Paragrafen

Paragraaf 1: Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Paragraaf 1: Lokale heffingen - Inleiding

De lokale heffingen vormen na de algemene uitkering de belangrijkste inkomstenbron van de gemeente. Deze heffingen kunnen worden gesplitst in:

  • heffingen die dienen als algemeen dekkingsmiddel van de gemeentelijke uitgaven;
  • heffingen waartegenover een aanwijsbare prestatie staat die door de gemeente ten dienste van de inwoner wordt uitgevoerd.

Alle heffingen zijn gebaseerd op door de raad vastgestelde verordeningen, met de daarbij behorende tarieventabellen. Met betrekking tot het tarievenbeleid zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • De gemeentelijke belastingen stijgen niet hoger dan de inflatie;
  • Een kostendekkende afvalstoffenheffing en rioolheffing;
  • We gaan uit van het profijtbeginsel: diegene die van een gemeentelijke dienst of voorziening gebruik maakt, betaalt voor de daarmee gemoeide kosten;
  • Over de hoogte van het tarief van de toeristenbelasting vindt zoveel als mogelijk afstemming plaats met de Lijn 50 gemeenten.

Onderstaand treft u een overzicht aan van de heffingen die door onze gemeente worden opgelegd en de bijbehorende opbrengsten.

Tabel: overzicht heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf 1: Lokale heffingen - Tabel: overzicht heffingen
Belasting
(bedragen x € 1.000)
2025 2026 2027 2028 2029
Onroerende zaakbelasting (OZB) € 6.502 € 6.961 € 7.506 € 7.762 € 8.011
Rioolheffing € 3.756 € 3.990 € 4.209 € 4.360 € 4.515
Afvalstoffenheffing en reinigingsrecht € 3.913 € 4.042 € 4.204 € 4.373 € 4.547
Toeristenbelasting € 1.187 € 1.206 € 1.206 € 1.206 € 1.206
Hondenbelasting € 178 € 178 € 178 € 178 € 178
Woonforensenbelasting € 82 € 82 € 82 € 82 € 82
Totaal € 15.618 € 16.459 € 17.385 € 17.961 € 18.539

Onroerendezaakbelasting (ozb)

Terug naar navigatie - Paragraaf 1: Lokale heffingen - Onroerendezaakbelasting (ozb)

Doel van de belasting/heffing
De opbrengst van deze belastingen dient als algemeen dekkingsmiddel. Tegenover de belastingopbrengsten staan
geen specifieke uitgaven.

Wie is belastingplichtig?
De onroerendezaakbelasting wordt geheven van:
• de eigenaren van alle woningen en
• de eigenaren en gebruikers van alle bedrijfspanden, overige gebouwen en bouwgrond binnen de gemeentegrenzen.

Grondslag van de heffing
De grondslag voor de heffing is de WOZ-waarde (waarde volgens de Wet Onroerende Zaken). De tarieven voor de ozb zijn mede afhankelijk van de op grond van de WOZ getaxeerde waarden.

Tarieven
Voor de ozb worden verschillende tarieven gehanteerd voor woningen en niet-woningen. De tarieven zijn opgenomen in onderstaande tabel.

Onroerende Zaakbelasting (OZB) 2023 2024 2025 2026
Eigenaren woning 0,1095% 0,1113% 0,1107% nnb
Eigenaren niet-woning 0,1752% 0,1701% 0,1672% nnb
Gebruikers niet-woning 0,1505% 0,1461% 0,1432% nnb

* het tarief 2026 zal in de decemberraad op basis van de nieuwe taxaties worden vastgesteld.

Zoals bij de begroting 2025-2028 door uw raad is besloten is de opbrengst onroerende zaakbelastingen voor 2026 en 2027 met 6,5% verhoogd en voor  de  jaren 2028 en 2029 is de prijsindex uit de meicirculaire 2025  genomen. (2028 2,6% en 2029 2,5%) .

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Paragraaf 1: Lokale heffingen - Rioolheffing

Doel van de belasting/heffing
De opbrengsten van deze belasting worden specifiek benut ter dekking van de uitgaven voor het in standhouden van de riolering.

Wie is belastingplichtig?
Belastingplichtig zijn:
a) de eigenaar van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering (eigenarendeel) en
b) de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd (gebruikersdeel), zie ook grondslag van de heffing.

Grondslag van de heffing
Het eigenarendeel wordt geheven naar een vast bedrag per perceel en het gebruikersdeel wordt geheven naar een vast bedrag per perceel voor zover het aantal kubieke meters water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd uitgaat boven 300 m³.

Tarieven
Uitgangspunt bij de bepaling van de tariefstelling is kostendekkendheid. Om schommelingen in de tariefstelling te voorkomen is een voorziening ingesteld.

Rioolheffing 2023 2024 2025 2026
Vast bedrag per woning in eigendom € 285 € 294 € 303 € 319
Vast bedrag per niet-woning in eigendom € 285 € 294 € 303 € 319
Vast bedrag per gebruik > 300 m3 € 127 € 131 € 135 € 147

 

Rioolheffing
(bedragen in duizenden euro´s)
2026
     
Lasten taakvelden (incl. (omslag)rente)  
5.7 Openbaar groen en (openlucht)recreatie 67
7.2 Riolering 4.318
  -/- Correctie BTW-compensatiefonds -709
     
Totale lasten 3.675
     
Baten taakvelden (excl. Heffingen en mutatie voorziening)  
7.2 Riolering -4.384
  -/- Correctie rioolheffing 4.000
  -/- Mutatie voorziening 385
     
Totale baten 0
     
Netto kosten 3.675
     
Overig toe te rekenen kosten  
BTW-compensatiefonds 709
     
A. Totale kosten 4.384
     
Opbrengst heffingen  
Rioolheffing 4.000
     
B. Totale opbrengsten 4.000
     
C. Mutatie voorziening (= B -/- A) -385
     
     
Dekkingspercentage (= B / A * 100 %) 91%

Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten

Terug naar navigatie - Paragraaf 1: Lokale heffingen - Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten

Doel van de belasting/heffing
De opbrengsten van deze belasting worden specifiek benut ter dekking van de uitgaven voor het verwijderen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen.

Wie is belastingplichtig?
De gebruiker van een perceel waar huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan is belastingplichtig. Dit kan een woning zijn, maar ook bijvoorbeeld een vakantiehuis naast een woonhuis.

Grondslag van de heffing
Voor de afvalstoffenheffing gelden twee grondslagen.
Op de eerste plaats wordt er een vastrecht gehanteerd.
Daarnaast is er een prijs per kilo aangeboden afval.

Tarieven
Uitgangspunt bij de bepaling van de tariefstelling is kostendekkendheid. Om schommelingen in de tariefstelling te voorkomen is een voorziening ingesteld.

Afvalstoffenheffing 2023 2024 2025 2026
Eenpersoonshuishouden € 141,00 € 170,00 € 184,00 € 193,50
Meerpersoonshuishouden € 188,50 € 226,00 € 244,00 € 247,00
Restafval / gewicht in minicontainer en citybin per kilo € 0,33 € 0,35 € 0,38 € 0,00
Restafval / lediging citybin 40 liter € 0,90 € 1,10 € 1,15 € 3,00
Restafval / lediging minicontainer 140 liter € 2,25 € 2,90 € 3,05 € 9,50
Restafval / lediging minicontainer 240 liter € 2,90 € 3,90 € 4,10 € 13,50
Restafval / aanbieding ondergrondse container (trommel 60L) € 2,05 € 2,80 € 3,05 € 6,00
GFT-afval / gewicht in minicontainer en citybin per kilo € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00
GFT-afval / lediging citybin 40 liter € 0,90 € 1,10 € 1,15 € 1,20
GFT-afval / lediging minicontainer 140 liter € 2,25 € 2,90 € 3,05 € 3,15
GFT-afval / lediging minicontainer 240 liter € 2,90 € 3,90 € 4,10 € 4,25

 

Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
(bedragen in duizenden euro´s)

2026
     
Lasten taakvelden (incl. (omslag)rente)  
2.1 Verkeer en vervoer 472
7.3 Afval 3.877
  -/- Correctie BTW-compensatiefonds -680
7.4 Milieubeheer 0
     
Totale lasten 3.669
     
Baten taakvelden (excl. Heffingen en mutatie voorziening)  
7.3 Afval -4.349
  -/- Correctie reinigingsrechten 4.040
  -/- Mutatie voorziening 47
     
Totale baten -262
     
Netto kosten 3.407
     
Overig toe te rekenen kosten  
BTW-compensatiefonds 680.109
     
A. Totale kosten 4.087
     
Opbrengst heffingen  
Reinigingsrechten 4.040
     
B. Totale opbrengsten 4.040
     
C. Mutatie voorziening (= B -/- A) -47
     
     
Dekkingspercentage (= B / A * 100 %) 99%

Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - Paragraaf 1: Lokale heffingen - Toeristenbelasting

Doel van de belasting/heffing
De opbrengst van deze belasting dient als algemeen dekkingsmiddel. Daarnaast wordt een deel van de opbrengst aangewend voor de revitalisering van het toerisme en de recreatie in onze gemeente.

Wie is belastingplichtig?
Belastingplichtige is die persoon die verblijft (overnacht) in de gemeente zonder in het bevolkingsregister van de gemeente te zijn opgenomen.

Grondslag van de heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingtijdvak.

Tarieven
Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 2,70.

Toeristenbelasting 2023 2024 2025 2026
Per persoon per overnachting € 2,20 € 2,20 € 2,70 € 2,70

€ 0,30 per overnachting zal worden ingezet t.b.v. landschapsfonds/natuurontwikkeling.

Watertoeristenbelasting

Terug naar navigatie - Paragraaf 1: Lokale heffingen - Watertoeristenbelasting

Doel van de belasting/heffing
De opbrengst van deze belasting dient als algemeen dekkingsmiddel. Daarnaast wordt een deel van de opbrengst aangewend voor de revitalisering van het watertoerisme en de recreatie in onze gemeente.

Wie is belastingplichtig?
Belastingplichtige is die persoon die verblijft (overnacht) in de gemeente zonder in het bevolkingsregister van de gemeente te zijn opgenomen.

Grondslag van de heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten. 

Tarieven
Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 2,70.

Watertoeristenbelasting 2023 2024 2025 2026
Per persoon per overnachting € 2,20 € 2,20 € 2,70 € 2,70

Hondenbelasting

Terug naar navigatie - Paragraaf 1: Lokale heffingen - Hondenbelasting

Doel van de belasting/heffing
De opbrengst van deze belasting dient als algemeen dekkingsmiddel. Tegenover de belastingopbrengsten staan geen specifieke uitgaven.

Wie is belastingplichtig?
Deze belasting wordt geheven van de binnen de gemeentegrenzen wonende houder van één of meerdere honden.

Grondslag van de heffing
De heffing heeft een fiscaal karakter en is gebaseerd op het aantal honden dat door een belastingplichtige wordt gehouden.

Tarieven
De tarieven zijn opgenomen in onderstaande tabel.

Overige informatie
De aanslag hondenbelasting wordt tegelijkertijd met de onroerende zaakbelastingen en rioolheffing opgelegd.

Hondenbelasting 2023 2024 2025 2026
1ste hond € 80 € 80 € 82 € 82
2de hond € 85 € 85 € 87 € 87
3de en volgende hond € 90 € 90 € 92 € 92
kennel € 600 € 600 € 616 € 616

Woonforensenbelasting

Terug naar navigatie - Paragraaf 1: Lokale heffingen - Woonforensenbelasting

Doel van de belasting/heffing
De opbrengst van deze belasting dient als algemeen dekkingsmiddel. Tegenover de belastingopbrengsten staan geen specifieke uitgaven.

Wie is belastingplichtig?
Deze belasting wordt geheven van personen die niet binnen onze gemeente wonen, maar wel een gemeubileerde woning voor zichzelf of hun gezin ter beschikking houden gedurende meer dan 90 dagen van het belastingjaar.

Grondslag van de heffing
Als maatstaf voor de heffing geldt de waarde van de onroerende zaak zoals deze op grond van de Wet Waardering Onroerende Zaken is vastgesteld.

Tarieven
De tarieven zijn opgenomen in onderstaande tabel.

Overige informatie
De aanslag forensenbelasting wordt achteraf per jaar opgelegd.

Forensenbelasting 2023 2024 2025 2026
Vast bedrag per woning € 533 € 533 € 533 € 533
Vermeerderd met percentage van de WOZ waarde 0,89% 1,07% 0,89% 0,89%
Totale belasting maximaal     € 3.500 € 3.500

Leges

Terug naar navigatie - Paragraaf 1: Lokale heffingen - Leges

Doel van de belasting/heffing
De gemeente brengt leges (rechten) in rekening als vergoeding voor diensten die zij verricht. De diensten waarvoor leges moeten worden betaald staan in de tarieventabel bij de verordening op de heffing en de invordering van  leges Eijsden-Margraten 2025 hoort. Tarieven voor het jaar 2026 worden in de raadsvergadering van december vastgesteld.

Wie is belastingplichtig?
De belastingplicht geldt voor diegene die de dienst heeft aangevraagd, of voor diegene voor wie de dienst wordt verleend.

Grondslag van de heffing
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Tarieven
De tarieven zijn opgenomen in de bijlage, de tarieventabel van de verordening op de heffing en de invordering van  leges Eijsden-Margraten 2025.

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf 1: Lokale heffingen - Kwijtscheldingsbeleid

Wij hanteren de zogenaamde 100% norm voor de kwijtschelding van gemeentelijke heffingen. Of een belastingplichtige in aanmerking komt voor kwijtschelding wordt beoordeeld aan de hand van een inkomens- en/of vermogenstoets. Bij deze toets worden de kosten van bestaan conform de bijstandsnorm voor 100% meegenomen. Kwijtschelding kan alleen worden verleend voor het vastrecht gedeelte van een aanslag afvalstoffenheffing.

Kaderstellende documenten

Terug naar navigatie - Paragraaf 1: Lokale heffingen - Kaderstellende documenten

Paragraaf 2: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Paragraaf 2: Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Inleiding

Met de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing doet de gemeente verslag van de risico's die zij mogelijk loopt bij de uitvoering van de beleidsdoelstelling of  die zij heeft opgelopen tijdens de beleidsbepaling in voorgaande jaren en die financieel niet zijn afgedekt. Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten schrijft voor dat de paragraaf over het weerstandsvermogen en risicobeheersing ten minste de volgende onderdelen bevat:

  1. het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's
  2. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit
  3. een inventarisatie van de risico's
  4. een overzicht van de kengetallen
  5. een geprognosticeerde balans

1. Beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's

Terug naar navigatie - Paragraaf 2: Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 1. Beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's

In  september 2013 heeft uw gemeenteraad de 'beleidsnota voor risicomanagement en weerstandsvermogen' vastgesteld, waarin het gemeentelijk beleid over de weerstandscapaciteit en de risico’s is beschreven. Het wettelijk kader voor deze beleidsnota ligt besloten in het 'Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV).

Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen geeft aan hoe sterk wij als gemeente zijn om risico's met financiële gevolgen op te vangen, zonder dat wij ons beleid hoeven te wijzigen. Door aandacht te hebben voor het weerstandsvermogen kan worden voorkomen dat elke financiële tegenvaller ons dwingt tot bezuinigen. De berekening van het weerstandsvermogen is als volgt:

Beschikbare weerstandscapaciteit

Het BBV omschrijft de (beschikbare) weerstandscapaciteit als zijnde 'de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken'. Dit wil zeggen hoeveel vrij besteedbare middelen de gemeente achter de hand heeft om onverwachte financiële tegenvallers op te vangen. Daarbij is belangrijk dat de financiële tegenvallers geen invloed hebben op het uitvoeren van de begroting en bestaand beleid. 

Bij de bepaling van de beschikbare weerstandscapaciteit wordt onderscheid gemaakt in incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Incidentele weerstandscapaciteit staat voor het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van de taken op het gewenste niveau. Hiertoe kunnen in zijn algemeenheid de reserves worden gerekend. Met de structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. Tot de structurele weerstandscapaciteit behoren de onbenutte belastingcapaciteit en de structurele ruimte in de begroting. Bij de bepaling van de weerstandscapaciteit betrekt de gemeente:

Benodigde weerstandscapaciteit

De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald op basis van een inventarisatie van alle mogelijke risico's in relatie tot de in de beleidsnota vastgestelde kans-, gevolg- en tolerantiematrix.  Afhankelijk van de behaalde risicoscore in de tolerantiematrix wordt vervolgens met een percentage het financieel risico dat de gemeente mogelijk loopt bepaald:

Afhankelijk van kans, impact, aard van het risico, urgentie, organisatie(cultuur), draagvlak en de beschikbare middelen wordt afgewogen of en welke soorten beheersmaatregelen per risico genomen moeten worden.  En zo ja, met welke urgentie. Er zijn verschillende strategieën waarop kan worden omgegaan met risico's. De verschillende opties sluiten elkaar niet altijd uit en niet alle opties zijn geschikt voor elke situatie.  Wij hanteren hierin de volgende strategieën:

  1. reduceren: acties inzetten die het risico terugbrengen tot een acceptabel niveau,
  2. vermijden: de activiteit waar een risico door ontstaat wordt beëindigd, op een andere manier vorm gegeven of dat voorgenomen beleid wordt vanwege de risico's niet uitgevoerd, ook werkprocessen zijn zodanig ingericht dat op die manier risico's worden vermeden,
  3. overdragen: de activiteiten die door het risico geraakt worden, worden (deels) uitbesteed aan een derde partij die daarbij ook het risico overneemt, 
  4. accepteren: als een risico niet wordt vermeden, verhinderd of overgedragen, dan wordt het risico geaccepteerd en moet eventuele schade via de weerstandscapaciteit worden afgedekt. 

Op grond van deze risicoanalyse wordt tot slot bepaald hoeveel middelen gereserveerd moeten worden ter afdekking van deze risico's: de benodigde weerstandscapaciteit. 

Beoordeling weerstandsvermogen

Door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) is een beoordelingstabel weerstandsvermogen opgesteld. Hierin kan de betekenis van de berekende ratio worden afgelezen:

Cijfer A (uitstekend) is het hoogste cijfer. De gemeente is uitstekend in staat om zelf de geïdentificeerde risico’s op te vangen. Cijfer F (ruim onvoldoende) is het laagste cijfer. Als één of meerdere risico’s zich voordoen, komt de continuïteit van de gemeente in gevaar.

2. Inventarisatie van de weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Paragraaf 2: Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 2. Inventarisatie van de weerstandscapaciteit

Algemene reserve

De algemene reserve zijn alle reserves niet zijnde bestemmingsreserves, die zijn bedoeld als buffer (weerstandscapaciteit) voor het opvangen van financiële tegenvallers. Meerjarig vertoont de algemene reserve het volgende beeld:

Jaar
(bedragen x € 1.000.000)
Stand per
1 januari
Stand per
31 december
2026 12,5 12,4
2027 12,4 11,1
2028 11,1 11,1
2029 11,1 11,1

 

Bestemmingsreserves

Een bestemmingsreserve is een afgezonderd vermogensbestanddeel waaraan uw gemeenteraad een specifieke bestemming voor bepaalde doeleinden heeft gegeven. Dit betekent dat een groot gedeelte van de bestemmingsreserve niet zondermeer vrij inzetbaar is. Uiteraard kunt u een bestemming c.q. het te bereiken doel door de inzet van een reserve altijd wijzigen. Meerjarig vertonen de bestemmingsreserves het volgende beeld:

Jaar
(bedragen x € 1.000.000)
Stand per
1 januari
Waarvan
bruteringsreserve
Stand per
31 december
2026 9,3 7,0 9,0
2027 9,0 6,7 8,8
2028 8,8 6,4 8,5
2029 8,5 6,2 8,2

 

Stille reserves

Van een stille reserve is pas sprake als de directe opbrengstwaarde van de materiële vaste activa hoger is dan de boekwaarde en als het activum niet duurzaam aan de bedrijfsuitoefening is verbonden. In de praktijk zal dit alleen voordoen bij onroerende zaken die in eigendom zijn van de gemeente en niet meer benodigd zijn voor de bedrijfsuitoefening. De meeste gemeentelijke eigendommen zoals schoolgebouwen, sportvelden, dorpshuizen, gemeentehuis, brandweerkazernes en gemeentelijke werkplaatsen (werf, milieu straat) worden ingezet voor de uitoefening van gemeentelijke taken en zijn duurzaam verbonden aan de bedrijfsuitoefening. Omdat de omvang van de stille reserves lastig te kwantificeren is, wordt dit niet meegenomen in de berekening van de weerstandscapaciteit.

Post onvoorziene uitgaven

In de programmabegroting is een post onvoorzien ad € 25.000 opgenomen. Deze buffer kan ingezet worden om incidentele tegenvallers in het lopende begrotingsjaar op te vangen. Dit is volgens de regelgeving van het BBV. Vanwege het incidentele karakter van deze tegenvallers heeft dit geen structurele gevolgen voor de begroting van een volgend jaar.

Onbenutte belastingcapaciteit

De onbenutte belastingcapaciteit is het bedrag dat de gemeente aan extra belastinginkomsten kan genereren binnen de hiervoor geldende wet- en regelgeving. Voor de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit wordt gebruik gemaakt van de normen die gelden voor het zogenoemde artikel-12 beleid. Hierbij wordt gekeken naar de maximale eigen opbrengsten uit ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing.

Voor rioolheffing en afvalstoffenheffing geldt dat er gestreefd wordt naar 100% kostendekkende tarieven. Vandaar dat deze bij het bepalen van de onbenutte belastingcapaciteit buiten beschouwing worden gelaten.

