringswerk aan wegen, vindt groot asfaltonderhoud plaats op basis van 2 jaarlijkse inspecties, worden de wegen periodiek geveegd, wordt onkruid op verhardingen bestreden en worden jaarlijks - voor het winterseizoen - de wegmarkeringen vernieuwd op basis van een tweejaarlijkse inspectie.

Het onderhoud aan de wegen wordt conform het nieuwe wegenbeleidsplan uitgevoerd waardoor erop termijn geen achterstand meer is.  


3.1      Openbare verlichting

Het vigerende beleidsplan OVL 2013 t/m 2017 is verlopen maar de vastgestelde beleidskaders zijn nog steeds actueel en er is geen aanleiding deze te wijzigen. De raad is in 2018 geïnformeerd dat geen nieuw beleidsplan wordt voorgelegd en dat het college de vastgestelde beleidskaders hanteert om de openbare verlichting te onderhouden. Op 28 mei 2018 heeft het college het Uitvoeringsplan Openbare verlichting Eijsden-Margraten 2019-2026  vastgesteld. In het gemeentelijk milieubeleidsplan zijn de klimaat-doelstellingen uit het Energieakkoord opgenomen. Om deze doelstelling te halen is in 2017 het contract met onderhoudsaannemer vernieuwd met toevoeging van een financieel plan. Op basis van deze overeenkomst – light as a service (LAAS) - is een berekening gemaakt van de benodigde budgetten tijdens de contractduur. Deze budgetten zijn opgenomen in de begroting.

Op 14 februari 2023 heeft de raad ingestemd met het voorstel om alle conventionele armaturen te vervangen door LED-armaturen.  Het grootste gedeelte van de armaturen is in 2023 vervangen. In 2024 volgen nog enkele armaturen in de centra en oude dorpskernen en zullen de grondspots nog vervangen worden

Er is geen sprake van achterstallig onderhoud.


3.2      Riolering

Op  13 december 2022 is het waterprogramma gemeente Eijsden-Margraten 2023-2027 vastgesteld in de raad, evenals het Waterketenplan Maas & Mergelland en  de klimaatadaptatiestrategie 2023-2027. Uit efficiency -oogpunt streven we ernaar om de uitvoering van rioleringswerkzaamheden parallel te laten verlopen met de wegenwerkzaamheden. In 2023 heeft de aanbesteding plaatsgevonden van de werkzaamheden aan de riolering en de openbare ruimte in Cadier en Keer. We hebben de  hoofdpost van de telemetrie (een systeem dat de besturing van de pompen op afstand regelt) vervangen en is/wordt de blusvijver op het bedrijventerrein Aan de Fremme “waterdicht” gemaakt.

In 2023 hebben we te kampen gehad met een aantal wateroverlast momenten. Er zijn buien van 40 mm in 30 minuten over onze gemeenten getrokken, dit kan betiteld worden als een zeer extreme bui. Met name Breust-Eijsden, Mariadorp en de straten in het Brook in Gronsveld hebben veel wateroverlast in de woningen gehad. We hebben deze locaties onderzocht, maatregelen getroffen  of zijn nog een aantal scenario's aan het doorrekenen.

Eens per 10 jaar wordt het riool geïnspecteerd waarna onvolkomenheden en reparaties worden opgelost. Derhalve is er geen achterstallig onderhoud. Daarnaast zijn in 2023 de volgende onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd dan wel voorbereid:
•    Reiniging en inspecties van ongeveer 25 km riolen per jaar.
•    Onderhoudsbestek pompinstallaties.
•    Reiniging van 6.200 kolken en 200 zandvangers.
•    Renovatie pompinstallaties.
•    Voorbereiding en aanbesteding reparatiebestek 2023.
•    Relining riolering.
•    Vervanging riolering.

Het onderhoud voldoet aan het noodzakelijke niveau, er zijn geen achterstanden.


3.3      Groen

Voor het openbaar groen binnen de bebouwde kom zijn de volgende beleidsplannen actueel:

  • Groenbeleidsplan 2020.
  • Bomenbeleid gemeente Eijsden-Margraten 2015.
  • Groenstructuurplan binnen de bebouwde kom Eijsden 2004.

Het groenbeleidsplan is in 2020 vastgesteld door de gemeenteraad. Dit beschrijft op welke wijze de gemeente haar openbaar groen wil ontwikkelen. Het vormt de basis voor het actualiseren van het groenbeheerplan. We onderhouden 15 ha. plantsoen, scheren 65 km hagen, onderhouden ruim 14.000 bomen en maaien 33 ha. gazons. 

Voor het landschap zijn de volgende beleidsplannen actueel:
* Bomenbeleid gemeente Eijsden-Margraten 2015.
* Bermenbeleid 2016-2026 : maaien wat moet, bloei waar mogelijk.
* Landschapsontwikkelingsplannen (LOP) Buitengewoon Margraten en Buitengewoon Eijsden.
* Gemeentelijk Kwaliteitsmenu Eijsden-Margraten 2013.
* Middenterras.

Op 5 februari 2013 heeft de raad het landschapsontwikkelingsplan Buitengewoon Eijsden vastgesteld. We beschikken over een landschappelijke visie voor het gehele buitengebied van de gemeente Eijsden-Margraten. 

Het onderhoud van openbaar groen en landschap is uitgevoerd conform de beleidsplannen en derhalve is er geen achterstallig onderhoud.

3.4      Gebouwen

De gemeente heeft 40 gebouwen in eigendom waarvoor ze ook het beheer uitvoert :  schoolgebouwen, sportaccommodaties (binnen- en buitensport), gebouwen voor de gemeentelijk bedrijfsvoering, voor de huisvesting van statushouders en voor enkele overige, vaak sociaal-maatschappelijke, doeleinden. In de vastgestelde kadernotitie accommodatiebeleid 2017 is bepaald dat vitale verenigingen een essentiële rol spelen in de leefbaarheid en de sociale cohesie in de kernen en dat de huisvestiging hiervan gefaciliteerd dient te worden.

Het benodigde onderhoud aan gemeentelijke gebouwen leggen we vast in een meerjarig onderhoudsplan. Dit vormt de onderlegger van het werkplan dat jaarlijks is uitgevoerd. Het doel van onderhoud is de instandhouding van de gemeentelijke gebouwen op een afdoende kwalitatief niveau voor het gebruiksdoel waarvoor deze voorzieningen zijn gerealiseerd.

Middels inspecties en voortschrijdend inzicht wordt het meerjarig onderhoudsplan jaarlijks geactualiseerd. In een werk(plan) is bepaald welke werkzaamheden daadwerkelijk tot uitvoering worden gebracht in enig jaar. Van dit werkplan maken o.a. de volgende onderdelen deel uit:

  • het benodigde jaarlijkse reguliere service-onderhoud;
  • het (niet) planbare correctieve onderhoud zoals :
    • buitenschilderwerk ;
    • noodzakelijke reparaties aan deuren en kozijnen, dakbedekkingen en technische installaties, maar vooral het (groot) vervangingsonderhoud aan dakbedekkingen,  gevels, technische installaties en (sport)vloerafwerkingen en
  • kleine aanpassingen uit veiligheidsoverwegingen. 

Voor de instandhouding van gemeentelijke gebouwen is de voorziening onderhoud gemeente gebouwen gevormd. De onderhoudsuitgaven worden ten laste van deze voorziening geboekt. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud. 

Paragraaf 4: Financiering

Paragraaf 4: Financiering

Terug naar navigatie - Paragraaf 4: Financiering

In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten staat dat de paragraaf over de financiering in ieder geval het beleid ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille bevat.
 
Treasuryfunctie
De gemeentelijke treasuryfunctie heeft als doel het financieren van het gemeentelijk beleid (zorgen voor tijdige beschikbaarheid van voldoende geldmiddelen) en het uitzetten van de overtollige geldmiddelen. De risico’s en kosten worden daarbij geminimaliseerd en het renteresultaat geoptimaliseerd. De functie wordt uitgevoerd binnen de normen van de Wet FIDO, de ministeriële regeling Ruddo en het Treasurystatuut 2017 Eijsden-Margraten.
 
Financieringsbeleid
De gemeente zet de overtollige geldmiddelen uit bij de Nederlandse Staat (schatkistbankieren). Om het renteresultaat te optimaliseren wordt financiering met externe middelen beperkt door eerst de eigen liquide financieringsmiddelen te gebruiken. Als deze laatste ontoereikend zijn kunnen er externe middelen worden aangetrokken.

Algemene interne en externe ontwikkelingen

Algemene rente ontwikkelingen

Onze gemeente heeft per 31 december 2023 in totaal 13 langlopende leningen met een openstaand saldo van € 78,39 miljoen. Het gewogen gemiddelde rentepercentage van de leningenportefeuille bedraagt 1,38%. 

 

Algemene renteontwikkelingen Gemiddeld 2019 Gemiddeld 2020 Gemiddeld 2021 Gemiddeld 2022 Gemiddeld 2023
Kasgeld -/- 0,37% -/-0,33% -/-0,44% 0,14% 3,50%
Rekening-courant (debet) 2,45% 2,45% 2,45% 2,81% 3,25%
Lang geld (lineair 25 jaar) 0,91% 0,49% 0,62% 2,27% 4,00%
Gemiddeld rentepercentage Eijsden-Margraten 1,14% 1,14% 1,09% 1,35% 1,38%
(bron BNG)

De plannen van het beleid voor het risiscobeheer

Terug naar navigatie - De plannen van het beleid voor het risiscobeheer

Om het renterisico op de vlottende schuld te beperken, hanteren we een kasgeldlimiet. Als grondslag van de wettelijk toegestane omvang van de kasgeldlimiet houden we de omvang van de jaarbegroting per 1 januari voor het gehele begrotingsjaar aan, vermenigvuldigd met het percentage dat bij ministeriële regeling is vastgesteld. Dit betekent dat de korte schuld  maximaal 8,5% van het begrotingstotaal mag bedragen. De korte schuld bestaat uit de opgenomen gelden met een oorspronkelijke rente-typische looptijd korter dan één jaar plus de schuld in rekening-courant en is bedoeld voor het financieren van lopende uitgaven.

Om de renterisico’s op de vaste schuld te beheersen, dienen de gemeenten te voldoen aan de renterisiconorm. Hiervoor moeten we het renterisico dat we op de vaste schuld lopen berekenen. De definitie van het renterisico op de vaste schuld is: de mate waarin het saldo van rentelasten en rentebaten van een gemeente verandert door wijzigingen in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een oorspronkelijke rente-typische looptijd van één jaar of langer.

De uitkomst van de berekening van het renterisico op de vaste schuld dient getoetst te worden aan de renterisiconorm. De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Concreet houdt dit in dat de gemeente ervoor moet zorgen dat in enig jaar niet meer dan 20% van de begrotingsomvang moet worden geherfinancierd. De norm is ingesteld om door een spreiding in looptijden van leningen een stabiele rentelast te bewerkstelligen.

Uit onderstaand overzicht kan worden afgeleid dat zowel in 2022 als in 2023 sprake was van ruimte onder de renterisiconorm.

Renterisiconorm werkelijk 2022 begroot 2023 werkelijk 2023
Omvang begroting/rekeningtotaal € 66.565 € 66.970 € 75.018
Renterisiconorm (20% van omvang begrotingstotaal) € 13.313 € 13.394 € 15.004
Renteherziening opgenomen leningen € 0 € 0 € 0
Renteherziening uitgezette leningen € 0 € 0 € 0
Aflossingen € 3.700 € 3.866 € 3.686
Ruimte onder de renterisiconorm € 9.613 € 9.528 € 11.318
Overschrijding van de renterisiconorm n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Terug naar navigatie - Renterisiconorm

Liquiditeiten

Liquiditeitenplanning

Het liquiditeitsrisico wordt door de gemeente Eijsden-Margraten beperkt door een stringente korte termijn liquiditeitenplanning.

Omschrijving (bedragen x € 1.000) Begroot 2023 Werkelijk 2023
Totaal jaarbegroting / jaarrekening € 60.872 € 75.018
(lasten)
Toegestane kasgeldlimiet
in procenten van de grondslag 8,5% 8,5%
in een bedrag € 5.174 € 6.377
Totaal netto vlottende schuld
(vlottende schuld -/- € 19.894 € 8.819
vlottende middelen)
Overschrijding kasgeldlimiet € 14.720 € 2.442
Ruimte t.o.v. kasgeldlimiet

Paragraaf 5: Bedrijfsvoering

Paragraaf 5: Bedrijfsvoering

Terug naar navigatie - Paragraaf 5: Bedrijfsvoering

5.1. Algemeen

Om de ambities van het gemeentebestuur te realiseren investeren we in mensen en middelen. De paragraaf bedrijfsvoering schetst de manier waarop de organisatie hier invulling aan geeft en welke instrumenten hiervoor nodig zijn. 

Bedrijfsvoering van de organisatie is het domein en de verantwoordelijkheid van het college. Het college informeert de raad hierover via de paragraaf Bedrijfsvoering in de begroting en de jaarrekening. Deze paragraaf beschrijft op hoofdlijnen de ontwikkelingen in de bedrijfsvoering die in 2023 aan de orde zijn geweest.

5.2. Organisatie in ontwikkeling
In 2023 bouwden we voort op de reeds ingezette lijnen die ondersteund worden in het Bestuursakkoord 2022-2026.  De acties die voor 2023 op de agenda stonden waren:

Organiseren van slagkracht door:  Verstevigen van HRM, PC cyclus stroomlijnen Bedrijfsvoeringsprocessen inwonergericht en rechtmatig in te richten, Communicatie- en informatievoorziening optimaliseren, Doorvertalen besturingsfilosofie naar besturingsmodel.

Resultaatgerichtheid: Sturen op en monitoren van resultaten bestuursakkoord, Sturen op en monitoren van resultaten dienstverlening, Verankeren participatie- en dienstverleningsvisie in lijn van bestuursakkoord.

Veerkracht en wendbaarheid: Ontwikkelkracht van teams in beeld brengen en doorvertalen naar ontwikkelplannen per domein, Teamcoaching, Organisatiebrede TOEM ontwikkeldagen.

Vitaliteit: Plan uitwerken duurzame inzetbaarheid, Pilot trainingen advieskracht verbreden naar alle adviseur, Trainingen persoonlijk leiderschap.

5.2.1. organisatie- ontwikkeltraject

In 2021 zijn we gestart met het organisatieontwikkeltraject TOEM: Toekomstbestendige Organisatie Eijsden-Margraten. In 2023 is de onderliggende missie, in overleg met de medewerkers, aangescherpt in ‘’Dicht bij het leven, vanuit het hart´ Dicht bij mensen’’. Centraal binnen TOEM staat dat middels het principe van zelforganisatie de organisatie inspeelt op wat de samenleving van ons vraagt, focus legt op het verbeteren van de dienstverlening, met een bedrijfsvoering die dat ondersteunt en een samenspel tussen mensen (bestuurders en ambtenaren) die dat mogelijk maakt. 

In 2023 is vanuit het MT de focus gelegd op werving en selectie; invullen van vacatures, het beter zichtbaar maken van vacatures en het instroomproces van nieuwe medewerkers adequaat inrichten.

Er werd in 2023 verder geïnvesteerd in diverse teams, kleine resultaatgerichte eenheden, die samenwerken aan een opgave of reguliere dienstverlening. En die inspelen op ontwikkelingen en vraagstukken in de samenleving, waarbij de uitgangspunten van de dienstverleningsvisie en het Bestuursakkoord 2022-2026 een belangrijke basis vormen. Er ontstond in 2023 draagvlak voor een andere toekomstbestendige - manier van organiseren, waarbij de opgave centraal staat. De eerste stappen om dit opgavegericht werken verder te verdiepen zijn in 2023 gezet.

De training advieskracht werd verder uitgerold en de nieuwe training persoonlijk leiderschap werd als pilot opgestart. De focus van de trainingen advieskracht ligt op het sterker maken van onze adviseurs zodat het samenspel tussen college en ambtelijke organisatie beter wordt vormgegeven, en uiteraard inhoudelijk sterker beleid oplevert. In de organisatie ontstond bij de medewerkers die niet een adviseursrol vervullen een behoefte aan training waarbij de focus hier met name ligt op het sterker maken van het eigen functioneren waardoor de dienstverlening wordt verbeterd. Deze pilot is opgestart en zal in 2024 worden geëvalueerd.

