Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Inleiding
De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de verordening ex artikel 212 Gemeentewet, waarin door de gemeenteraad op d.d. 14 februari 2023 de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie zijn vastgesteld. Voorzover het BBV of de verordening géén specifieke grondslagen voorschrijven is aangesloten bij algemene waarderingsgrondslagen zoals opgenomen in BW2 Titel 9.

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
Algemeen
De in de onderhavige jaarrekening gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn gebaseerd op de veronderstelling van continuïteit van de gemeente.

De waardering van de activa en de passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het betreffende balansonderdeel anders is vermeld, worden de activa en de passiva opgenomen tegen nominale waarden.

De baten en lasten worden, conform het “matching-principe”, toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, onverschillig of zij tot inkomsten of uitgaven in dat jaar hebben geleid. Baten en winsten worden hierbij slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd, conform het “Realisatieprincipe”. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden vóór het einde van het begrotingsjaar worden, conform het “voorzichtigheidsprincipe”, in acht genomen indien zij vóór het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Baten en lasten, waaronder ook begrepen de heffing van de vennootschapsbelasting, worden daarbij verantwoord tot hun brutobedrag.

Dividendopbrengsten van deelnemingen worden eerst dan als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.

Met betrekking tot de verwerking van de Algemene Uitkering heeft de commissie BBV een stellige uitspraak gedaan. Deze uitspraak houdt in dat in de jaarrekening de Algemene Uitkering wordt opgenomen conform de in het jaar laatst gepubliceerde accresmededeling. De gemeente Eijsden-Margraten verwerkt de Algemene Uitkering op basis van daadwerkelijke ontvangsten, alsmede de op basis van de accresmededeling nog te ontvangen Algemene uitkering over het verslagjaar (factuurstelsel).

Met betrekking tot de eigen bijdragen die het CAK int en aan de gemeente afdraagt, geldt op basis van de Kadernota rechtmatigheid 2017 van de Commissie BBV het volgende: Gemeenten kunnen op basis van de overzichten van het CAK enkel de aantallen personen, soort en omvang van de zorgverlening beoordelen met de eigen WMO-administratie. Probleempunt is dat door het ontbreken van inkomensgegevens op deze overzichten de informatie over de eigen bijdrage ontoereikend is om als gemeente de juistheid op persoonsniveau en de volledigheid van de eigen bijdragen als geheel te kunnen vaststellen.
Door de systematiek te kiezen van het vaststellen van de eigen bijdragen door het CAK, heeft de wetgever in feite bepaald dat de verantwoordelijkheid voor de juistheid en volledigheid van de eigen bijdragen géén gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Dit betekent dat door de gemeenten geen zekerheid over de omvang en hoogte van de eigen bijdragen kan worden verkregen als gevolg van het niet kunnen vaststellen van de juistheid op persoonsniveau, zoals hiervoor is toegelicht.

Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt;
daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.
Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld reorganisaties) dient wel een verplichting opgenomen te worden.

Specifiek voor de gemeente Eijsden-Margraten
In onderhavige programmarekening is rekening gehouden met de verordeningen welke op grond van de artikelen 212, 213 en 213a door de raad zijn vastgesteld, alsmede met de nota waarderen en afschrijven vaste activa gemeente Eijsden-Margraten.

Er wordt afgeschreven en rente berekend over de balanswaarde per 1 januari van het boekjaar.

Algemene grondslagen voor de Rechtmatigheidsverantwoording
De in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld op basis van de kaders zoals besloten in de financiële verordening en op basis van de kadernota rechtmatigheid. Dat betekent dat:

  • De rechtmatigheidsverantwoording toeziet op de financiële rechtmatigheid van baten, lasten, balansmutaties, alsmede de baten en lasten inzake de specifieke uitkeringen op grond van art. 17 Financiële-verhoudingswet;
  • De financiële rechtmatigheid waaronder het voorwaardencriterium, het begrotingscriterium en het misbruik & oneigenlijk gebruik criterium omvat:
    • Voor het voorwaardencriterium bestaat de norm uit het normenkader zoals op 12 december 2023 door de raad is vastgesteld;
    • Voor het begrotingscriterium geldt dat;
      • Overschrijdingen van 2% per programma met een minimum van € 50.000 lichten we toe
      • Overschrijdingen die groter zijn dan € 100.000 per programma lichten we altijd toe
      • Overschrijdingen van de begroting die een van de volgende oorzaken hebben, worden niet meegenomen in het rechtmatigheidsoordeel:
        1. Begrotingsoverschrijdingen, die kleiner zijn dan € 50.000
        2. Begrotingsoverschrijdingen, als gevolg van autonome ontwikkelingen
        3. Begrotingsoverschrijdingen als gevolg van verplichte uitgaven
        4. Begrotingsoverschrijdingen als gevolg van artikel 175 van de Gemeentewet (oproer, wanordelijkheden, rampen, of zware ongevallen of vrees daartoe)
        5. Begrotingsoverschrijdingen waarbij de hoger kosten gedekt worden door hogere opbrengsten en waarbij tussen kosten en opbrengsten een direct verband bestaat. 
    • De rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld binnen de kaders van de kadernota rechtmatigheid 2023 van de Commissie BBV alsmede onze eigen financiële verordening. Dit betekent dat:
      • In de rechtmatigheidsverantwoording wordt het totaal aan afwijkingen (fouten en onduidelijkheden, ieder afzonderlijk, ten aanzien van het begrotings-, voorwaarden- en misbruik- en oneigenlijk
        gebruik criterium die boven de door de raad vastgestelde verantwoordingsgrens van 3% zijnde € 2.285.572 van de totale lasten van de gemeente, inclusief de toevoegingen aan de reserves) opgenomen;
      • In de paragraaf bedrijfsvoering worden bij overschrijding van de verantwoordingsgrens, geconstateerde afwijkingen (fouten of onduidelijkheden) groter dan € 100.000 nader toegelicht.

Balans

Algemeen
De activazijde van de balans geeft inzicht in bezittingen van de gemeente. Niet alle investeringen die de gemeente in het verleden heeft gedaan, zijn terug te vinden op de activazijde van de balans. Investeringen die werden gedekt uit reserves, of op grond van oude regelgeving in één keer ten laste van de exploitatie kwamen, zijn als het ware in een keer afgeschreven en hebben geen boekwaarde. Zo is het dus goed mogelijk dat de gemeente activa bezit die geen boekwaarde hebben, maar wel een waarde hebben in het economische verkeer. Dit zijn stille reserves.
Anderzijds worden eventuele duurzame waardeverminderingen van activa onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen op het moment van constateren.

Op de passivazijde van de balans wordt inzicht gegeven hoe de gemeente deze bezittingen financiert: door middel van eigen vermogen of vreemd vermogen.

Activa
De gemeente Eijsden-Margraten hanteert, conform het BBV, de algemene grondslagen ten aanzien van waardering, activering en afschrijving van vaste activa. Voor zover ten aanzien van individuele activaklassen daarnaast nog specifieke grondslagen van toepassing zijn, wordt hier bij de desbetreffende toelichtingen nader op ingegaan.

Nota waarderen en afschrijven
De  nota "waarderen en afschrijven Eijsden-Margraten 2023 ” is op 14 februari 2023 vastgesteld, en als zodanig met terugwerkende kracht geldig per 1 januari 2023.  Deze jaarrekening is derhalve opgesteld met inachtneming van de hierin opgenomen bepalingen.

Vaste activa

Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige directe kosten), verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen van derden, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen. Duurzame  waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.

In de balans worden onder de immateriële vaste activa afzonderlijk opgenomen:
- kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio
- kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief
- bijdragen aan activa in eigendom van derden.

De kosten van het sluiten van geldleningen (inclusief de betaalde boeterente) en het saldo van agio en disagio worden geactiveerd en over maximaal de looptijd van de lening volledig afgeschreven, te starten vanaf het moment van het in gebruik nemen van het gerelateerde materieel of financieel vast actief. Indien geen nieuwe lening wordt aangetrokken zijn de kosten van vervroegde aflossing (boeterente) niet geactiveerd, maar als last verantwoord.

De afschrijvingsduur voor de immateriële vaste activa - zijnde kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief - is ten hoogste vijf jaar.
Kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief kunnen worden geactiveerd indien:
• het voornemen bestaat het actief te gebruiken of te verkopen;
• de technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien vaststaat;
• het actief in de toekomst economisch of maatschappelijk nut zal genereren en;
• de uitgaven die aan het actief zijn toe te rekenen betrouwbaar kunnen worden vastgesteld.