Of de OZB-tarieven kunnen stijgen ten opzichte van de artikel-12 norm wordt jaarlijks berekend. Bij de berekening wordt uitgegaan van de artikel-12 norm uit de meest recente circulaire van het Rijk. Het rekentarief voor eigenaren van woningen bedraagt 0,1648% (bron: Meicirculaire gemeentefonds 2025).

De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt derhalve voor het jaar 2026 €  1.410.675, -.

Jaar
(bedragen x € 1.000.000)
Onbenutte belastingcapaciteit
2026 1,411
2027 1,285
2028 1,468
2029 1,681

3. Inventarisatie van de risico's

Terug naar navigatie - Paragraaf 2: Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 3. Inventarisatie van de risico's

Reguliere risico’s – risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn – maken geen deel uit van de risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen immers verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd. Risico’s die in het kader van de weerstandsvermogen wel relevant zijn kunnen – volgens het BBV – onderverdeeld worden in:

  1. Financiële risico’s;
  2. Risico’s op eigendommen;
  3. Risico’s die samenhangen met de interne organisatie.

A. Financiële risico's

Terug naar navigatie - Paragraaf 2: Weerstandsvermogen en risicobeheersing - A. Financiële risico's

Structurele risico’s zijn financieel vertaald en in de meerjarenbegroting verwerkt. Ons weerstandsvermogen is ten opzichte van eerdere begrotingen afgenomen  maar is nog steeds gezond te noemen. Door de stagnerende economie en door de val van het kabinet  zullen de risico’s voor de gemeente sterk toenemen. 

Garantieverplichtingen; gemeente staat borg voor een door een stichting of vereniging aangegane geldlening

Onder een garantieverplichting wordt verstaan het borg staan door de gemeente voor een door een stichting of vereniging aangegane geldlening. Door de borgstelling door de gemeente kan de stichting of vereniging gunstigere voorwaarden bedingen. Per 1 januari 2025 staan we garant voor:

  • Woonpunt: een 7-jarige bulletlening ter grootte van € 17.000.000 aan Woonpunt bestemd voor de financiering van woongelegenheden. Aflossing vindt geheel plaats aan het einde  van de looptijd in 2028. Voor de onderliggende woongelegenheden geldt dat ze volledig eigendom zijn van Woonpunt en dat de gemeente het eerste recht van hypotheek gevestigd heeft.
  • Woonpunt: een 49-jarige bulletlening ter grootte van € 9.500.000 aan Woonpunt bestemd voor de financiering van woongelegenheden. Aflossing vindt plaats aan het einde van de looptijd op 3 juli 2076. Voor de onderliggende woongelegenheden geldt dat ze volledig eigendom zijn van Woonpunt en dat de gemeente het eerste recht van hypotheek gevestigd heeft.
  • Oos Heim : een resterende garantstelling van € 175.000 inzake een uitgegeven obligatielening van 1.000 obligaties met een nominale waarde van € 250 per stuk. Per 1-6-2016 zijn alle obligaties uitgeven.  De gemeente heeft als onderpand een hypothecair recht op de opstallen (gemeenschapshuis) verkregen ad € 250.000.
  • Eind jaren 80 zijn de risico’s van hypothecaire geldleningen met gemeentegarantie ondergebracht bij het Waarborgfonds Sociale woningbouw (WSW) tegen een eenmalige betaling. Per 1 juni 2025 staan we garant voor € 574.604, -.

Langlopende leningen; gemeente verstrekt lening aan een derde partij, die handelt uit hoofde van een publieke taak

  • In het kader van de publieke taak heeft de gemeente een lening verstrekt aan de Koninklijke Oude Harmonie te Eijsden ad. € 185.000. De lening bedraagt per 1-1-2026 € 151.597.  Als onderpand is het recht van eerste hypotheek gevestigd op het pand. De executiewaarde na verbouwing is € 365.000.
  • In het kader van de publieke taak heeft de gemeente in 2018 een lening van € 400.000 verstrekt aan het Cultureel Centrum te Eijsden. De lening bedraagt per 1-1-2026 € 352.222. Als onderpand is het recht van eerste hypotheek gevestigd op het pand. De marktwaarde bedraagt € 629.000 en de executiewaarde van de marktwaarde bedraagt € 440.300.
  • In het kader van de publieke taak heeft de gemeente in 2017 een lening ad € 208.600 verstrekt aan het Dorpshuis te Mheer. De lening bedraagt per 1-1-2026 € 157.029. Als onderpand is het recht van eerste hypotheek gevestigd op het pand. Conform het taxatierapport bedraagt de marktwaarde in verhuurde staat € 298.000. De executiewaarde  is 70%, zijnde € 208.600.
  • Lening Stichting Sociaal Centrum Eijsden: In 2019 is een lening van € 433.300 verstrekt in het kader van de publieke taak aan de Stichting Sociaal Centrum Eijsden. De gemeente heeft  als onderpand het pand gelegen aan de Prins Hendrikstraat 21 te Eijsden. Per 1-1-2026 bedraagt het openstaande saldo van deze lening € 359.040.
  • Lening Stichting Gemeenschapshuis Cadier & Keer: In 2021 is een lening van € 250.000 verstrekt in het kader van de publieke taak aan de Stichting Gemeenschapshuis Cadier & Keer. De gemeente heeft  als onderpand het pand gelegen aan de Limburgerstraat 78 te Cadier en Keer.  Conform het taxatierapport bedraagt de marktwaarde € 620.000. De executiewaarde  is 70%, zijnde € 434.000. Per 1-1-2026 bedraagt het openstaande saldo van deze lening € 250.000.
  • Lening Enexis: in het kader van de publieke taak is per 30 november 2020 een lening van € 1.871.465 verstrekt aan Enexis. De lening dient ter financiering van extra investeringen in het kader van de verduurzaming van de energievoorziening. De lening is in de vorm van een converteerbare hybride aandeelhouderslening op verzoek van Enexis aan de aandeelhouders. De aflossing van de lening kan eenzijdig door Enexis plaatsvinden, voor het eerst na 10 jaar (per 30-11-2030) en vervolgens jaarlijks.

Algemene uitkering

De algemene uitkering vormt een belangrijke risicofactor binnen de begroting. Bij het gemeentefonds is de normeringsystematiek van toepassing. Dit betekent dat de groei van het gemeentefonds is gekoppeld aan de ontwikkeling van de gecorrigeerde netto rijksuitgaven. Dalen de rijksuitgaven dan daalt ook het volume van de gemeentefondsuitkering en andersom. Aangezien de definitieve vaststelling van de netto rijksuitgaven achteraf plaatsvindt, bestaat de mogelijkheid dat een gedeeltelijke verrekening van de algemene uitkering, in zowel positieve als negatieve zin, kan plaatsvinden. 

Sociaal Domein

Het sociaal domein is en blijft één van de belangrijkste pijlers van onze gemeente. Ons doel is dat alle inwoners de juiste zorg en ondersteuning krijgen en dat iedereen mee kan doen in de samenleving. Sinds 2015 zijn wij verantwoordelijk voor de uitvoering van de Jeugdwet, nieuwe taken binnen de Wmo en de Participatiewet. Hoewel we inmiddels veel ervaring hebben opgedaan, nemen de uitdagingen eerder toe dan af.

We zien verschillende maatschappelijke ontwikkelingen die hierop druk zetten: de vergrijzing, een toename van jeugdproblematiek en de blijvende gevolgen van de coronapandemie. Ook de wettelijke taak om statushouders te huisvesten wordt steeds moeilijker uit te voeren door het gebrek aan geschikte woningen.

Het grootste financiële risico is de groeiende vraag naar zorg en ondersteuning. Vooral binnen de Jeugdwet is dit zichtbaar. Naast ons eigen Sociaal Team kunnen ook huisartsen, jeugdartsen, rechters en gecertificeerde instellingen zoals Bureau Jeugdzorg zorg toewijzen. De gemeente is verplicht deze kosten te vergoeden, ongeacht de hoogte van het beschikbare budget.

De regelingen binnen het sociaal domein zijn zogenoemde *open einde regelingen*. Dit betekent dat de uitgaven niet vooraf zijn begrensd: wanneer meer inwoners gebruikmaken van een regeling, nemen de kosten automatisch toe. Dit maakt de uitgaven lastig te beheersen en kan grote gevolgen hebben voor de financiële stabiliteit en houdbaarheid van de gemeentelijke begroting.

Jeugd

De landelijke Hervormingsagenda Jeugd (2023–2028) en het rapport van de commissie-Van Ark leggen extra druk op gemeenten om de jeugdhulp financieel en organisatorisch te herstructureren. Voor een kleine plattelandsgemeente als Eijsden-Margraten betekent dit een risico op stijgende kosten en beperkingen in de beschikbaarheid van specialistische zorg. Ook onze schaal en ligging kunnen leiden tot langere wachttijden en beperkte capaciteit. Daar komt bij dat sociaal-demografische ontwikkelingen, zoals een toename van multiproblematiek in gezinnen, de hulpvraag complexer maken.

Een belangrijk risico is de financiële positie van regionale jeugdhulpaanbieders. XONAR, Mutsaersstichting en Pactum hebben te maken (gehad) met financiële problemen. Dit kan leiden tot verminderde beschikbaarheid van cruciale zorg en tot extra kosten of herplaatsingen. Voor Eijsden-Margraten is dit een reëel risico, aangezien deze organisaties een sleutelrol vervullen in de jeugdzorgketen. Specifiek bij de Mutsaersstichting komt dit concreet terug: eind 2025 zal een raadsbesluit nodig zijn over het beschikbaar stellen van extra middelen. Voor onze gemeente gaat dit om circa € 70.000.

Wmo

Binnen de Wmo neemt de druk toe door de vergrijzing. Eijsden-Margraten heeft relatief veel ouderen, en het aantal 80-plussers groeit sterk. Dit leidt tot een toenemende vraag naar huishoudelijke hulp, dagbesteding en ondersteuning van mantelzorgers. Een aanvullend risico is de mogelijke invoering van een inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage. Dit kan leiden tot verschuivingen in het gebruik van voorzieningen en tot hogere administratieve lasten voor de gemeente.

Participatiewet

De stijging van het wettelijk minimumloon heeft directe gevolgen voor de loonkosten binnen beschut werk en re-integratietrajecten. Dit zet de financiële positie van sociale werkvoorzieningen onder druk. Daarbovenop zorgen landelijke ontwikkelingen rond de afbouw van de Wsw en de vorming van nieuwe sociaal ontwikkelbedrijven voor onzekerheid over de toekomstige inrichting van dit domein. Voor onze regio speelt bovendien het structurele verlies van het sociaal werkbedrijf MTB, dat leidt tot een blijvende en directe druk op onze begroting.

Overkoepelend

Over de drie domeinen heen zien we een verhoogd risico op financiële schokken. Problemen bij zorg- of werkvoorzieningsaanbieders kunnen leiden tot plotselinge uitval van capaciteit en tot extra uitgaven voor de gemeente. De combinatie van vergrijzing, stijgende loonkosten en de kwetsbare financiële positie van regionale aanbieders vormt daarmee een structurele bedreiging voor de financiële houdbaarheid van het sociaal domein.

Inkomsten uit beleggingen

De gemeente heeft een aantal deelnemingen, waarvan de aandelen in de BNG (Bank Nederlandse Gemeenten) en Enexis de belangrijkste deelnemingen met een hoog rendement zijn.  Het geraamde dividend van de BNG voor 2026 bedraagt € 131.000 . De dividend uitkering van Enexis is voor 2026 geraamd op € 324.000. 

Financiering

Financiering van het financieringstekort vindt plaats binnen de marges van de Wet Fido. Op dit moment is de korte rente hoger dan de lange rente en financieren we het financieringstekort met een mix van lang en kortlopende leningen. In de wet Fido zijn echter restricties opgenomen betreffende het aangaan van kortlopende leningen. In het verleden zijn hierin de volgende risico’s erkent:

De korte rente kan stijgen tot boven het niveau van de gehanteerde begrotingsrente;
De lange rente kan stijgen tot boven het niveau van de gehanteerde begrotingsrente;
De korte rente kan stijgen tot boven het niveau van de lange rente;
Voor zover zich één of meerdere van deze risico’s voor zouden doen, heeft dit een nadelig effect op het begrotingssaldo.

Open einde regelingen

Een open einde regeling is een regeling waarbij gerechtigden geld toekomt, zonder dat van te voren te overzien is wie van deze regeling in welke mate gebruik zullen gaan maken. In de begroting zijn hiervoor bedragen geraamd conform de opgaven van de instanties die belast zijn met de uitvoering van de regelingen. Enkele relevante open einde regelingen zijn:

Participatiewet;
GGD Zuid-Limburg;
Veiligheidsregio Zuid-Limburg;
Leerlingenvervoer en leerlingenplicht;
WMO;
Jeugd.

Daarnaast is de gemeente Eijsden-Margraten aangesloten bij nog een aantal Verbonden Partijen, zie paragraaf 6. Hierin is een bepaalde afhankelijkheid ontstaan. Bij stijgende kosten van een Verbonden Partij is er niet altijd de mogelijkheid om direct uit te stappen. De zeggenschap van de gemeente Eijsden-Margraten in de Verbonden Partijen was veelal beperkt.  Met de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) per 1 juli 2022 kreeg de gemeenteraad  méér mogelijkheden om invloed uit te oefenen op besluiten van een gemeenschappelijke regeling waaraan de gemeente deelneemt.

B. Risico´s op eigendommen

Terug naar navigatie - Paragraaf 2: Weerstandsvermogen en risicobeheersing - B. Risico´s op eigendommen

Bouwgrondexploitatie

Voor een uitvoerige financiële analyse verwijzen we naar de paragraaf grondbeleid.

Planschadevergoedingen

Een planschadevergoeding is een vergoeding van de gemeente aan een derde voor schade geleden als gevolg van een planologische maatregel. De planschadevergoeding is, voor zover deze te verwachten was, opgenomen in de exploitatieopzet van betreffende uitbreidingslocatie dan wel bestemmingsplan, dit voor zover deze vergoeding niet op derden te verhalen is.

Aansprakelijkheidsstellingen

De landelijke tendens is dat het aantal schadeclaims toeneemt. Als oorzaken kunnen worden genoemd het Nieuwe Burgerlijk Wetboek (invoering risico aansprakelijkheid), de Algemene Wet Bestuursrecht (aanzienlijke versterking van de positie van de burger ten opzichte van de overheid) en de toenemende mondigheid van de burgers. De risico’s op het gebied van aansprakelijkheidsstelling kunnen aanzienlijk zijn, zodat het van groot belang is om schadepreventief te werken. Een goed en regelmatig onderhoud van wegen, speeltoestellen etc. (de gemeente beschikt over beheers- c.q. onderhoudsprogramma’s), een klachtenlijn, het nauwkeurig naleven van procedures, adequate behandeling van ingediende bezwaarschriften etc. behoren in het kader van preventief werken tot de aandachtspunten. De gemeente is voor de wettelijke aansprakelijkheid en de bestuurdersaansprakelijkheid verzekerd. Wij kunnen echter niet uitsluiten dat, buiten het al bestaande eigen risico, de gemeente met claims krijgt te maken die niet via de verzekering zijn afgedekt. 

Beheers- c.q. onderhoudsplannen

Om de risico’s op het gebied van onderhoud en beheer zoveel mogelijk in te perken is het noodzakelijk dat de gemeente beschikt over beheers- en onderhoudsplannen. Kortheidshalve wordt voor het inhoudelijke hieromtrent verwezen naar de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen.

Bodemverontreiniging

In onze gemeente is dit een risico dat niet geheel inzichtelijk is. De financiële gevolgen van bodemverontreiniging zijn niet in kaart te brengen en zullen als het zich voordoet van geval tot geval bekeken dienen te worden.

C. Risico’s die samenhangen met de interne organisatie

Terug naar navigatie - Paragraaf 2: Weerstandsvermogen en risicobeheersing - C. Risico’s die samenhangen met de interne organisatie

In de vorm van zorgvuldige toepassing van de in de gemeentelijke organisatie ingebedde bedrijfsvoeringprocessen in zijn algemeenheid, interne controlemaatregelen in het bijzonder en de planning- en control cyclus zijn waarborgen aanwezig om eventuele calamiteiten (tijdig) zichtbaar en beheersbaar te houden. Dit betekent echter niet dat hierin geen risico’s worden gelopen.

Bij de bedrijfsvoering loopt onze gemeente diverse risico’s, hierbij denken wij aan de administratieve organisatie, automatisering (o.a. uitval van de computer), informatievoorziening, de interne controle en het personeelsbeleid. Te late of verkeerde informatieverstrekking, onvolkomenheden in zowel de administratieve organisatie als in de interne controle kunnen financiële consequenties hebben. De gemeente is tevens leverancier van heel veel informatie. Indien deze informatie onjuist is, is het risico aanwezig dat wij daarvoor aansprakelijk worden gesteld.

Het ziekteverzuim blijft relatief hoog en daarnaast kennen we veel uitstroom het afgelopen jaar.  (Tijdelijke) vervanging blijft noodzakelijk bij uitval of vertrek van personeel, als andere opties niet beschikbaar of niet mogelijk zijn. Het risico bestaat dat de post ziek/piek/expertise ad. € 625.000  ontoereikend is. 

Risico-inventarisatie

Terug naar navigatie - Paragraaf 2: Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Risico-inventarisatie

Excel-tabel

Risico (bedragen x € 1.000,-) bruto bedrag 01.01.2026 bedrag risico 01.01.2026 Klasse kans Klasse gevolg Punten tolerantie Financieel risico 01.01.2026
A. Financiële risico's
Garantieverplichtingen; gemeente staat borg voor een door een stichting of vereniging aangegane geldlening
1. 7-Jarige geldlening aan Woonpunt voor financiering van woongelegenheden € 17.000 € 0 1 1 1 € 0
2. 49-Jarige bulletlening aan Woonpunt voor de financiering van woongelegenheden € 9.500 € 0 1 1 1 € 0
3. Garantstelling voor Stichting gemeenschapshuis Oos Heim € 175 € 175 1 1 1 € 0
4. Hypothecaire geldleningen met gemeentegarantie ondergebracht bij Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) ultimo 2015 € 575 € 0 1 1 1 € 0
Langlopende leningen; gemeente verstrekt lening aan een derde partij, die handelt uit hoofde van een publieke taak
5. Lening Cultureel Centrum Eijsden € 352 € 0 1 1 1 € 0
6. Lening zaal KOH Eijsden € 152 € 0 1 1 1 € 0
7. Lening Dorpshuis Mheer € 157 € 0 1 1 1 € 0
8. Lening Stichting Sociaal Centrum Eijsden € 359 € 0 1 1 1 € 0
9. Lening Stichting Gemeenschapshuis Cadier en Keer € 250 € 0 1 1 1 € 0
10. Lening Enexis € 1.871 € 1.871 1 5 5 € 468
Algemene uitkering
11. Algemene uitkering, de algemene uitkering vormt momenteel een belangrijke risicofactor binnen onze meerjarenbegroting € 49.361 € 882 3 4 12 € 882
Beleggingen
12. Inconvenientenvergoeding € 66 € 66 3 2 6 € 17
13. Enexis € 324 € 324 3 3 9 € 81
14. BNG € 131 € 131 3 2 6 € 33
Open einde regelingen
15. Participatiebudget 7,5% € 4.197 € 315 4 3 12 € 315
16. GGD (open eind financiering 15% totale budget) € 2.053 € 308 4 2 8 € 77
17. Brandweer-GHOR Zuid Limburg (open eind financiering, 15%) € 2.312 € 347 4 3 12 € 347
18. Gem. regeling Leerlingenvervoer (meer aanvragen dan begroot, 15%) € 494 € 74 3 1 3 € 0
Ontwikkelingen sociale zekerheid
19. Jeugdzorg (15% van budget) € 7.604 € 1.141 4 4 16 € 1.141
20. Wmo (15% van budget) € 5.533 € 830 4 4 16 € 830
21. Omnibuzz (15% van budget) € 720 € 108 4 2 8 € 27
B. Risico's op eigendommen
Risico's die samenhangen met de eigen gemeentelijke organisatie
22. Planschade € 250 € 250 3 2 6 € 63
23. Aansprakelijkheidsstellingen € 250 € 250 3 2 6 € 63
C. Risico's die samenhangen met de gemeentelijke organisatie
24. Ziekteverzuim € 18.055 € 1.219 3 3 9 € 305
25. Implementatie Bestuurlijke Boete € 120 € 120 3 2 6 € 30
Totaal financieel risico 31.12.2024 € 4.676

Toelichting risico-inventarisatie

Terug naar navigatie - Paragraaf 2: Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Toelichting risico-inventarisatie

1 t/m 3 Het risicobedrag is het bedrag van de verstrekte garantieverplichting dan wel  lening minus 70% van de marktwaarde (= executiewaarde) van het onderpand (recht van 1e hypotheek) met minimum nul.
 
4 Het risicobedrag is op nul ingeschat aangezien:
a. WSW zelf circa € 274 miljoen borgstellingsreserve heeft om de aanspraak te voldoen.
b. WSW zal obligo innen bij de corporaties vóórdat het WSW bij de gemeenten en het rijk zal aankloppen.
c. WSW kan bij in dit geval Servatius onderpand opeisen en te gelde maken.
d. pas in 4e instantie zal WSW een renteloze lening afsluiten en deze lening verdelen over rijksoverheid (50%) en alle WSW-gemeenten (samen 50%); dit betekent dat een solidariteitsprincipe tussen rijk en alle aan WSW deelnemende gemeenten van toepassing is.
 