In 2023 werd een nieuwe organisatiestructuur gepresenteerd. Met name de constatering dat de span of attention van onze leidinggevenden te groot was geworden waardoor onze medewerkers niet de aandacht kunnen krijgen die zij verdienen lag hieraan ten grondslag. Er werd besloten om een nieuwe functie Teamregisseur te introduceren. Dit is een hiërarchische leidinggevende met name bij de uitvoeringsteams. De werving is eind 2023 opgestart.  Door deze uitbreiding van het leidinggevende kader wordt de span of attention van leidinggevenden kleiner en kan meer aandacht worden gegeven aan onze medewerkers wat  past bij het binden, boeien en waarderen van ons personeel.

5.2.2. duurzame inzetbaarheid van medewerkers 

Het hoge ziekteverzuim (9% in 2019) is door verschillende interventies naar een gemiddeld niveau gedaald (5,6% eind 2021, in juli 2022 6,1%).  Helaas begonnen we 2023 met een hoger verzuimpercentage. Corona heeft het verzuimgedrag behoorlijk veranderd. Tegenwoordig blijven we met een snotneus thuis, uit bescherming voor collega’s. Dat was pre-corona anders. Maar de mogelijkheden om je werk plaats- en tijdonafhankelijk uit te voeren zijn – dankzij de lockdowns en de mogelijkheid om digitaal te vergaderen – ook substantieel vergroot. Met de nieuwe bedrijfsarts en gerichte inzet vanuit het management blijven we focus houden op het voorkomen en  beheersbaar houden van verzuim. Uiteindelijk eindigden we in 2023 met een gemiddelde van 6,5%.

In een wereld waarin de uitvoering onder druk staat en de arbeidsmarktkrapte steeds bepalender wordt, is investeren in het binden en boeien van zittende medewerkers alsmede het investeren in duurzame inzetbaarheid een must. Ook in dat licht investeerden we in 2023 in individuen, teams en organisatie  als geheel.  

Duurzame inzetbaarheid is het vermogen om nu en in de toekomst op een gezonde, productieve, betekenisgevende manier deel te nemen aan het arbeidsproces in een werkomgeving die daarvoor optimale mogelijkheden biedt. Met het oog op de personeelstekorten is investeren in duurzame inzetbaarheid noodzakelijker dan ooit.  Ook de CAO gemeenten heeft dit onderkend en het opzetten van een vitaliteitsbeleid is onderdeel geworden van de CAO. Doordat de focus in 2023 is komen te liggen op werving en selectie is het aspect vitaliteitsbeleid in 2023 nog niet opgepakt. 


5.2.3. arbeidsmarkt

De grote uitdaging van 2023 was het invullen van veel vacatures in een tijd dat er sprake was van arbeidsmarktkrapte.  Met name in de fysieke hoek is de vraag naar personeel vanuit de overheid en het bedrijfsleven zo groot dat we de plekken niet of moeizaam ingevuld krijgen. Een neveneffect  van deze grote vraag naar personeel is een grotere mobiliteit. Daar waar medewerkers in het verleden een leven lang bij dezelfde werkgever bleven, worden ze nu verleid tot een loopbaanstap buiten de deur. Op zichzelf is daar niets mis mee, het heeft wel een vertragend effect op de dienstverlening en de productiviteit, zelfs als er direct een vacature kan worden ingevuld. Er is altijd een ‘gat’ van minimaal 2 maanden bij de overgang van vertrek naar inwerken en in de tussentijd vangen collega’s het werk op. Draaglast (de belasting) en draagkracht (de belastbaarheid) raken dan (verder) uit balans. Wij waarschuwden er voor dat dit mechanisme uiteindelijk te merken zal zijn in de kwaliteit of snelheid van onze dienstverlening.

In 2023 hebben wij een aanvalsplan uitgewerkt worden rondom werving van personeel zodat wij konden inspelen op de marktomstandigheden.  Er is gekozen om een recruiter in te huren die heeft ondersteund bij het verbeteren van ons wervingsproces. De vacatureteksten zijn verbeterd en onze zichtbaarheid met name op social media is vergroot.  Dit leidde er toe dat de gewenste uitbreiding is gerealiseerd. De ambtelijke organisatie startte op 1 januari 2023 met 156,1 Fte bezetting en eindigde op 31 december 2023 met 174,48 Fte. Er stroomden 23 medewerkers uit en 40 medewerkers in. De focus die werd aangebracht op deze omvangrijke taak heeft geleidt tot dit mooie resultaat in een moeilijke arbeidsmarkt.  In Q4 is een trainee gestart met het opstellen van een onboardingsprogramma voor nieuwe medewerkers. Tevens is gestart met het vervaardigen van een wervingsfilmpje om nieuwe medewerkers aan te trekken.

5.2.4. vast personeel op cruciale functies

De formatie van de organisatie beweegt mee met de ambities van het bestuur. Het invullen van de extra capaciteit die in de begroting 2023 - 2026 is opgenomen, was op onderdelen een grote uitdaging. Zeker in het fysieke domein. En het is duidelijk dat invulling van vacatures niet altijd gerealiseerd kon worden. Ter overbrugging moest helaas vaak gebruik gemaakt worden van inhuur. Waarbij de aantekening hoort dat wij blijven streven naar vast personeel zeker op cruciale beleids-, uitvoerings- en leidinggevende functies.  Dat geeft rust en stabiliteit in een dynamisch en complex speelveld. Wij blijven sturen op de afbouw van inhuur en in 2023 is hiertoe ook een werkproces uitgewerkt en geïmplementeerd dat zorgt voor meer controle en sturing op de inhuur. 

Er kunnen valide redenen zijn voor inhuur van tijdelijk personeel, zoals bij ziektevervanging, piek-werkzaamheden of specifieke expertise of omdat een vacature niet direct ingevuld kan worden terwijl het werk er wel is.


5.2.5  vernieuwen democratische cultuur

In januari 2023 is een bijeenkomst geweest van raad, college en ambtelijke organisatie waarin gepolst is wat de actualiteitswaarde van de aanbevelingen van Necker is.  Nadien heeft de portefeuillehouder de raad geïnformeerd over de opbrengsten van deze bijeenkomst. Voor wat betreft het vervolgtraject is gewacht, gezien de komst van de nieuwe burgemeester en de tijd die nodig is om zich een beeld te vormen van de gemeente. Eind 2023 zijn de eerste gedachten gevormd om in 2024 te komen tot een midterm tweedaagse voor de raad. 


Geïnvesteerd is in het versterken van de relatie met de inwoners via de lijn van dienstverlening, communicatie en participatie. De website is vernieuwd en omgevormd naar een klantgericht digitaal dienstverleningskanaal.  Tevens is de communicatie over de raad(svergadering) uitgebreid. Voorafgaand aan de vergadering wordt ‘In voorraad’ gepubliceerd waarbij enkele agendapunten worden toegelicht en na afloop ‘Raad en daad’ waarin teruggeblikt wordt op de vergadering. Dit door een externe schrijver. De terugblik van de fracties op de vergadering is daarmee vervallen. 

De communicatie is tevens versterkt door het in beeld en geluid uitzenden van raads- en dialoogvergaderingen. Begonnen in de Coronatijd is vanaf februari 2023 sprake van vaste camera’s in de raadzaal en het dus standaard uitzenden met beeld en geluid van de vergaderingen. 

Daarnaast zijn in 2023 een 50-tal specifieke klantprocessen in de organisatie geïmplementeerd t.b.v. digitale afhandeling. In samenhang met de invoering van de Omgevingswet heeft in het VTH-domein een herontwerp van onze dienstverleningsprocessen plaatsgevonden. Ook in het sociaal domein is hier een start mee gemaakt. Met de komst van een adviseur burgerparticipatie in de 2e helft van het jaar wordt het aspect burgerparticipatie de komende periode verder opgepakt. Daarnaast is – in samenspraak met de burgerredactieraad - geïnvesteerd in de communicatie richting de inwoners, in correspondentie, weekblad de Etalage en via social media.   

Terug naar navigatie - Omschrijving

5.3      I&A (informatie & automatisering) 

De maatschappij ontwikkelt zich in de richting van een informatiesamenleving en vraagt steeds meer dat onze informatie snel, accuraat en digitaal beschikbaar is. Het afgelopen jaar heeft onze informatievoorziening meebewogen met de ontwikkelingen binnen die informatiesamenleving. Dit mede onder invloed van nieuwe wet- en regelgeving. Hierover hebben wij in onze meerjaren investeringsagenda afspraken gemaakt. Die investeringsagenda combineert bestuurlijke ambities met noodzakelijke vernieuwingen en nieuwe kaders die voortvloeien uit wet- en regelgeving. De voortgang in 2023 heeft ertoe geleid dat de organisatie op koers ligt ten aanzien van deze agenda.
De voornaamste ontwikkelingen die in 2023 zijn opgepakt:

  • De ontwikkeling van een nieuwe website. De bestuurlijke doelstelling rondom het thema dienstverlening vormde de grondlegger voor de vernieuwde website. Bij de ontwikkeling hiervan zijn tevens de wettelijke kaders uit de Wet Modernisering elektronisch Bestuurlijk Verkeer (WMEBV) gevolgd. Door de WMEBV krijgen burgers en ondernemers het recht om digitaal met de overheid te communiceren.
  • Het gereedmaken van onze informatievoorziening voor de Omgevingswet. Ten behoeve van de ingang van de Omgevingswet is een optimalisatieslag doorgevoerd in de uitvoeringsprocessen en de bijhorende systemen. Een belangrijk onderdeel hiervan was de invoering van een nieuw informatiesysteem. Deze vernieuwing is in samenwerking met een groot aantal Limburgse gemeenten gerealiseerd. 
  • Opstarten vernieuwing informatievoorziening sociaal domein. Wegens tekortkomingen in het informatiesysteem voor het sociaal domein en de bijbehorende dienstverlening door de leverancier is in 2023 de overeenkomst met de leverancier ontbonden. Op basis van een aanbesteding is een vernieuwingsslag opgestart. 
  • In het kader van een duurzame digitale archivering is in 2023 een verdere verkenning uitgevoerd over het mogelijk toetreden tot de gemeenschappelijke regeling Historisch Centrum Limburg. Wegens vertraging van de verwachte inwerkingtreding van de nieuwe archiefwet is de onderhandelingsfase uitgesteld naar 2024-2025. 

Wet Open Overheid
In 2023 is verder uitvoering gegeven aan de eerste fase van de WOO, die betrekking heeft op: algemeen bindende voorschriften en overige besluiten van algemene strekking. Tevens worden verslagen van college en raad gepubliceerd. Daarnaast zijn wij aangesloten op het landelijke publicatieplatform WOO-index, als vervanger van PLOOI. Ten behoeve van de verdere implementatie hebben wij de landelijke ontwikkelingen rondom de WOO en een eventuele tranche 2 nauwgezet gevolgd. Gebleken is dat in 2023 de landelijke doorontwikkeling deels is opgeschort. Hierdoor zijn wij in afwachting van de verdere implementatiestrategie vanuit de Rijksoverheid.

Informatiebeveiliging
Gemeenten zijn net als andere organisaties uitermate kwetsbaar als het gaat om hun (digitale) dienstverlening. Deze kwetsbaarheid wordt versterkt doordat gemeenten bronhouder en bewerker zijn van veel privacygevoelige informatie. Het is dus van belang om privacybescherming en informatiebeveiliging goed op orde te hebben. De informatiebeveiliging binnen onze gemeente wordt geborgd vanuit de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). Het principe van de BIO is dat het gemeentebestuur op basis van risico-inventarisaties afgewogen keuzes maakt over informatiebeveiliging. Daarnaast beschrijft de BIO een aantal normen die voor iedere gemeente als verplichting gelden. Jaarlijks wordt gewerkt aan verbetering van de informatiebeveiliging. Hierover wordt ook voor 2023 horizontale verantwoording (naar de gemeenteraad) en verticale verantwoording (naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken)  afgelegd. 
Beoordeling van een onafhankelijk IT-auditer heeft uitgewezen dat onze gemeente over 2023 in control is op het vlak van informatiebeveiliging. Dit met inachtneming van een aandachtspunt op het vlak van leveranciersmanagement, dat in 2024 wordt geadresseerd. 

Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
Gemeenten moeten sinds 2018 voldoen aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) deze stelt eisen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de privacy van burgers en medewerkers. Onze gemeente waarborgt dit onder andere door actief en structureel met een team, privacy gerelateerde vraagstukken en werkzaamheden, op te pakken. Bewust omgaan, met informatie door medewerkers is essentieel om privacy van de burgers en medewerkers te respecteren. In 2023 zijn medewerkers, via meerdere kanalen bewust gemaakt in de omgang met en bescherming van persoonsgegevens. Er is een verbeterplan opgesteld naar aanleiding van de externe audit Wet politiegegevens (Wpg) waarmee de organisatie aan de slag is gegaan in afstemming met de AVG activiteiten.

Kaderstellende documenten

Terug naar navigatie - Kaderstellende documenten

Budgethoudersregeling 2020.
Algemene Verordening Gegevensbescherming.
Mandaat en machtigingsregeling tweede wijziging Eijsden-Margraten 2017.
Verordening op de elektronische bekendmaking en kennisgeving Eijsden-Margraten.
Communicatiebeleid 2012-2016.
Aanbestedingsbeleid 2016.

Paragraaf 6: Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Inleiding

De gemeente Eijsden-Margraten heeft bestuurlijke en/of financiële belangen in een aantal verbonden partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen.

Een verbonden partij is een derde rechtspersoon, waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur van een verbonden partij of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de betreffende rechtspersoon en/of als de gemeente aangesproken kan worden door derden ingeval van financiële problemen bij de verbonden partij.

Deze verbonden partijen voeren beleid uit voor de gemeente. Uiteraard behoudt de gemeente Eijsden-Margraten beleidsmatige en financiële verantwoordelijkheden ten aanzien van deze partijen.

In de Nota Verbonden Partijen wordt het door de gemeente Eijsden-Margraten gevoerde beleid inzichtelijk gemaakt. Ook wordt ingegaan op de begrippen en juridische kaders waaraan verbonden partijen moeten voldoen.

De uitgangspunten voor deelname in een verbonden partij zijn uitvoerig vastgelegd in de Nota Verbonden Partijen. Belangrijke uitgangspunten zijn:

  • De gemeente participeert alleen in derde partij (verbonden partij) indien daarmee publiek belang gediend wordt.
  • De financiële gevolgen en mogelijke risico’s van deelname in een verbonden partij dienen inzichtelijk te worden gemaakt.

Voor meer inhoudelijke informatie wordt verwezen naar deze nota.

Onderstaande tabel toont de begrote bijdragen voor 2023 van de gemeente Eijsden-Margraten per verbonden partij.

Terug naar navigatie - tabel
Programma 1 Kwaliteit van Leven Bijdrage Eijsden-Margraten 2023
Centrumregeling inkoop Jeugd € 130.000
Centrumregeling inkoop WMO € 40.000
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zuid-Limburg (GGD Zuid Limburg) € 1.540.750
Omnibuzz € 579.863
MTB Regio Maastricht NV € 2.053.398
Stichting Podium24 € 270.530
Annex BV / Stichting Re-integratie Inbesteding Maastricht en Mergelland (SRIMM) € 125.000
Anti Discriminatie Voorziening Limburg € 11.500
Regionale samenwerking leerplicht RMC € 86.000
Regionale samenwerking leerlingenvervoer € 343.282
Programma 3 Duurzaamheid en Klimaatverandering
Gemeenschappelijke regeling sanering afvalwaterlozingen buitengebied nvt
Reinigingsdiensten RD4 € 2.049.372
Regionale uitvoeringsdienst Zuid-Limburg € 135.794
Bodemzorg Limburg BV € 6.291
Programma 5 Bestuur en Dienstverlening
Veiligheidsregio Zuid-Limburg € 1.852.897
Bank Nederlandse Gemeenten nvt
Waterleiding Maatschappij Limburg N.V. nvt
Enexis Holding NV nvt
Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV nvt
BsGW € 542.720
Gegevenshuis € 268.544
Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen

 

 

Centrumregeling inkoop Jeugd

Soort

Overige verbonden partijen

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen               

De gemeenten in Zuid-Limburg. Gemeente Maastricht is centrumgemeente.

