Voor u ligt de samenvatting van de 1e bestuursrapportage (1e Burap) van het jaar 2023. Deze 1e Burap geeft een weergave van de voortgang rondom de voorgenomen werkzaamheden die vastgelegd zijn in de meerjarenbegroting 2023 tot en met 2026. Wij rapporteren per programma over de voortgang op hoofdlijnen zodat u wordt meegenomen in de belangrijkste ontwikkelingen per programma.
Financiële analyse
Deze eerste bestuursrapportage kent een negatieve bijstelling van - € 248.049 waarmee het saldo van de begroting voor 2023 uitkomt op - € 283.141. Meerjarig is de negatieve bijstelling echter groter en bedraagt voor 2024 en verder +/- - € 700.000.
De meerjarige negatieve bijstelling wordt in grote lijn enerzijds veroorzaakt door: de begrotingswijzigingen van de Verbonden Partijen over 2023 ten bedrage van € 272.000 , de indexering van de IT contracten ten bedrage van € 93.000 en door de contractueel vastgelegde indexaties van de bijdrages aan de exploitatie van de binnensportaccommodaties en het zwembad ten bedrage van € 270.000.
De bijstelling over 2023 is in totaal lager omdat in 2023 incidenteel dividend van € 443.000 is ontvangen van Enexis door verkoop van haar dochtermaatschappij Fudura. In de meicirculaire 2023 zal volgens de berichtgeving nog een prijscompensatie opgenomen worden voor de jaren 2023 en verder omdat in de circulaires van 2022 een te lage inschatting voor de inflatie over 2022 is opgenomen. De omvang van deze prijscompensatie is echter nog niet bekend en de vraag is of dit voldoende dekkend is voor de meerjarige negatieve bijstelling.
In de kadernota 2024-2027 hebben we twee financiële onderwerpen aangestipt die van belang zijn voor onze gemeente financiën: de financieringssystematiek gemeenten meerjarig en de hervormingsagenda Jeugdzorg
Financieringssystematiek gemeenten meerjarig, een update
- De gemeenten krijgen geen extra geld voor ‘het ravijn’ in 2026. Ze hebben daarvoor immers al € 1 miljard gekregen. Er wordt gesproken over de nieuwe financieringssystematiek vanaf 2027. Dit valt af te lezen uit de Voorjaarsnota 2023.
- Het Rijk wil vanaf 2027 de inflatiecompensatie toekennen volgens de prijsstijging van het bruto binnenlands product en niet meer volgens de huidige methode.
Als inflatiecompensatie krijgen de gemeenten dan de prijsstijging van het bruto binnenlands product (BBP) van het desbetreffende jaar. Die raamt het CPB voor 2027 nu op 2,5%. Vanaf 2027 groeit het volumeaccres dus mee met het historische bbp-volumegroei en de inflatiecompensatie met de bbp-prijsstijging van het desbetreffende jaar. - De VNG is negatief over over de Voorjaarsnota 2023: vanaf 2026 is er voor gemeenten structureel zo’n €3 miljard minder beschikbaar voor het uitvoeren van gemeentelijke taken en biedt het accres vanaf 2027 te weinig vergoeding voor het opvangen van de autonome groei van de zorgtaken. Het wordt als positief ervaren dat er nu een aanzet is voor een nieuwe
normeringssystematiek, maar deze kent ook haar beperkingen. Zo stijgen de zorgkosten bijvoorbeeld sneller dan de gekozen normeringsystematiek. Alles bij elkaar geeft de Voorjaarsnota 2023 niet de gewenste structurele financiële zekerheid voor gemeenten. Een echt goede uitwerking van en onderbouwing voor een nieuwe financieringssystematiek ontbreekt nog steeds. De VNG gaat verder in overleg met de fondsbeheerders over de gevolgen van de Voorjaarsnota 2023, waarin de zorgen onder de aandacht worden gebracht. - De Raad van State is wel positief over de accresnormering 2027, met volumegroei volgens de historische ontwikkeling van het bruto binnenlands product en prijscompensatie volgens de raming van het lopende jaar. De Raad van State “acht de overstap naar een nieuwe meerjarensystematiek voor de financiën van de gemeenten positief. Naar verwachting brengt de nieuwe systematiek meer stabiliteit, rust en duidelijkheid voor gemeenten. Deze systematiek is ook in lijn met eerdere aanbevelingen van de 16e Studiegroep Begrotingsruimte en van de Raad van State zelf. De raad hoopt dat het Rijk en de gemeenten deze nieuwe systematiek benutten om de bestuurlijke verhoudingen in rustiger vaarwater te brengen.”
- Het blijft onbekend of het gemeentelijke belastinggebied al dan niet wordt uitgebreid of herzien. Het Rijk schrijft slechts: “In samenspraak met de VNG wordt bekeken welke mogelijkheden er zijn qua modernisering en uitbreiding van het belastinggebied.”
Hervormingsagenda Jeugdzorg
- In 2024 en 2025 wordt het gemeentefonds in totaal voor € 385 miljoen minder gekort voor verwachte besparingen in de jeugdzorg dan eerder aangekondigd. Dat is de uitkomst van het ‘financieel principeakkoord’ over de jeugdzorg. De eerder ingeboekte bezuiniging wordt in 2023, 2024 en 2025 bevroren. De korting is dus niet € 600 miljoen maar € 215 miljoen. De doelstelling van € 1 miljard blijft staan, maar afgesproken is dat daarvan € 650 miljoen ‘onderbouwd en mogelijk haalbaar’ is en € 380 miljoen onzeker. Onvoorziene omstandigheden en autonome groei vallen voortaan onder de financiële verantwoordelijkheid van het Rijk. Ook komt er een ‘Commissie van deskundigen’ die tijdens de uitvoering van de hervormingen van de jeugdzorg zal adviseren over hoe het gaat, of de afgesproken acties ook worden uitgevoerd en hoe de uitgaven zich ontwikkelen. Deze commissie kan adviseren hoe om te gaan met een uitgavenontwikkeling die afwijkt van het nu overeengekomen financiële kader. Ook adviseert die commissie in 2025 over de bedragen vanaf 2026.
De meicirculaire 2023 zal over beide onderwerpen meer duidelijkheid dienen te geven en wat dit betekent voor de financiële positie van Eijsden-Margraten.