5 t/m 9  Het risicobedrag is het bedrag van de verstrekte garantieverplichting dan wel  lening minus 70% van de marktwaarde (= executiewaarde) van het onderpand (recht van 1e hypotheek) met minimum nul.
 
10 Het risicobedrag  is op € 467.866 (25%) ingeschat aangezien Enexis opereert in een gereguleerde markt; de aandelen Enexis zijn enkel in het bezit van publieke partijen.
 
11 Het risicobedrag is gebaseerd op 25 procent punten, waarbij één procentpunt overeenkomt met € 35.262. Met andere woorden als de uitkeringsfactor met 1 procentpunt verandert, heeft dit een financiële consequentie van € 35.262.

12 t/m 14 Opbrengsten beleggingen zijn meerjarig geraamd.
 
15 Het risicobedrag is gebaseerd op 7,5% eigen risico.

16 t/m 21 Het risicobedrag is gebaseerd op 15% eigen risico
 
22 en 23 Dit betreft een schattingspost op basis van ervaring.
 
24 Het laatst vastgestelde ziekteverzuim  over 1 jaar bedraagt  6,75% medio 2025. Het opgenomen bedrag ad. € 625.000 ontstaat uit 8% van de begrote personele lasten minus de begrotingspost ziek/piek/expertise.
 
25 Dit betreft een schattingspost op basis van ervaring.

 

Het weerstandsvermogen wordt bepaald door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de benodigde weerstandscapaciteit.
De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt € 13.956.408 en is de som van:
• de stand van de algemene reserve per 1-1-2026 ad € 12.545.734;
• de onbenutte belastingcapaciteit 2026 ad € 1.410.675.

De benodigde weerstandscapaciteit bedraagt € 4.676.520 zoals blijkt uit bovenstaande tabel. Het weerstandvermogen kan als volgt berekend worden:
Weerstandsvermogen= beschikbare weerstandscapaciteit/benodigde weerstandscapaciteit:
 
In cijfers: € 13.956.408/ € 4.676.520 = 2,98

Op basis van de door uw raad vastgestelde weerstandsvermogen matrix, kan worden geconcludeerd dat de ratio uitstekend is (zie onderstaande tabel).

4. Kengetallen

Terug naar navigatie - Paragraaf 2: Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 4. Kengetallen
Jaarlijks neemt de gemeente de landelijk voorgeschreven financiële kengetallen in de begroting op. De opgenomen kengetallen zijn gebaseerd op de geprognosticeerde balans en gaan uit van ongewijzigd beleid. De combinatie van de kengetallen en de geprognosticeerde balans zijn een indicatie voor de ontwikkeling van de financiële positie van de gemeente in de komende jaren.
 
Het is niet mogelijk een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie.
De kengetallen zullen altijd in samenhang moeten worden bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven van de financiële positie van een gemeente.
Daarom dienen ze te worden voorzien van een adequate toelichting. De waarden van de kengetallen kunnen worden ingedeeld in drie categorieën:
• categorie A is het minst risicovol, 
• categorie B is neutraal, 
• categorie C het meest risicovol.
Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C
1. Netto schuldquote < 90% 90 - 130% > 130%
2. Netto schuldquote gecorrigeerd < 90% 90 - 130% > 130%
3. Solvabiliteitsratio > 50% 20 - 50% < 20%
4. Structurele exploitatieruimte begroting > 0% 0% < 0%
5. Grondexploitatie < 20% 20 - 35% > 35%
6. Belastingscapaciteit < 95% 90 - 105% > 105%

4.1 Overzicht

Terug naar navigatie - Paragraaf 2: Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 4.1 Overzicht

Op basis van onderstaand overzicht en op basis van het weerstandsvermogen kan worden geconcludeerd dat de financiële positie van de gemeente Eijsden-Margraten  onder druk staat. 2 van de 6 onderdelen bevinden zich in categorie A (minst risicovol),  4 onderdelen in de categorie C (risicovol). Het weerstandsvermogen  van de gemeente Eijsden-Margraten is overigens nog steeds uitstekend.

Kengetal Rekening 2024 Begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029
1. Netto schuldquote 113% 133% 151% 143% 138% 131%
2. Netto schuldquote gecorrigeerd 102% 123% 143% 135% 131% 123%
3. Solvabiliteitsratio 16% 16% 15% 15% 15% 15%
4. Structurele exploitatieruimte begroting 0% 0% 1% 0% -1% -1%
5. Grondexploitatie 0% 0% 0% 0% 0% 0%
6. Belastingscapaciteit 115% 128% 111% 111% 111% 111%

4.2 Toelichting

Terug naar navigatie - Paragraaf 2: Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 4.2 Toelichting

1. Netto schuldquote
De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie en zegt het meest over de financiële vermogenspositie van een gemeente. De netto schuldquote geeft aan of een gemeente investeringsruimte heeft of juist op haar tellen moet passen. Daarnaast zegt het kengetal ook wat over de flexibiliteit van de begroting. Hoe hoger de schuld is, hoe meer kapitaallasten er zijn (rente en aflossing) waardoor een begroting minder flexibel wordt.

2. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Om een goed beeld te krijgen van de verstrekte leningen aan derden dient de netto schuldquote hiervoor te worden gecorrigeerd. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die gelden vervolgens worden doorgeleend aan bijvoorbeeld woningbouwcorporaties die op hun beurt weer jaarlijks aflossen.

3. Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft de mate aan waarmee de gemeentelijke bezittingen zijn betaald met eigen middelen. Anders gezegd: het aandeel van het eigen vermogen in het totaal vermogen. Hoe hoger de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen hoe gezonder de gemeente.

4. Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Bij incidentele lasten of baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Voorbeelden van structurele baten zijn de algemene uitkering en eigen belastinginkomsten. Bij structurele lasten zijn dat bijvoorbeeld de personeelslasten, kapitaallasten en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn. Het kengetal geeft hiermee aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de vastgestelde begroting is. Daarnaast geeft dit kengetal ook aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid.

5. Grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van gemeentes. De boekwaarde van de voorraad gronden is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. Het kengetal geeft aan hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten van de gemeente als geheel. Hiermee wordt het belang van de grondexploitatie op de financiële positie van de gemeente inzichtelijk.

6. Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De ruimte die een gemeente heeft om haar belastingen te verhogen om bijvoorbeeld opgetreden risico’s op te vangen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en de reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in de gemeente.

5. Geprognosticeerde balans

Terug naar navigatie - Paragraaf 2: Weerstandsvermogen en risicobeheersing - 5. Geprognosticeerde balans
Activa (bedragen x 1.000) 31-12-2024 31-12-2025 31-12-2026 31-12-2027 31-12-2028 31-12-2029
(Im)materiële vaste activa 106.436 124.552 132.979 128.083 123.269 118.553
Financiële vaste activa: Kapitaalverstrekkingen 545 545 545 545 545 545
Financiële vaste activa: Leningen 8.195 7.995 7.795 7.595 7.395 7.195
Financiële vaste activa: Uitzettingen > 1 jaar 27 27 27 27 27 27
Totaal Vaste Activa 115.203 133.119 141.346 136.250 131.236 126.320
Voorraden: Onderhanden werk & Overige grond- en hulpstoffen 7 0 0 0 0 0
Voorraden: Gereed product en handelsgoederen & vooruitbetalingen 241 0 0 0 0 0
Uitzettingen <1 jaar 11.028
Liquide middelen 2.023
Overlopende activa 8.111
Totaal Vlottende Activa 21.410 0 0 0 0 0
Totaal Activa 136.613 133.119 141.346 136.250 131.236 126.320
Passiva (bedragen x 1.000) 31-12-2024 31-12-2025 31-12-2026 31-12-2027 31-12-2028 31-12-2029
Eigen vermogen 22.146
Voorzieningen 6.442
Vaste schuld 74.722 73.036 69.350 65.664 61.978 58.292
Totaal Vaste Passiva 103.310 73.036 69.350 65.664 61.978 58.292
Vlottende schuld 21.225
Overlopende passiva 12.078 60.082 71.996 70.585 69.258 68.028
Totaal Vlottende Passiva 33.303 60.082 71.996 70.585 69.258 68.028
Totaal Passiva 136.613 133.119 141.346 136.250 131.236 126.320

Paragraaf 3: Kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Paragraaf 3: Kapitaalgoederen - Inleiding

In het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) staat dat de paragraaf over het onderhoud van kapitaalgoederen ten minste de volgende kapitaalgoederen bevat:

2a.    Wegen.
2b.    Verlichting.
2c.    Riolering.
2d.    Groen.
2e.    Gebouwen.

Van deze kapitaalgoederen wordt aangegeven:

  • Het beleidskader.
  • De uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties.
  • De vertaling van de financiële consequenties.

1. Financiële recapitulatie

Terug naar navigatie - Paragraaf 3: Kapitaalgoederen - 1. Financiële recapitulatie
Financiële recapitulatie beheers- en onderhoudsplannen (bedragen x € 1.000) 2026 2027 2028 2029
Wegen
Regulier onderhoud 1.077 1.077 1.077 1.077
Levensduurverlengend groot onderhoud (25 jaar) 2.596 2.596 2.596 2.596
Rehabilitaties (50 jaar) 5.103 5.103 5.103 5.103
Openbare verlichting
Projectmatige vervanging 65 65 65 65
Beheer en onderhoud 162 162 162 162
Riolen
Exploitatie 914 914 914 914
Investeringen 1.524 1.524 1.724 1.524
Groen / Landschap
Groen 1.549 1.549 1.549 1.549
Landschap 232 232 232 232
Gebouwen
Saldo voorziening onderhoud gemeentegebouwen 01-01 396 247 35 21
Dotaties 584 473 573 920
Onttrekkingen -734 -684 -587 -940
Saldo voorziening onderhoud gemeentegebouwen 31-12 247 35 21 0

2a. Wegen

Terug naar navigatie - Paragraaf 3: Kapitaalgoederen - 2a. Wegen

Het wegenbeleidsplan Eijsden-Margraten 2025-2028 is door de raad vastgesteld op 18 februari 2025 aan de hand van de inspectie uit 2023 en de actuele prijsindexcijfers . In deze beleidsperiode is een verhoging van het onderhoudsbudget voor wegen en voor vervangingen wegen in de begroting opgenomen. Met deze verhoging wordt de opgelopen achterstand op onderhoud ingelopen. De investeringsbudgetten voor levensduurverlengend onderhoud wegen en voor rehabilitaties zijn verhoogd ten opzichte van 2024. Het budget voor levensduurverlengend onderhoud 2026 bedraagt € 2.596.218 en kent een afschrijvingstermijn van 25 jaar. Het investeringsbudget voor rehabilitaties bedraagt in 2026 € 5.102.542 en kent een afschrijvingstermijn van 50 jaar. 

Vergelijk onderhoudstoestand na inspectie            
                   
  beeldkwaliteit 2010 2016 2018 2019 2021 2023 2025 planjaren
voldoende A en A+ 91% 75% 68% 72% 89% 72% 82% geen maatregel nodig
matig B   7% 8% 10% 4% 14% 11% maatregelen plannen binnen 3 tot 5 jaar
onvoldoende C 4% 5% 5% 12% 4% 4% 2% maatregelen plannen binnen 1 tot 2 jaar
achterstand D 5% 13% 19% 6% 4% 10% 5% onderhoudsmaatregelen nodig

 

In 2025 is een laatste weginspectie uitgevoerd.  We zien dat het aantal wegvakken met kwaliteit C en D kleiner zijn geworden sinds de inspectie van 2023. De wegvakken met kwaliteit D staan in het Meerjareninvesteringsprogramma om aangepakt te worden of wordt een onderhoudsmaatregel uitgevoerd. Om achterstallig onderhoud te voorkomen, wordt het onderhoudsprogramma ieder jaar geactualiseerd.  Uit efficiency-oogpunt streven wij er naar werkzaamheden parallel te laten lopen met de uitvoering van het rioolbeheerprogramma. 

Het gemeentelijke beleidsplan Verkeer en Vervoer is in december 2021 door de gemeenteraad vastgesteld. De voortvloeiende maatregelen zijn opgenomen in de meerjaren onderhouds- en investeringsprogramma’s (MOP en MIP).

In 2026 voeren we de maatregelen uit die genomen dienen te worden naar aanleiding van het parkeer- en circulatieonderzoek in de oude kern van Eijsden. Daarnaast gaan we in 2026 verder met een nadere uitwerking  van het parkeeronderzoek in de kern Margraten , met een studie naar een alternatieve verkeersafwikkeling rondom de kern in Margraten, en werken we aan uniforme maatregelen om de gebiedsontsluitingswegen 50  te transformeren naar gebiedsontsluitingsweg 30 km per uur. 

De investeringsprojecten bestaan uit fases, namelijk:

  1. Planvoorbereiding.
  2. Uitvoering.
  3. Nazorg.
  4. Oplevering.

Door de fasering worden de kosten soms in opeenvolgende jaren geboekt. Dit heeft invloed op het uitgavenpatroon.  De planvoorbereiding neemt vaak, gelet op de burgerparticipatie en de nodige onderzoeken die moeten plaatsvinden, veel tijd in beslag en kost relatief weinig geld; circa 8-12% van het projectbudget. De daadwerkelijke werkzaamheden (uitvoering) duren vaak tussen de 3-4 maanden en vormen circa 80-90% van de projectkosten. De kasstromen van de projecten worden geoptimaliseerd en middels een liquiditeitenplanning bewaakt.

Voor 2026 - 2029 zijn de volgende investeringen aan wegen gepland; uitgesplitst naar levensduurverlengend onderhoud wegen (LDV) en naar rehabilitaties :

Reeds opgestarte rehabilitaties waarvoor kredieten zijn gevoteerd:

  • Buurtgerichte aanpak Cadier en Keer (Willem Alexanderstraat, Christinastraat, Beatrixstraat (ged.), Irenestraat, Margrietstraat, Heirstraat, Johan Frisostraat, Groenerein, Wangraaf).
  • Zoerbeemden-Industrieweg inclusief afkoppeltraject .
  • Withuis binnen bebouwde kom .
  • Catharinastraat/Kloppenbergweg incl. verkeersmaatregel Kasteellaan/Kloppenbergweg Oost-Maarland
  • Rotonde Karreweg/Burg Wolfsstraat
  • Kapelweg Cadier en Keer
  • Poortstraat Eijsden
  • Bourgogne Mesch
  • Broekstraat Gronsveld
  • Pius XII Gronsveld
  • Oosterbroekweg LDV

Ten aanzien van de projecten uit het Meerjareninvesteringsplan Infrastructuur wordt u periodiek via een raadsinformatiebrief geïnformeerd over de planning, de doorlooptijd en de financiële stand van zaken.

Voor 2027-2029 staan de volgende projecten gepland:

2027

  • Kapelkesstraat Eijsden LDV
  • Duivenstraat Mheer
  • Keunestraat Cadier en Keer
  • Burg. Huybenstraat Cadier en Keer
  • Beatrixstraat Cadier en Keer
  • Langstraat Mesch
  • Vroenhof Eijsden
  • Bergbezinkbassin (BBV) Noorbeek
  • Voerstraat Eijsden LDV

2028

  • Heiweg (wegvak Langstraat Mesch-uitzichttoren) LDV
  • Fommestraat Cadier en Keer LDV
  • Beezepool Eijsden
  • Onderstraat/Pley Noorbeek icm bergbezinkbassin Noorbeek
  • Graaf van Bronckhorstraat Wateroverlast Gronsveld

2029

  • De La Margellelaan/Schansweg Eijsden buiten bebouwde kom LDV
  • Gloriet-Parkweg Gronsveld LDV
  • Schijfstraat Gronsveld LDV
  • Reutjensstraat Gasthuis LDV
  • Steenbergweg Eijsden LDV
  • Schaapsweideweg LDV
  • Voerenweg (wegvak Sint Geertruiderweg-Komgrens Rijckholt) LDV
  • Prins Berhardstraat Cadier en Keer
  • Julianastraat Cadier en Keer
  • Pastoor Rossierstraat Oost-Maarland

Naast het investeringswerk aan wegen, vindt groot asfaltonderhoud plaats op basis van 2 jaarlijkse inspecties. Daarnaast worden de wegen periodiek geveegd, wordt onkruid op verhardingen bestreden en worden jaarlijks - voor het winterseizoen - de wegmarkeringen vernieuwd op basis van een tweejaarlijkse inspectie.

Het onderhoud aan de wegen wordt conform het wegenbeleidsplan uitgevoerd waardoor er op termijn geen achterstand meer is.  

Voor het groot onderhoud van onze wegen staan voor 2026 de volgende wegen gepland:

  • Buitengebied
  • Diverse veldwegen 

2b. Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Paragraaf 3: Kapitaalgoederen - 2b. Openbare verlichting

Het vigerende beleidsplan OVL 2013 t/m 2017 is verlopen maar de vastgestelde beleidskaders zijn nog steeds actueel en er is geen aanleiding deze te wijzigen. De raad is in 2018 geïnformeerd dat geen nieuw beleidsplan wordt voorgelegd en dat het college de vastgestelde beleidskaders hanteert om de openbare verlichting te onderhouden. Op 28 mei 2018 heeft het college het Uitvoeringsplan Openbare verlichting Eijsden-Margraten 2019-2026  vastgesteld. In het gemeentelijk milieubeleidsplan zijn de klimaat-doelstellingen uit het Energieakkoord opgenomen. Om deze doelstelling te halen is in 2017 het contract met onderhoudsaannemer vernieuwd met toevoeging van een financieel plan. Op basis van deze overeenkomst – light as a service (LAAS) - is een berekening gemaakt van de benodigde budgetten tijdens de contractduur. Deze budgetten zijn opgenomen in de begroting.

Er is geen sprake van achterstallig onderhoud.

In 2026 wordt een nieuw beleidsplan Openbare Verlichting opgesteld.

2c. Riolering

Terug naar navigatie - Paragraaf 3: Kapitaalgoederen - 2c. Riolering

Op  13 december 2022 is het waterprogramma gemeente Eijsden-Margraten 2023-2027 vastgesteld in de raad, evenals het Waterketenplan Maas & Mergelland en  de klimaatadaptatiestrategie 2023-2027. Uit efficiency-oogpunt streven we ernaar om de uitvoering van rioleringswerkzaamheden parallel te laten verlopen met de wegenwerkzaamheden. In 2026 wordt een groot gedeelte van de riolering in Cadier en Keer vervangen, starten we met de vervanging van het riool in de Kapelweg en met de planvoorbereiding voor de vervanging van het riool in de Prins Bernhardstraat en in de Julianastraat te Cadier en Keer.

Eens per 10 jaar wordt elk riool geïnspecteerd waarna onvolkomenheden worden opgelost en reparaties uitgevoerd. Derhalve is er geen achterstallig onderhoud. In 2026 worden ook volgende onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd dan wel voorbereid:
•    Reiniging en inspecties van ongeveer 25 km riolen per jaar.
•    Onderhoudsbestek pompinstallaties.
•    Reiniging van 6.200 kolken en 200 zandvangers.
•    Renovatie pompinstallaties.
•    Voorbereiding en aanbesteding reparatiebestek .
•    Relining riolering.
•    Vervanging riolering.

Het onderhoud voldoet aan het noodzakelijke niveau en er zijn geen achterstanden. 

In 2026 wordt gewerkt binnen het samenwerkingsverband Maas en Mergeland aan een nieuw Basis Riolerings Plan (BRP) voor het zuiveringsgebied Heugem-Limmel en Wijlre, waarop onze gemeente is aangesloten.

2d. Groen

Terug naar navigatie - Paragraaf 3: Kapitaalgoederen - 2d. Groen

Voor het openbaar groen binnen de bebouwde kom zijn de volgende beleidsplannen actueel: 

  • Groenbeleidsplan 2020.
  • Bomenbeleid gemeente Eijsden-Margraten 2015.
  • Groenstructuurplan binnen de bebouwde kom Eijsden 2004.

Het groenbeleidsplan is in 2020 vastgesteld door de gemeenteraad. Dit beschrijft op welke wijze de gemeente haar openbaar groen wil ontwikkelen. Het vormt de basis voor het actualiseren van het groenbeheerplan. We onderhouden 15 ha. plantsoen, scheren 65 km hagen, onderhouden ruim 22.500 bomen en maaien 53 ha. gazons. 

In 2026 ronden we het Groenstructuurplan binnen de bebouwde kom af.

Voor het landschap zijn de volgende beleidsplannen actueel:

  • Bomenbeleid gemeente Eijsden-Margraten 2015.
  • Bermenbeleid 2016-2026 : maaien wat moet, bloei waar mogelijk.
  • Landschapsontwikkelingsplannen (LOP) Buitengewoon Margraten en Buitengewoon Eijsden.
  • Gemeentelijk Kwaliteitsmenu Eijsden-Margraten 2013.
  • Gebiedsvisie Middenterras Mesch-Bemelen 2020.

Op 5 februari 2013 heeft de raad het landschapsontwikkelingsplan Buitengewoon Eijsden vastgesteld. We beschikken nu over een landschappelijke visie voor het gehele buitengebied van de gemeente Eijsden-Margraten. 

Het onderhoud van openbaar groen en landschap wordt uitgevoerd conform de beleidsplannen en er is derhalve geen achterstallig onderhoud.

2e. Gebouwen

Terug naar navigatie - Paragraaf 3: Kapitaalgoederen - 2e. Gebouwen

Gemeente Eijsden-Margraten heeft circa 40 gebouwen in eigendom.  Aan deze kapitaalgoederen  wordt onderhoud uitgevoerd om deze basisvoorzieningen  in een redelijke staat van onderhoud aan gebruikers beschikbaar te kunnen stellen. 