De onder de kosten van onderzoek en ontwikkeling geactiveerde voorbereidingskosten voor grondexploitaties voldoen aan de volgende voorwaarden:
• de kosten passen binnen de kostensoortenlijst (artikel 6.2.4) van het Bro; en
• de kosten blijven maximaal vijf jaar geactiveerd staan onder de immateriële vaste activa. Na maximaal vijf jaar hebben de kosten geleid tot een actieve grondexploitatie, danwel worden deze afgeboekt ten laste van het jaarresultaat; en
• plannen tot ontwikkeling van de grond waarvoor de voorbereidingskosten worden gemaakt, hebben bestuurlijke instemming, blijkend uit een raads- of (indien gedelegeerd) collegebesluit.

Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. Hierbij is de afschrijvingsduur maximaal gelijk aan de verwachte gebruiksduur van de activa (bij derden) waarvoor de bijdrage aan derden wordt verstrekt.
Bijdragen aan activa in eigendom van derden kunnen worden geactiveerd, indien:
• er sprake is van een investering door een derde;
• de investering bijdraagt aan een publieke taak;
• de derde zich heeft verplicht tot het daadwerkelijk investeren, op een wijze zoals is overeengekomen en;
• de bijdrage kan worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de gemeente anders recht kan doen gelden op activa die samenhangen met de investering.

Materiële vaste activa
In de balans worden onder de materiële vaste activa afzonderlijk opgenomen:
- investeringen met een economisch nut;
- investeringen met een economisch nut waarvoor een heffing kan worden geheven;
- investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.

De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven.
Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. In het verslagjaar heeft een dergelijke vermindering overigens niet plaatsgevonden. Dergelijke afwaarderingen worden teruggenomen als ze niet langer noodzakelijk blijken.

Materiële vaste activa met een economisch nut
In erfpacht uitgegeven gronden
De gemeente Eijsden-Margraten heeft géén in erfpacht uitgegeven gronden.

Overige investeringen met economisch nut
Materiële vaste activa met een economisch nut waarvoor een heffing kan worden geheven
Wanneer investeringen grotendeels worden gedaan voor riolering of voor het inzamelen van huishoudelijk afval, dan worden deze investeringen op de balans opgenomen in een aparte categorie:
Materiële vaste activa met een economisch nut waarvoor een heffing kan worden geheven.

Voor een overzicht van de gehanteerde afschrijvingstermijnen wordt volledigheidshalve verwezen naar de nota "waarderen en afschrijven Eijsden-Margraten 2023".

Specifieke grondslagen ten aanzien van materiële vaste activa:
• alle investeringen met een economisch nut worden geactiveerd;
• investeringen hebben een economisch nut indien ze verhandelbaar zijn en/of ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen;
• kunstvoorwerpen met een cultuur-historische waarde worden niet geactiveerd;
• investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden geactiveerd;
• voor zover investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden geactiveerd, kan hierop extra worden afgeschreven;
• over grond wordt niet afgeschreven.

Financiële vaste activa
In de balans worden onder de financiële vaste activa afzonderlijk opgenomen:
- kapitaalverstrekkingen aan:
• deelnemingen
• gemeenschappelijke regelingen
• overige verbonden partijen
- leningen aan:
• openbare lichamen als bedoeld in art. 1, onderdeel a Wet Fido
• woningbouwcorporaties
• deelnemingen
• overige verbonden partijen
- overige langlopende leningen
- uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd langer dan één jaar
- uitzettingen in Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd langer dan één jaar
- overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Van een deelneming is krachtens artikel 1 lid e BBV sprake als de gemeente participeert in het aandelenkapitaal van een NV of BV.
Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering niet noodzakelijk gebleken.

Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen respectievelijk nominale waarde, respectievelijk nominale waarde verminderd met ontvangen aflossingen. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.

De onder financiële vaste activa opgenomen leningen verstrekt aan derden en (overige) uitzettingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde, verminderd met ontvangen aflossingen. Zo nodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht.

Vlottende activa

Algemeen
Onder de vlottende activa zijn afzonderlijk opgenomen:
- de voorraden
- de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
- de liquide middelen, en
- de overlopende activa.

Voorraden
In de balans worden onder de voorraden afzonderlijk opgenomen:
- grond- en hulpstoffen, zijnde overige grond- en hulpstoffen
- onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie
- gereed product en handelsgoederen
- vooruitbetalingen op voorraden.

De gemeente Eijsden-Margraten heeft géén voorraden grond- en hulpstoffen.