Openbaar belang               

Het gezamenlijk uitvoeren van taken op het gebied van jeugdzorg (inkoop en backoffice).

Visie

Profiteren van de al aanwezige administratieve slagkracht en knowhow van Maastricht.

Beleidsvoornemens

Continueren. 

Financieel belang

Voor de uitvoeringskosten (€ 130.000) die wij aan gemeente Maastricht betalen wordt voor ruim € 5 miljoen per jaar aan zorg ingekocht.

Bestuurlijk belang

Wethouder Piatek is lid van de stuurgroep Jeugdzorg.

Financiële situatie

Lokale overheid.

Ontwikkelingen  

Inkoop jeugd wordt de komende jaren verder doorontwikkeld. Vanaf 2023 start een nieuwe aanbesteding van waaruit er een verdere doorontwikkeling binnen de segmenten gaat plaatsvinden op sub-regionaal niveau.

Risico’s

Financieel: beperkt risico faillissement zorgaanbieders. Dit wordt beperkt door monitoring van verstrekte voorschotten door Maastricht en evaluatie prestaties zorgaanbieders door inkoopteam Maastricht.

 

.

 

Centrumregeling inkoop Wmo

Soort

Overige verbonden partijen

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen               

De gemeenten Eijsden-Margraten, Maastricht, Valkenburg aan de Geul, Gulpen-Wittem, Meerssen en Vaals. Maastricht is centrumgemeente.

Openbaar belang               

Het gezamenlijk uitvoeren van taken op het gebied van jeugdzorg (inkoop en backoffice).

Visie

Het gezamenlijk optrekken en verdelen van de administratieve lasten en kennisdeling in de regio Maastricht Heuvelland met schaalvoordelen t.a.v. inkoop.

Beleidsvoornemens

Continueren.

Financieel belang

Voor de uitvoeringskosten (circa € 40.000) die wij aan gemeente Maastricht betalen wordt voor ruim € 3,2 miljoen per jaar aan zorg ingekocht.

Bestuurlijk belang

Wethouder Piatek is lid van het Pho Maastricht-Heuvelland.

Financiële situatie

Lokale overheid.

Ontwikkelingen  

Niet specifiek, betreft continue functie.

Risico’s

Financieel: beperkt risico t.a.v. faillissement zorgaanbieders. Dit wordt beperkt door monitoring van verstrekte voorschotten door Maastricht en evaluatie prestaties zorgaanbieders door inkoopteam Maastricht.

 

 

Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zuid-Limburg (GGD Zuid Limburg)

Soort

Gemeenschappelijke regeling

Vestigingsplaats

Geleen

Betrokken partijen

Alle 16 gemeenten in Zuid-Limburg.

Openbaar belang               

De GGD Zuid Limburg beschermt, bewaakt en bevordert de gezondheid van alle Zuid-Limburgers met speciale aandacht voor mensen in een kwetsbare positie. Daarmee wil de GGD eraan bijdragen dat iedereen, van jong tot oud, actief kan deelnemen aan onze samenleving.

 

Zorgdragen voor publieke gezondheid, toezicht op de  kwaliteit Wmo, Jeugdgezondheidszorg, Veilig Thuis,  ambulancezorg, GHOR, vangnetfunctie en crisiszorg verslaafden, dak- en thuislozen, sociaal medische  advisering. De GGD Zuid Limburg is een gemeenschappelijke regeling, die is ingesteld door de gemeenten in Zuid-Limburg. Gemeenten hebben de taak om de lokale publieke belangen op het gebied van publieke gezondheid te behartigen. Gemeenten bepalen het gezondheidsbeleid en voeren hierop regie. De

GGD adviseert gemeenten, levert data en kennis, verbindt partijen en is aanjager van processen die moeten leiden tot een betere gezondheid van de Zuid-Limburgers. Ook zorgt de GGD voor de uitvoering van de wettelijke taken uit de Wet publieke gezondheid en aanvullende taken die door de gemeenten aan de GGD zijn opgedragen.

Visie

Bij de GGD Zuid Limburg staat de gezondheid van de Zuid-Limburgers centraal. Dat geldt zowel voor acute situaties (ongevallen en incidenten) als voor de lange termijn waar preventie een rol speelt.

De GGD is hét regionale centrum voor kennis over en onderzoek naar volksgezondheid. Kennis en informatie worden actief beschikbaar gesteld aan professionals én burgers.

De GGD stimuleert en ondersteunt andere partijen om bij te dragen aan een gezonder Zuid-Limburg. De GGD stuurt aan op een gezamenlijke en integrale aanpak door diverse samenwerkingspartners.

Beleidsvoornemens

In het regionaal gezondheidsbeleid is vastgelegd dat het de ambitie is om de achterstand ten opzichte van de rest van het land binnen tien jaar met 25 procent in te lopen en zo daadwerkelijk een Trendbreuk te realiseren.  Om de trend daadwerkelijk te kunnen breken, is een  aantal fundamentele keuzes gemaakt die tot een nieuwe  aanpak moeten leiden, zoals: commitment om meerjarig  werk te maken van de Trendbreuk, het smeden van  allianties op zowel provinciaal- als rijksoverheidsniveau en  focus en massa maken. De focus wordt gelegd op de periode vanaf de kinderwens en zwangerschap tot en met  de periode waarin mensen jong volwassen zijn (van  kinderwens tot kinderwens). De Trendbreuk is breder dan  de focus op deze cyclus, want op andere beleidsterreinen liggen eveneens kansen om de gezondheidsachterstand in  te lopen.  De GGD is een belangrijke partner in de realisatie van het 
gezondheidsbeleid.

Financieel belang

Het totaal van alle gemeentelijke bijdragen aan de GGD in 2023 bedraagt: 

GGD

€ 7.493.255

Jeugdgezondheidszorg

€ 19.112.216

Acute Zorg / GHOR

€ 1.175.337

Veilig Thuis

€ 7.989.086

Totaal

€ 35.769.906

 De aandeel van de gemeente Eijsden-Margraten hierin bedraagt € 1.519.769.

 

x 1.000

1-1-2023

31-12-2023

eigen vermogen

€ 1.740

€ 1.740

vreemd vermogen

€ 36.190

€ 36.190

verwacht resultaat

 

€ 0

 

Bestuurlijk belang

Het Algemeen Bestuur van de GGD Zuid Limburg bestaat  uit één bestuurslid per deelnemende gemeente en één  plaatsvervangend lid.  Als lid van het Algemeen bestuur  kunnen slechts worden aangewezen leden van het college van de gemeenten. In het algemeen bestuur wordt de gemeente Eijsden-Margraten vertegenwoordigd door  wethouder Piatek.

Besluitvorming vindt plaats via gewogen stemmen,  gerelateerd aan het inwoneraantal

Financiële situatie

Begin 2023 bedraagt het eigen vermogen € 1.739.708 en het vreemd vermogen € 36.190.680. Voor 2023 is een omzet van €  51 mio begroot die volledig wordt gebruikt om de kosten te dekken.

Ontwikkelingen  

De GGD heeft zowel te maken met een bezuinigingstaakstelling als met veranderingen in het sociaal domein.

Risico’s

Bij uittreden of opheffing participeert de gemeente in de aanwezige schulden en kosten van liquidatie.

 Door de deelnemende gemeenten is gekozen om geen  weerstandsvermogen op te bouwen bij de GGD. Mogelijke  verliesbijdragen worden naar rato inwoneraantal door de 
gemeenten gedragen.

Als bijzondere en onvoorspelbare, maar wel belangrijke opmerking, moet vermeld worden dat de Coronapandemie voor onvoorziene kosten zou kunnen zorgen in het jaar 2023. Tot nu toe heeft het Rijk alle meerkosten gedragen, die de GGD-ZL maakte gedurende de pandemie.

 

Omnibuzz

Soort

Gemeenschappelijke regeling

Vestigingsplaats

Geleen

Betrokken partijen

Alle gemeenten in Limburg met uitzondering van de gemeente Mook en Middelaar.

Openbaar belang               

Het bevorderen van openbaar vervoer (op maat) ten behoeve van de inwoners van de deelnemende gemeenten in het algemeen, en bewoners met een WMO indicatie in het bijzonder. Zorg dragen voor een goede uitvoering van collectief en individueel vervoer van die reizigers, die aangewezen zijn op één van de door de gemeenten te behartigen vormen van doelgroepenvervoer.  Vooralsnog beperkt dit vervoer zich tot het regiotaxi-vervoer, gebaseerd op de Wet maatschappelijke ondersteuning.

Visie       

Het voorzien in goed, veilig, betrouwbaar en betaalbaar doelgroepenvervoer.

Financieel belang

Bijdrage in de exploitatie  voor 2024 is begroot op €755.481 (=2,77% van de totale gemeentelijke bijdragen).

Bestuurlijk belang

Wethouder Piatek maakt deel uit van het algemeen bestuur.

Financiële situatie

Op 31 december 2023 bedraagt het eigen vermogen € 3.005.099  Het begrote resultaat over 2022 bedraagt € 0. De solvabiliteitsratio bedraagt 14%.

Vermogen

x 1.000

1-1-2023

31-12-2023

eigen vermogen

€ 4.421

€ 3.005

vreemd vermogen

€ 3.955

€ 8.890

verwacht resultaat

 

€ 0

 

Ontwikkelingen  

2023 is het eerste jaar sinds covid-19 dat er geen beperkende maatregelen zijn ingesteld. Er wordt teruggekeerd naar het oorspronkelijke uitgangspunt dat het resultaat 2023 voor het opstellen van de begrotingswijziging 2024-1 geldt. De begroting 2024-1 wordt verlaagd met € 1,8 mln. ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2024. Voor onze gemeente is dit niet realistisch. In de 1ste bestuursrapportage 2024 passen wij daarom een bijraming toe. 

Risico’s

De regelingen op grond waarvan aanspraak bestaat op doelgroepenvervoer zijn open-eind-regelingen. Daarmee is een overschrijding van de kosten niet uit te sluiten.

 

 

 

MTB Regio Maastricht NV

Soort

Naamloze vennootschap

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen

De gemeenten Eijsden-Margraten, Maastricht en Meerssen.

Openbaar belang               

Uitvoering (en afbouw) ‘oude’ Wet Sociale Werkvoorziening voor de drie deelnemende gemeenten alsook diverse buitengemeenten.

Leerwerkbedrijf voor de brede doelgroep Participatiewet van de zes Maastricht-Heuvellandgemeenten.

Uitvoeringsorganisatie arbeidsmatige dagbesteding voor de zes Maastricht-Heuvellandgemeenten. (Primair in het kader van het Maastricht-Heuvelland alternatief beschut werk, maar daarnaast ook vanuit de zorginkoop Wmo.)

Visie

In opdracht van de gemeenten ondersteunt MTB inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt actief bij het vergroten van de kansen op de arbeidsmarkt (arbeidsfit maken). Van oorsprong betreft het een uitvoeringsorganisatie voor de Wet Sociale Werkvoorziening maar inmiddels ook voor de brede doelgroep Participatiewet. Dit gebeurt in hoofdzaak door mensen een leer-werktraject aan te bieden, onder zo regulier mogelijke omstandigheden en zo mogelijk bij reguliere bedrijven (inclusief samenwerkingspartners, eigen joint ventures en dochterondernemingen). Zo kunnen mensen zich ontwikkelen en zelf hun arbeidsmarktkansen vergroten. Voor inwoners die daar blijvend op zijn aangewezen, blijft MTB een beschutte werkomgeving bieden.

Financieel belang

De gemeenten Eijsden-Margraten, Maastricht en Meerssen zijn allen aandeelhouder van MTB. Het belang van Eijsden-Margraten in het geplaatste aandelenkapitaal (99 aandelen) is 11% met een verkrijgingprijs van € 4.950.

Door de gemeente Maastricht is aan de MTB een achtergestelde renteloze lening verstrekt ter grootte van € 12.100.000 (nominale waarde) onder zekerheidstelling van het eerste recht van hypotheek op de panden van de MTB. Het aandeel van de gemeente Eijsden-Margraten in deze gegarandeerde kasgeldlening bedraagt € 1.331.000. Voor deze zekerheidsstelling is een voorziening gevormd. De stand van deze voorziening bedraagt € 834.658 per 31-12-2023. Dit volstaat op basis van de thans geldende inzichten rekening houdende met de boekwaarde van de gebouwen van de MTB.

De begrote bijdrage 2024 voor de gemeente Eijsden-Margraten bedraagt € 2.341.511

Bestuurlijk belang                

De portefeuillehouder Financiën, wethouder Gerritsen, heeft zitting in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders MTB en heeft daarbij formeel stemrecht.

Financiële situatie

Per 1-1-2022 bedraagt het eigen vermogen € 8,5 miljoen negatief;  -/- € 8,5 miljoen plus achtergestelde lening € 11,7 miljoen (boekwaarde) brengt garantievermogen op € 3,2 miljoen) en het vreemd vermogen € 5,5 miljoen.
 
Het operationeel resultaat over 2023 bedraagt -/- € 3.915.672. 

Ten behoeve van de actuele reorganisatie heeft MTB een voorziening gevormd ter grootte van  € 2.358.086. Het aandeel van onze gemeente hierin bedraagt €  259.390 (maximumbedrag). Stand van deze voorziening bedraagt per ultimo 2024 € 0.

Ontwikkelingen  

Vanaf 2017 krijgt niet langer de gemeente waar een Sw'er woont, maar de gemeente waar deze werkt de rijksbijdrage op haar rekening gestort. Onderlinge verrekening met de buitenschappen, is daardoor niet meer nodig (Sw’ers die in gemeente Eijsden-Margraten wonen maar bijvoorbeeld werkzaam zijn voor Sw-bedrijf Wozl). Er is onderzoek verricht door de  MTB naar de bedrijfseconomische houdbaarheid. In dit verband is ook gekeken naar de participatieketen. Het rapport is inmiddels klaar. In 2022 is opdracht gegeven om de MTB, Podium24 en Annex juridisch samen te voegen. De verwachting is dat deze samenvoeging in 2025 wordt afgerond

Risico’s

De taken die MTB voor de gemeenten uitvoert, zijn onderhevig aan veranderingen als gevolg van gewijzigd rijksbeleid. Een wijziging van taken brengt uiteraard ook gevolgen voor de organisatie en bedrijfsvoering met zich mee. De gemeenten hebben hier lang niet altijd (voldoende) invloed op, terwijl ze uiteindelijk wel financieel verantwoordelijk zijn. Het risico bestaat dan ook dat autonome ontwikkelingen een negatief effect hebben op het resultaat van MTB en daarmee op het kostenaandeel van de gemeenten.

 

Stichting Podium24

Soort

Stichting

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen                

De gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul.

Openbaar belang               

Uitvoering van de regionale werkgeversdienstverlening, vraaggericht en aanbodgeschikt.

Visie

In opdracht van de gemeenten verbindt Podium24 vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. De organisatie verstevigt de samenwerking tussen het bedrijfsleven en gemeentelijke partijen en fungeert daarbij als centraal aanspreekpunt. Primair staat hierbij de werkgeversvraag centraal, maar ook worden nadrukkelijk werkzoekenden aan het werk geholpen, waardoor voor de gemeenten schadelastbeperking (besparing op de uitkeringen) wordt gerealiseerd. Daarbij heeft Podium24 speciale aandacht voor de (gemeentelijke) doelgroep met een afstand tot de arbeidsmarkt waarmee tevens de werkgever geholpen wordt diens maatschappelijke verantwoordelijkheid in te vullen.

Beleidsvoornemens

Podium24 is hét werkgeversservicepunt voor de regio Maastricht-Heuvelland en daarbij verantwoordelijk voor de plaatsing van inwoners op (zo) regulier (mogelijk) werk. Vanuit het uitgangspunt van een ‘vraaggerichte en aanbodgeschikte dienstverlening’ ligt hier voor Podium24 een belangrijke taak ten aanzien van het aanbodgeschikt maken van de werkgeversvraag. Dit in nauwe samenwerking met SEM die verantwoordelijk is voor het vraaggeschikt maken van het aanbod (van werkzoekenden).