Gemeentelijke basisvoorzieningen zijn voornamelijk sportaccommodaties (binnen- en buitensport), gebouwen voor de gemeentelijk bedrijfsvoering (het gemeentehuis en de gemeentewerf), een aantal brandweerkazernes en enkele overige panden voor sociaal-maatschappelijke doeleinden.

In  vastgestelde startnotitie accommodatiebeleid 2013 is bepaald welke sportaccommodaties tot de gemeentelijke basisvoorzieningen behoren.  In  vastgestelde kadernotitie accommodatiebeleid 2017 is bepaald dat vitale verenigingen een essentiële rol spelen in de leefbaarheid en de sociale cohesie in de kernen, en dat de huisvestiging hiervan door de gemeente gefaciliteerd wordt.

Het benodigde onderhoud aan  deze gemeentelijke kapitaalgoederen leggen wij vast in een meerjarig onderhoudsplan. Het werkplan dat hieruit voortvloeit is de onderlegger voor het onderhoud  dat jaarlijks wordt uitgevoerd.

Op basis van inspecties en voortschrijdend inzicht wordt dit meerjarig onderhoudsplan jaarlijks geactualiseerd. In het jaarplan wordt bepaald welke werkzaamheden uitgevoerd worden.  Van dit jaarplan maken onder andere  volgende werkzaamheden deel uit:

  • het benodigde jaarlijkse reguliere service-onderhoud;
  • het (niet) planbare correctieve onderhoud zoals het buitenschilderwerk en noodzakelijke reparaties aan deuren en kozijnen, dakbedekkingen en technische installaties;
  • het (groot) vervangingsonderhoud aan dakbedekkingen, gevels, technische installaties en (sport)vloerafwerkingen;
  • benodigde aanpassingen uit veiligheidsoverwegingen. 

Voor de instandhouding van gemeentelijke gebouwen is de voorziening onderhoud gemeente gebouwen gevormd.  Alle onderhoudsuitgaven worden jaarlijks ten laste van deze voorziening geboekt. 

De meeste gemeentelijke sportaccommodaties zijn gedateerd en boekhoudkundig (na 40 jaar) afgeschreven. Vaak zijn deze sportaccommodaties al eens eerder gerenoveerd. Met een grootschalige renovatie wordt de levensduur van een gebouw nog eens met 25 jaar verlengd. Na een periode van 40 of 65 jaar dient nieuwbouw of een grootschalige renovatie zich meestal aan. Nieuwe investeringen als deze worden opgenomen in het investeringsprogramma.

Momenteel wordt gewerkt aan een Integraal Huisvestingsplan (IHP) voor de (sport)accommodaties in onze gemeente. Hierin wordt per kern inzichtelijk gemaakt welke voorzieningen aanwezig zijn, welk voorzieningenniveau gewenst is en welke maatregelen nodig zijn om dit te bereiken. Het IHP geeft per accommodatie een perspectief (behouden, investeren/verduurzamen of op termijn afstoten) en bevat een uitvoeringsagenda met projecten, prioriteiten en financiële consequenties. Hiermee sturen we op toekomstbestendige, vitale en duurzame accommodaties die bijdragen aan de leefbaarheid in onze kernen. 

Kaderstellende documenten

Terug naar navigatie - Paragraaf 3: Kapitaalgoederen - Kaderstellende documenten

Paragraaf 4: Financiering

Treasuryfunctie

Terug naar navigatie - Paragraaf 4: Financiering - Treasuryfunctie

De gemeentelijke treasuryfunctie heeft als doel het financieren van het gemeentelijk beleid (zorgen voor tijdige beschikbaarheid van voldoende geldmiddelen) en het uitzetten van de overtollige geldmiddelen. De risico’s en kosten worden daarbij geminimaliseerd en het renteresultaat geoptimaliseerd. Het college biedt de raad eens in de vier jaar een (herziend) Treasurystatuut aan.  Dit document is het uitvoeringsbesluit van het Treasurystatuut.

Financieringsbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf 4: Financiering - Financieringsbeleid

De gemeente zet de overtollige geldmiddelen uit bij de Nederlandse Staat (schatkistbankieren). Om het renteresultaat te optimaliseren wordt financiering met externe middelen beperkt door eerst de eigen liquide financieringsmiddelen te gebruiken. Als deze laatste ontoereikend zijn kunnen er externe middelen worden aangetrokken.

EMU-saldo

Terug naar navigatie - Paragraaf 4: Financiering - EMU-saldo

Voor het berekenen van het EMU-saldo is het exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves. Het verschil tussen het exploitatiesaldo en het EMU-saldo is dat het exploitatiesaldo bestaat uit het door de gemeente gehanteerde stelsel van lasten en baten, terwijl het EMU-saldo bestaat uit uitgaven en inkomsten (kasstelsel).

Begrotingsgegevens EMU (bedragen x € 1.000) 2025 primitief 2026 2027 2028 2029
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan cq onttrekking uit reserves 49 26 -152 -1.369 -1.076
+ Afschrijvingen ten laste van exploitatie 4.061 5.002 4.909 4.826 4.728
+ Dotaties aan voorzieningen ten laste van de exploitatie 832 739 552 711 861
- Onttrekkingen aan voorzieningen ten gunste van de exploitatie -628 -588 -202 -184 -159
- Bruto-investeringsbedragen beleidsplan -14.624 -15.577 -19.478 -12.465 -10.969
+ Kapitaallasten investeringen beleidsplan 65 88 554 1.038 1.592
- Vermeerderingen bestaande activa 0
+ Verminderingen bestaande activa 0
- Boekwinst desinvesteringen vaste activa 0
+ Toegekende bijdragen inzake investeringen van Rijk, Provincie en EU 0
- Uitgaven aankoop grond en uitgaven bouw- en woonrijp maken -100 1.335
+ Opbrengst verkoop grond 250 1.316
- Boekwinst op verkoop grond 0
- Betalingen direct ten laste van reserves 0
- Boekwinst op verkoop van deelnemingen en aandelen 0
= Berekend EMU-saldo -10.095 -7.659 -13.817 -7.443 -5.023
Terug naar navigatie - Paragraaf 4: Financiering - Welke betekenis dient toegekend te worden aan het berekende EMU-saldo?

Welke betekenis dienst toegekend te worden aan het berekende EMU-saldo?

Het BBV schrijft voor dat gemeenten in de begroting een meerjarige berekening van het EMU-saldo opnemen. De berekening van het EMU-saldo vindt plaats op kasbasis, terwijl gemeenten sturen op een sluitende begrotingspositie volgens het stelsel van baten en lasten. De omrekening in de tabel hieronder is daardoor niet direct relevant voor de financiële sturing en kaderstelling door de raad.
Volgens het BBV is het wel de bedoeling dat het gemeentelijk EMU-saldo gerelateerd wordt aan de individuele referentiewaarde die het Ministerie van BZK jaarlijks voor elke gemeente vaststelt. Hiermee wordt inzichtelijk welk aandeel de gemeente heeft in de toename of afname van het EMU-saldo.

Het Ministerie heeft in de septembercirculaire 2024 individuele referentiewaarden voor de gemeenten gepubliceerd. Een individuele EMU-referentiewaarde betreft geen norm, maar een indicatie van het nadeel dat een gemeente in de gezamenlijke tekortnorm heeft. De Wet Hof bepaalt dat de individuele referentiewaarde voor het EMU-saldo van de individuele overheden naast het eigen aandeel ook het aandeel in openbare lichamen betreft. Met het aandeel in openbare lichamen wordt bedoeld het deel van het EMU-saldo van de gemeenschappelijke regelingen waar een individuele decentrale overheid aan deelneemt dat aan de betreffende individuele overheid wordt toegerekend. Een deel van het EMU-saldo van de gemeenschappelijke regelingen maakt dus onderdeel uit van het EMU-saldo van de deelnemende decentrale overheden.
De referentiewaarde (aandeel in het tekort) voor de gemeente Eijsden-Margraten bedraagt € 3,738 mln. (conform septembercirculaire 2024).  De gemeente Eijsden-Margraten heeft voor 2026 een overschrijding  van € 3,921 mln. (€ -7,659 mln. -€ 3,738 mln.) ten opzichte van de norm. Pas als het plafond voor het EMU-tekort van de gezamenlijke gemeenten wordt overschreden kan de individuele referentiewaarde voor het EMU-tekort een rol gaan spelen. Dat is op dit moment nog niet aan de orde.

Indicatoren

Terug naar navigatie - Paragraaf 4: Financiering - Indicatoren

Om vooral de financieringsrisico’s (renterisico’s) te beperken, staan in de Wet FIDO twee instrumenten: renterisiconorm en de kasgeldlimiet. Daarnaast is met het schatkistbankieren een drempelbedrag bepaald. De provincie toetst of de gemeente aan deze normen voldoet.

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Paragraaf 4: Financiering - Renterisiconorm

Het doel van de renterisiconorm is om tot een spreiding binnen de langlopende lening portefeuille te komen zodat het renterisico wordt beperkt. De jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen mogen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal.

Renterisiconorm (bedragen x € 1.000) 2026 2024 2028 2029
1a Renteherzieningen opgenomen leningen 0 0 0 0
1b Renteherzieningen uitgezette leningen 0 0 0 0
2 Aflossingen 3.686 3.686 3.686 3.686
3 Renterisico (1a - 1b +2) 3.686 3.686 3.686 3.686
4a Begrotingstotaal 94.177 96.795 96.403 97.584
4b Percentage regeling 20% 20% 20% 20%
4 Renterisiconorm (4a x 4b) 18.835 19.359 19.281 19.517
5a Ruimte onder renterisiconorm (4 > 3) 15.149 15.673 15.595 15.831
5b Overschrijding renterisiconorm (3 > 4) n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.

Rentebeleid investeringen en omslagrente

Terug naar navigatie - Paragraaf 4: Financiering - Rentebeleid investeringen en omslagrente

Wat gaan we ervoor doen? (Volgens begroting)

De gemeente hanteert voor specifieke investeringen (investeringen in riool, afval en grondexploitaties) een vast rentepercentage van 2,75%. Dit rentepercentage vloeit voort uit de gehanteerde percentages in de vastgestelde onderliggende meerjarenbeleidsplannen, respectievelijk exploitatie-opzetten.
Voor overige investeringen is een omslagpercentage berekend. Voor 2026 tot en met 2029 bedraagt het omslagpercentage 0,95%.

Renteschema
(bedragen x € 1.000)
2026
       
a.  Externe rentelasten kort en lang           1.956  
b.  Externe rentebaten               -73  
  Saldo externe rentelasten en rentebaten             1.883
       
c. 1. Rente facilitaire grondexploitaties                -    
  2. Projectfinanciering               -    
  3. Doorverstrekte leningen               -    
                     -  
       
Totaal aan de taakvelden toe te rekenen externe rente *           1.883
       
       
d. 1. Rente Eigen Vermogen               -    
  2. Rente Voorzieningen               -    
                     -  
       
Totaal aan de taakvelden toe te rekenen rente *             1.883
       
e. De aan de taakvelden toegerekende rente            -1.883
       
f. Renteresultaat                  -  
       
       
       
* Totaal aan de taakvelden toe te rekenen rente             1.883
-/- Reeds toegerekende rente met specifiek %               -895
= Toe te rekenen aan overige activa                988
       

 

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Paragraaf 4: Financiering - Kasgeldlimiet

Het doel van de kasgeldlimiet is om de directe gevolgen van een snelle rentestijging te beperken. Gemeenten mogen hun financieringsbehoeften slechts voor een beperkt bedrag met kort geld (looptijd < 1 jaar) financieren. De norm is op 8,5% van het begrotingstotaal gesteld.

Kasgeldlimiet (bedragen x € 1.000) 3e kw 2024 4e kw 2024 1e kw 2025 2e kw 2025
Totaal jaarbegroting (lasten) € 72.637 € 72.637 € 72.637 € 72.637
Toegestane kasgeldlimiet:
> in procenten van de grondslag 8,50% 8,50% 8,50% 8,50%
> in een bedrag € 6.174 € 6.174 € 6.174 € 6.174
Totaal netto vlottende schuld (vlottende schuld -/- vlottende middelen) € 13.507 € 16.329 € 13.992 € 12.618
Overschrijding kasgeldlimiet -€ 7.333 -€ 10.155 -€ 7.818 -€ 6.444
Ruimte ten opzichte van kasgeldlimiet € 0 € 0 € 0 € 0

Drempelbedrag schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Paragraaf 4: Financiering - Drempelbedrag schatkistbankieren

Wat gaan we ervoor doen? (Volgens begroting)

De lagere overheden zijn verplicht overtollige middelen aan te houden bij het Ministerie van Financiën (schatkist). Om het dagelijkse kasbeheer doelmatig uit te kunnen voeren is een drempelbedrag bepaald wat buiten de schatkist mag worden gehouden: een bedrag van 2% van het begrotingstotaal. Wij mogen in 2026 dus een positief rekening-courantsaldo bij de bank hebben van  €1,884 mln..  Al het meerdere zal dagelijks naar de schatkist worden overgemaakt. 

Excel-tabel

(bedragen x € 1.000) 2026 2027 2028 2029
1. Totaal jaarbegroting (lasten) 94.177 96.795 96.403 97.584
Percentage 2% 2% 2% 2%
Drempelbedrag schatkistbankieren 2% (van 1.) 1.884 1.936 1.928 1.952

Paragraaf 5: Bedrijfsvoering

5.1 Algemeen

Terug naar navigatie - Paragraaf 5: Bedrijfsvoering - 5.1 Algemeen

Om de ambities van het gemeentebestuur te realiseren investeren we in mensen en middelen. De paragraaf bedrijfsvoering schetst de manier waarop de organisatie hier invulling aan geeft en welke instrumenten hiervoor nodig zijn. 

Bedrijfsvoering van de organisatie is het domein en de verantwoordelijkheid van het college. Het college informeert de raad hierover via de paragraaf Bedrijfsvoering in de begroting en de jaarrekening. Deze paragraaf beschrijft op hoofdlijnen de ontwikkelingen in de bedrijfsvoering die in 2026 worden verwacht. Door doelstellingen vast te stellen en de kaders daarvoor aan te geven, kan de gemeenteraad invloed uitoefenen op de bedrijfsvoering van de gemeente. 

5.2 Organisatie in ontwikkeling

Terug naar navigatie - Paragraaf 5: Bedrijfsvoering - 5.2 Organisatie in ontwikkeling

In 2026 bouwen we voort op de reeds ingezette lijnen. De kracht van onze organisatie is de grote betrokkenheid van onze medewerkers. De verbondenheid met Eijsden-Margraten en je daarvoor inzetten. Ruimte voor initiatieven, een hands-on mentaliteit, samen optrekken, bestuurlijk en ambtelijk. Er zijn als er een beroep op je wordt gedaan. Dit alles komt samen in de missie “Dicht bij het leven, vanuit het hart”.

Als organisatie is het - binnen de gegeven formatie - altijd zoeken naar de juiste balans tussen de bestuurlijke ambities en uitvoering geven aan de going concern taken. Als leidinggevend kader is het van belang dat de opgaven helder zijn, zodat wensen en mogelijkheden goed op elkaar afgestemd worden. Dit vraagt om duidelijke richting, focus en prioritering vanuit bestuur en management.

Voor elke organisatie en organisatieonderdelen gelden steeds drie centrale processen: doelen stellen, organiseren en realiseren. Dit vraagt om een visie, focus en gerichte sturing.  In de kern komt de focus te liggen op het bevorderen van eigenaarschap op alle niveaus in de organisatie (bestuur, management, teams en medewerkers) door het aanscherpen van de aspecten ‘’sturen’’, ‘’organiseren’’, ‘’ontwikkelen’’ en ‘’presteren’’. Dit alles met als doel verdere invulling te geven aan onze missie en visie.

Conform de vastgestelde organisatiekoers gaan we uit van een kaderstellende top-down-benadering, met ruimte voor teams en medewerkers voor verdere invulling en ontwikkeling bottom-up, zodat de motivatiekracht van medewerkers en leidinggevende maximaal wordt aangesproken. 

We leven en werken in een complexe en dynamische wereld. De ontwikkelingen volgen elkaar snel op. In Eijsden-Margraten staan we voor grote uitdagingen; woningtekorten, klimaatverandering, sociale en economische vraagstukken als ook het verbeteren van het vertrouwen in de gemeente. Daarbij komen nog de financiële uitdagingen waar we de komende jaren direct mee te maken hebben. Ook wij als organisatie moeten daar antwoorden op geven.

Een belangrijk deel van ons werk ligt in het uitvoeren van wettelijke taken. Of het nu gaat om het uitgeven van reisdocumenten, verstrekken van jeugdzorg of verlenen van een vergunning: de keuze óf we dat doen hebben we niet. Wel hóe we dat doen. Daarnaast geven we uitvoering aan de bestuurlijke ambities.

Met onze missie en visie geven we als organisatie de komende jaren richting aan onze organisatie en ons handelen. In de kern betekent dit het volgende:

Onze Missie:        in alles wat we doen zorgen wij voor een betekenisvolle verbinding tussen mensen onderling en tussen mens en omgeving. In verbinding met de samenleving zorgen we, passend in de verandering van tijdperk, voor kwaliteit van leven in Eijsden-Margraten dat staat voor de authenticiteit van onze gemeenschappen, kernen, monumenten, cultureel erfgoed en het landschappelijk karakter.

Onze Visie:           wij zijn een toegewijde organisatie die op efficiënte, professionele en doelgerichte wijze met plezier en trots mensgerichte dienstverlening en maatschappelijke opgaven realiseert. Elke dag weer zetten we ons in om de ervaringen en belevingen van onze inwoners, bestuurders en medewerkers in positieve zin te overtreffen en een hoge mate van tevredenheid tot stand te brengen.

Onze Drijfveer:    we handelen vanuit het principe ‘’dichtbij ’t Leven, vanuit ’t hart’’. Onze communicatie richting inwoners, bestuurders en medewerkers vindt daarbij plaats vanuit een pro-actieve, sensitieve en intensieve houding. 

De inwoner centraal: de maatschappij verandert en wij veranderen mee. De wijze waarop we onze diensten en producten leveren stemmen we af op de behoefte van onze inwoners. Ons streven is dat iedereen op een snelle, eenvoudige manier professioneel zaken met ons kan regelen. We standaardiseren en digitaliseren wat kan zodat er meer ruimte ontstaat voor persoonlijk contact, kwaliteit en maatwerk.

In verbinding met ons bestuur: als organisatie zijn we veerkrachtig en wendbaar en spelen adequaat in op maatschappelijke ontwikkelingen en bestuurlijke vraagstukken. Hierin tonen we ons als een professionele partner voor ons bestuur. Tevens bevorderen we goed samenspel tussen bestuur, management en medewerkers. Dit doen we vanuit een samenspel dat gestoeld is op respectvol met elkaar omgaan en respect hebben voor elkaars rol en waarbij vanuit wederkerigheid vertrouwen en veiligheid geboden wordt om verantwoordelijkheid te nemen en te geven. Dit helpt de organisatie om focus aan te brengen, om koers te houden, maar bovenal om te komen tot gedragen resultaten.

Aandacht voor elkaar: met z’n allen maken we onze organisatie tot wat deze is. Dat maakt dat het leidinggevende kader aandacht heeft voor de medewerkers. We gaan uit van eigenaarschap dat gericht is op het realiseren van de ambities en onze prestaties,, zowel op medewerkersniveau als binnen het leidinggevend kader. We bieden de ruimte aan iedere medewerker om vanuit zijn/haar kracht, motivatie en inspiratie het werk te doen. Medewerkers krijgen de gelegenheid om zich te ontwikkelen. Zo komt iedereen het best tot z’n recht, kunnen we spreken van een vitale organisatie en kunnen we de maatschappelijke opgaven optimaal gezamenlijk aan.

Onderstaand wordt het organisatiekader (missie, visie, drijfveren en strategie) als onderdeel van de organisatiekoers Eijsden-Margraten 2024 - 2026, nader schematisch weergegeven.  

Deze geschetste organisatiekoers zijn geen loze woorden op papier. We zijn er vanaf april 2024 reeds mee gestart. En ook komend jaar gaan wij hiermee verder. Dit doen we met z’n allen, van medewerker tot leidinggevende, zowel individueel als in teamverband. Ieder van ons heeft hier zijn eigen verantwoordelijkheid hierin.

