Inleiding

De Voorjaarsnota 2025 en Mei circulaire markeren een belangrijk moment in de discussie over de financiële positie van gemeenten, met het gemeentefonds als centraal aandachtspunt. Afgelopen jaren signaleren gemeenten dat hun financiële ruimte onder druk staat. Voornaamste oorzaak is de groeiende verantwoordelijkheden op het gebied binnen het sociaal domein.

De Voorjaarsnota erkent deze zorgen en bevat enkele aanzetten voor versterking van het gemeentefonds, maar tegelijkertijd wordt duidelijk dat het acute probleem van het zogenoemde ‘ravijnjaar’ in 2026 niet volledig wordt ondervangen. Ondanks een stap in de goede richting blijven ook wij als gemeenten in onzekerheid dat we over twee jaar weer geconfronteerd worden met een forse terugval in inkomsten. 

Het ‘ravijnjaar’ wordt in de Voorjaarsnota slechts deels gedicht met incidentele middelen. Structurele zekerheid over het accres – de jaarlijkse groei van het gemeentefonds – ontbreekt vooralsnog. Hierdoor blijven wij, net als veel gemeenten terughoudend in het doen van investeringen en hebben wij ook kritisch gekeken over het behouden van onze lokale voorzieningen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft meerdere keren aangegeven dat deze situatie leidt tot bestuurlijke onzekerheid en een rem op de uitvoering van landelijke ambities op lokaal niveau, zoals de energietransitie en woningbouw.

Het rapport van Ark, speelt een cruciale rol. Dit rapport is opgesteld door een onafhankelijke commissie en concludeert dat het Rijk onvoldoende middelen beschikbaar stelt voor het uitvoeren van Jeugdzorg door gemeenten. De Voorjaarsnota verwijst naar het rapport van Ark, maar concrete financiële maatregelen op basis van de aanbevelingen blijven vooralsnog uit. Dit voedt de kritiek dat de urgentie van de financiële problematiek onvoldoende wordt erkend door het Rijk.

Een van de belangrijkste aanbevelingen van het rapport van Ark is het accres voortaan te baseren op een stabielere indicator, zoals het BBP of een vaste groeivoet. In de Voorjaarsnota wordt een aanzet gedaan tot herziening van deze methodiek, maar veel gemeenten vinden deze stap onvoldoende en vragen om snellere en meer concrete aanpassingen. Ze pleiten voor meerjarige zekerheid, zodat ze hun beleid beter kunnen plannen en uitvoeren.

Kortom, de ontwikkelingen rond het gemeentefonds in relatie tot de Voorjaarsnota 2025 geven een gemengd beeld. Hoewel er erkenning is voor de problematiek en het rapport van Ark een belangrijke richtingwijzer biedt, blijft de oplossing voor het ravijnjaar 2026 grotendeels uit. Gemeenten staan daarmee voor lastige keuzes: minder voorzieningen of reserves aanspreken, terwijl de structurele oplossing nog op zich laat wachten. Het is aan het kabinet om vóór Prinsjesdag met een overtuigend pakket te komen dat de adviezen uit het rapport van Ark serieus neemt en de dreigende financiële onzekerheid meerjarig voorkomt.

In de meicirculaire 2025, waarvan de effecten voor onze begroting als addendum zal worden nagezonden, wordt het financieel beeld compleet gemaakt.