Financieel belang

De bijdrage in de uitvoering van de arbeidsmarkttoeleiding (groeibanen, loonkosten- en uitstroomsubsidies) inclusief aandeel in de schadelastbeperking voor 2024 is begroot op €100.000

Bestuurlijk belang

De portefeuillehouder sociale zekerheid en arbeidsmarkt (wethouder Piatek) heeft zitting in het bestuur van Stichting Podium24. Dit stichtingsbestuur ziet toe op de uitvoeringsorganisatie als ware het het Dagelijks Bestuur.

Financiële situatie

In de komende jaren wordt (vooralsnog) geen tekort verwacht. Dit in verband met het verdienmodel, doorlopende opbrengsten uit de markt en een doorlopend aandeel in de (groeiende) schadelastbeperking voor de gemeenten.

Ontwikkelingen  

Podium24 is gestart per 1 januari 2016. Daarbij is een herverdeling van taken afgesproken met de andere uitvoeringsorganisaties langs de routing die de burger doorloopt; diagnose-plaatsing-ontwikkeling.

In 2022 is opdracht gegeven om de MTB, Podium24 en Annex juridisch samen te voegen. De verwachting is dat deze samenvoeging in 2025 wordt afgerond

Risico’s

Het verdienmodel van Stichting Podium24 bestaat uit opbrengsten uit de markt, het aandeel in Podium24 BV, opbrengsten vanuit de werkzaamheden voor de gemeenten (inclusief een aandeel in de schadelastbeperking) en opbrengsten vanuit detachering van eigen medewerkers naar Podium24 BV en SEM. Het risico bestaat dat opbrengsten (om uiteenlopende redenen) tegenvallen, wat uiteraard gevolgen heeft voor het resultaat van de stichting.

Het wordt weliswaar niet verwacht, maar mocht een exploitatietekort zich in de toekomst onverhoopt voordoen, dan komt dit (conform vastgestelde statuten) allereerst ten laste van de financiële reserves van Stichting Podium24. Indien deze reserves ontoereikend zijn, dan wordt het tekort door de deelnemende gemeenten gedragen volgens de afgesproken verdeelsleutel SEM. Hierbij moet worden opgemerkt dat aanpassing van die verdeelsleutel SEM dus ook doorwerkt in geval van een eventueel tekort bij Podium24.

 

Annex BV / Stichting Re-integratie Inbesteding Maastricht en Mergelland (SRIMM)

Soort

Besloten vennootschap / onderdeel van stichting

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen

De gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul.

Openbaar belang

Uitvoering van praktijk- en aanvullende diagnostiek in het kader van re-integratie voor de zes Maastricht-Heuvellandgemeenten. Dit middels een quasi in house constructie. Het betreft in hoofdzaak het Transferium Werk en Bijstand (TWB), daarnaast andere diagnostische activiteiten en aanvullende testen alsmede de werkleiding van het Buurtteam Eijsden-Margraten.

Visie

Vanuit de ‘work first’ aanpak, die de zes Maastricht-Heuvellandgemeenten voorstaan, wordt iedere burger die een beroep doet op ondersteuning bij werk en inkomen al vanaf het eerste contact geconfronteerd met werk. (Zo) regulier (mogelijk) werk gaat immers boven een uitkering. In dit kader kan ook Annex / het TWB worden ingezet. Hierin komen mensen meteen in een reële werkomgeving (geen simulatie) terecht en kunnen zij hun werknemers- en vakvaardigheden onderhouden en ontwikkelen. Ook wordt aan de hand van het werk in het TWB de diagnose gesteld, op grond waarvan samen met de consulent het verdere re-integratietraject kan worden bepaald.

Beleidsvoornemens

De verdiepende diagnose vindt plaats in een praktijkomgeving, bij voorkeur bij reguliere werkgevers. Als dat geen optie is, wordt het TWB binnen de infrastructuur van MTB georganiseerd, waardoor ook de samenwerkingspartners en joint ventures van MTB kunnen worden ingezet. De medische en arbeidskundige diagnostiek alsmede aanvullende testen worden door Annex uitgevoerd.

Financieel belang

De bijdrage in de uitvoering van de praktijkdiagnostiek in het kader van re-integratie (TWB, diagnostiek en Buurtteam) voor 2023 is begroot op € 140.000.  

Vermogen

Het eigen vermogen ultimo 2023 van Annex bedraagt € 844.6379.  In 2023 heeft B.V. Annex een positief resultaat behaald van € 341.265.

Bestuurlijk belang

De portefeuillehouder sociale zekerheid en arbeidsmarkt (wethouder Piatek) heeft zitting in het bestuur van BV Annex alsook het bestuur van SRIMM. De portefeuillehouder vertegenwoordigt daarbij (vooralsnog) ook de (voormalige Pentasz) gemeenten Gulpen-Wittem, Meerssen en Vaals. Dit bestuur ziet toe op de beheersstichting alsook de uitvoeringsorganisatie als ware het het Dagelijks Bestuur.

Financiële situatie

BV Annex heeft 2021 afgesloten met een bedrijfsresultaat van € 233.596 na belastingen. De financiën gemoeid met de Stichting Re-integratie Inbesteding Maastricht en Mergelland zijn zeer beperkt, gezien het de beheersstichting van BV Annex betreft. De omzet bestaat dan ook uit de vergoeding van de beheerskosten door de BV en de stichting kent geen eigen vermogen.

Ontwikkelingen

Bij het regionaal collegebesluit tot omvorming van MTB en een andere organisatie van de re-integratieactiviteiten in juli 2015 is o.a. besloten om SRIMM en Annex BV op te heffen. Tevens is besloten om de diagnostische functionaliteiten over te brengen van Annex BV naar MTB.

In 2022 is opdracht gegeven om de MTB, Podium24 en Annex juridisch samen te voegen. De verwachting is dat deze samenvoeging in 2025 wordt afgerond

Risico’s

De ontwikkelingen ten aanzien van de positionering van Annex BV hebben mogelijk gevolgen voor het takenpakket en daarmee het exploitatieresultaat van MTB. Daar waar Annex een organisatie van de zes gemeenten in de regio Maastricht-Heuvelland is, is MTB de financiële verantwoordelijkheid van slechts drie van die gemeenten. Het risico bestaat dan ook dat een herpositionering van Annex die door allen gewenst is vanuit regionale samenwerkingsoptiek, mogelijk financiële gevolgen (nadelig dan wel voordelig) met zich mee brengt voor de helft van die gemeenten. Dit wordt uiteraard in beeld gebracht bij de definitieve besluitvorming.

 

Anti Discriminatie Voorziening Limburg

 

Stichting

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen

De gemeenten Beek, Beekdaelen, Beesel, Bergen, Brunssum, Echt-Susteren, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Leudal, Maasgouw, Maastricht, Meerssen, Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul, Venlo, Voerendaal, Weert.

Openbaar belang

Antidiscriminatievoorziening Limburg heeft de Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) status en is de professionele partner voor 27 Limburgse gemeenten in het handhaven van artikel 1 van de grondwet. Namens die gemeenten voert de Antidiscriminatievoorziening Limburg sinds 2009 de taken uit de Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen uit.

Visie

ADV Limburg draagt bij aan het voorkómen van discriminatie en ongelijke behandeling, via onder meer voorlichtings- en preventieactiviteiten. Dat doen ze voor én vooral met gemeenten, politie, scholen, bedrijven en instanties in Limburg. Zo willen zij een bijdrage leven aan een veilige, leefbare en aangename Limburgse samenleving, in al haar diversiteit.

Beleidsvoornemens

Mensen en organisaties die willen weten hoe ze moeten omgaan met discriminatie vanuit hun beroep, bedrijf of instelling, kunnen bij ADV Limburg terecht voor informatie en advies. “Antidiscriminatievoorziening Limburg is de vanzelfsprekende plek waar individuen, bedrijven en instellingen terecht kunnen met klachten over discriminatie. Maar ook met alle vragen over dit thema. Of voor alleen een luisterend oor. Door het verzamelen en bundelen van alle ervaringen, zetten wij discriminatie op de agenda. Van je werkgever, van je buurman, van de media, van de politiek.”

Financieel belang

De subsidiebaten van ADV Limburg in 2022 betreffen reguliere subsidie gemeente Maastricht, reguliere subsidie gemeente Roermond en subsidie Maastricht VR Project implementatie en bedragen € 561.028.

De gemeente Maastricht vervult voor de gemeenten in Zuid-Limburg hierin de rol van centrumgemeente. De begrote bijdrage 2023 van de gemeente Eijsden-Margraten bedraagt € 11.500. 

Vermogen

x 1.000

1-1-2022

31-12-2022

eigen vermogen

€ 222,0

€ 221,3

te bestemmen resultaat

-/- 21,2

-/- €  0,6

vreemd vermogen

€ 79,1

€ 101,6

Bestuurlijk belang

De wethouder (wethouder Piatek) heeft hierin geen formele rol.

Financiële situatie

De Stichting bestaat voornamelijk uit de bijdragen van de deelnemende gemeenten. Het resultaat in 2022 bedroeg -/- € 697. Het negatieve resultaat is ten laste van de overige reserve gebracht.

Ontwikkelingen

Aan het Regionaal Discriminatie Overleg (RDO) nemen portefeuillehouders en contactpersonen discriminatie van politie-eenheid Limburg, het Openbaar Ministerie (OM) arrondissementsparket Limburg, gemeenten Roermond en Maastricht en ADV Limburg deel. Het overleg vindt twee maal per jaar plaats en bestaat uit een zaakinhoudelijk deel en een strategisch deel (met ambtelijk vooroverleg). Tijdens het zaakinhoudelijke deel worden de meldingen en aangiften van discriminatie, of met een discriminatieaspect, in Limburg besproken. Doel van dit overleg is het uitwisselen van informatie om een juiste aanpak en afhandeling van de meldingen en aangiften te bespreken.

Door het periodieke contact met de politie is er voldoende vertrouwen ontstaan om vanaf 2018 een slag te maken met het geven van voorlichting aan het korps door ADV Limburg.

Risico’s

ADV Limburg voert voor de gemeente Eijsden-Margraten de taken uit de Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen uit. Financieel dienen de deelnemende gemeente mogelijke tekorten op te vangen echter de algemene reserve bedraagt € 221.332. Het risico op een extra bijdrage, bovenop de reguliere, is zeer gering.

 

 

 

Regionale samenwerking leerplicht en RMC

Soort

Centrumregeling

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen

De gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul.

Openbaar belang

Doel van de leerplichtwet is te waarborgen dat jongeren in de Gemeente Eijsden-Margraten onderwijs volgen en gebruik maken van hun recht op onderwijs. Door regionale samenwerking ontstaat ruimte voor kwaliteitsverbetering, het toezicht op het handhaven van de leerplicht wordt eenduidiger en meer direct en de continuïteit van de uitvoering van de functie is gewaarborgd. Voor scholen en instellingen is er één adres waar gemeld moet worden, ze worden meer betrokken in het verdere proces en zien sneller resultaat van hun melding.

Financieel belang

Er is sprake van een vergoeding voor de kosten voor het personeel op basis van een vooraf vastgestelde kostprijs en formatieberekening. Besluitvorming betreft een bevoegdheid van de raden van de deelnemende gemeenten, het portefeuillehoudersoverleg adviseert hierin. De begrote kosten voor gemeente Eijsden-Margraten voor 2024 bedragen € 188.643.

Bestuurlijk belang

Geen formele rol (wethouder Piatek).

Ontwikkelingen

Sluitende aanpak kwetsbare jongeren naar mbo en arbeid. Attitude maatwerk, preventie in de keten. Snelle reparatie op maat, effectieve verbindingen op het snijvlak van voortgezet onderwijs, middelbaar onderwijs, passend onderwijs, Jeugdwet en Participatiewet.

Risico’s

Lichte vorm van een gemeenschappelijke regeling. Beleidsuitgangspunten, begroting en jaarrekening worden in gezamenlijk overleg jaarlijks vastgesteld.

 

Regionale Samenwerking Leerlingenvervoer

Soort

Centrumregeling (lichte gemeenschappelijke regeling)

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen

De gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul.

Openbaar belang

Leerlingenvervoer is bedoeld voor kinderen die niet zelf naar school kunnen. Bijvoorbeeld door een handicap of doordat de school ver weg ligt. Het kan gaan om een leerling van een basisschool, het (voortgezet) speciaal onderwijs of een gehandicapte leerling van een reguliere basisschool of het voortgezet onderwijs. Leerlingen uit de deelnemende gemeenten kunnen gebruik maken het leerlingenvervoer. Samenwerking leidt niet alleen tot kostenbesparing, maar ook tot meerwaarde voor leerlingen. Zo leidt efficiëntie in rijtijden tot minder lange ritten.

Financieel belang

Er is sprake van een vergoeding van de kosten voor het personeel waarbij het aantal afgegeven beschikkingen de maatstaf is en een vergoeding voor de praktische uitvoering van het leerlingenvervoer waarbij het aantal aan een vervoersvoorziening deelnemende leerlingen de maatstaf is. De begrote kosten voor gemeente Eijsden-Margraten 2024 bedragen € 278.000 (vervoerskosten) en € 58.845(kantoorkosten).

Bestuurlijk belang

Geen formele rol (wethouder Piatek).

Ontwikkelingen

Onbekend.

Risico’s

De bijdrage hangt samen met het gebruik van het leerlingenvervoer. Hierin schuilt een financieel risico.

 

Programma 3 Klimaat en energie

Centrumregeling sanering afvalwaterlozingen buitengebied

Soort

Centrumregeling

Vestigingsplaats

Roermond

Betrokken partijen

Waterschapsbedrijf Limburg en Limburgse gemeenten.

Openbaar belang               

Doelmatige en duurzame sanering van ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied. Gemeenten hebben zorgplicht voor bewoners in het buitengebied die niet op riolering zijn aangesloten. Ze dienen deze een IBA (individuele behandeling afvalwater) aan te bieden. WBL heeft als zuiveraar taak om beheer en onderhoud van IBA’s te verrichten. 

Visie

De inzameling (en verwerking) van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied dient op duurzame en efficiënte wijze te gebeuren.

Financieel belang

Niet van toepassing.

Bestuurlijk belang

Wethouder Gerritsen maakt deel uit van het algemeen bestuur.

Financiële situatie

Niet van toepassing.

Ontwikkelingen  

In de regio worden momenteel plannen uitgewerkt met als doel samenwerking in de (afval)waterketen. Deze samenwerking wordt van overheidswege gestimuleerd. Samenwerking in de afvalwaterketen is een noodzaak om de drie doelstellingen (3 K’s) kostenvermindering, kwaliteitsverbetering en vermindering kwetsbaarheid te realiseren.

Risico’s

De gemeente is eigenaar van de aangelegde IBA’s en een eventuele vervanging is voor rekening van de gemeente. De kosten worden dan gedekt uit het vGRP. Het onderhoud wordt uitgevoerd door WBL.

 

GR Reinigingsdiensten Rd4

Soort

Gemeenschappelijke regeling

Vestigingsplaats

Heerlen

Betrokken partijen

De gemeenten Beekdaelen, Brunssum, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Simpelveld, Vaals en Voerendaal 

Openbaar belang               

Het verzorgen van de inzameling en verwerking van afvalstromen voor diverse gemeenten. Het beheren van milieuparken in deelnemende gemeenten, het verzorgen van straatreiniging, transport, kringloopactiviteiten en gladheidbestrijding. Daarnaast het adviseren van gemeenten bij hun afvalbeleid.  De inzameling en verwerking van afval en grondstoffen voor diverse gemeenten (10). Het beheren van de grondstoffenparken en verschillende sorteer- en kringloopactiviteiten. Het adviseren van de gemeenten bij hun afval- en grondstoffenbeleid. de straatreiniging, onkruidbeheersing en gladheidbestrijding. De omgevingscommunicatie naar 145.000 huishoudens. 