5.3 De Strategische Agenda

Terug naar navigatie - Paragraaf 5: Bedrijfsvoering - 5.3 De Strategische Agenda

De Strategische Agenda van de organisatie Eijsden-Margraten omvat een vijftal speerpunten die bijdragen aan het realiseren van de visie en missie en derhalve aan het realiseren van de bestuurlijke opgaven.  Deze punten zijn in 2025 als focuspunten benoemd en gelden ook in 2026 als focuspunten:

  1. Een gezonde en solide financiële huishouding
  • het structureel en reëel in evenwicht brengen van de financiële huishouding
  • het elk jaar sluitend maken van de meerjarenbegroting (2026 – 2029)
  1. Realiseren van mensgerichte dienstverlening
  • verbeteren van de bereikbaarheid van de teams
  • verbeteren van de dienstverlening naar inwoners
  • verbeteren van de dienstverlening naar college en raad
  • De basis op orde m.b.t. informatiebeheer & datakwaliteit, e.e.a. gebaseerd op de implementatie van een nieuw werkplekconcept
  1. Opgavegericht werken
  • het realiseren van de in de begroting 2026 opgenomen bestuurlijke ambities
  • de doorontwikkeling van doelgerichte processturing m.b.t. going-concern / routinematige taken
  • de doorontwikkeling van projectmatige sturing omtrent het realiseren van ambitiegerichte resultaten
  • het verkennen, definiëren en concretiseren van programmagericht werken
  1. Ontwikkelen van eigenaarschap
  • ontwikkelen leiderschapskracht gericht op het leidinggevend kader en het persoonlijk leiderschap van medewerkers
  • ontwikkelen medewerkerskracht gebaseerd op het goede gesprek op individueel niveau
  1. Een vitale organisatie.
  • Vitaliteitsbeleid (duurzame inzetbaarheid) implementeren
  • Arbeidsmarktstrategie inzetten
  • Strategische personeelsplanning doorvoeren
  • Robuuste organisatie realiseren
  • Ziekteverzuim beperken

5.4 Binden, boeien en waarderen

Terug naar navigatie - Paragraaf 5: Bedrijfsvoering - 5.4 Binden, boeien en waarderen

De arbeidsmarktkrapte blijft een uitdaging opleveren.  Het verkrijgen en behouden van gekwalificeerd en gemotiveerd personeel blijft van cruciaal belang voor onze dienstverlening. Daarom blijven we investeren in onze medewerkers en het creëren van een positieve en stimulerende werkomgeving. De punten die in de vorige paragraaf zijn benoemd zoals het vitaliteitsbeleid, de aanpak en aandacht voor arbeidsmarktstrategie en het continue investeren in de ontwikkeling van onze medewerkers blijven hierbij belangrijke punten.

5.5 I&A (Informatie & Automatisering)

Terug naar navigatie - Paragraaf 5: Bedrijfsvoering - 5.5 I&A (Informatie & Automatisering)

Informatiemanagement 
De samenleving digitaliseert in hoog tempo en ontwikkelt zich steeds verder tot een informatiesamenleving waarin burgers en organisaties verwachten dat overheidsinformatie snel, betrouwbaar en digitaal beschikbaar is. Voor gemeente Eijsden-Margraten betekent dit dat onze informatievoorziening, dienstverlening en interne bedrijfsvoering voortdurend moeten meebewegen met technologische ontwikkelingen, maatschappelijke verwachtingen en veranderende wet- en regelgeving. Om hierop voorbereid te zijn ontwikkelen wij onze informatievoorziening planmatig en toekomstgericht. Dit doen wij op basis van een meerjarige investeringsagenda, waarin bestuurlijke ambities worden verbonden met noodzakelijke vernieuwingen en wettelijke verplichtingen. Deze agenda vormt het fundament voor een wendbare, veilige en transparante informatiehuishouding die past bij de eisen van deze tijd. 

De voornaamste opgaven voor 2026 zijn: 

  • De afronding van de invoering van een toekomstbestendig IT- en digitaal werkplekconcept. Hierbij wordt zorggedragen voor een adoptie c.q. inwerkprogramma dat bijdraagt aan het cyclisch en duurzaam verbeteren van onze IT, informatievoorziening en informatiebeveiliging.  
  • Vernieuwing van de informatievoorziening van ons klantcontactcentrum.
  • Toetreding tot de gemeenschappelijke regeling Historisch Centrum Limburg, dat bijdraagt aan een duurzame digitale archivering en ontwikkelingen zoals toekomstige integratie met e-depot.
  • Continuering van het lopende beleid om onze dienstverlenings- en bedrijfsprocessen lean te verbeteren en te digitaliseren. 
  • Verdere ontwikkeling van datagestuurd werken (via dashboards), zodat de gemeente als geheel beter kan sturen op te behalen resultaten. 

Informatiebeveiliging

Gemeenten zijn in toenemende mate afhankelijk van digitale processen en systemen. Tegelijkertijd zijn zij bronhouder en verwerker van grote hoeveelheden privacygevoelige informatie. Deze combinatie maakt gemeenten kwetsbaar voor digitale dreigingen. De verwachte inwerkingtreding van de Cyberbeveiligingswet (Cbw) in 2026, als nationale implementatie van de Europese NIS2-richtlijn, stelt aanvullende eisen aan de digitale weerbaarheid van gemeenten. 
In 2025 is een nieuw informatiebeveiligings- en privacybeleid vastgesteld. In 2026 ligt de nadruk op de implementatie van dit beleid. De volgende acties worden ondernomen: 

  • Beleidstoepassing en naleving:  het nieuwe beleid wordt organisatiebreed ingevoerd. Eventuele lacunes ten opzichte van het oude beleid worden geïdentificeerd en gedicht.
  • Risicogestuurd werken: doorlopende risicoanalyses vormen de basis voor gerichte maatregelen. Deze worden gemonitord via het Information Security Management System (ISMS).
  • Verantwoording: er wordt horizontale verantwoording afgelegd aan de gemeenteraad en verticale verantwoording aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
  • Bewustwording en training: medewerkers worden actief betrokken via bewustwordingscampagnes en gerichte trainingen om de menselijke factor in informatiebeveiliging te versterken. 
  • Ketenverantwoordelijkheid: samenwerking met ketenpartners en leveranciers wordt geïntensiveerd om ook buiten de organisatiegrenzen de informatiebeveiliging te borgen. 

5.6 Wet open overheid (Woo)

Terug naar navigatie - Paragraaf 5: Bedrijfsvoering - 5.6 Wet open overheid (Woo)

Wet open overheid (Woo)  
Sinds 1 mei 2022 is de Woo gedeeltelijk in werking getreden als opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De Woo introduceert een stelsel van actieve en passieve openbaarmaking van overheidsinformatie. De actieve openbaarmakingsplicht wordt gefaseerd ingevoerd via vier tranches, met als doel een transparante overheid die informatie proactief beschikbaar stelt aan burgers en organisaties. 

Per 1 november 2024 is tranche 1 officieel in werking getreden. De overige tranches volgen in latere jaren, waarbij de exacte invoeringsdata voor medeoverheden zoals gemeenten nog worden vastgesteld. 

In 2026 zet de gemeente Eijsden-Margraten in op verdere voorbereiding en uitvoering van de Woo, met nadruk op de volgende onderdelen: 

Actieve openbaarmaking 

  • De informatiecategorieën worden structureel openbaar gemaakt via de centrale vindplaats, de landelijke Woo-index (open.overheid.nl), waarbij verwezen wordt naar de betreffende documenten.
  • De gemeente bereidt zich voor op de implementatie van tranche 2, waarvan de landelijke invoering voor medeoverheden nog wordt vastgesteld. Dit betreft onder meer agenda’s en besluitenlijsten van bestuursorganen, adviezen en jaarplannen.
  • Werkdefinities en handreikingen van het Rijk worden toegepast om de implementatie zorgvuldig en uniform te laten verlopen. 

Passieve openbaarmaking

  • De gemeentelijke website blijft ingericht voor het digitaal indienen van Woo-verzoeken.
  • Verzoeken worden behandeld conform de wettelijke termijnen en transparantie-eisen. 

Contactpersoon Woo

Conform art. 4.7 van de Woo heeft de gemeente een contactpersonen (uitgevoerd door 2 personen) Woo aangesteld. Deze contactpersonen zijn gericht op het beantwoorden van vragen over de beschikbaarheid van overheidsinformatie binnen de organisatie.

Paragraaf 6: Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - Inleiding

De gemeente Eijsden-Margraten heeft bestuurlijke en/of financiële belangen in een aantal verbonden partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen en vennootschappen.

Een verbonden partij is een derde rechtspersoon, waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur van een verbonden partij of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de betreffende rechtspersoon en/of als de gemeente aangesproken kan worden door derden ingeval van financiële problemen bij de verbonden partij.

Deze verbonden partijen voeren beleid uit voor de gemeente. Uiteraard behoudt de gemeente Eijsden-Margraten beleidsmatige en financiële verantwoordelijkheden ten aanzien van deze partijen.

In de Nota Verbonden Partijen wordt het door de gemeente Eijsden-Margraten gevoerde beleid inzichtelijk gemaakt. Ook wordt ingegaan op de begrippen en juridische kaders waaraan verbonden partijen moeten voldoen.

De uitgangspunten voor deelname in een verbonden partij zijn uitvoerig vastgelegd in de Nota Verbonden Partijen. Belangrijke uitgangspunten zijn:

  • De gemeente participeert alleen in derde partij (verbonden partij) indien daarmee publiek belang gediend wordt.
  • De financiële gevolgen en mogelijke risico’s van deelname in een verbonden partij dienen inzichtelijk te worden gemaakt.

Voor meer inhoudelijke informatie wordt verwezen naar deze nota.

Onderstaande tabel toont de bijdragen voor 2026 van de gemeente Eijsden-Margraten per verbonden partij.

Overzicht bijdrage verbonden partijen

Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - Overzicht bijdrage verbonden partijen
Verbonden partijen bijdrage Eijsden-Margraten 2026  
Gemeenschappelijke regelingen  
  Centrumregeling Verwerving Jeugdhulp regio Zuid-Limburg 2019 € 167.482
  Centrumregeling verwerving Wmo ondersteuning Maastricht-Heuvelland € 33.288
  Gemeenschappelijke Regeling GGD Zuid-Limburg € 2.034.000
  Gemeenschappelijke Regeling Omnibuzz € 817.916
  Gemeenschappelijke regeling subsidiëring ADV-Limburg € 18.000
  Regionale samenwerking leerplicht en RMC, Maastricht en Mergelland € 145.031
  Regionale samenwerking leerlingenvervoer Maastricht-Heuvelland 2025 € 494.407
  Lichte Gemeenschappelijke regeling inzake de samenwerking afvalwater in zuidelijk Zuid-Limburg: de regio Maas en Mergelland n.v.t.
  Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdiensten RD4 € 2.650.401
  Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Limburg € 522.536
  Grensoverschrijdende Gemeenschappelijke regeling Euregio Maas-Rijn n.v.t.
  Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Zuid-Limburg € 2.374.291
  Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) € 582.116
  Gemeenschappelijke regeling “Het Gegevenshuis” € 285.402
  Gemeenschappelijke regeling Historisch Centrum Limburg (HCL) € 92.000
     
Vennootschappen en coöperaties  
  MTB Regio Maastricht N.V. € 1.400.014
  Bodemzorg Limburg BV n.v.t.
  Waterleiding Maatschappij Limburg N.V. n.v.t.
  Enexis Holding NV n.v.t.
     
Stichtingen en verenigingen  
  Stichting Podium24 € 206.000
  Stichting Re-integratie inbesteding Maastricht Mergelland / Annex BV € 127.000
     
Overige verbonden partijen  
  Bank Nederlandse Gemeenten n.v.t.
Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 1.1 Centrumregeling Verwerving Jeugdhulp regio Zuid-Limburg 2019
Centrumregeling Verwerving Jeugdhulp regio Zuid-Limburg 2019
Soort Gemeenschappelijke regeling, centrumgemeente.
Vestigingsplaats Maastricht.
Betrokken partijen De gemeenten Beek, Brunssum, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Nuth, Onderbanken, Schinnen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul en Voerendaal. Gemeente Maastricht is de centrumgemeente.
Openbaar belang Het zorgdragen voor een kwalitatief goede en efficiënte uitvoering van de jeugdhulptaken, zoals vastgelegd in de beleidsplannen Jeugd van de deelnemende gemeenten, met inachtneming van de bepalingen van de Jeugdwet. Het delen van kennis en expertise in de regio die nodig zijn voor de ontwikkeling en uitvoering van het jeugdhulpbeleid.
Bestuurlijk belang Wethouder Piatek is lid van de stuurgroep Jeugdzorg.
Financieel belang Voor de uitvoeringskosten (€ 140.000) die wij aan gemeente Maastricht betalen wordt voor ruim € 5,8 miljoen per jaar aan zorg ingekocht.
Financiële informatie Resultaat
2024
EV
31.12.2023
EV
31.12.2024
VV
31.12.2023
VV
31.12.2024
(bedragen x € 1.000,-) n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Ontwikkelingen Inkoop jeugd wordt de komende jaren verder doorontwikkeld. sinds 01-01-2024 is een nieuw contract gestart van waaruit er een verdere doorontwikkeling binnen de segmenten plaatsvindt op sub-regionaal niveau.
Risico's De regelingen op grond waarvan aanspraak bestaat op jeugdzorg zijn open-eind-regelingen. Daarmee is een overschrijding van de kosten niet uit te sluiten. Financieel: beperkt risico faillissement zorgaanbieders. Dit wordt beperkt door monitoring van verstrekte voorschotten door Maastricht en evaluatie prestaties zorgaanbieders door inkoopteam Maastricht.
Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 1.2 Centrumregeling verwerving Wmo ondersteuning Maastricht-Heuveland
Centrumregeling verwerving Wmo ondersteuning Maastricht-Heuvelland
Soort Gemeenschappelijke regeling, centrumgemeente.
Vestigingsplaats Maastricht.
Betrokken partijen De gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul. Gemeente Maastricht is de centrumgemeente.
Openbaar belang Het zorgdragen voor een kwalitatief goede en efficiënte verwerving van de professionele Wmo ondersteuning, zoals vastgelegd in de beleidsplannen en verordeningen Wmo van de deelnemende gemeenten, met inachtneming van de bepalingen van de Wmo 2015. Het delen van kennis en expertise in de regio die nodig zijn voor de ontwikkeling en uitvoering van het Wmo-beleid.
Bestuurlijk belang Wethouder Piatek is lid van het Portefeuillehoudersoverleg. 
Financieel belang Voor de uitvoeringskosten (circa € 40.000) die wij aan gemeente Maastricht betalen wordt voor ruim € 3,9 mio per jaar aan zorg ingekocht.
Financiële informatie Resultaat
2024
EV
31.12.2023
EV
31.12.2024
VV
31.12.2023
VV
31.12.2024
(bedragen x € 1.000,-) n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Ontwikkelingen Niet specifiek, betreft continue functie.
Risico's De regelingen op grond waarvan aanspraak bestaat op wmo zijn open-eind-regelingen. Daarmee is een overschrijding van de kosten niet uit te sluiten. Financieel: beperkt risico t.a.v. faillissement zorgaanbieders. Dit wordt beperkt door monitoring van verstrekte voorschotten door Maastricht en evaluatie prestaties zorgaanbieders door inkoopteam Maastricht.
Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 1.3 Gemeenschappelijke Regeling GGD Zuid-Limburg
Gemeenschappelijke Regeling GGD Zuid-Limburg
Soort Gemeenschappelijke regeling, openbaar lichaam.
Vestigingsplaats Heerlen.
Betrokken partijen De gemeenten Beek, Beekdaelen, Brunssum, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul en Voerendaal.
Openbaar belang Zorgdragen voor publieke gezondheid, toezicht op de kwaliteit Wmo, Jeugdgezondheidszorg, Veilig Thuis, ambulancezorg, GHOR, vangnetfunctie en crisiszorg verslaafden, dak- en thuislozen, sociaal medische advisering.
Bestuurlijk belang In het algemeen bestuur wordt de gemeente vertegenwoordigd door wethouder Piatek.
Financieel belang Bijdrage gemeente Eijsden-Margraten in 2024:
(bedragen x € 1.000,-) Programma        
GGD € 434      
Jeugdgezondheid € 954      
Veilig thuis € 279      
RVP € 58      
  Totaal € 1.726      
Financiële informatie Resultaat
2024
EV
31.12.2023
EV
31.12.2024
VV
31.12.2023
VV
31.12.2024
(bedragen x € 1.000,-) € 1.479 € 1.107 € 1.107 € 34.634 € 27.269
Ontwikkelingen De GGD heeft zowel te maken met een bezuinigingstaakstelling als met veranderingen in het sociaal domein.  Het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) en het Integraal Zorg Akkoord (IZA) zijn nieuwe landelijke ontwikkelingen die een veranderende rol vragen van de GGD. Ook de doorontwikkeling van Trendbreuk en de trendbreukopgave zelf, de versterking van infectieziektebestrijding pandemische paraatheid (VIPP), de inrichting van een gezonde leefomgeving en de versterking van de kennis- en adviesfunctie zijn opgaven die in de toekomst veel van de GGD zullen vragen. Dat brengt een nieuwe rol en positie van de GGD. Naast het uitvoeren van de wettelijke taken, krijgt de GGD de rol van procesregisseur, die namens de 16 Zuid-Limburgse gemeenten het voortouw neemt in deze ontwikkelingen. Daarvoor is een eigentijdse en solide GGD nodig. De extra externe middelen hiervoor zijn in de begroting 2025 verwerkt.  
Risico's Bij uittreden of opheffing participeert de gemeente in de aanwezige schulden en kosten van liquidatie.
Verliesbijdrage naar rato inwonertal. Zie risicoparagraaf jaarrekening. Belangrijk: Door de deelnemende gemeenten is gekozen om geen weerstandsvermogen op te bouwen bij de GGD. Mogelijke verliesbijdragen worden naar rato inwoneraantal door de gemeenten gedragen.
Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 1.4 Gemeenschappelijke Regeling Omnibuzz

 

Gemeenschappelijke Regeling Omnibuzz
Soort Gemeenschappelijke regeling, openbaar lichaam.
Vestigingsplaats Sittard-Geleen.
Betrokken partijen De gemeenten Beek, Beekdaelen, Beesel, Bergen, Brunssum, Echt-Susteren, Eijsden-Margraten, Gennep, Gulpen-Wittem, Heerlen, Horst aan de Maas, Kerkrade, Landgraaf, Leudal, Maasgouw, Maastricht, Meerssen, Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul, Venlo, Venray, Voerendaal en Weert.
Openbaar belang Het bevorderen van openbaar vervoer (op maat) ten behoeve van de inwoners van de deelnemende gemeenten in het algemeen, en bewoners met een WMO indicatie in het bijzonder. Zorg dragen voor een goede uitvoering van collectief en individueel vervoer van die reizigers, die aangewezen zijn op één van de door de gemeenten te behartigen vormen van doelgroepenvervoer.  Vooralsnog beperkt dit vervoer zich tot het regiotaxi-vervoer, gebaseerd op de Wet maatschappelijke ondersteuning.
Bestuurlijk belang Wethouder Piatek maakt deel uit van het algemeen bestuur. 
Financieel belang Bijdrage in de exploitatie voor 2025 is begroot op € 783.495
Financiële informatie Resultaat
2024
EV
31.12.2023
EV
31.12.2024
VV
31.12.2023
VV
31.12.2024
(bedragen x € 1.000,-) € 631 € 3.005 € 1.423 € 4.490 € 7.608
Ontwikkelingen

In 2024 heeft Omnibuzz zich specifiek met drie thema’s beziggehouden: publieke mobiliteit, instroom van ander doelgroepenvervoer (leerlingenvervoer) en digi-toegankelijkheid. In 2024 is het klantenbestand van Omnibuzz toegenomen van 39.432 naar 40.177 klanten (+ 1,74 %). Dit is een grote stijging ten opzichte van 2023. Toen was er sprake van een stijging van 0,9%. Voor gemeente Eijsden-Margraten is er sprake van een stijging van 10,4% wat betreft het aantal kilometers in 2024 t.o.v. 2023.

Risico's De regelingen op grond waarvan aanspraak bestaat op doelgroepenvervoer zijn open-eind-regelingen. Daarmee is een overschrijding van de kosten niet uit te sluiten.
Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 1.5 Gemeenschappelijke regeling subsidiëring ADV-Limburg
Gemeenschappelijke regeling subsidiëring ADV-Limburg
Soort Gemeenschappelijke regeling, centrumgemeente.
Vestigingsplaats Maastricht.
Betrokken partijen De gemeenten uit de regio Noord- en Midden-Limburg: Arcen en Velden, Beesel, Bergen, Echt-Susteren, Helden, Leudal, Maasbree, Maasgouw, Meijel, Nederweert, Roerdalen, Roermond, Venlo, Venray en Weert. Gemeente Roermond is de centrumgemeente.
De gemeenten uit de regio Zuid-Limburg: Beek, Brunssum, Eijsden, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Margraten, Meerssen, Nuth, Onderbanken, Schinnen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul en Voerendaal. Gemeente Maastricht is de centrumgemeente.
Openbaar belang Antidiscriminatievoorziening Limburg heeft de Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) status en is de professionele partner voor 27 Limburgse gemeenten in het handhaven van artikel 1 van de grondwet. Namens die gemeenten voert de Antidiscriminatievoorziening Limburg sinds 2009 de taken uit de Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen uit.
Bestuurlijk belang De wethouder (wethouder Piatek) heeft hierin geen formele rol.
Financieel belang De subsidiebaten van ADV Limburg in 2023 betreffen reguliere subsidie gemeente Maastricht, reguliere subsidie gemeente Roermond en subsidie Maastricht VR Project implementatie en bedragen € 533.237.
De gemeente Maastricht vervult voor de gemeenten in Zuid-Limburg hierin de rol van centrumgemeente.
De Stichting bestaat voornamelijk uit de bijdragen van de deelnemende gemeenten. Het resultaat in 2023 bedroeg +/+ € 13,2. Het positieve resultaat is ten gunste van de overige reserve gebracht.
Financiële informatie Resultaat
2023
EV
31.12.2022
EV
31.12.2023
VV
31.12.2022
VV
31.12.2023
(bedragen x € 1.000,-) € 13 € 221 € 235 € 102 € 103
Ontwikkelingen

Aan het Regionaal Discriminatie Overleg (RDO) nemen portefeuillehouders en contactpersonen discriminatie van politie-eenheid Limburg, het Openbaar Ministerie (OM) arrondissementsparket Limburg, gemeenten Roermond en Maastricht en ADV Limburg deel. Het overleg vindt twee maal per jaar plaats en bestaat uit een zaakinhoudelijk deel en een strategisch deel (met ambtelijk vooroverleg). Tijdens het zaakinhoudelijke deel worden de meldingen en aangiften van discriminatie, of met een discriminatieaspect, in Limburg besproken. Doel van dit overleg is het uitwisselen van informatie om een juiste aanpak en afhandeling van de meldingen en aangiften te bespreken.