De onder de onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie worden opgenomen tegen de verkrijgingprijs vermeerderd met de vervaardigingkosten verminderd met de opbrengsten wegens de gerealiseerde verkopen en ontvangen (rijks-)subsidies.
De vervaardigingskosten omvatten de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend zoals grondaankopen, kosten van bouw- en woonrijp maken (grondwerk en aanleg van infrastructurele voorzieningen), uitvoering van benodigde onderzoeken (bodem, archeologie, civieltechnisch onderzoek etc.), overige plan- en advieskosten en rentekosten over de aanwezige boekwaarden.

Ten aanzien van winstneming bij bouwgronden in exploitatie wordt de zogenaamde “Percentage-Of-Completion” – methode toegepast. Dit houdt in dat winstneming verhoudingsgewijs dient te geschieden naar gelang de voortgang van realisatie van kosten en opbrengsten binnen de betreffende exploitatie.
Voor eventuele verwachte negatieve resultaten, waarvoor de omvang per balansdatum onzeker is doch redelijkerwijs is in te schatten, wordt een voorziening gevormd.

Bij de periodieke evaluatie van resultaatontwikkeling van de individuele exploitaties wordt rekening gehouden met:
• Indien locaties (versneld) tussentijds in exploitatie worden genomen, kunnen er significante wijzigingen in de boekwaarden op treden als gevolg van verkooptransacties, kosten verbonden aan uitvoering, en het rente-effect over de aanwezige boekwaarden.
• Indien locaties vertraagd in exploitatie worden genomen – c.q. als “warme grond” worden aangehouden – worden de kapitaallasten over de boekwaarden van betreffende gronden ten laste van het begrotingssaldo en / of reserves gebracht (in plaats van jaarlijkse bijschrijving op de aanwezige boekwaarden).
• Indien locaties naar verwachting niet meer (of slechts gedeeltelijk) in exploitatie worden genomen, wordt op het moment van constatering ter grootte van de op dat moment aanwezige boekwaarde (gedeeltelijk) een verliesvoorziening gevormd ten laste van het rekeningsaldo en / of reserves.

Onder de voorraden gereed product en handelsgoederen worden activa opgenomen waarvoor het stellige voornemen tot vervreemding bestaat. Deze worden gewaardeerd tegen historische verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met gedane lineaire afschrijvingen tot moment van “sfeerovergang”.
Indien de marktwaarde duurzaam lager is dan boekwaarde, vindt waardering tegen marktwaarde.
Per balansdatum zijn er géén activa aanwezig waarvoor een dergelijk stellig voornemen bestaat.

De gemeente Eijsden-Margraten heeft géén vooruitbetalingen verricht op voorraden.

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
Onder de uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar worden afzonderlijk opgenomen:
- vorderingen op openbare lichamen
- verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen als bedoeld in art. 1, onderdeel a Wet Fido
- overige verstrekte kasgeldleningen
- uitzettingen in ’s Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
- rekening-courantverhouding met het Rijk
- rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen
- uitzettingen in Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
- overige vorderingen
- overige uitzettingen.

Vorderingen worden tegen de nominale waarde gewaardeerd, onder aftrek van eventuele voorzieningen voor oninbare vorderingen.

Financiële verordening
Voor openstaande vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid getroffen op basis van een statische beoordeling op oninbaarheid van de individuele openstaande vorderingen.

Liquide middelen
In de balans worden onder de liquide middelen de kas-, bank- en girosaldi opgenomen.
Dit betreft allen saldi luidende in Euro’s.
Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

Overlopende activa
De overlopende activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Onder de overlopende activa worden afzonderlijk opgenomen:
- De van Europese en Nederlandse (overheids)lichamen ontvangen voorschotten die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen
- Overige nog te ontvangen bedragen en vooruitbetaalde bedragen.

Passiva

Algemeen
Op de balans worden de passiva onderscheiden in vaste en vlottende passiva.
Tenzij anders vermeld worden passiva gewaardeerd tegen nominale waarde.

Vaste passiva
Algemeen
Onder de vaste passiva worden afzonderlijk opgenomen:
- eigen vermogen;
- voorzieningen
- vaste schulden, met een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Nota reserves en voorzieningen gemeente Eijsden-Margraten
De actuele nota "reserves en voorzieningen" is op 14 februari 2023 vastgesteld. 

Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de reserves, alsmede het resultaat vóór bestemming volgend uit de programmarekening. De winstbestemming over het afgelopen boekjaar vindt plaats in het (volgend) jaar van vaststelling, conform het hiertoe strekkende raadsbesluit.

In de balans worden de reserves onderscheiden naar:
- de algemene reserve
- de bestemmingsreserves.

Een bestemmingsreserve is een reserve waaraan de raad een bepaalde bestemming heeft gegeven. Heeft een reserve geen bestemming dan wordt het een algemene reserve genoemd. Mutaties in reserves zijn enkel mogelijk op basis van een raads-, danwel gedelegeerd collegebesluit, genomen voor het einde van het betreffende begrotingsjaar.

Voorzieningen
Voorzieningen worden gevormd wegens:
• verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten.
• op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten.
• van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de van de Nederlandse en Europese overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek
bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren.
Genoemde voorschotbedragen worden afzonderlijk verwerkt onder de overlopende passiva.
• kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.
• de bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven.

De vorming van een voorziening, dan wel een dotatie aan een reeds bestaande voorziening, is als een last in het betreffende boekjaar verantwoord. Alle aanwendingen van voorzieningen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht en in het verslagjaar niet ten laste van de exploitatie verantwoord.

Voorzieningen worden niet gevormd voor aan jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Rentetoevoegingen aan voorzieningen zijn niet toegestaan.

Eventuele voorzieningen wegens oninbaarheid worden (aan de actiefzijde) met de nominale waarde van leningen en vorderingen verrekend.
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies.

De (onderhouds)egalisatievoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die ter zake geformuleerd zijn. 
In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen is het beleid ter zake nader uiteengezet.

De rioolvoorziening en de afvalvoorziening zijn verwerkt o.b.v. nominale waarde en met inachtneming van artikel 44, lid 2 BBV. Vanuit het GRP en het afval is er geen inzicht in de wijze waarop het tarief is opgebouwd en is een voorziening o.b.v. artikel 44, lid 1 onderdeel d BBV niet mogelijk.

Vaste schulden
In de balans worden onder de vaste schulden afzonderlijk opgenomen:
- Obligatieleningen
- Onderhandse leningen van:
• Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen
• Binnenlandse banken en overige financiële instellingen
• Binnenlandse bedrijven
• Openbare lichamen als bedoeld in art. 1, onderdeel a Wet Fido
• Overige binnenlandse sectoren
• Buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren
- Door derden belegde gelden
- Waarborgsommen
- Overige leningen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde (hoofdsom), verminderd met het totaal van de gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
De gemeente Eijsden-Margraten heeft géén verplichtingen voortvloeiend uit financial leaseovereenkomsten en overige leningen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

Vlottende passiva

Algemeen
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Onder de vlottende passiva worden afzonderlijk opgenomen:
- de netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
- de overlopende passiva.

Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
In de balans worden onder de netto-vlottende schulden afzonderlijk opgenomen:
- kasgeldleningen aangegaan bij openbare lichamen als bedoeld in art 1, onderdeel a Wet Fido
- overige kasgeldleningen
- bank- en girosaldi
- overige schulden.

Overlopende passiva
In de balans worden onder de overlopende passiva afzonderlijk opgenomen:
- Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot uitbetaling komen, met uitzondering van jaarlijks aan terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van 
   vergelijkbaar volume;
- De van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren;
- Overige vooruit ontvangen bedragen en overlopende passiva, die ten bate van de volgende begrotingsjaren komen.

Garantstellingen
Aan de passiefzijde van de balans wordt- buiten de balanstelling - opgenomen het bedrag waartoe aan natuurlijke en rechtspersonen borgstellingen of garantstellingen zijn verstrekt.
Onder de toelichting op de balans is omtrent de hieruit voortvloeiende verplichtingen onder “niet in de balans opgenomen verplichtingen” een nadere toelichting opgenomen.

Single audit en single information (SiSa)
Met ingang van het rekeningjaar 2006 is single information en single audit (SiSa) ingevoerd voor een groot aantal specifieke uitkeringen.
Met de invoering zijn aparte verantwoordingen, controleprotocollen en accountantscontroles voor deze specifieke uitkeringen vervallen. In plaats hiervan moet ingaande 2006 in de jaarrekening een bijlage als toelichting op de jaarrekening worden opgenomen met daarin de verantwoordingsinformatie over de voor de gemeente van toepassing zijnde specifieke uitkeringen.