Financieel belang

Begrote bijdrage in 2025 bedraagt € 2.587.782

Bestuurlijk belang

Wethouder Gerritsen maakt deel uit van het algemeen bestuur.

Financiële situatie

De Gemeente Eijsden-Margraten is in 2014 toegetreden tot de GR Reinigingsdiensten Rd4. Als maatschappelijke organisatie is er geen winstdoelstelling. Eventuele overschotten ontvangen de gemeenten jaarlijks retour, waarbij een deel hiervan wordt toegevoegd aan het weerstandsvermogen.

Vermogen

 

Geprognosticeerde balans

x 1.000

 

1-1-2024

 

31-12-2024

eigen vermogen

€ 3.200

€ 3.629

vreemd vermogen

€ 37.889

€ 45.176

 

 

 

 

Ontwikkelingen  

M.i.v. 1 januari 2014 is de gemeente Eijsden-Margraten toegetreden tot de GR Reinigingsdiensten Rd4. De inwoners van onze gemeente kunnen hun afval kwijt bij 2 grondstoffenparken in Margraten en Rijckholt. Uitgangspunt is dat in alle Rd4-gemeenten gestart wordt met de invoering van nieuw afvalbeleid. Belangrijk punt blijft het terugdringen van de hoeveelheid restafval per inwoner. Doelstelling is < 100kg afval per persoon per jaar. Dit is in Eijsden-Margraten al, als enige gemeente van de GR, gerealiseerd.
Rd4 heeft voor de komende jaren een strategie ontwikkeld met ambitieuze doelstellingen. Hierbij spelen o.a. circulaire economie, grondstoffen management, duurzaamheid en arbeidsparticipatie een belangrijke rol. Er staat een transformatie gepland naar een circulair, milieubewust en duurzaam bedrijf waarin we streven naar 80% afvalscheiding in 2026. 

Risico’s

Het financiële risico is beperkt aangezien er weerstandsvermogen is opgebouwd om risico’s te dekken.

 

 

 

Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg

Soort

Gemeenschappelijke regeling

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen

De provincie Limburg en 16 andere gemeenten in de regio Zuid-Limburg.

Openbaar belang               

Uitvoering van de gemeentelijke milieutaken voor vergunningverlening, toezicht en handhaving conform het Besluit Omgevingsrecht (BOR).

Visie

De missie en visie van de organisatie zijn recentelijk opnieuw geformuleerd in het Koersdocument dat eind 2017 is vastgesteld door het algemeen bestuur en luiden als volgt:  Missie: “Wij als RUD Zuid-Limburg werken samen met onze partners aan de totstandkoming van een veilige leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit".  Visie: “Wij zijn voor onze opdrachtgevers de gezaghebbende milieu-autoriteit en wij bieden meerwaarde door bundeling van specialistische kennis, een goede kennis van de lokale situatie, een efficiënte bedrijfsvoering en continuïteit van dienstverlening“.  In deze missie en visie komen tot uiting dat de RUD Zuid Limburg zich richt op aspecten van veiligheid naast omgevingskwaliteit, daarbij actief samenwerkt met de deelnemers en externe partners, meerwaarde wil bieden door expertise op het gebied van (complexe) milieutaken en met oog voor de lokale problematiek. De kernwaarden voor de organisatie zijn: flexibel, professioneel, deskundig, dienstverlenend, betrokken en samenwerkingsgericht.

Financieel belang

Voor 2023 is een bijdrage van € 135.749  gereserveerd voor activiteiten van de RUD.

Vermogen

x 1.000

1-1-2023

31-12-2023

eigen vermogen

€ 1.657

€ 1.295

vreemd vermogen

€ 2.100

€ 2.100

verwacht resultaat

 

€ 0

 

Bestuurlijk belang

Wethouder Gerritsen maakt deel uit van het algemeen bestuur.

Financiële situatie

De totale lasten van de RUD voor 2024 worden begroot op € 14.942.315.  Dit bedrag wordt volledig gedekt uit de bijdragen van de deelnemende gemeenten en de provincie Limburg.

   

Risico's

Risico’s kunnen worden onderscheiden in reguliere en strategische risico’s:

Reguliere risico’s doen zich regelmatig voor en zijn over het algemeen goed meet- en beheersbaar. Voorbeelden van beheersmaatregelen zijn het afsluiten van verzekeringen, het vormen van voorzieningen, het creëren van bestemmingsreserves en het adequaat inrichten van de administratieve organisatie en de interne controle.

Strategische risico’s zijn niet of nauwelijks beïnvloedbaar. De kans dat het risico zich voordoet is vaak klein maar de financiële gevolgen kunnen groot zijn. Dergelijke risico’s kunnen samenhangen met rijksbrede bezuinigingen, onvoorziene kostenstijgingen, productiviteitsverlies en veranderingen in de vraag.

Op basis van de gemeenschappelijke regeling wordt weerstandsvermogen opgebouwd. De opbouw van weerstandsvermogen is vastgelegd in artikel 30 van de gemeenschappelijke regeling en het beleid aangaande het weerstandsvermogen is bepaald in de beleidsnota Weerstandsvermogen die is vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 8 oktober 2014. Bij de risico inventarisatie is het gewenste weerstandsvermogen berekend op € 562.252.

Het weerstandsvermogen zegt iets over het vermogen van de  RUD om de gevolgen van niet-begrote strategische risico’s op te vangen zonder ingrijpende maatregelen in de eigen bedrijfsvoering te moeten nemen.

 

 

Bodemzorg Limburg BV

Soort

Besloten vennootschap

Vestigingsplaats

Maastricht Airport

Betrokken partijen                

Bodemzorg Limburg bestaat als zelfstandige organisatie met de gemeenten in Limburg als aandeelhouders.

Openbaar belang               

Het vinden van duurzame oplossingen voor gesloten stortplaatsen en andere verontreinigde locaties. Daarbij dient als uitgangspunt dat de nieuwe activiteiten het duurzaamheidsbeleid van de overheid ondersteunen.

Financieel belang

De jaarlijkse solidariteitsafdracht voor Eijsden-Margraten bedraagt € 6.291 (€ 0,25 per inwoner).

Vermogen

x 1.000

01-01-2022

31-12-2022

eigen vermogen

€ 8.744

      €6.381

te bestemmen resultaat

 

-/-€ 2.364

vreemd vermogen

€  2.676

   € 728

 

Bestuurlijk belang               

De gemeente Eijsden-Margraten is als aandeelhouder vertegenwoordigd door wethouder Gerritsen.

Financiële situatie

Ultimo 2021 bedraagt het eigen vermogen € 6,38 miljoen (inclusief resultaat 2022) . Het resultaat 2022 bedraagt € 2.363.724 negatief en is ten laste gebracht van de algemene reserve van Bodemzorg Limburg BV.

Ontwikkelingen  

In samenwerking met de gemeente Eijsden-Margraten wordt onderzocht of het mogelijk is om op Het Tiende Vrij in Eijsden een parcours aan te leggen voor mountainbikers. Er is inmiddels een onderzoek afgerond naar de natuurwaarden van deze locatie. De provincie Limburg heeft dit onderzoek beoordeeld en heeft geconstateerd dat de aanleg van de mountainbikeroute niet strijdig is met de voorwaarden die in de Natuurbeschermingswet worden gesteld, mits een aantal specifieke maatregelen in acht wordt genomen.

Risico’s

Het financiële risico is zeer beperkt.

 

 

Programma 5 Bestuur en Bedrijfsvoering

 

 

Veiligheidsregio Zuid Limburg

Soort

Gemeenschappelijke regeling

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen                

16 Gemeenten in Zuid-Limburg, brandweer en Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR).

Openbaar belang               

Het realiseren van een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening, gemeentelijke bevolkingszorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Visie

“De zorg voor veiligheid binnen de samenleving blijft bij de Veiligheidsregio Zuid-Limburg voorop staan. Daarom richten we ons op het zo goed mogelijk bestrijden van incidenten, rampen en crises en op het verminderen van risico’s. We leren van incidenten en passen waar nodig de werkwijze aan, zodat we burgers, bedrijven en instellingen in Zuid-Limburg nog beter kunnen (be)dienen.”

Financieel belang

Voor 2023 zijn de volgende bijdragen aan de Veiligheidsregio Zuid-Limburg begroot;  bedragen in Euro’s :

 

Begroot

Brandweer                      

€ 1.799.026

GHOR

€ 47.985

MCC

€ 5.886

Totaal

€ 1.852.897

 

Bestuurlijk belang

Het algemeen bestuur bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende regiogemeenten.

Financiële situatie

Het begrote eigen vermogen per ultimo 2023 bedraagt € 2.602.000. De totale uitgaven (exclusief dotaties reserves) in begroting 2023 van de Veiligheidsregio bedragen € 56.547.000. De dekking hiervan bestaat hoofdzakelijk uit de bijdragen van de deelnemende gemeenten (circa 78%) en het Rijk.

Vermogen

x 1.000

1-1-2023

31-12-2023

eigen vermogen

€ 3.586

€ 2.602

vreemd vermogen

€ 56.614

€ 57.598

verwacht resultaat

 

€ 0

 

Ontwikkelingen  

 

 

De vijf thema’s binnen het samenhangende stelsel van brandweerzorg zullen zoals aangegeven de thema’s binnen de bestuurlijke dialoog gaan vormen. De relevante ontwikkelingen in de nabije toekomst worden onderstaand per thema verder toegelicht.

Risicoprofiel en risicobeheersing

In 2020 is een nieuw regionaal crisisplan vastgesteld voor de periode 2020-2023 waarin alle maatregelen in het kader van voorkomen van risico’s in gezamenlijkheid omschreven worden.

Het plan beschrijft (op basis van artikel 16 Wet veiligheidsregio) hoe de crisisorganisatie bij een incident of crisis functioneert. Het regionaal crisisplan omvat:

• een beschrijving van de crisisorganisatie en de alarmering hiervan;

• de verantwoordelijkheden;

• de taken;

• de bevoegdheden.

 

Het doel van de crisisorganisatie is:

• het leveren van adequate noodhulp aan burgers, bedrijven en betrokkenen;

• het bieden van leiding en coördinatie aan operationele eenheden die de ramp of crisis bestrijden;

• zo snel mogelijk communiceren van relevante feiten zodat de samenleving (zelf)redzaam kan zijn;

• zo snel mogelijk terug te keren naar de ‘normale’ situatie door een (voorbereide) gecoördineerde nafase.

Dekkingsplan

In het vigerende dekkingsplan staan de voor de brandweer geldende opkomsttijden en een beschrijving van de voorzieningen en maatregelen die de brandweer nodig heeft om aan de opkomsttijden te voldoen. 

Gebiedsgerichte opkomsttijden:

Er wordt landelijk gewerkt aan het project RemBrand. Belangrijke (tussen)uitkomsten van dit project zijn de beweging naar de voorkant van de veiligheidsketen (voorkomen van brand door risicobeheersing) en de introductie van gebiedsgerichte opkomsttijden.

Met name de gebiedsgerichte opkomsttijden -waarbij afhankelijk van de risico’s en de genomen risicobeheersingsmaatregelen ook bezien wordt of en in welke mate de opkomst flexibeler kan zijn- biedt mogelijkheden om de (kwaliteit van de) brandweerzorg in de regio opnieuw te modelleren.

Daaruit vloeien voorstellen voort om de opkomsttijden van objectgebonden naar gebiedsgericht aan te passen en voor gebieden andere opkomsttijden te gaan hanteren.

Een andere opkomsttijd voor een gebied betekent een andere basis voor modellering. Een van de effecten van gebiedsgerichte opkomsttijden kán zijn dat andere locaties van kazernes noodzakelijk zijn om het niveau van brandweerzorg te realiseren.

Bestuurlijk is inmiddels de ontwikkeling van gebiedsgerichte opkomsttijden omarmd. Het veiligheidsberaad heeft er op 18 maart 2019 mee ingestemd en de minister verzocht de gewenste aanpassingen ook in het besluit veiligheidsregio’s te verwerken.

De aanpassingen van dat besluit als uitwerking van de Wet veiligheidsregio’s is niet eerder voorzien dan dat de evaluatie van de Wet veiligheidregio’s heeft plaatsgevonden. Dan kunnen de uitkomsten van deze evaluatie ook verwerkt worden in een nieuw besluit. Het rapport van de evaluatie van de Wet veiligheidsregio´s is december 2020 opgeleverd.

Voor de opkomsttijden stelde het rapport een nieuwe methodiek voor, de ‘gebiedsgebonden opkomsttijd’, die gold als alternatief voor de wettelijke opkomsttijd.

Hoewel het rapport een uniforme norm en werkwijze voorstelde voor deze gebiedsgebonden opkomsttijd en het Veiligheidsberaad de aanbevelingen unaniem overnam, wordt door individuele veiligheidsregio’s verschillend invulling gegeven aan de gebiedsgebonden opkomsttijd. Een uniforme standaard is nog niet gerealiseerd.

Met het bestuur worden momenteel gesprekken gevoerd over de mogelijke impact van de gebiedsgerichte opkomsttijden. Besluitvorming daarover kan echter pas definitief worden wanneer deze mogelijkheid ook in wet- en regelgeving is aangepast.

Het effect van dergelijke besluiten (andere kazerneconfiguratie) is daarna afhankelijk van praktische factoren zoals bestaande huurcontracten, afschrijvingstermijnen van materieel.

Evaluatie Wet veiligheidsregio’s:

De Wet veiligheidsregio’s (Wvr) is in 2010 tot stand gekomen met als doel om de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening, met behoud van de bestuurlijke verhoudingen, te integreren en onder één regionale bestuurlijke regie te brengen. Het doel dat daarmee bereikt diende te worden was om een “doelmatige en slagvaardige hulpverlening te verzekeren”.

In 2013 vond een eerste evaluatie van de Wvr plaats. Uit deze evaluatie kwam een aantal verbeterpunten naar voren. Tegelijkertijd was de conclusie dat het, gezien het korte bestaan van de wet en de veranderende context (onder andere de recente invoering van de Politiewet), te vroeg was om conclusies te trekken over de effecten van de wet.

Eind 2018 werd de tweede evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s aangekondigd. De wet is bijna tien jaar van kracht en het stelsel van crisisbeheersing dat met de veiligheidsregio’s werd beoogd zou inmiddels voldoende ontwikkeld moeten zijn. De minister van JenV heeft daarom de opdracht gegeven om de wet te evalueren. De minister benutte de periode tussen deze aankondiging en de feitelijke instelling van de commissie medio 2019 om het veld te consulteren.

In deze periode werden onderwerpen, relevante evaluatievragen en zienswijzen opgehaald. Deze consultatieronde leidde tot een breed geformuleerde evaluatieopdracht waarin een groot aantal onderwerpen is benoemd:

“De commissie heeft tot taak de doeltreffendheid en de effecten van de Wet veiligheidsregio’s en onderliggende regelgeving in de praktijk te onderzoeken en te bezien of de huidige wet bruikbaar is in het licht van actuele en toekomstige dreigingen, maatschappelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen in de crisisbeheersing in het algemeen.

De commissie besteedt in dit onderzoek in ieder geval aandacht aan de volgende onderwerpen:

  • de vormgeving van (het stelsel van) de veiligheidsregio’s, mede in het licht van het gehele stelsel van de rampenbestrijding en crisisbeheersing;
  • de wijze waarop de taken, de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden van de verschillende actoren in het stelsel zich tot elkaar verhouden;
  • de samenwerking tussen de bedoelde actoren;
  • brandweer, GHOR en bevolkingszorg;
  • informatievoorziening;
  • Instituut Fysieke Veiligheid.”

Het is volgens de taakstelling de bedoeling dat de evaluatie zo wordt uitgevoerd dat deze inzicht biedt in wat goed werkt, waar er verbetermogelijkheden zijn, en wat bij knelpunten de oplossingsrichtingen zijn.

Op 5 juli 2019 stemde de ministerraad in met de benoeming van de Evaluatiecommissie Wet veiligheidsregio’s (Wvr) onder voorzitterschap van prof. mr. dr. Erwin Muller.

In september 2019 ging de commissie formeel van start.