Door het periodieke contact met de politie is er voldoende vertrouwen ontstaan om vanaf 2018 een slag te maken met het geven van voorlichting aan het korps door ADV Limburg.

Risico's ADV Limburg voert voor de gemeente Eijsden-Margraten de taken uit de Wet Gemeentelijke Antidiscriminatievoorzieningen uit. Financieel dienen de deelnemende gemeente mogelijke tekorten op te vangen echter is de algemene reserve groot genoeg om het risico op te vangen. Het risico op een extra bijdrage, bovenop de reguliere, is zeer gering.
Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 1.6 Regionale samenwerking leerplicht en RMC, Maastricht en Mergelland
Regionale Samenwerking Leerplicht en RMC, Maastricht en Mergelland
Soort Gemeenschappelijke regeling, centrumgemeente.
Vestigingsplaats Maastricht.
Betrokken partijen De gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul. Gemeente Maastricht is de centrumgemeente.
Openbaar belang Doel van de leerplichtwet is te waarborgen dat jongeren in de Gemeente Eijsden-Margraten onderwijs volgen en gebruik maken van hun recht op onderwijs. Door regionale samenwerking ontstaat ruimte voor kwaliteitsverbetering, het toezicht op het handhaven van de leerplicht wordt eenduidiger en meer direct en de continuïteit van de uitvoering van de functie is gewaarborgd.
Bestuurlijk belang Geen formele rol (wethouder Piatek).
Financieel belang Er is sprake van een vergoeding voor de kosten voor het personeel op basis van een vooraf vastgestelde kostprijs en formatieberekening. Besluitvorming betreft een bevoegdheid van de raden van de deelnemende gemeenten, het portefeuillehoudersoverleg adviseert hierin. De kosten voor gemeente Eijsden-Margraten voor 2024 bedragen € 188.643,-.
Financiële informatie Resultaat
2024
EV
31.12.2023
EV
31.12.2024
VV
31.12.2023
VV
31.12.2024
(bedragen x € 1.000,-) n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Ontwikkelingen Voortdurende doorontwikkeling van de volgende taken: sluitende aanpak kwetsbare jongeren naar mbo en arbeid. Attitude maatwerk, preventie in de keten. Snelle reparatie op maat, effectieve verbindingen op het snijvlak van voortgezet onderwijs, middelbaar onderwijs, passend onderwijs, Jeugdwet en Participatiewet.
Risico's Lichte vorm van een gemeenschappelijke regeling. Beleidsuitgangspunten, begroting en jaarrekening worden in gezamenlijk overleg jaarlijks vastgesteld.
Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 1.7 Regionale samenwerking leerlingenvervoer
Regionale samenwerking leerlingenvervoer Maastricht-Heuvelland 2025, gemeente Eijsden-Margraten
Soort Gemeenschappelijke regeling, centrumgemeente.
Vestigingsplaats Maastricht.
Betrokken partijen De gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul. Gemeente Maastricht is de centrumgemeente.
Openbaar belang Leerlingenvervoer is bedoeld voor kinderen die niet zelf naar school kunnen. Bijvoorbeeld door een handicap of doordat de school ver weg ligt. Het kan gaan om een leerling van een basisschool, het (voortgezet) speciaal onderwijs of een gehandicapte leerling van een reguliere basisschool of het voortgezet onderwijs. Leerlingen uit de deelnemende gemeenten kunnen gebruik maken het leerlingenvervoer.
Bestuurlijk belang Geen formele rol (wethouder Piatek).
Financieel belang Er is sprake van een vergoeding van de kosten voor het personeel waarbij het aantal afgegeven beschikkingen de maatstaf is en een vergoeding voor de praktische uitvoering van het leerlingenvervoer waarbij het aantal aan een vervoersvoorziening deelnemende leerlingen de maatstaf is. De kosten voor gemeente Eijsden-Margraten 2024 bedragen € 415.000,- (vervoerskosten) en € 59.000,- (kantoorkosten).
Financiële informatie Resultaat
2024
EV
31.12.2023
EV
31.12.2024
VV
31.12.2023
VV
31.12.2024
(bedragen x € 1.000,-) n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
Ontwikkelingen Voortzetten van de standaard taken.
Risico's De bijdrage hangt samen met het gebruik van het leerlingenvervoer. Hierin schuilt een financieel risico.
Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 1.8 MTB Regio Maastricht N.V.
MTB Regio Maastricht N.V.
Soort Vennootschappen en coöperaties.
Vestigingsplaats Maastricht.
Betrokken partijen De gemeenten Eijsden-Margraten, Maastricht en Meerssen.
Openbaar belang Uitvoering (en afbouw) "oude" Wet Sociale Werkvoorziening voor de drie deelnemende gemeenten alsook diverse buitengemeenten. Leerwerkbedrijf voor de brede doelgroep Participatiewet van de zes Maastricht-Heuvellandgemeenten. Uitvoeringsorganisatie arbeidsmatige dagbesteding voor de zes Maastricht-Heuvellandgemeenten.
Bestuurlijk belang De portefeuillehouder Financiën, wethouder Gerritsen, heeft zitting in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders MTB en heeft daarbij formeel stemrecht.
Financieel belang Het belang van Eijsden-Margraten in het geplaatste kapitaal (99 aandelen) is 11% met een verkrijgingsprijs van € 4.950,-. Door de gemeente Maastricht is aan de MTB een achtergestelde renteloze lening verstrekt ter grootte van
€ 12.100.000 (nominale waarde) onder zekerheidstelling van het eerste recht van hypotheek op de panden van de MTB. Het aandeel van de gemeente Eijsden-Margraten in deze gegarandeerde kasgeldlening bedraagt
€ 1.331.000. Voor deze zekerheidsstelling is een voorziening gevormd. De stand van deze voorziening bedraagt € 787.003 per 31-12-2024. Dit volstaat op basis van de thans geldende inzichten rekening houdende met de boekwaarde van de gebouwen van de MTB. De begrote bijdrage 2026 voor de gemeente Eijsden-Margraten bedraagt  € 1.400.014,-.
Financiële informatie Resultaat
2024
EV
31.12.2023
EV
31.12.2024
VV
31.12.2023
VV
31.12.2024
(bedragen x € 1.000,-) n.b. - € 9 n.b. € 5.791 n.b.
Ontwikkelingen Er is onderzoek verricht door de  MTB naar de bedrijfseconomische houdbaarheid. In dit verband is ook gekeken naar de participatieketen. Het rapport is inmiddels klaar. In 2022 is opdracht gegeven om de MTB, Podium24 en Annex juridisch samen te voegen tot een nieuw mens ontwikkelbedrijf. De businesscase wordt momenteel uitgewerkt; besluitvorming zal, naar verwachting, plaatsvinden in 2025.
Risico's De taken die MTB voor de gemeenten uitvoert, zijn onderhevig aan veranderingen als gevolg van gewijzigd rijksbeleid. Een wijziging van taken brengt uiteraard ook gevolgen voor de organisatie en bedrijfsvoering met zich mee. De gemeenten hebben hier lang niet altijd (voldoende) invloed op, terwijl ze uiteindelijk wel financieel verantwoordelijk zijn. Het risico bestaat dan ook dat autonome ontwikkelingen een negatief effect hebben op het resultaat van MTB en daarmee op het kostenaandeel van de gemeenten.
Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 1.9 Stichting Podium24
Stichting Podium24
Soort Stichtingen en verenigingen.
Vestigingsplaats Maastricht.
Betrokken partijen De gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg a/d Geul.
Openbaar belang Uitvoering van de regionale werkgeversdienstverlening, vraaggericht en aanbodgeschikt.
Bestuurlijk belang De portefeuillehouder sociale zekerheid en arbeidsmarkt (wethouder Piatek) heeft zitting in het bestuur van Stichting Podium24. Dit stichtingsbestuur ziet toe op de uitvoeringsorganisatie als ware het het Dagelijks Bestuur.
Financieel belang De bijdrage in de uitvoering van de arbeidsmarkttoeleiding (groeibanen, loonkosten- en uitstroomsubsidies) inclusief aandeel in de schadelastbeperking voor 2024 is €206.000, -.
Financiële informatie Resultaat
2024
EV
31.12.2023
EV
31.12.2024
VV
31.12.2023
VV
31.12.2024
(bedragen x € 1.000,-) n.b. € 1.841 n.b. € 882 n.b.
Ontwikkelingen Podium24 is gestart per 1 januari 2016. Daarbij is een herverdeling van taken afgesproken met de andere uitvoeringsorganisaties langs de routing die de burger doorloopt; diagnose-plaatsing-ontwikkeling. In 2022 is opdracht gegeven om de MTB, Podium24 en Annex juridisch samen te voegen. De businesscase wordt momenteel uitgewerkt; besluitvorming zal, naar verwachting, plaatsvinden in 2025.
Risico's

Het verdienmodel van Stichting Podium24 bestaat uit opbrengsten uit de markt, het aandeel in Podium24 BV, opbrengsten vanuit de werkzaamheden voor de gemeenten (inclusief een aandeel in de schadelastbeperking) en opbrengsten vanuit detachering van eigen medewerkers naar Podium24 BV en SEM.

Het risico bestaat dat opbrengsten (om uiteenlopende redenen) tegenvallen, wat uiteraard gevolgen heeft voor het resultaat van de stichting. Het wordt weliswaar niet verwacht, maar mocht een exploitatietekort zich in de toekomst onverhoopt voordoen, dan komt dit (conform vastgestelde statuten) allereerst ten laste van de financiële reserves van Stichting Podium24. Indien deze reserves ontoereikend zijn, dan wordt het tekort door de deelnemende gemeenten gedragen volgens de afgesproken verdeelsleutel SEM. Hierbij moet worden opgemerkt dat aanpassing van die verdeelsleutel SEM dus ook doorwerkt in geval van een eventueel tekort bij Podium24.

Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 1.10 Stichting Re-integratie inbesteding Maastricht Mergelland / Annex BV
Stichting Re-integratie inbesteding Maastricht Mergelland / Annex BV
Soort Vennootschappen en stichtingen.
Vestigingsplaats Maastricht.
Betrokken partijen De gemeenten Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Maastricht, Meerssen, Vaals en Valkenburg aan de Geul.
Openbaar belang Uitvoering van praktijk- en aanvullende diagnostiek in het kader van re-integratie voor de zes Maastricht-Heuvellandgemeenten. Dit middels een quasi in house constructie. Het betreft in hoofdzaak het Transferium Werk en Bijstand (TWB), daarnaast andere diagnostische activiteiten en aanvullende testen alsmede de werkleiding van het Buurtteam Eijsden-Margraten.
Bestuurlijk belang De portefeuillehouder sociale zekerheid en arbeidsmarkt (wethouder Piatek) heeft zitting in het bestuur van BV Annex alsook het bestuur van SRIMM. De portefeuillehouder vertegenwoordigt daarbij (vooralsnog) ook de (voormalige Pentasz) gemeenten Gulpen-Wittem, Meerssen en Vaals. Dit bestuur ziet toe op de beheersstichting alsook de uitvoeringsorganisatie als ware het het Dagelijks Bestuur.
Financieel belang

De bijdrage in de uitvoering van de praktijkdiagnostiek in het kader van re-integratie (TWB, diagnostiek en Buurtteam) voor 2024 is € 127.000.  

Financiële informatie Resultaat
2024
EV
31.12.2023
EV
31.12.2024
VV
31.12.2023
VV
31.12.2024
(bedragen x € 1.000,-) n.b. € 844 n.b. € 357 n.b.
Ontwikkelingen Bij het regionaal collegebesluit tot omvorming van MTB en een andere organisatie van de re-integratieactiviteiten in juli 2015 is o.a. besloten om SRIMM en Annex BV op te heffen. Tevens is besloten om de diagnostische functionaliteiten over te brengen van Annex BV naar MTB. In 2022 is opdracht gegeven om de MTB, Podium24 en Annex juridisch samen te voegen. De businesscase wordt momenteel uitgewerkt; besluitvorming zal, naar verwachting, plaatsvinden in 2025.
Risico's De ontwikkelingen ten aanzien van de positionering van Annex BV hebben mogelijk gevolgen voor het takenpakket en daarmee het exploitatieresultaat van MTB. Daar waar Annex een organisatie van de zes gemeenten in de regio Maastricht-Heuvelland is, is MTB de financiële verantwoordelijkheid van slechts drie van die gemeenten. Het risico bestaat dan ook dat een herpositionering van Annex die door allen gewenst is vanuit regionale samenwerkingsoptiek, mogelijk financiële gevolgen (nadelig dan wel voordelig) met zich mee brengt voor de helft van die gemeenten. Dit wordt uiteraard in beeld gebracht bij de definitieve besluitvorming.
Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 3.1 Lichte Gemeenschappelijke regeling inzake de samenwerking afvalwater in zuidelijk Zuid-Limburg: de regio Maas en Mergelland
Lichte Gemeenschappelijke regeling inzake de samenwerking afvalwater in zuidelijk Zuid-Limburg:
de regio Maas en Mergelland
Soort Gemeenschappelijke regeling, regeling zonder meer.
Vestigingsplaats Maastricht.
Betrokken partijen Waterschapsbedrijf Limburg en Limburgse gemeenten.
Openbaar belang Doelmatige en duurzame sanering van ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater in het buitengebied. Gemeenten hebben zorgplicht voor bewoners in het buitengebied die niet op riolering zijn aangesloten. Ze dienen deze een IBA (individuele behandeling afvalwater) aan te bieden. WBL heeft als zuiveraar taak om beheer en onderhoud van IBA’s te verrichten. 
Bestuurlijk belang Wethouder Gerritsen maakt deel uit van het algemeen bestuur.
Financieel belang N.v.t.
Financiële informatie Resultaat
2024
EV
31.12.2023
EV
31.12.2024
VV
31.12.2023
VV
31.12.2024
(bedragen x € 1.000,-) n.b. n.b. n.b. n.b. n.b.
Ontwikkelingen In de regio worden momenteel plannen uitgewerkt met als doel samenwerking in de (afval)waterketen. Deze samenwerking wordt van overheidswege gestimuleerd. Samenwerking in de afvalwaterketen is een noodzaak om de drie doelstellingen (3 K’s) kostenvermindering, kwaliteitsverbetering en vermindering kwetsbaarheid te realiseren.
Risico's De gemeente is eigenaar van de aangelegde IBA’s en een eventuele vervanging is voor rekening van de gemeente. De kosten worden dan gedekt uit het vGRP. Het onderhoud wordt uitgevoerd door WBL.
Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 3.2 Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdiensten RD4
Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdiensten RD4
Soort Gemeenschappelijke regeling, openbaar lichaam.
Vestigingsplaats Heerlen.
Betrokken partijen De gemeenten Eijsden-Margraten, Beekdaelen, Brunssum, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Simpelveld, Vaals en Voerendaal.
Openbaar belang Het verzorgen van de inzameling en verwerking van afvalstromen voor diverse gemeenten. Het beheren van milieuparken in deelnemende gemeenten, het verzorgen van straatreiniging, transport, kringloopactiviteiten en gladheidbestrijding. Daarnaast het adviseren van gemeenten bij hun afvalbeleid.
Bestuurlijk belang Wethouder Gerritsen maakt deel uit van het algemeen bestuur.
Financieel belang De financiële bijdrage aan de exploitatie bedraagt € 2.650.401, -.
Financiële informatie Resultaat
2024
EV
31.12.2023
EV
31.12.2024
VV
31.12.2023
VV
31.12.2024
(bedragen x € 1.000,-) € 853 € 3.320 € 4.375 € 2.730 € 2.584
Ontwikkelingen In 2024 hebben we de volgende ontwikkelingen doorgemaakt welke effect hebben gehad op de gerealiseerde cijfers dan wel de basis leggen voor het jaar daarna. Niet limitatief willen we onderstaande benoemen:
- Verhuizing van het textiel sorteercentrum (TSC) naar een ander gebouw op onze hoofdlocatie;
- Uitvoering van een proef met een waterstof inzamelvoertuig;
- Evaluatie Strategisch meerjarenplan;
- Sluiten meerjarig contract met WSP inzake sociale arbeid;
- Afronding van de PMD ketenregie periode t/m 2021;
- Ingebruikname op- en overslag voor restafval en verdere fysieke aanpassingen aan de locatie;
- Voorbereiden projecten Grondstoffenpark en kringloopwinkel Margraten en verplaatsing Regionaal sorteercentrum E-waste (RSC) op onze hoofdlocatie.
In het jaar 2024 hebben we het Strategisch meerjarenplan voor de jaren 2022-2026 opnieuw tegen het licht gehouden en vastgesteld dat de routemap uit het plan nog steeds de juiste koers is voor de komende jaren. Er is samen met de beleidswerkgroep gewerkt aan de acties uit het Grondstoffenplan. Intern zijn we verder gegaan met het verbeteringstraject met als thema "Samen Steeds Slimmer". Waarbij we met name hebben ingezet op de ontwikkeling van leiderschappijlers. Dit is verwerkt in een leiderschapstraject voor onze leidinggevenden, waarmee we gestart zijn.
Risico's Het financiële risico is beperkt aangezien er weerstandsvermogen is opgebouwd om risico’s te dekken.
Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 3.3 Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Limburg
Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Limburg 
Soort Gemeenschappelijke regeling, openbaar lichaam.
Vestigingsplaats Maastricht.
Betrokken partijen De provincie Limburg en 16 andere gemeenten in de regio Zuid-Limburg.
Openbaar belang Uitvoering van de gemeentelijke milieutaken voor vergunningverlening, toezicht en handhaving conform het Besluit Omgevingsrecht (BOR).
Bestuurlijk belang Wethouder Gerritsen maakt deel uit van het algemeen bestuur.
Financieel belang De financiële bijdrage aan de exploitatie bedraagt € 522.536. 
Financiële informatie Resultaat
2024
EV
31.12.2023
EV
31.12.2024
VV
31.12.2023
VV
31.12.2024
(bedragen x € 1.000,-) € 1.307 € 609 € 789 € 165 € 1.628
Ontwikkelingen

De opgaven voor onze organisatie laten zich als volgt samenvatten: het zijn van een robuuste, deskundige, vernieuwende en efficiënte omgevingsdienst, die de door de bevoegde gezagen aan ons opgedragen taken met gezag en professionaliteit kan uitvoeren en waarbij de informatiehuishouding tussen alle partijen in de VTH'-keten op orde is. De afgelopen twee jaar gaf het interbestuurlijk programma versterking VTH-stelsel (IBP VTH) uitvoering aan de aanbevelingen van de commissie Van Aartsen om het VTH-stelsel voor
milieu sterker en onafhankelijker te maken. In dit programma werkten het Rijk (de Ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Justitie en Veiligheid (JenV)), provincies, gemeenten, omgevingsdiensten en waterschappen samen.

Het programma begon in de zomer van 2022 en eindigde in september 2024.
Om de verbeteringen in het stelsel door te voeren werden binnen het programma zes pijlers benoemd. In elke pijler werkte een team van
experts onder leiding. De 6 pijlers waren 

  1. Robuuste omgevingsdiensten en financiering
  2. Bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving en vervolging
  3. Informatievoorziening VTH
  4. Kennisinfrastructuur en arbeidsmarkt
  5. Onafhankelijke uitvoering van toezicht en handhaving
  6. Monitoring kwaliteit milieutoezicht
Risico's Reguliere risico’s doen zich regelmatig voor en zijn over het algemeen goed meet- en beheersbaar. Voorbeelden van beheersmaatregelen zijn het afsluiten van verzekeringen, het vormen van voorzieningen, het creëren van bestemmingsreserves en het adequaat inrichten van de administratieve organisatie en de interne controle.
Strategische risico’s zijn niet of nauwelijks beïnvloedbaar. De kans dat het risico zich voordoet is vaak klein maar de financiële gevolgen kunnen groot zijn. Dergelijke risico’s kunnen samenhangen met rijksbrede bezuinigingen, onvoorziene kostenstijgingen, productiviteitsverlies en veranderingen in de vraag.