Opzet en aanpak van de evaluatie

De commissie formuleerde bij de start van de evaluatie een aantal vertrekpunten die bepalend zijn geweest voor de verschillende stappen in het evaluatietraject:

  1. Het evaluatieonderzoek richt zich op de wet en op de uitvoering van de wet in de praktijk. De evaluatie start daarom aan de basis: wat staat er in de wet en hoe functioneert de wet in de praktijk?
  2. In het veld is veel kennis, expertise en informatie over het functioneren van het stelsel van rampenbestrijding en crisisbeheersing aanwezig. De commissie hanteert de informatie in het veld, inclusief onderzoeksinstituten, over de belangrijkste succespunten en aandachtspunten als vertrekpunt.
  3. De commissie gaat actief de dialoog aan met het veld en luistert naar wat partijen te zeggen hebben.
  4. De commissie werkt open en transparant en communiceert op die manier ook met de buitenwereld.

Het rapport van de evaluatie van de Wet veiligheidsregio´s is december 2020 opgeleverd.

Gekoppeld aan de Wet veiligheidsregio’s kennen we het Besluit veiligheidsregio’s. Daarin worden aanvullende zaken zoals bijvoorbeeld de opkomsttijden omschreven en vastgelegd. Gebiedsgerichte opkomst kan pas geeffectueerd worden wanneer na de evaluatie van de Wvr ook het bijbehorende Besluit is aangepast. Dat kan enige tijd in beslag nemen.

 

Vrijwilligheid binnen de brandweerzorg

De vrijwilligheid, die nu de kurk vormt waar de organisatie op drijft, staat in toenemende mate onder druk. Er zijn knelpunten in de beschikbaarheid (overdag) en het vinden en binden van vrijwilligers wordt steeds lastiger vanwege het tijdsbeslag in privétijd en de opstelling van werkgevers.

Ook spelen er vraagstukken rond de rechtspositie van brandweervrijwilligers binnen de regelgeving voor ambtenaren.

Deze ontwikkelingen maken dat de komende jaren wordt gekeken naar andere invulling van de vrijwilligheid. Geconstateerd wordt zelfs dat het huidige organisatiemodel van de brandweer met de huidige inzet van vrijwilligers op de langere termijn tegen de grenzen van het stelsel aanloopt. Dit is een landelijke trend; er zijn diverse maatschappelijke, demografische en juridische ontwikkelingen die steeds moeilijker verenigbaar zijn met het huidige stelsel van vrijwilligheid. Om die reden is dit een goed moment om fundamenteel naar de rol van vrijwilligheid binnen de brandweerzorg te kijken.

Landelijk is gestart met een programma vrijwilligheid, waarmee gezocht wordt naar nieuwe oplossingen. Beelden die daaruit naar voren komen zijn verschillende vormen van vrijwilligheid, die in de hele lijnorganisatie zijn vertegenwoordigd en in alle domeinen (risicobeheersing, vakbekwaamheid en incidentbestrijding). De belasting van vrijwilligers moet afnemen en daarom komen er waarschijnlijk meer andere vormen van vrijwilligheid (naast de gangbare ‘allround vrijwilliger’).

Te denken valt aan speciale functies voor voorlichtingstaken, maar ook voor bepaalde specialismen.

Om deze organisatiewijze mogelijk te maken, moet integraal gekeken worden naar de wijze waarop de risicobeheersing en incidentbestrijding wordt ingericht. Een andere inzet van vrijwilligers, betekent ook een andere inzet van beroepspersoneel en dus een fundamenteel andere inrichting van de brandweerzorg. Een dergelijke majeure ontwikkeling vraagt tijd omdat het samenhangt met aanpassingen van het stelsel, de wet- en regelgeving en de mogelijkheden in strategische personeelsplanning, nog los van de eerder genoemde ontwikkelingen rondom de WNRA en de impact op vrijwilligheid. Daarbij wordt meegegeven dat vrijwilligheid, ondanks een aantal aankomende wijzigingen, nog steeds een betaalbare basis vormt voor de inrichting van de brandweerzorg. Andere varianten vragen per definitie om meer beroepsmatige capaciteit en leiden dan tot kostenuitzetting.

Zodra het onderzoek naar nieuwe oplossingen is afgerond zullen de resultaten gepresenteerd worden.

Vakbekwaamheid

De kwalificatiedossiers stellen steeds strengere eisen aan onze brandweermensen. Daarbij breidt de taak uit (voorbeelden energietransitie, elektrische voertuigen, terrorismegevolgbestrijding en de gevolgen van klimaatveranderingen) zonder dat andere taken verminderen. Dat maakt dat vakbekwaam worden en blijven gepaard gaat met meer en intensiever opleiden, trainen en oefenen.

Als brandweerorganisatie moeten we daarbij “concurreren” met andere vrijetijdsbestedingen. Om onze -met name vrijwillige- brandweermensen daarbij tegemoet te komen zal er in toenemende mate geïnvesteerd moeten worden in instrumenten die het mogelijk maken om op voor de vrijwilliger passende momenten bij te scholen. Denk daarbij aan instructiefilms waarbij nieuwe informatie uitgelegd en toegelicht wordt, elektronische leeromgevingen waar mensen op in kunnen loggen en herhalingslessen kunnen volgen, gebruik van you-tube-achtige omgevingen en dergelijke. Om aansluiting te houden met nieuwe generaties van vrijwilligers moeten de in te zetten leermiddelen aansluiten bij de behoeften van die groepen.

 

Risico's

Bij uittreden of opheffing participeert de gemeente in de aanwezige schulden en kosten van liquidatie.

 

 

NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG Bank)

Soort

Naamloze vennootschap

Vestigingsplaats

Den Haag

Betrokken partijen

Gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen in Nederland.

Openbaar belang               

Met gespecialiseerde dienstverlening en kredietverlening tegen gunstige voorwaarden bijdragen  aan zo laag mogelijke kosten van gemeenschappelijke voorzieningen voor de burger.

Financieel belang

 

Een belang van 0,0942% in het geplaatste aandelenkapitaal, zijnde 52.455 aandelen, met een verkrijgingprijs van € 131.137,50.

 

Bestuurlijk belang

De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in de aandeelhoudersvergadering.

Financiële situatie

Ultimo 2023 bedraagt het eigen vermogen € 4.700 miljoen. Van de nettowinst van € 254 miljoen is na aftrek van de uitkering aan houders van hybride kapitaal € 120 mln. beschikbaar voor uitkering aan dividend.

Vermogen

x 1.000.000

1-1-2023

31-12-2023

eigen vermogen

€ 4.600

€ 4.700

te bestemmen resultaat

 

€ 254

vreemd vermogen

 € 11.400

€ 9.600

Ontwikkelingen  

Hoewel kernklanten terughoudend zijn met nieuwe investeringen, nam de kredietverlening toe. De strategische doelstellingen op het gebied van rendement en marktaandeel zijn gerealiseerd en mede dankzij een toename van de nettowinst en de plaatsing van hybride kapitaal verstevigde het eigen vermogen en de balans van de bank. BNG handhaaft haar missie te allen tijde te voorzien in goedkope financiering van overheden en instellingen van maatschappelijk belang.

Risico’s

Het financiële risico is zeer beperkt.

 

Waterleiding Maatschappij Limburg NV

Soort

Naamloze vennootschap

Vestigingsplaats

Maastricht

Betrokken partijen

Limburgse gemeenten en Provincie Limburg.

Openbaar belang               

WML stelt de drinkwatervoorziening in Limburg veilig en doet dit op duurzame wijze. Ook toont WML haar maatschappelijke betrokkenheid in Limburg en daarbuiten.

Financieel belang

Een belang van 1,8% in het geplaatste aandelenkapitaal, zijnde negen aandelen, met een verkrijgingprijs van € 40.842.

In 2022 is geen dividend ontvangen.  De directie heeft AVA heeft met goedkeuring van de raad van commissarissen aan de algemene raad van aandeelhouders voorgesteld het positieve resultaat over 2022 ad € 6.063.000 toe te voegen aan de algemene reserve van WML.

Bestuurlijk belang

Wethouder Gerritsen vertegenwoordigt de gemeente in de aandeelhouders- vergadering.

Financiële situatie

Per 1-1-2023 bedraagt het eigen vermogen € 191,7 miljoen en het vreemd vermogen € 311,8 miljoen.  De Raad van Commissarissen heeft voorgesteld het positieve resultaat 2022  toe te voegen aan de algemene reserve.

Vermogen

 

1-1-2022

31-12-2022

eigen vermogen

€ 185.671

€ 191.734

te bestemmen resultaat

 

€ 6.063

vreemd vermogen

 € 303.985  

 € 311.797

 

Ontwikkelingen  

WML wil op de lange termijn de kwaliteit van de drinkwaterbronnen veilig stellen en ook is er de ambitie om op termijn klimaatneutraal te worden. Daarnaast zet WML in op een sterker (drink) watermerk: kraanwater is immers een gezond, duurzaam en goedkoop alternatief voor bronwater uit de fles.

Risico’s

Het financiële risico is zeer beperkt.

 

Enexis Holding NV

Soort

Naamloze vennootschap

Vestigingsplaats

‘s-Hertogenbosch

Betrokken partijen

Gemeenten, provincie en andere publiekrechtelijke lichamen in Zuid-Nederland.

Openbaar belang               

Enexis beheert het energienetwerk in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland voor de aansluiting van ongeveer 2,7 miljoen huishoudens, bedrijven en overheden. De netbeheerderstaak is een publiek belang, wettelijk geregeld met o.a. toezicht vanuit de Autoriteit Consument en Markt.

De vennootschap heeft ten doel het realiseren van een duurzame energievoorziening door state of the art dienstverlening en netwerken en door regie te nemen in innovatieve oplossingen. Dit om de energietransitie te versnellen én excellent netbeheer uit te voeren.

Deze doelen worden gerealiseerd op basis van de volgende strategieën:

  • Netwerk en dienstverlening tijdig gereed voor veranderingen in de energiewereld;
  • Betrouwbare energievoorziening;
  • Excellente dienstverlening: hoge klanttevredenheid en verlaging kosten;
  • Samen met lokale partners Nederlandse klimaatdoelen realiseren;
  • Innovatieve, schaalbare oplossingen om de energietransitie te versnellen.

 

De provincie tracht met haar aandeelhouderschap in Enexis de publieke belangen te behartigen. De infrastructuur voor energie is een vitaal onderdeel voor onze economie en voor onze samenleving.

Financieel belang

Een belang van 0,3742% in het geplaatste aandelenkapitaal, zijnde 560.250 aandelen, met een verkrijgingprijs van € 97.876. Bij de verzelfstandiging hebben de aandeelhouders een bruglening van Essent omgezet in aandeelhoudersleningen met verschillende looptijden met een totale waarde van € 1,8 miljard. Met ingang van 2012 is Enexis begonnen met het aflossen en herfinancieren van deze leningen vanuit een programma van beursgenoteerde obligatieleningen. Deze vorderingen van de aandeelhouders op Enexis Holding NV zijn ondergebracht in de entiteit “Vordering op Enexis BV”, volledigheidshalve wordt alhier naar betreffende verbonden partij verwezen.

Voor 2023 en meerjarig heeft Eijsden-Margraten een dividend opbrengst van € 280.125  begroot.

Bestuurlijk belang

De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in de aandeelhoudersvergadering.

Financiële situatie

De jaarrekening 2023 laat een eigen vermogen per 31-12-2023 zien van € 5.320 miljoen. Het resultaat bedraagt € 72 miljoen.

Vermogen

x 1.000

1-1-2023

31-12-2023

eigen vermogen

€ 5.441

€ 5.320

te bestemmen resultaat

 

€ 72

vreemd vermogen

€ 2.211

€ 2.948

Ontwikkelingen  

Enexis is, als één van de ondertekenaars, een belangrijke partner in de Brabantse Energie Alliantie. Ook in het Provinciale energieprogramma zijn verschillende thema’s zoals warmte, energieke landschappen, Nul op de meter, sustainable energy farming en groene mobiliteit waar de rol van Enexis van grote meerwaarde kan zijn.

Enexis, de provincie en deelnemende gemeenten hebben op dit moment al een meerjarige samenwerking voor de ontwikkeling en uitrol van laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer in Brabant. Ook zijn er aanvullende afspraken over samenwerken in Buurkracht en nul op de Meter. Deze samenwerking wordt, mede op basis van de doelstelling “versnellen van de energietransitie” verdiept en verbreed. De alliantie tussen Enexis en provincie biedt door zowel concrete en strategische samenwerking een belangrijk fundament voor het kunnen behalen van de energiedoelstellingen ten aanzien van CO2 reductie en groene groei in Noord- Brabant.

Risico’s

Enexis is financieel gezond. Enexis heeft de Standard & Poor's (S&P) rating A+ (Stable outlook) en bij Moody's Aa3 (stable outlook).

De aandeelhouders lopen het risico (een deel van) de boekwaarde te moeten afwaarderen.  Het risico voor de aandeelhouders is gering omdat Enexis opereert in een gereguleerde (energie)markt, onder toezicht van de Energiekamer. Daarnaast is het risico gering in relatie tot de (intrinsieke) waarde van Enexis Holding N.V.

Wettelijk is minimaal 40% eigen vermogen vereist, Enexis heeft op dit moment meer dan 47% eigen vermogen. 

Een aanvullend risico is het achterblijven van de geraamde dividendinkomsten. Het risico is echter gemitigeerd middels een overeengekomen streefwaarde van € 100 miljoen voor het jaarlijkse dividend.

 

Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV

Soort

Besloten vennootschap

Vestigingsplaats

‘s-Hertogenbosch

Betrokken partijen

Gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen in Zuid-Nederland.

Openbaar belang               

Onderdeel van Essent in 2009 bij de verkoop aan RWE, was het 50% aandeel in N.V. Elektriciteits Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ), o.a. eigenaar van de kerncentrale in Borssele. Het bedrijf Delta N.V. (destijds 50% aandeelhouder, nu 70% aandeelhouder) heeft de verkoop van dit bedrijfsonderdeel van Essent aan RWE in 2009 bij de rechter aangevochten. Als consequentie op deze gerechtelijke procedure is in 2009 het 50% belang van Essent in EPZ tijdelijk ondergebracht bij Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. (“PBE”).

In 2010 is op gezamenlijk initiatief van de aandeelhouders van PBE en de provincie Zeeland als belangrijkste aandeelhouder van Delta N.V. een bemiddelingstraject gestart om het geschil tussen partijen op te lossen.

In 2011 is dit bemiddelingstraject succesvol afgerond. Op 30 september 2011 is, 2 jaar na de verkoop van de aandelen Essent, het 50% belang in EPZ alsnog geleverd aan RWE.

PBE is blijven bestaan met een beperkt takenpakket. PBE wikkelt de zaken af die uit de verkoop zijn voortgekomen. Daarnaast is PBE verplichtingen aangegaan in het kader van het Convenant Borging Publiek Belang Kerncentrale Borssele uit 2009. Hiermee is een termijn tot sluiting van de Kerncentrale Borssele (voorgenomen sluiting 2033) gemoeid. Na een statutenwijziging in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 14 december 2011 is de

inrichting van PBE aangepast naar de status van een SPV, vergelijkbaar met o.a. Verkoop Vennootschap B.V.

Conform de koopovereenkomst kon RWE tot uiterlijk 30 september 2015 potentiële claims indienen ten laste van het General Escrow Fonds (zie Verkoop Vennootschap B.V.). RWE had op 30 september 2015 geen potentiële claims ingediend m.b.t. verkoop van het 50% belang in EPZ. Het General Escrow Fonds is in juli 2016 geliquideerd en uitgekeerd aan de aandeelhouders.

Financieel belang

Een belang van 0,3742% in het geplaatste aandelenkapitaal, zijnde 560.250 aandelen, met een verkrijgingsprijs van € 41.045.

Vermogen

x 1.000

1-1-2023

31-12-2023

eigen vermogen

€ 1.489

€ 1.444

vreemd vermogen

 € 10

€ 32

agio / dividend (incl.15% belasting)

€ 0

€ 1.499

 

Bestuurlijk belang

De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in de aandeelhoudersvergadering.