     

Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 3.4 Grensoverschrijdende Gemeenschappelijke regeling Euregio Maas-Rijn
Grensoverschrijdende Gemeenschappelijke regeling Euregio Maas-Rijn
Soort Gemeenschappelijke regeling, openbaar lichaam.
Vestigingsplaats Eupen (België).
Betrokken partijen Duitstalige Gemeenschap, Beek, Beekdaelen, Brunssum, Echt-Susteren, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maasgouw, Maastricht, Meerssen, Roerdalen, Roermond, Simpelveld Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul, Voerendaal, Provincie Limburg (BE), Provincie Luik, Region Aachen Zweckverband.
Openbaar belang De kerntaak van de EGTS bestaat erin de samenwerking tussen de partnerregio's te vereenvoudigen en te intensiveren ten behoeve van een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van het gebied zonder binnengrenzen en om het dagelijkse leven van de burgers in alle levensomstandigheden te vergemakkelijken. De EGTS ziet zich als platform ter bundeling van taken, als bemiddelaar om de economische, sociale en territoriale cohesie te bevorderen zonder echter de plaats te willen innemen van de bestaande bevoegde autoriteiten.
Bestuurlijk belang N.v.t.
Financieel belang N.v.t.
Financiële informatie Resultaat
2024
EV
31.12.2023
EV
31.12.2024
VV
31.12.2023
VV
31.12.2024
(bedragen x € 1.000,-) n.b. n.b. n.b. n.b. n.b.
Ontwikkelingen De EGTS kan activiteiten ontplooien, programma’s en projecten uitwerken en implementeren, alsmede financiële middelen aanvragen.
Risico's  
Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 3.5 Bodemzorg Limburg BV
Bodemzorg Limburg BV
Soort Vennootschappen en coöperaties.
Vestigingsplaats Maastricht.
Betrokken partijen De gemeenten Beek, Beekdaelen, Beesel, Bergen, Brunssum, Echt-Susteren, Eijsden-Margraten, Gennep, Gulpen-Wittem, Heerlen, Horst aan de Maas, Kerkrade, Landgraaf, Leudal, Maasgouw, Maastricht, Meerssen, Mook en Middelaar, Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul, Venlo, Venray, Voerendaal en Weert.
Openbaar belang Het vinden van duurzame oplossingen voor gesloten stortplaatsen en andere verontreinigde locaties. Daarbij dient als uitgangspunt dat de nieuwe activiteiten het duurzaamheidsbeleid van de overheid ondersteunen. 
Bestuurlijk belang De gemeente Eijsden-Margraten is als aandeelhouder vertegenwoordigd door wethouder Gerritsen.
Financieel belang 50% van de aandelen is verdeeld over de Limburgse gemeenten; de andere 50% is door de provincie overgedragen aan Nazorg Limburg B.V.
Financiële informatie Resultaat
2024
EV
31.12.2023
EV
31.12.2024
VV
31.12.2023
VV
31.12.2024
(bedragen x € 1.000,-) 2.079 € 8.959 11.038 € 32.451 32.965
Ontwikkelingen In samenwerking met de gemeente Eijsden-Margraten wordt onderzocht of het mogelijk is om op Het Tiende Vrij in Eijsden een parcours aan te leggen voor mountainbikers. Er is inmiddels een onderzoek afgerond naar de natuurwaarden van deze locatie. De provincie Limburg heeft dit onderzoek beoordeeld en heeft geconstateerd dat de aanleg van de mountainbikeroute niet strijdig is met de voorwaarden die in de Natuurbeschermingswet worden gesteld, mits een aantal specifieke maatregelen in acht wordt genomen.
Risico's Beperkt tot eigen inbreng.
Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 5.1 Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Zuid-Limburg
Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Zuid-Limburg
Soort Gemeenschappelijke regeling, openbaar lichaam.
Vestigingsplaats Maastricht.
Betrokken partijen 16 Gemeenten in Zuid-Limburg, brandweer en Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR).
Openbaar belang Het realiseren van een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening, gemeentelijke bevolkingszorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing.
Bestuurlijk belang Het algemeen bestuur bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende regiogemeenten.
Financieel belang De financiële bijdrage aan de exploitatie bedraagt € 2.374.291.
Financiële informatie Resultaat
2024
EV
31.12.2023
EV
31.12.2024
VV
31.12.2023
VV
31.12.2024
(bedragen x € 1.000,-) € 632    € 1.451 € 2.233  € 23.252   € 21.115
Ontwikkelingen

Opdracht in de vorm van een tweetal uitgewerkte scenario’s (“basis op orde” en “eigendom volledig bij VRZL”) is aan het bestuur voorgelegd in april 2024. Uit de bestuurlijke sondering kwam het beeld naar voren, dat de overname van de volledige vastgoedportefeuille op enig moment in de nabije toekomst niet kon rekenen op voldoende steun. Een ambtelijk werkgroep bestaande uit VRZL en ambtenaren vanuit de gemeenten constateren het volgende:

  1. De huidige situatie is niet toekomstbestendig. Het is hoe dan ook noodzakelijk een inhaalslag te maken om de basis op orde te krijgen. Dit staat los van de eigendomsvraag. De kosten zullen in de komende periode(n) onvermijdelijk stijgen. De grootste post hierin is de kapitaallasten, omdat er voor nieuwbouw niet wordt gereserveerd. Niet alle kazernes voldoen aan de wettelijke eisen inzake onderhoud en duurzaamheid en de huurafspraken zijn niet geüniformeerd.
  2. VRZL werkt geleidelijk toe naar volledig eigenaarschap van de huisvesting: de kosten worden regionaal verdeeld en nieuwe en ingrijpend verbouwde kazernes komen in eigendom van de veiligheidsregio.
  3. Doel van de regionalisering van de brandweerkazernes is om enerzijds efficiënt en effectief in te kunnen spelen op de behoefte van de VRZL en de daaraan gestelde wettelijke eisen en anderzijds om vanuit een stabiele begroting de kosten gelijkwaardig over gemeenten te verdelen.

2024 was voor de meldkamer een jaar van vooruitgang en innovatie, waarbij we belangrijke stappen hebben gezet in het versterken van ons operationele vermogen en het verbeteren van onze samenwerking. In het licht van de voortdurende ontwikkelingen in technologie en de steeds grotere verantwoordelijkheid die we dragen, hebben we het afgelopen jaar een aantal cruciale initiatieven geïmplementeerd om ons werk te optimaliseren. Het is met trots dat we terugkijken op de voortgang die we hebben geboekt, en vooruitkijken naar wat we in de toekomst nog kunnen bereiken.

Risico's Bij uittreden of opheffing participeert de gemeente in de aanwezige schulden en kosten van liquidatie.
Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 5.2 Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW)
Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW)
Soort Gemeenschappelijke regeling, openbaar lichaam.
Vestigingsplaats Roermond.
Betrokken partijen 29 Limburgse gemeenten en het Waterschap Limburg.
Openbaar belang Als uitvoeringsorganisatie van de deelnemende waterschappen en gemeenten de zorg behartigen voor het volledig, tijdig, rechtmatig, juist en doelmatig heffen en innen van de lokale belastingen en de uitvoering van de wet WOZ.
Bestuurlijk belang De gemeente Eijsden-Margraten is als aandeelhouder vertegenwoordigd door wethouder Gerritsen.
Financieel belang Bijdrage op basis van verdeelsleutels naar hoofdproducten Waarderen (aantal WOZ-objecten), Heffen (aantal aanslagregels per belastingsoort) en Innen (aantal aanslagbiljetten en aantal dwangbevelen.
Financiële informatie Resultaat
2024
EV
31.12.2023
EV
31.12.2024
VV
31.12.2023
VV
31.12.2024
(bedragen x € 1.000,-) € 3.723 € - 2.835 € 5.224 € 7.895 € 7.999
Ontwikkelingen Met ingang van 1 januari 2015 is de gemeente Eijsden-Margraten toegetreden tot de gemeenschappelijke regeling BsGW Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen. BsGW zal actief verdere samenwerkingsvormen met andere Limburgse gemeenten initiëren met als doel door schaalvergroting de bijdragen van de deelnemers te verlagen. De kwaliteit van de dienstverlening wil BsGW in stand houden of verbeteren en de digitale dienstverlening vergroten.
Risico's De gemeente is mede verantwoordelijk voor negatieve resultaten. Daarnaast is er het risico op mogelijk onvolledige belastinginning.
Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 5.3 Gemeenschappelijke regeling “Het Gegevenshuis”
Gemeenschappelijke regeling “Het Gegevenshuis”
Soort Gemeenschappelijke regeling, openbaar lichaam.
Vestigingsplaats Landgraaf.
Betrokken partijen De gemeenten Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Voerendaal, Schinnen, Eijsden-Margraten, Vaals, Beekdaelen, Sittard-Geleen, Gulpen-Wittem en het Waterschap Limburg.
Openbaar belang Het Gegevenshuis ontzorgt (lokale) overheden op het gebied van het opzetten en het beheren van object- en ruimte gerelateerde (Basis-)registraties en geometrie, alsmede het daarmee samenhangende beeldmateriaal. Hiermee kunnen (lokale) overheden voldoen aan wettelijke verplichtingen op dit gebied en kunnen dienstverlening en bedrijfsvoering kwalitatief hoogwaardig en kosteneffectief worden uitgevoerd.
Bestuurlijk belang Wethouder Weling maakt deel uit van het algemeen bestuur.
Financieel belang De gemeente betaalt een bijdrage voor de afgenomen producten en diensten.
Financiële informatie Resultaat
2024
EV
31.12.2023
EV
31.12.2024
VV
31.12.2023
VV
31.12.2024
(bedragen x € 1.000,-) € 127 € 376 € 296 € 403 € 1.682
Ontwikkelingen Het Gegevenshuis voert wettelijke taken uit rondom het beheer van basisregistraties en het leveren van geografische data. Vanaf 2019 wordt tevens het databeheer openbare ruimte door het Gegevenshuis uitgevoerd (groen, wegen, riool, kabels/leidingen). De omvang van de werkzaamheden is sinds 2019 ongewijzigd. 
Risico's De kans dat er sprake is van niet begrote, onvoorziene kosten (risico's) is op basis van de inrichting en werkwijze van het Gegevenshuis klein. Tegenover alle te leveren producten en diensten staan baten in de zin van bijdragen van de deelnemers. Mocht er desondanks nog sprake zijn van onvoorziene kosten (risico's) dan draagt de gemeente naar rato bij aan deze onvoorziene kosten.

5.4 Gemeenschappelijke regeling Historisch Centrum Limburg (HCL)

Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 5.4 Gemeenschappelijke regeling Historisch Centrum Limburg (HCL)
Gemeenschappelijke regeling Historisch Centrum Limburg (HCL)
Soort Gemeenschappelijke regeling, openbaar lichaam.
Vestigingsplaats Maastricht.
Betrokken partijen De gemeenten Beek, Brunssum, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Simpelveld, Vaals, Valkenburg en Voerendaal, Waterschap Limburg.
Openbaar belang Het Historisch Centrum Limburg verzamelt, beheert en geeft toegang tot archieven en collecties van Limburgse overheidsinstellingen en particulieren. 
Bestuurlijk belang nnb
Financieel belang Het financiële belang van de gemeente in het Historisch Centrum Limburg (HCL) ligt in de gedeelde verantwoordelijkheid voor en financiering van de archiefdiensten voor de provincie en de deelnemende gemeenten, met het doel de gemeenschappelijke belangen te behartigen bij het beheren en toegankelijk maken van rijks- en gemeentelijke archiefbescheiden en collecties.
Financiële informatie Resultaat
2024
EV
31.12.2023
EV
31.12.2024
VV
31.12.2023
VV
31.12.2024
(bedragen x € 1.000,-) nnb nnb nnb nnb nnb
Ontwikkelingen Per 1 januari 2026 toetreding door de gemeente Eijsden-Margraten tot de gemeenschappelijke regeling Historisch Centrum Limburg. In verband met de voorziene inwerkingtreding van de nieuwe Archiefwet - waarschijnlijk per 1 januari 2027 - is een wijziging van de GR HCL voorzien
Risico's nnb
Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 5.5 Waterleiding Maatschappij Limburg N.V.
Waterleiding Maatschappij Limburg N.V.
Soort Vennootschappen en coöperaties.
Vestigingsplaats Maastricht.
Betrokken partijen Limburgse gemeenten en de Provincie Limburg.
Openbaar belang WML stelt de drinkwatervoorziening in Limburg veilig en doet dit op duurzame wijze. Ook toont WML haar maatschappelijke betrokkenheid in Limburg en daarbuiten.
Bestuurlijk belang Wethouder Gerritsen vertegenwoordigt de gemeente in de aandeelhouders- vergadering.
Financieel belang Een belang van 1,8% in het geplaatste aandelenkapitaal, zijnde negen aandelen, met een verkrijgingprijs van € 40.842, -.
Financiële informatie Resultaat
2024
EV
31.12.2023
EV
31.12.2024
VV
31.12.2023
VV
31.12.2024
(bedragen x € 1.000,-) 11.696 € 206.106 217.814 € 393.751 403.384
Ontwikkelingen WML wil op de lange termijn de kwaliteit van de drinkwaterbronnen veilig stellen en ook is er de ambitie om op termijn klimaatneutraal te worden. Daarnaast zet WML in op een sterker (drink) watermerk: kraanwater is immers een gezond, duurzaam en goedkoop alternatief voor bronwater uit de fles.
Risico's Het financiële risico is zeer beperkt.
Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 5.6 Enexis Holding NV
Enexis Holding NV
Soort Vennootschappen en coöperaties.
Vestigingsplaats 's Hertogenbosch
Betrokken partijen Gemeenten, provincie en andere publiekrechtelijke lichamen in Zuid-Nederland.
Openbaar belang Enexis beheert het energienetwerk in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland voor de aansluiting van ongeveer 2,7 miljoen huishoudens, bedrijven en overheden. De netbeheerderstaak is een publiek belang, wettelijk geregeld met o.a. toezicht vanuit de Autoriteit Consument en Markt. De vennootschap heeft ten doel het realiseren van een duurzame energievoorziening door state of the art dienstverlening en netwerken en door regie te nemen in innovatieve oplossingen. Dit om de energietransitie te versnellen én excellent netbeheer uit te voeren. Deze doelen worden gerealiseerd op basis van de volgende strategieën:
- Netwerk en dienstverlening tijdig gereed voor veranderingen in de energiewereld;
- Betrouwbare energievoorziening;
- Excellente dienstverlening: hoge klanttevredenheid en verlaging kosten;
- Samen met lokale partners Nederlandse klimaatdoelen realiseren;
- Innovatieve, schaalbare oplossingen om de energietransitie te versnellen.
De provincie tracht met haar aandeelhouderschap in Enexis de publieke belangen te behartigen. De infrastructuur voor energie is een vitaal onderdeel voor onze economie en voor onze samenleving.
Bestuurlijk belang De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in de aandeelhoudersvergadering.
Financieel belang Een belang van 0,3742% in het geplaatste aandelenkapitaal, zijnde 560.250 aandelen, met een verkrijgingprijs van € 97.876. Bij de verzelfstandiging hebben de aandeelhouders een bruglening van Essent omgezet in aandeelhoudersleningen met verschillende looptijden met een totale waarde van € 1,8 miljard. Met ingang van 2012 is Enexis begonnen met het aflossen en herfinancieren van deze leningen vanuit een programma van beursgenoteerde obligatieleningen. Deze vorderingen van de aandeelhouders op Enexis Holding NV zijn ondergebracht in de entiteit “Vordering op Enexis BV”, volledigheidshalve wordt alhier naar betreffende verbonden partij verwezen.
Het uitgekeerde dividend over 2024 bedraagt €  130.125
Financiële informatie Resultaat
2024
EV
31.12.2023
EV
31.12.2024
VV
31.12.2023
VV
31.12.2024
(bedragen x € 1 milj.) € 254 € 5.320 € 5.538 € 5.140 € 5.949
Ontwikkelingen Enexis, de provincie en deelnemende gemeenten hebben op dit moment al een meerjarige samenwerking voor de ontwikkeling en uitrol van laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer in Brabant. Ook zijn er aanvullende afspraken over samenwerken in Buurkracht en nul op de Meter. In 2018 wordt deze samenwerking, mede op basis van de doelstelling “versnellen van de energietransitie” verdiept en verbreed. De alliantie tussen Enexis en provincie biedt door zowel concrete en strategische samenwerking een belangrijk fundament voor het kunnen behalen van de energiedoelstellingen ten aanzien van CO2 reductie en groene groei in Noord- Brabant.
Risico's Enexis is financieel gezond. Enexis heeft de Standard & Poor's (S&P) rating A+ (Stable outlook) en bij Moody's Aa3 (stable outlook). De aandeelhouders lopen het risico (een deel van) de boekwaarde te moeten afwaarderen. Voor Eijsden-Margraten bedraagt deze boekwaarde € 346.995 per 31-12-2024. Het risico voor de aandeelhouders is gering omdat Enexis opereert in een gereguleerde (energie)markt, onder toezicht van de Energiekamer. Daarnaast is het risico gering in relatie tot de (intrinsieke) waarde van Enexis Holding N.V.
Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - 5.8 Bank Nederlandse Gemeenten
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Soort Vennootschappen en coöperaties.
Vestigingsplaats Den Haag.
Betrokken partijen Gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen in Nederland.
Openbaar belang BNG Bank is er voor het publieke domein en het publieke belang, verkrijgen van toegang tot de kapitaalmarkt. Het doel van BNG Bank is: 'Gedreven door maatschappelijke impact'. Bij BNG Bank draait het niet om zoveel mogelijk winst, maar om maximale maatschappelijke impact. 
Bestuurlijk belang De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in de aandeelhoudersvergadering.
Financieel belang Een belang van 0,0942% in het geplaatste aandelenkapitaal, zijnde 52.455 aandelen. Het dividendbeleid van de bank gaat uit van een regulier pay-out percentage van 50% van de winst na belastingen. Het uitgekeerde dividend over 2024 bedraagt € 131.662.
Financiële informatie Resultaat
2024
EV
31.12.2023
EV
31.12.2024
VV
31.12.2023
VV
31.12.2024
(bedragen x € 1.milj.) € 294 € 4. 721  € 4.777 € 110.819 € 123.614
Ontwikkelingen De hoogte van de nettowinst is met onzekerheden omgeven, omdat de bank geen voorspelling kan doen over de ontwikkeling van de ongerealiseerde marktwaardeveranderingen. Een betrouwbare schatting van de nettowinst voor 2025 kan de bank daarom niet maken.
Risico's Het financiële risico is zeer beperkt.

Kaderstellende documenten

Terug naar navigatie - Paragraaf 6: Verbonden partijen - Kaderstellende documenten

Paragraaf 7: Grondbeleid

1. Grondbeleid exploitaties

Terug naar navigatie - Paragraaf 7: Grondbeleid - 1. Grondbeleid exploitaties

In het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) staat dat de paragraaf over het grondbeleid ten minste bevat:
a.       Een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma's die zijn opgenomen in de begroting.
b.       Een aanduiding van de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert.
c.       Een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie.
d.       Een onderbouwing van de geraamde winstneming.
e.       De beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico's van de grondzaken.

1.a. Visie grondbeleid

Terug naar navigatie - Paragraaf 7: Grondbeleid - 1.a. Visie grondbeleid

Eind 2012 stelde de raad de Nota grondbeleid gemeente Eijsden-Margraten 2012 vast. Daarbij werd gekozen voor een vorm van situatief grondbeleid: per situatie beoordelen we of we een actieve grondexploitatie voeren, een faciliterende rol vervullen, dan wel een vorm van publiek-private samenwerking aangaan. Daarbij hanteren we het uitgangspunt van faciliterend grondbeleid, tenzij zich bijzondere omstandigheden (verwachte winst en/of maatschappelijk nut) voordoen waardoor actief grondbeleid meer voor de hand ligt.

Een andere in dit kader relevante ontwikkeling doet zich voor ten aanzien van het gemeentelijk (vastgoed)eigendom. Soms verliezen gemeentelijke gebouwen hun (veelal maatschappelijke) functie en komen dientengevolge leeg te staan. Als dergelijke gebouwen geen strategisch nut meer hebben, komen zij voor verkoop in aanmerking. Als een pand te lang leeg staat, al dan niet in leegstandsbeheer, dan is dat nadelig voor de staat van het gebouw en voor de vitaliteit van de leefomgeving (vaak een dorpskern). Aandachtspunt is dan ook om leegstandssituaties te voorkomen, en tijdig over alternatieve bestemmingen na te denken.

Volledigheidshalve wordt in dit kader op deze plaats tevens verwezen naar de paragrafen “Weerstandsvermogen” en “Onderhoud kapitaalgoederen”. 

1.b. Wijze waarop gemeente het grondbeleid uitvoert

Terug naar navigatie - Paragraaf 7: Grondbeleid - 1.b. Wijze waarop gemeente het grondbeleid uitvoert

In het kader van het dualisme is het college van burgemeester en wethouders bevoegd tot het doen van grondaankopen. Grondtransacties kunnen plaatsvinden op basis van door de raad beschikbaar gestelde middelen. Dit kan via een afzonderlijk werkkrediet bestemd voor aankopen, of via een vastgestelde exploitatieopzet.

Van enkele lopende bestemmingsplannen zijn exploitatieopzetten vastgesteld, dan wel middels separate raadsbesluiten specifieke financiële randkaders vastgesteld. In deze exploitatieopzetten, respectievelijk randkaders, is voorzien in de eventueel noodzakelijke aankoop van gronden, alsook in aanleg van infrastructurele voorzieningen, uitvoering van benodigde onderzoeken (bodem, archeologie, civieltechnisch onderzoek etc.) en eventuele advieskosten.

Bij aankopen c.q. bekostiging van haalbaarheidsonderzoeken inzake locaties waarvoor géén exploitatie- opzetten, dan wel specifieke financiële randkaders zijn vastgesteld, dient door de raad een apart krediet beschikbaar te worden gesteld.

1.c.1. Doorkijk gemeentelijke grondexploitaties

Terug naar navigatie - Paragraaf 7: Grondbeleid - 1.c.1. Doorkijk gemeentelijke grondexploitaties

Onderstaand eerst een verloopoverzicht van de geprognosticeerde boekwaarden van de bestemmingsplannen die ultimo 2025 / begin 2026 in exploitatie zijn.  Tevens is voor de betreffende plannen het te verwachten saldo en het vermoedelijke jaar van realisatie aangegeven. 

Prognose boekwaarden - verwachte saldi - jaar van realisatie              
               
(bedragen x € 1.000)         totaal te verwachten saldo:
31-12-2026 31-12-2027 31-12-2028 31-12-2029 nadelig batig realisatie in
Woningbouw              
               
Actief              
Sint Geertruid: Karreweg fase 2  0         200 2026
Banholt:  Mheerderweg-Noord 0         90 2026
Oost-Maarland: Pastoor Rosierstraat / Parrestraat 0         0 2026
               
               
Totaal woningbouw 0 0 0 0 0 290  


Het meerjarig verloop in boekwaarden is gebaseerd op de feitelijk gerealiseerde boekwaarden per 31 december 2024 (onder aftrek van voorzieningen voor oninbare verliezen en tussentijdse winstnemingen), begrotingscijfers voor het boekjaar 2025, en aangevuld met de in de voorliggende meerjarenbegroting 2026-2029 geraamde gelden voor de aankoop van gronden, aanleg van infrastructurele voorzieningen, uitvoering van benodigde onderzoeken (bodem, archeologie, civieltechnisch onderzoek, etc.) en eventuele advieskosten.

In zijn algemeenheid dient vermeld te worden dat:

  • Indien de betreffende locaties (versneld) tussentijds in exploitatie worden genomen er significante wijzigingen in de boekwaarden op kunnen treden als gevolg van verkooptransacties, kosten verbonden aan uitvoering, en het rente-effect over de aanwezige boekwaarden.
  •  Indien de betreffende locaties vertraagd in exploitatie worden genomen – c.q. als “warme grond” worden aangehouden – dienen de kapitaallasten over de boekwaarden van betreffende gronden ten laste van het begrotingssaldo en / of reserves gebracht te worden (in plaats van jaarlijkse bijschrijving op de aanwezige boekwaarden).
  • Indien de betreffende locaties naar verwachting niet meer (of slechts gedeeltelijk) in exploitatie worden genomen, dient op het moment van constatering ter grootte van de op dat moment aanwezige boekwaarde (gedeeltelijk) een voorziening te worden gevormd ten laste van het begrotingssaldo en / of reserves.

Lopende actieve grondexploitaties

Terug naar navigatie - Paragraaf 7: Grondbeleid - Lopende actieve grondexploitaties

Sint Geertruid - Karreweg fase 2 / 3
Op 14 juli 2020 is de grondexploitatie vastgesteld voor het woningbouwplan Karreweg fase II in Sint Geertruid. Dit woningbouwplan voorziet in de bouw van 19 woningen bestaande uit 2 vrije bouwkavels, 4 levensloopbestendige woningen, 5 woningen in de sociale huursector en 8 starterswoningen. De laatste 3 kavels in dit plan zijn in 2025 verkocht. Daarnaast is Vanhier Wonen in  2025  gestart met de bouw van 3 sociale huurwoningen die naar verwachting vóór 1 januari 2026 worden  opgeleverd. Afwerking van het plan vindt naar verwachting eind 2025 dan wel begin 2026 plaats.  

Banholt – Mheerderweg Noord
Op 6 mei 2020 is de grondexploitatie vastgesteld voor het woningbouwplan Mheerderweg-Noord in Banholt. Dit woningbouwplan voorziet in de bouw van 19 woningen bestaande uit 3 vrije bouwkavels, 5 levensloopbestendige woningen, 5 woningen in de sociale huursector en 6 starterswoningen. De 5 levensloopbestendige woningen en de 6 starterswoningen zijn middels CPO in de markt gezet. In 2021 is het plan bouwrijp gemaakt en is gestart met de uitgifte van de kavels. In 2022 zijn 18 kavels verkocht en in eigendom overgedragen. In 2023 is de laatste kavel in eigendom overgedragen. Daarmee zijn alle kavels in het plan verkocht.  Daarnaast is Vanhier Wonen in  2025  gestart met de bouw van 4 sociale huurwoningen die naar verwachting vóór 1 januari 2026 worden  opgeleverd. Het moment van woonrijp maken van het plan is afhankelijk van de voortgang van de bebouwing.  Afwerking van het plan vindt naar verwachting eind 2025 dan wel begin 2026 plaats.

Oost-Maarland - Pastoor Rosierstraat / Parrestraat      
Het ontwerp-TAM-omgevingsplan inclusief de bijbehorende grondexploitatie  is in april 2025 door de raad vastgesteld. De start bouw was gepland in Q1-2026. Er is echter beroep aangetekend tegen het plan bij de Raad van State.  Start bouw is op dit moment van schrijven dus nog onbekend. Deze is afhankelijk van de doorlooptijd van de beroepsprocedure (meer dan 6 maanden)  en ook van de uitspraak van de Raad van State. Bestek en aanbesteding worden in de tussentijd voorbereid zodat bij een positieve uitspraak van de Raad van State aansluitend de aanbesteding kan worden opgestart om zo min mogelijk tijd te verliezen. 

Lopende faciliterende grondexploitaties

Terug naar navigatie - Paragraaf 7: Grondbeleid - Lopende faciliterende grondexploitaties

Margraten – Bloesemgaard (Heiligerweg) fase 2
In 2025 is de contractuele vergoeding voor gemaakte kosten in één keer door de ontwikkelaar betaald. Daarmee verwachten we de exploitatie met een positief resultaat af te sluiten.  Op moment van schrijven - september - is het Wijzigingsplan nog niet onherroepelijk omdat het ingestelde beroep  nog loopt. 

Margraten - Bloesemgaard (Heiligerweg) fase 3
Medio 2024 is een intentieovereenkomst afgesloten met ontwikkelaar BPD voor de volgende uitbreidingsfase van dit plan (ca. 300-350 woningen). In februari 2025 is het voorkeursrecht gevestigd om het plan te kunnen optimaliseren op het gebied van aantallen woningen, landschappelijke inpassen en infrastructuur. BPD zal de gronden van gemeente overnemen. Vanaf Q2 2025 is door gemeente en BPD een participatietraject opgestart t.b.v. de uitwerking van stedenbouwkundige ontwerp. Verwacht wordt dat eind 2025 dan wel begin 2026 een anterieure overeenkomst gesloten wordt waarmee financiële verplichtingen aan het project (o.a. randweg, WVG, proceskosten) worden afgedekt. Tevens worden hierin inhoudelijk afspraken vastgelegd over onder meer de aantallen en de typen woningen. De verwachting is dat in 2027 of 2028 wordt gestart met bouwrijp maken, afhankelijk van eventuele beroep- en bezwaarprocedures. 

Ursulinenklooster Eijsden
Medio 2025 is een anterieure overeenkomst gesloten met eigenaar. Nog in 2025 is de bestemming voor de toevoeging van in totaal 40 woningen waarschijnlijk onherroepelijk. Onder leiding van ontwikkelaar Arcus Zuid wordt in 2026 de omgevingsvergunning aangevraagd en zal gedeeltelijke sloop plaatsvinden. In 2027 zal de bouw kunnen starten die naar verwachting anderhalf jaar zal duren. De oplevering wordt dan ook verwacht in 2028 of in de eerste helft van 2029. 

Breusterstraat 20, Eijsden.
Medio 2025 is een anterieure overeenkomst gesloten met eigenaar. Op 30 september 2025 lag het TAM-omgevingsplan, dat deze ontwikkeling mogelijk maakt, voor ter besluitvorming. Indien het omgevingsplan is vastgesteld en hiertegen geen beroep is aangetekend bij de Raad van State, kunnen aansluitend de benodigde omgevingsvergunningen worden aangevraagd waarna de bouw kan starten. Doorlooptijd zal ook hier naar verwachting circa 1,5-2 jaar zijn.

Woningbouwontwikkeling Slakweg, Gronsveld.
In oktober 2024 is het TAM-omgevingsplan dat deze ontwikkeling mogelijk maakt, vastgesteld. Tegen het plan is beroep aangetekend bij de Raad van State. Dit beroep is echter vlak voor de zittingsdatum ingetrokken, waarmee het omgevingsplan in juni 2025 onherroepelijk is geworden. De omgevingsvergunningen zijn aangevraagd. Deze zijn / worden naar verwachting op korte termijn vergund. In 2026 zal de bouw kunnen starten die naar verwachting anderhalf tot 2 jaar gaat duren. 

Nog in ontwikkeling te nemen grondexploitaties actief/faciliterend

Terug naar navigatie - Paragraaf 7: Grondbeleid - Nog in ontwikkeling te nemen grondexploitaties actief/faciliterend

Sint Geertruid – Woningbouw Schoolstraat, Tiendstraat, Buitenend
In 2024 is het gemeenschapshuis in Sint Geertruid aangekocht. Samen met de locatie naast de school is deze plek aangewezen als mogelijkheid voor een inbreidingsplan. Er zijn onderzoeken gedaan naar de twee locaties met het oog op sloop en bouwrijp maken. Er zijn studies gedaan naar de haalbaarheid van verschillende woningbouwscenario’s. Vervolgens is een participatietraject opgestart waarin deze zijn besproken. 

Vanaf Q2 2025 is gewerkt aan een nieuw bestemmingsplan (TAM IMRO) om de woningbouw mogelijk te maken op basis van voorkeursvarianten die naar voren kwamen tijdens de participatie. Verwachting is dat dit eind 2025 gereed is om ter inzage te leggen. Het bestemmingsplan - inclusief financiële exploitatie-opzet - zal (behoudens beroep/bezwaar) medio 2026 onherroepelijk zijn. Sloop kan vlak daarna starten en de bouw van de woningen mogelijk in 2027.      

Mheer
In 2026 worden de werkzaamheden om te komen tot woningbouw in Mheer voortgezet, mede op basis van de uitkomsten van ‘tekenen en rekenen’ waarover besluitvorming heeft plaatsgevonden in de raadsvergadering van 30 september 2025.

Noorbeek schoollocatie
In de school in Noorbeek zijn momenteel statushouders gehuisvest, dit kan op basis van de huidige vergunning nog tot maximaal begin 2027. We zoeken momenteel naar andere huisvesting. Op deze plek is eerder door Maasvallei studie gedaan naar de mogelijkheden voor sociale woningbouwontwikkeling. Helaas is dit afgeketst. Uit ons eigen onderzoek blijkt dat hier ook grondgeboden woningen kunnen komen tot NHG grens. In 2026 passen we de bestemming aan middels een BOPA procedure of wijziging omgevingsplan zodat hier acht tweekappers kunnen verrijzen. De sloop zal starten zo snel als er alternatieve huisvesting voor de statushouders is.  We verwachten dat de bouw in 2027 kan starten. 

Voorkeurslocaties
Op 30 september 2025 heeft de gemeenteraad op basis van "tekenen en rekenen" besloten dat in een aantal kernen van Eijsden-Margraten diverse ontwikkellocaties onderzocht worden op haalbaarheid op basis van de bijbehorende concept-grondexploitatie en voorgestelde ontwikkelstrategie.

Het is de verwachting dat een deel van de ontwikkellocaties zal worden opgepakt door ontwikkelaars en een deel door de gemeente zelf. Dit zal leiden tot nieuwe grondexploitaties, welke te zijner tijd via de P&C-cyclus zullen worden verwerkt.

1.c.3. Financieel kader

Terug naar navigatie - Paragraaf 7: Grondbeleid - 1.c.3. Financieel kader

Onderstaand volgt nog een nadere toelichting op: 
-  Aanpassingen verslaggevings- en waarderingssystematiek.
-  Prijsbeleid, indexatie en inflatie.

De financiële voortgang en forecast per afzonderlijke exploitatie is reeds onder “doorkijk gemeentelijke grondexploitaties” beschreven. Voorts is aldaar een doorkijk opgenomen ten aanzien van te verwachten plansaldi. Voor de thans in ontwikkeling zijnde plannen zijn exploitatieopzetten dan wel specifieke financiële randkaders door de raad vastgesteld.

Aanpassingen verslaggevings- en waarderingssystematiek
De commissie BBV heeft de afbakening, definiëring en verslaggevings- en waarderingsregels rondom grondexploitaties kritisch onder de loep genomen. De reden hiervoor is een aantal ontwikkelingen op het gebied van grondexploitaties. Namelijk: de afboekingen van gemeenten op grondposities in de afgelopen jaren, de aanbevelingen uit het rapport Vernieuwing BBV over transparantie en vergelijkbaarheid, en de aankomende Omgevingswet. De afbakening is ook onvermijdelijk in het kader van de vennootschapsbelastingplicht voor gemeenten (Vpb). Het kan namelijk helpen in de fiscale discussie over de afbakening van de ondernemersactiviteit en de toe te rekenen kosten en opbrengsten.

De commissie BBV heeft een aantal voorstellen uitgewerkt die hebben geleid tot wijzigingen in het BBV en de uitwerking hiervan. Bij opstelling van onderhavige begroting is rekening gehouden met betreffende (technische) wijzigingen. De financiële impact van de vennootschapsbelastingplicht is samen met fiscaal adviseurs opgepakt. De gevolgen hiervan worden meegenomen in de begroting. Uitgangspunt is het creëren van een zo laag mogelijke Vennootschapsbelasting-druk voor de gemeente.

Prijsbeleid, indexatie en inflatie
Voor de eigen gemeentelijke exploitaties wordt een uniform prijsbeleid voorgestaan. Eventuele tekorten binnen de exploitatie van een specifiek bestemmingsplan of uitbreidingslocatie worden in principe, middels de hiertoe gevormde reserves, gedekt uit exploitatie-overschotten binnen andere locaties.

Met ingang van 1 juli 2008 is de Grondexploitatiewet in werking getreden. De Grondexploitatiewet beoogt een eenduidig kader te scheppen waarbinnen de gemeente het kostenverhaal bij gebiedsontwikkeling in rekening dient te brengen. De nu wettelijk vastgelegde berekeningsmethodiek maakte het noodzakelijk om het vigerende uniforme uitgifteprijsbeleid te heroverwegen. Deze heroverweging is meegenomen bij opstelling van de Nota Grondbeleid, die eind 2012 is vastgesteld. Voor de reeds in uitgifte zijnde gemeentelijke bouwkavels wordt hierbij vastgehouden aan de reeds geldende vaste (uniforme) grondprijs, waarbij jaarlijks wordt bezien in hoeverre tot indexering wordt overgegaan. Voor eventuele toekomstige exploitaties waarbij sprake is van een actief grondbeleid biedt de Nota de mogelijkheid om te differentiëren binnen bandbreedtes.

Gezien stijgende kosten (bouw, inflatie etc.) enerzijds en het toch mogelijk maken van bouwontwikkelingen voor starters en huurwoningen anderzijds stellen we voor om rondom het grondbeleid uit te gaan van kostendekkende grondprijzen met een differentiatie naar te realiseren woningbouwsegmenten, meer specifiek voor starters en het huursegment. Bij nieuwe nog vast te stellen grondexploitaties zal dit als uitgangspunt gehanteerd worden. 

In zijn algemeenheid dient daarnaast vermeld te worden dat vooralsnog ervan wordt uitgegaan dat alle op dit moment lopende en voorgenomen gemeentelijke exploitaties gecontinueerd worden binnen de door de raad vastgestelde maximale bandbreedtes en hieruit voortvloeiende financiële en planologische randkaders. 

Conclusie bouwgrondexploitatie
Uit bovenstaand verslag blijkt dat de bouwgrondexploitatie op een financieel verantwoorde, in het licht van de huidige economische situatie, realistische en gedegen wijze wordt uitgevoerd.

1.d. Methodiek winstneming

Terug naar navigatie - Paragraaf 7: Grondbeleid - 1.d. Methodiek winstneming

Methodiek winst- en verliesneming
Conform hiertoe geldende aanbevelingen en richtlijnen (Commissie BBV) wordt ten aanzien van winstneming de zogenaamde “POC”-methode gevolgd, wat inhoudt dat winstneming jaarlijks tussentijds genomen wordt. Tussentijdse (en finale) winstnemingen worden gestort in de reserve Gebiedsontwikkelingen. Deze reserve wordt gebruikt als egalisatiereserve voor positieve en negatieve exploitatiesaldi van grondexploitaties.

1.e. Beleid omtrent reserves grondzaken in relatie tot risico's grondzaken

Terug naar navigatie - Paragraaf 7: Grondbeleid - 1.e. Beleid omtrent reserves grondzaken in relatie tot risico's grondzaken

Op het moment dat een exploitatietekort wordt verwacht, wordt op grond van het voorzichtigheidsprincipe, het vermoedelijke tekort ten laste van de reserve Gebiedsontwikkelingen dan wel de Algemene reserve in een voorziening gestort. Hierna vindt afwaardering van de boekwaarde van individuele exploitaties plaats ten laste van genoemde voorziening. De reserve Gebiedsontwikkelingen wordt gebruikt als egalisatiereserve voor het positieve en negatieve exploitatie saldi van  grondexploitaties (die dus voortaan niet meer worden afgestort in de algemene reserve) zoals door de raad besloten d.d. 1-7-2025 bij het vastellen van de jaarrekening 2024 (beslispunt 4).

2. Woningbouwopgave 2022-2030 Eijsden-Margraten

Terug naar navigatie - Paragraaf 7: Grondbeleid - 2. Woningbouwopgave 2022-2030 Eijsden-Margraten

Conform afspraak wordt de raad via een raadsinformatiebrief periodiek geïnformeerd over de voortgang en realisatie van de woningbouwplannen binnen Eijsden-Margraten. In het eerste kwartaal van het jaar wordt de gerealiseerde woningbouw versus opgave per kern inzichtelijk gemaakt. 
 
Op 20 februari 2024 heeft de raad de navolgende 9 richtinggevende kaders voor onze woningbouwopgave t/m 2030 (geamendeerd) vastgesteld: 

  1.  Blijkens het in 2022 afgeronde woonbehoefteonderzoek en de vastgestelde Woonzorgvisie Eijsden-Margraten 2024-2030 worden circa 1.000 woningen gerealiseerd om invulling te geven aan de woningbouwopgave Eijsden-Margraten t/m 2030.
  2. Circa 326 van het onder beslispunt 1 genoemde aantal woningen  worden gebouwd om invulling te geven aan de lokale woonbehoefte van alle kernen en deze opgave met name wordt ingevuld door marktpartijen en particulieren. 
  3. De resterende opgave van circa 675 woningen met name bestaat uit sociale en midden huur voor zorgvragers en bijzondere doelgroepen.
  4. Met name gestuurd wordt op de realisatie van zorgwoningen in de kernen Eijsden, Margraten, Cadier en Keer en Gronsveld vanwege de aanwezigheid van noodzakelijke voorzieningen en als de marktpartijen dit oppakken, de realisatie van zorgwoningen in de overige kernen gefaciliteerd wordt. 
  5. Dat vanwege de financiële haalbaarheid en aanwezigheid van noodzakelijke voorzieningen, sociale woningbouw en betaalbare koop voor een belangrijk deel in de kernen Eijsden en Margraten worden gerealiseerd, maar ook alle mogelijkheden in de overige kernen onderzocht zullen worden om tegemoet te komen aan de vraag naar sociale en betaalbare woningen in met name de kleine kernen. 
  6. In Eijsden, voor de onder beslispunten 4 en 5 genoemde opgave, gestart wordt met de voorbereidingen van de planontwikkeling voor het gebied Rijksweg-Hutweg-Boomkensstraat. Daarnaast de haalbaarheid van de verplaatsing van de sportvelden en het zwembad naar de Groenstraat en de realisatie van woningbouw op de aldaar her te bestemmen sportaccommodaties, nader wordt onderzocht.
  7.  In  Margraten, afhankelijk van de medewerking van derden grondeigenaren, gestart wordt met de voorbereidingen van de planontwikkeling voor de locaties Bloesemgaard Fase 3 of de Koningswinkel, om invulling te geven aan de opgave genoemd  onder de beslispunten  4 en 5. 
  8. In de plangebieden zoals onder de beslispunten 6 en 7 bedoeld, zowel in Eijsden als in Margraten een locatie van maximaal vijf woonwagenstandplaatsen onderdeel uitmaakt van de planvorming.
  9. Bij de woningrealisatie wordt aandacht geschonken aan fasering van woningrealisatie in het kader van het behoud van de groene ruimte bij veranderende behoeften (o.a. nultreden woningen). Bij voorkeur worden woningen gerealiseerd door gebruik van leegstaande (bedrijfs-)panden, woningsplitsing, inbreiding, kangeroewoningen, tijdelijke woonvormen (tiny houses). De gemeente faciliteert dit maximaal en informeert de raad hoe zij dit doen.

Op basis van deze geamendeerde besluitvorming wordt ingezet op woningbouw in alle kernen, de ontwikkeling van grotere woningbouwlocaties in de kernen Eijsden en Margraten en waar mogelijk/haalbaar ‘een straatje erbij’ in de kleinere kernen. Op basis van deze (geamendeerde) kaderstelling wordt de opgave opgepakt, wordt de raad in 2026 periodiek over de stand van zaken geïnformeerd en zullen voorstellen aan de raad worden voorgelegd als besluitvorming dat vereist. Hierbij moet hoofdzakelijk gedacht worden  aan vaststelling van omgevingsplannen. 

Op 14 november 2024 heeft de raad de Programmabegroting 2025-2028 vastgesteld, waarin budget is  vrijgemaakt om uitvoering te geven aan de woningbouwopgave passend binnen de door de raad vastgestelde woningbouwkaders.  Op basis van dit budget wordt t/m 2027 jaarlijks 2 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de werving van gronden om uitvoering te kunnen geven aan de woningbouwopgave binnen de gestelde kaders.  

Om hieraan uitvoering te kunnen geven, heeft de raad op 19 februari 2025 besloten om het voorkeursrecht toe te passen op bijna 200 percelen zodat invulling gegeven kan worden aan de binnen de door de raad vastgestelde woningbouwkaders passende woningbouwopgave. Het door het college op 18 maart 2025 vastgestelde uitvoeringsprogramma Woonzorgvisie Eijsden-Margraten, maakt  (integraal) onderdeel uit van deze woningbouwopgave.

Op basis van het op 30 september 2025 genomen raadsbesluit 'tekenen en rekenen' wordt in 2026 het procedureel mogelijk maken van de in het raadsbesluit opgenomen woningbouwontwikkelingen voorbereid dan wel opgestart.