Financiële situatie

Ultimo 2023 bedroeg het eigen vermogen € 1.443.974 en het vreemd vermogen € 31.981. Besloten is het negatieve resultaat ad € 36.040 in mindering te brengen op de overige reserves.

Ontwikkelingen  

Ondanks dat het General Escrow fonds in juni 2016 is geliquideerd, dient de vennootschap als gevolg van contractuele verplichtingen met betrekking tot het Convenant Borging Publiek Belang Kerncentrale Borssele uit 2009 nog in stand gehouden te worden. Het bestuur van de vennootschap is in overleg met de andere contractuele partijen om na te gaan of deze contractuele verplichtingen voortijdig kunnen worden beëindigd en de vennootschap vervolgens kan worden ontbonden. Het doel is dat de vennootschap in 2022 (of eerder indien mogelijk) zal kunnen worden opgeheven en de resterende liquide middelen kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang.

Risico’s

Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatiefgering en beperkt tot de hoogte van het gestort aandelenkapitaal en het resterend werkkapitaal in deze vennootschap.

 

 

CSV Amsterdam BV

Soort

Besloten vennootschap

Vestigingsplaats

‘s-Hertogenbosch

Betrokken partijen

Gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen in Zuid-Nederland.

Openbaar belang               

9 mei 2014 is de naam van Claim Staat Vennootschap BV gewijzigd in CSV Amsterdam BV. De statuten zijn gewijzigd zodat de nieuwe organisatie nu drie doelstellingen vervult:

a. namens de Verkopende Aandeelhouders van Essent een eventuele schadeclaimprocedure voeren tegen de Staat als gevolg van de WON;

b. namens de Verkopende Aandeelhouders eventuele garantieclaim procedures voeren tegen RECYCLECO BV (“Waterland”);

c. het geven van instructies aan de Escrow-agent voor wat betreft het beheer van het bedrag dat op de Escrow-rekening is gestort na de verkoop van Attero.

Financieel belang

Een belang van 0,3742% in het geplaatste aandelenkapitaal met een verkrijgingprijs van € 75. Daarnaast heeft de gemeente een vordering van € 51.000 die geheel is voorzien; dit betreft ons aandeel in de Escrow-rekening naar aanleiding van de verkoop van Attero.

 

Vermogen

x 1.000

1-1-2023

31-12-2023

eigen vermogen

€ 210

€ 84

vreemd vermogen

 € 13

€ 64

resultaat na belasting

-/- € 102

-/- € 125

agio / dividend (incl.15% belasting)

€ 3

€ 0

 

Bestuurlijk belang

De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in de aandeelhoudersvergadering.

Financiële situatie

Het eigen vermogen bedroeg eind 2023 € 84.349 en het vreemd vermogen bedroeg € 64.446. Besloten is het negatieve resultaat ad € 125.730 in mindering te brengen op de overige reserves van CSV Amsterdam BV.

Ontwikkelingen  

CSV zal voorlopig nog voortbestaan om op eigen kosten en risico namens Deponie Zuid B.V. (vennootschap onder Attero Holding B.V.), in overleg met de aandeelhoudersommissie, het bezwaar en/of beroep te voeren tegen de Belastingdienst ten aanzien van de naheffingsaanslag afvalstoffenbelasting.

In februari 2021 heeft CSV bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag afvalstoffenbelasting. Op het moment is CSV in gesprek met de Belastingdienst over het bezwaar. Afhankelijk van de reactie van de Belastingdienst en de kans van slagen van een eventuele gerechtelijke procedure zal in overleg met Aandeelhouderscommissie van CSV de procedure al dan niet worden voortgezet.

Na afwikkeling van deze bezwaar- en eventuele gerechtelijke procedure of eventuele voortijdige beëindiging van deze procedure (bijvoorbeeld door een mogelijk compromis tussen de Belastingdienst en CSV of een besluit van de Aandeelhouderscommissie de procedure niet verder voort te zetten) zal CSV kunnen worden opgeheven en de resterende liquide middelen kunnen worden uitgekeerd aan de aandeelhouders naar rato van het aandelenbelang.

Risico’s

Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is relatiefgering en beperkt tot de hoogte van het gestort aandelenkapitaal en het resterend werkkapitaal in deze vennootschap.

 

 

Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW)

Soort

Gemeenschappelijke regeling

Vestigingsplaats

Roermond

Betrokken partijen

30 Limburgse gemeenten en 2 Limburgse waterschappen.                                                          

Openbaar belang               

Als uitvoeringsorganisatie van de deelnemende waterschappen en gemeenten de zorg behartigen voor het volledig, tijdig, rechtmatig, juist en doelmatig heffen en innen van de lokale belastingen en de uitvoering van de wet WOZ.

Financieel belang

Bijdrage in de exploitatie voor 2023 bedraagt € 542.720 (€ 540.759 + € 1.961 aanvulling weerstandsvermogen).

Bestuurlijk belang               

De gemeente Eijsden-Margraten is als aandeelhouder vertegenwoordigd door wethouder Gerritsen.

Financiële situatie

Ultimo 2023 is het eigen vermogen begroot op € 1.203.000.

Vermogen

x 1.000

1-1-2023

31-12-2023

eigen vermogen

€ 1.203

€ 1.203

vreemd vermogen

€ 6.796

€ 6.508

verwacht resultaat

 

€ 0

 

Ontwikkelingen  

Met ingang van 1 januari 2015 is de gemeente Eijsden-Margraten toegetreden tot de gemeenschappelijke regeling BsGW Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen. BsGW zal actief verdere samenwerkingsvormen met andere Limburgse gemeenten initiëren met als doel door schaalvergroting de bijdragen van de deelnemers te verlagen. De kwaliteit van de dienstverlening wil BsGW in stand houden of verbeteren en de digitale dienstverlening vergroten. 

Risico’s

De gemeente is mede verantwoordelijk voor negatieve resultaten. Daarnaast is er het risico op mogelijk onvolledige belastinginning.

 

GR Gegevenshuis

Soort

Gemeenschappelijke regeling

Vestigingsplaats

Landgraaf

Betrokken partijen

De gemeenten Eijsden-Margraten, Beekdaelen, Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf,  Simpelveld, Sittard-Geleen, Vaals, Voerendaal en het Waterschap.

Openbaar belang               

Het Gegevenshuis ontzorgt (lokale) overheden op het gebied van het opzetten en het beheren van object- en ruimte gerelateerde (Basis-)registraties en geometrie, alsmede het daarmee samenhangende beeldmateriaal. Hiermee kunnen (lokale) overheden voldoen aan wettelijke verplichtingen op dit gebied en kunnen dienstverlening en bedrijfsvoering kwalitatief hoogwaardig en kosteneffectief worden uitgevoerd.

Financieel belang

Begrote bijdrage deelnemers (gemeenten, Waterschap Limburg en deelnemers ad hoc opdrachten) in 2023 bedraagt € 4.177.280. De bijdrage van de gemeente Eijsden-Margraten hierin is € 268.544.

Bestuurlijk belang

Burgemeester Krijnen maakt deel uit van het algemeen bestuur.

Financiële situatie

Conform de geprognosticeerde balans in de  begroting 2023 bedraagt het eigen vermogen ultimo 2023 € 6.772 en het totale vermogen € 1.086.066. Resultaat van het boekjaar 2023 vóór bestemming wordt geraamd op -/- € 9.988. Door aanwending van de reserve ICT voor € 9.988 bedraagt het geraamd resultaat na bestemming € 0. De gemeente Eijsden-Margraten is per 1-1-2018 toegetreden.

Vermogen

 

x 1.000

1-1-2023

31-12-2023

eigen vermogen

€ 17

€ 8

vreemd vermogen

€ 1.079

€ 1.079

verwacht resultaat na bestemming

 

€ 0

 

Ontwikkelingen  

Naast de gemeentelijke basisregistraties adressen en gebouwen (BAG) en grootschalige topografie (BGT), zijn in 2019 registraties met betrekking tot groen, wegen en riool in beheer genomen. Dit betekent dat alle registraties die door het Gegevenshuis worden beheerd vanaf 2019 in een structurele beheerfase zijn. In samenwerking met het Gegevenshuis zal de komende jaren verder worden gewerkt aan het ontwikkelen van het datagedreven werken binnen onze organisatie. Gemeentelijke processen worden hierdoor ondersteund met actuele en volledige beheerinformatie. Dit past bij de strategische pijler innovatie uit de missie en visie van het Gegevenshuis. De tweede strategische pijler van het Gegevenshuis heeft betrekking op groei. Bij groei moet gedacht worden aan 3 richtingen: uitbreiding van bestaande diensten ten behoeve van huidige deelnemers, nieuwe diensten ten behoeve van de huidige deelnemers en uitbreiding van deelnemers of afnemers. Gerealiseerde groei draagt bij aan een robuuste organisatie en leidt er uiteindelijk toe dat de bijdrage van de deelnemers lager kan worden. Immers de overhead stijgt niet evenredig met de groei en inkoopvolumevoordelen zijn met name bij software te halen.

Risico’s

De kans dat er sprake is van niet begrote, onvoorziene kosten (risico’s) is op basis van de inrichting en werkwijze van Het Gegevenshuis klein. Tegenover alle te leveren producten en diensten staan baten in de zin van bijdragen van de deelnemers. Alle kosten worden toegerekend naar deze producten en diensten via voorcalculatie op basis van ervaringsgegevens. Dus alle afspraken worden aan de voorkant gemaakt.

 

 Risico’s

Voor zover er, buiten de in deze paragraaf genoemde financiële consequenties, nog substantiële additionele risico’s verbonden zijn aan deelname in gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen dan zijn deze vermeld in de paragraaf weerstandsvermogen.

 

Kaderstellende documenten

  • Nota verbonden partijen 2012.
  • Gemeenschappelijke Regeling Gegevenshuis.
  • Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio.
  • Gemeenschappelijke Regeling RUD Zuid-Limburg.
  • Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Zuid Limburg.
  • Gemeenschappelijke Regeling Omnibuzz.
  • Gemeenschappelijke Regeling GGD-Zuid Limburg.
  • Gemeenschappelijke Regeling Leerlingenvervoer.
  • Gemeenschappelijke Regeling sanering afvalwaterlozingen Buitengebied.
  • Gemeenschappelijke Regeling regionale samenwerking leerplicht en RMC Maastricht en Mergelland.
  • Gemeenschappelijke Regeling RD4 voor inzameling huishoudelijke afvalstoffen.
  • Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen.

 

 

 

 



Paragraaf 7: Grondbeleid

Paragraaf 7: Grondbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf 7: Grondbeleid

In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten staat dat de paragraaf over het grondbeleid ten minste bevat:

a.       Een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma's die zijn opgenomen in de begroting.

b.       Een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert.

c.       Een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie.

d.       Een onderbouwing van de geraamde winstneming.

e.       De beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico's van de grondzaken.

 

Een visie op het grondbeleid

Eind 2012 heeft de raad de Nota grondbeleid gemeente Eijsden-Margraten 2012 vastgesteld. Daarbij werd gekozen voor een vorm van situatief grondbeleid: per situatie beoordelen we of we een actieve grondexploitatie voeren, een faciliterende rol vervullen, dan wel een vorm van publiek-private samenwerking aangaan. Daarbij hanteren we het uitgangspunt van faciliterend grondbeleid, tenzij zich bijzondere omstandigheden (verwachte winst en/of maatschappelijk nut) voordoen waardoor actief grondbeleid meer voor de hand ligt.

Een andere in dit kader relevante ontwikkeling doet zich voor ten aanzien van het gemeentelijk (vastgoed)eigendom. Soms verliezen gemeentelijke gebouwen hun (veelal maatschappelijke) functie en komen dientengevolge leeg te staan. Als dergelijke gebouwen geen strategisch nut meer hebben, komen zij voor verkoop in aanmerking. Als een pand te lang leeg staat, al dan niet in leegstandsbeheer, dan is dat nadelig voor de staat van het gebouw en voor de vitaliteit van de leefomgeving (vaak een dorpskern). Aandachtspunt is dan ook om leegstandssituaties te voorkomen, en tijdig over alternatieve bestemmingen na te denken.

Volledigheidshalve wordt in dit kader op deze plaats tevens verwezen naar de paragrafen “Weerstandsvermogen” en “Onderhoud kapitaalgoederen”.

 

Een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert

In het kader van het dualisme is het college van burgemeester en wethouders bevoegd tot het doen van grondaankopen. Grondtransacties kunnen plaatsvinden op basis van door de raad beschikbaar gestelde middelen. Dit kan via een afzonderlijk werkkrediet bestemd voor aankopen, of via een vastgestelde exploitatie-opzet.

Van enkele lopende bestemmingsplannen zijn exploitatie-opzetten vastgesteld, dan wel middels separate raadsbesluiten specifieke financiële randkaders vastgesteld. In deze exploitatie-opzetten, respectievelijk randkaders, is voorzien in de eventueel noodzakelijke aankoop van gronden, alsook in aanleg van infrastructurele voorzieningen, uitvoering van benodigde onderzoeken (bodem, archeologie, civieltechnisch onderzoek etc.) en eventuele advieskosten.

Bij aankopen c.q. bekostiging van haalbaarheidsonderzoeken inzake locaties waarvoor géén exploitatie- opzetten, dan wel specifieke financiële randkaders zijn vastgesteld, dient door de raad een apart krediet beschikbaar te worden gesteld.

 

Prognose resultaten / onderbouwing winstneming / Reserves en voorzieningen, risico’s

De opbouw van dit onderdeel is als volgt:
- Doorkijk van de gemeentelijke grondexploitaties.
- Doorkijk van de projecten.
- Financieel kader.

Doorkijk gemeentelijke grondexploitaties
Onderstaand volgt eerst een verloopoverzicht van de geprognosticeerde boekwaarden van de bestemmingsplannen die per ultimo 2023 / begin 2024 in exploitatie zijn. Tevens is voor de betreffende plannen het te verwachten saldo en het vermoedelijke jaar van realisatie aangegeven.

Terug naar navigatie - Financiële tabel
Prognose boekwaarden (bedragen * € 1.000) 1-1-2023 31-12-2023 31-12-2024 31-12-2025 31-12-2026 Totaal gerealiseerd / te verwachten saldo:
nadelig batig realisatie in
Woningbouw
Actief
Karreweg fase 2 Sint Geertruid 158 44 129 0 185 2025
Mheerderweg Noord Banholt 321 334 109 0 87 2025
Faciliterend
Heiligerweg -345 -349 -138 -139 0 65 2026
Totaal woningbouw 134 29 100 -139 0 0 337
Terug naar navigatie - Toelichting
Exploitatie (bedragen * € 1.000) Geraamde nog te maken kosten Geraamde nog te realiseren opbrengsten Winstneming tm dienstjaar Gerealiseerd / verwacht totaal saldo (batig)
Woningbouw
Actief
Karreweg fase 2 Sint Geertruid -219 263 99 185
Mheerderweg Noord Banholt -281 0 35 87
Faciliterend
Heiligerweg Margraten -7 422 0 65
Totaal woningbouw -507 685 134 337
Terug naar navigatie - Toelichting

Het totaal te verwachten saldo is inclusief de reeds genomen winsten als gevolg van de toegepaste POC-methode:
a. Karreweg fase 2 : € 98.600 (2022) en
b. Mheerderweg : € 34.600 waarvan € 29.000 in 2022 en € 5.600 in 2023.

Het meerjarig verloop in boekwaarden is gebaseerd op de feitelijk gerealiseerde boekwaarden per 31 december 2022 (onder aftrek van voorzieningen voor oninbare verliezen), (bijgestelde) begrotingscijfers voor het boekjaar 2023, en aangevuld met de in de voorliggende meerjarenbegroting 2024-2027 geraamde gelden voor de aankoop van gronden, aanleg van infrastructurele voorzieningen, uitvoering van benodigde onderzoeken (bodem, archeologie, civieltechnisch onderzoek, etc.) en eventuele advieskosten.

Hierbij dient in zijn algemeenheid vermeld te worden dat:

  • Indien de betreffende locaties (versneld) tussentijds in exploitatie worden genomen er significante wijzigingen in de boekwaarden op kunnen treden als gevolg van verkooptransacties, kosten verbonden aan uitvoering, en het rente-effect over de aanwezige boekwaarden.
  • Indien de betreffende locaties vertraagd in exploitatie worden genomen – c.q. als “warme grond” worden aangehouden – dienen de kapitaallasten over de boekwaarden van betreffende gronden ten laste van het begrotingssaldo en / of reserves gebracht te worden (in plaats van jaarlijkse bijschrijving op de aanwezige boekwaarden).
  • Indien de betreffende locaties naar verwachting niet meer (of slechts gedeeltelijk) in exploitatie worden genomen, dient op het moment van constatering ter grootte van de op dat moment aanwezige boekwaarde (gedeeltelijk) een voorziening te worden gevormd ten laste van het begrotingssaldo en / of reserves.

 

Actief Grondbeleid

Sint Geertruid - Karreweg fase 2
Op 14 juli 2020 is de grondexploitatie vastgesteld voor het woningbouwplan Karreweg fase II in Sint Geertruid. Dit woningbouwplan voorziet in de bouw van 19 woningen bestaande uit 2 vrije bouwkavels, 4 levensloopbestendige woningen, 5 woningen in de sociale huursector en 8
starterswoningen. De 4 levensloopbestendige woningen en de 8 starterswoningen worden middels CPO gerealiseerd. In 2021 is het wijzigingsplan afgerond en het plan bouwrijp gemaakt en is gestart met de uitgifte van de kavels. In 2022 zijn 16 kavels verkocht en in eigendom overgedragen.   De resterende 3 kavels worden naar verwachting verkocht in 2024.  Begin 2024 is gestart met het woonrijp maken van het plan, waarna het plan gereed is.

Fase 3
Fase 3 in Sint Geertruid betreft een perceel dat binnen het  bestemmingsplan van Karreweg fase 2  reeds een woonbestemming had, maar geen bouwtitel. Voor de realisatie van 3 sociale huurwoningen is voor dit perceel een wijzigingsplan vastgesteld.   Naar verwachting wordt in de eerste helft van 2024 de grond in erfpacht overgedragen aan een woningcorporatie en wordt uiterlijk 1 september 2024 gestart met de bouw. 

 

Banholt – Mheerderweg Noord
Op 6 mei 2020 is de grondexploitatie vastgesteld voor het woningbouwplan Mheerderweg-Noord in Banholt. Dit woningbouwplan voorziet in de bouw van 19 woningen bestaande uit 3 vrije bouwkavels, 5 levensloopbestendige woningen, 5 woningen in de sociale huursector en 6 starterswoningen. De 5 levensloopbestendige woningen en de 6 starterswoningen zijn middels CPO in de markt gezet. In 2021 is het plan bouwrijp gemaakt en is gestart met de uitgifte van de kavels. In 2022 zijn 18 kavels verkocht en in eigendom overgedragen.  In 2023 is de laatste kavel in het plan verkocht en in eigendom overgedragen.  Begin 2024 is gestart met het woonrijp maken van het plan, waarna het plan gereed is.

Fase 2 
Fase 2 betreft een perceel dat binnen het plan Mheerderweg-Noord was aangemerkt voor de realisatie van tijdelijke woningen.  Het college van B&W heeft besloten om het plan in te vullen met 4 permanente sociale huurwoningen. Binnen het bestaande bestemming kan op dit perceel rechtstreeks gebouwd worden. Naar verwachting wordt in de eerste helft van 2024 de grond in erfpacht overgedragen aan een woningcorporatie en wordt uiterlijk 1 september 2024 gestart met de bouw. 

 

Grondexploitaties in voorbereiding 

In 2023 zijn de voorbereidende werkzaamheden voor 2 nieuwe grexen : Parrestraat Oost-Maarland en Op 't Hövelke Mheer gecontinueerd.

Parrestraat Oost-Maarland
Op 13 december 2022 heeft de raad tijdens een besloten raadsvergadering als richting meegegeven om te verkennen of het mogelijk is om met de 4 grondeigenaren (incl. gemeente) die binnen het plangebied eigendom hebben, een zo groot mogelijk gebied tot ontwikkeling te brengen. Dit is een lang proces gebleken (circa 1 jaar). Inmiddels heeft de gemeente met 2 van de 3 grondeigenaren koopovereenkomsten afgesloten waardoor zij over het zuidelijk deel van het plangebied kan beschikken. Met grondeigenaar van het noordelijk plangebied is het niet mogelijk gebleken om een koopovereenkomst of  samenwerking aan te gaan. Door spuitcirkels van deze grondeigenaar op het eigendom van de gemeente, kan dit  eigendom op dit moment niet volledig worden ontwikkeld. Op 19 maart 2024 jl. heeft het college daarom besloten om nu door te zetten met een eerste fase van de ontwikkeling (woningbouw langs de Pastoor Rosierstraat). Deze fase is het minst gevoelig is voor invloeden van derden, is daarmee ook relatief snel te realiseren, voorziet daarnaast ruimschoots in de woningbehoefte van Oost-Maarland (naar verwachting 27-29 woningen) en blokkeert een mogelijk vervolgfase niet. Daarmee is dit de snelste en best haalbare variant op dit moment. Het streven is om het omgevingsplan in december 2024 ter vaststelling aan de raad voor te leggen.

Op 't Hövelke Mheer
Op 13 december 2022 heeft de raad vooralsnog aangegeven niet verder te willen met de grote ontwikkellocatie in Mheer en in plaats daarvan kleinere alternatieve locaties te willen onderzoeken. Inmiddels zijn er 2 potentiële woningbouwlocaties die onderzocht worden. De eerste locatie betreft een perceel aan de Michiels van Kessenichstraat.  Op dit moment wordt er in overleg met de dorpsbouwmeester een schetsmatig plan opgesteld voor deze locatie (circa 4-6 woningen). Aan de hand van deze schetsen wordt op korte termijn het gesprek met de grondeigenaren voortgezet. De tweede locatie betreft de tennisvelden De Gelimment.  Hier wordt onderzocht of deze verplaatst kunnen worden naar het terrein van BMR waardoor deze locatie vrijkomt voor woningbouw (circa 12 woningen). In de presentatie aan de raad van 3 oktober 2023 is een conceptschets getoond waarin BMR een deel van hun derde veld afstaat t.b.v. het realiseren van tennisvelden + realisatie van een kunstgrasveld voor BMR. Hierover hebben de eerste gesprekken met BMR plaatsgevonden. BMR staat in principe open voor multifunctioneel gebruik van hun locatie. Op dit moment wordt in kaart gebracht of en welke alternatieven er (on)mogelijk zijn en of het hiervoor genoemde conceptvoorstel aansluit bij de behoefte vanuit het gemeentelijk accommodatie- en sportbeleid. Daarnaast speelt uiteraard ook het financiële aspect een rol. Ook dit aspect moet inzichtelijk worden gemaakt. Hierna zal besluitvorming nodig zijn om een (definitieve) richting te bepalen en worden de nodige stappen gezet voor verdere planuitwerking.

 

Faciliterend Grondbeleid

Margraten – Heiligerweg
Ontwikkelaar van de woningbouwontwikkeling “De Bloesemgaard” is voornemens om binnen de opgenomen wijzigingsbevoegdheid van het bestemmingsplan “Heiligerweg”, 40 woningen en bijbehorende openbare ruimte te ontwikkelen en realiseren. 
Het woningbouwprogramma bestaat uit: 16 levensloopbestendige patio-koopwoningen, 12 sociale koopwoningen, 10 (half)vrijstaande woningen en 2 vrije sector bouwkavels. Het college heeft het wijzigingsplan op 25 juli 2023 vastgesteld. Tijdens de hierop volgende inzageperiode is twee keer beroep aangetekend tegen het vastgestelde wijzigingsplan. De gemeente heeft een verweerschrift opgesteld en in overleg met de ontwikkelaar de gevolgen voor de woningbouwontwikkeling in kaart gebracht. Door deze vertraging in de onherroepelijke vaststelling van het wijzigingsplan, kunnen ook de resterende verhaalbare kosten nog niet bij  worden gedeclareerd. Deze waren begroot in 2023 en 2025, dat wordt nu naar verwachting 2024 en 2026.

Projecten

Poelveld
Alle woningen en kavels zijn verkocht. De afbouw van de openbare ruimte vindt plaats in 2024 waarna deze aan de gemeente in beheer en onderhoud kan worden overgedragen.

Kampweg
Het woonzorgcomplex en de 20 zorgappartementen worden inmiddels bewoond. De aanleg van de omliggende openbare ruimte is afgerond. 


Taskforce Wonen
Op 4 april 2023 is met de gemeenteraad van gedachten gewisseld over onze woningbouwopgave tot en met 2030 en op 26 oktober 2023 is een ateliersessie met de raad gehouden voor de integrale woningbouwopgave ter voorbereiding op de gewenste besluitvorming. Op basis van besluitvorming door de Raad op 20 februari 2024 inzake ‘Vaststelling (richtinggevende) kader om invulling te geven aan ede woningbouwopgave Eijsden-Margraten 2030’, heeft de Taskforce de ontwikkeling van de benodigde bouwlocaties verder uitgevoerd.

 Randvoorwaarden

Onderstaand volgt een nadere toelichting op: 
-  Aanpassingen verslaggevings- en waarderingssystematiek.
-  Prijsbeleid, indexatie en inflatie.
-  Methodiek winst- en verliesneming.

De financiële voortgang en forecast per afzonderlijke exploitatie is reeds onder “doorkijk gemeentelijke grondexploitaties” beschreven. Voorts is aldaar een doorkijk opgenomen ten aanzien van te verwachten plansaldi. Voor de thans in ontwikkeling zijnde plannen zijn exploitatieopzetten dan wel specifieke financiële randkaders door de raad vastgesteld.

Aanpassingen verslaggevings- en waarderingssystematiek
De commissie BBV heeft de afbakening, definiëring en verslaggevings- en waarderingsregels rondom grondexploitaties kritisch onder de loep genomen. De reden hiervoor is een aantal ontwikkelingen op het gebied van grondexploitaties. Namelijk: de afboekingen van gemeenten op grondposities in de afgelopen jaren, de aanbevelingen uit het rapport Vernieuwing BBV over transparantie en vergelijkbaarheid, en de aankomende Omgevingswet. De afbakening is ook onvermijdelijk in het kader van de vennootschapsbelastingplicht voor gemeenten (Vpb). Het kan namelijk helpen in de fiscale discussie over de afbakening van de ondernemersactiviteit en de toe te rekenen kosten en opbrengsten.

De commissie BBV heeft een aantal voorstellen uitgewerkt die hebben geleid tot wijzigingen in het BBV en de uitwerking hiervan. Bij opstelling van onderhavige begroting is rekening gehouden met betreffende (technische) wijzigingen. 

De financiële impact van de vennootschapsbelastingplicht is samen met fiscaal adviseurs opgepakt. De gevolgen hiervan worden meegenomen in de begroting. Uitgangspunt is het creëren van een zo laag mogelijke Vennootschapsbelasting-druk voor de gemeente.

Prijsbeleid, indexatie en inflatie
Voor de eigen gemeentelijke exploitaties wordt een uniform prijsbeleid voorgestaan. Eventuele tekorten binnen de exploitatie van een specifiek bestemmingsplan of uitbreidingslocatie worden in principe, middels de hiertoe gevormde reserves, gedekt uit exploitatie-overschotten binnen andere locaties.

Met ingang van 1 juli 2008 is de Grondexploitatiewet in werking getreden. De Grondexploitatiewet beoogt een eenduidig kader te scheppen waarbinnen de gemeente het kostenverhaal bij gebiedsontwikkeling in rekening dient te brengen. De nu wettelijk vastgelegde berekeningsmethodiek maakte het noodzakelijk om het vigerende uniforme uitgifteprijsbeleid te heroverwegen. Deze heroverweging is meegenomen bij opstelling van de Nota Grondbeleid, die eind 2012 is vastgesteld. Voor de reeds in uitgifte zijnde gemeentelijke bouwkavels wordt hierbij vastgehouden aan de reeds geldende vaste (uniforme) grondprijs, waarbij jaarlijks wordt bezien in hoeverre tot indexering wordt overgegaan. Voor eventuele toekomstige exploitaties waarbij sprake is van een actief grondbeleid biedt de Nota de mogelijkheid om te differentiëren binnen bandbreedtes.

Gezien stijgende kosten (bouw, inflatie etc) enerzijds en het toch mogelijk maken van bouwontwikkelingen voor starters en huurwoningen anderzijds stellen we voor om rondom het grondbeleid uit te gaan van kostendekkende grondprijzen met een differentiatie naar te realiseren woningbouwsegmenten, meer specifiek voor starters en het huursegment. Bij nieuwe nog vast te stellen grondexploitaties zal dit als uitgangspunt gehanteerd worden. 

In zijn algemeenheid dient daarnaast vermeld te worden dat vooralsnog ervan wordt uitgegaan dat alle op dit moment lopende en voorgenomen gemeentelijke exploitaties gecontinueerd worden binnen de door de raad vastgestelde maximale bandbreedtes en hieruit voortvloeiende financiële en planologische randkaders. 

Methodiek winst- en verliesneming
Conform hiertoe geldende aanbevelingen en richtlijnen (Commissie BBV) wordt ten aanzien van winstneming de zogenaamde “POC”-methode gevolgd, wat inhoudt dat winstneming jaarlijks tussentijds genomen wordt. Op het moment dat een exploitatietekort wordt verwacht, wordt op grond van het voorzichtigheidsprincipe, het vermoedelijke tekort ten laste van de Reserve Bestemmingsplannen (grondexploitatie) dan wel de Algemene reserve gebracht. Hierna vindt afwaardering van de boekwaarde van individuele exploitaties plaats ten laste van genoemde voorziening.

Conclusie bouwgrondexploitatie
Uit bovenstaand verslag blijkt dat de bouwgrondexploitatie op een financieel verantwoorde, in het licht van de huidige economische situatie, realistische en gedegen wijze wordt uitgevoerd.

Kaderstellende documenten

  • Nota grondbeleid 2012.

Woningbouwopgave 2022-2030 Eijsden-Margraten

Terug naar navigatie - Woningbouwopgave 2022-2030 Eijsden-Margraten

In het Bestuursakkoord is bij prioritair thema 4, wonen en leefomgeving, het volgende opgenomen:
•    Een TaskForce wonen instellen. Uw raad is inmiddels bij brief d.d. 15 september over het instellen van deze Taskforce geïnformeerd;
•    Voor 1 juli 2023 een integraal woningbouwplan aan de raad voorleggen.
•    Op basis van het integraal woningbouwplan voor 1 januari 2025 vastgestelde omgevingsplannen aan de raad voorleggen.

Op basis van de resultaten van het medio 2022 afgeronde woonbehoefteonderzoek in relatie tot onze aanwezige plancapaciteit, is de woningbouwopgave voor de periode t/m 2030 op 4 april 2023 aan de raad gepresenteerd.
  
De raad heeft op 28 maart 2023 het college opgedragen om een woonzorgvisie te laten samenstellen voor de periode t/m 2030 (doorkijk naar 2040) en deze in december 2023 ter vaststelling aan hem aan te bieden. Conform deze opdracht heeft de raad op 12 december 2023 deze woonzorgvisie vastgesteld.

Op basis van de tussentijdse onderzoeksresultaten van de in voorbereiding zijnde woonzorgvisie Eijsden-Margraten 2024-2030 en op basis van de op 7 maart 2023 afgesloten Woondeal Limburg 2023-2030, is de geactualiseerde gemeentelijke woningbouwopgave t/m 2030 op 26 oktober 2023 nogmaals aan de raad gepresenteerd (zie onderstaande tabel). Tijdens deze presentatie is de raad gevraagd richtinggevende kaders aan te geven op welke wijze deze opgave ingevuld moet worden. Op basis hiervan zal de raad in februari 2024 een voorstel tegemoet zien om deze richtinggevende kaders vast te stellen.


Bovenstaande tabel is dynamisch en zal periodiek op de actualiteitswaarde worden gemonitord. Via raadsinformatiebrieven wordt de raad periodiek geïnformeerd over de in voorbereiding zijnde en gerealiseerde woningbouwplannen.